De verplichte Teeltregeling
voor 1941-1942.
De mogelijkheden van den
Europeeschen Landbouw
Arbeid adelt*
Landbouwweekblad
Voor m door de Landbouwers
Orgaan der Landbouwersvereeniging Redt II Zelven
k
ZONDAG 5 OCT. i94i
23*26 j*Jk««AÜö «I 1179
b
Abonnementsprijs 20 fr. 'e jaurs.
Men schrijft in cp on*
Bturecl en op alle postkantoren.
Hel overnemen van artikelen
sonder aanduiding der bron
ia streng verboden.
Bestuurder ea verantwoordelijke Opsteller j
O. CAUDKON.
Bareel en RedactieZeebergkaai» 4» Aalst*
De medewerkers sfn
verantwoordelijk voor hunne
bedragen.
Aankondigingen volgens
akkoord*
Als voorlichting voor onze Leden.
Het Staatsblad van 20 September 1.1.
pub'iceert het besluit van den Secretaris
generaal van Landbouw en Voedsel
voorziening gedagteekend 15 Septem
ber, waarbij voor bepaaide landbouw
producten de verplichte teelt wordt in
gevoerd voor den volgenden oogst
De verplichte teelten.
Het besluit voorziet zes reeksen van
teelten waarvan de aanbouw wordt
voorgeschreven: 1. broodgraan (tarwe,
rogge, spellen mesteluie): 2. aardap
pelen: 3. suikerbeeten4. peulvruchten
(erwten, bconen enz); 5. gerst: 6. vlas
Wie is aan de verplichting
onderworpen
Aan de verplichte teeltregeling zijn
onderworpen
a) voor de broodgranen en aardap
pelen, al de landbouwbedrijven vanaf
een halve hectaar bebouwden grond.
Hierdoor dient verstaande totale op
pervlakte van het landbouwbedrijf zoo
als zij voortvloeit uit de aangifte bij de
telling van 15 Mei 1941, met uitsluiting
van het weiland, het hooiland, de boom
gaarden, de broeikassen, de boomkwee-
kerijsn, de rijsbosschen (wijmen) en het
kopland.
De groenteboeren of tuinbouwers in
geschreven bij de hoofdgroepeering
Tuinbouwproducten Groenten en Fruit
ter uitvoering van hare verordening van
25 Maart 1941, die als zoodanig hunne
bijdrage zullen betaald hebben aan deze
hoofdgroepeering, zijn ontslagen van de
verplichtingen voortspruitende uit de
teeltregeling, tot het beloop van de op
pervlakte aangegeven groenten- en tuin
bouwteelten bij de telling van 15 Mei
1941.
b) voor de andere teelten, al de boe
ren die deze landbouwproduktenin 1940-
1941 verbouwd hebben.
Wat zal
er moeten
worden
geleverd
worden zou bij 15°/<>meer moeten be
zaaien en beplanten, hetzij onderschei
denlijk 7 ha 23 a. 35 ca, tarwe en 1 ha
84 a. aardappelen.
Suikerbeeten, peulvruchten
en gerst.
De hoofden van landbouwbedrijven
die in 1940-'41, suikerbeeten, peulvruch
ten en gerst geteeld hebben, zijn ver
plicht vocv deze teelten, gedurende het
teelt jaar 1941-'42 een oppervlakte te be
bouwen minstens gelijk aan deze van het
vorige jaar.
Dezelfde verplichting geldt voor het
vlas, in de mate waarin de voortbrengers
over zaaigoed beschikken. De landbou
wers die verplicht zijn peulvruchten of
gerst te verbouwen mogen deze op
brengst aftrekken van de hun opgelegde
broodgraaavoortbrengst.
Compensatie tusschen de
verplichte teelten.
Zonder afbreuk aan hooger staande
bepaling inzake de verplichte teelt van
suikerbeeten, peulvruchten en gerst, mo-
Art. 1 van het besluit bepaalt wat er j gen de landbouwers een der verplichte
zal moeten opgebracht worden of de
minima- opbrengst.
Van deze opbrengst mogen//de toege
laten voorafcemingen geschieden voor
zaai- en plantgoed, voor eigen gebruik
van den voortbrenger en zijn huishou
den, voor uitschot, om de te leveren
hoeveelheid vast te stellen. Nochtans
blijft het uitdrukkelijk verboden brood
graan en aardappelen te benuttigen voor
de voeding der dieren.
De verplichte minima opbrengst in
kilogram per ba. bebouwd in 1941-1942
wordt vastgesteld door onderstaande
tabel.
Teelten
Totale opper
vlakte van het
bedrijf
Leem-
streek
VI.
zand
streek
Pol
ders
Kern
pen
Con-
droz
Ardennen
Mergelstreek
Weidestreek
Broodgraan
0.5-5 ha.
1100
970
1160
900
860
520
5-10 ha.
1100
970
1160
9C0
860
520
10-20 ha.
1100
920
1160
900
860
520
20 30 ha.
30 50 ha.
50 ha.
11C0
11C0
1100
870
820
770
1160
1160
1160
830
740
670
860
860
860
520
520
520
Aardappelen
0,5 5 ha.
4300
6300
4700
5600
3000
4000
5-10 ha.
26Ö0
5200
2900
4300
1700
2800
10-20 ha.
2000
4800
2200
3400
1200
2200
20-30 ha,
1700
4300
1900
2500
800
1900
30-50 ha.
1400
3500
15P0
1700
600
1600
-b 50 ha.
1100
1700
1200
1400
4C0
1100
teelten vervangen door een/andere, mits
inachtneming van da volgende verhou
dingen
100 kgr. tarwe komen overeen met
100 kgr. rogge, spelt, masteluin.
100 kgr. tarwe komen overeen met
100 kgr. wintergerst.
100 kgr. broodgraan komen overeen
met 100 kgr. peulvruchten.
100 kgr. broodgraan of peulvruchten
komen overeen met 700 kgr. aardappe
len.
100 kgr. broodgraan of peulvruchten
komen overeen met 10C0 kgr. suikerbee
ten.
100 kgr. aardappelen komen overeen
Europa's Graanvoorziening verzekerd.
In het nummer van 10 Oogst gaven
we reeds enkele bijzonderheden over de
oog3tvooruitzichten in de verschillende
landen van Europa Sindsdien zijn van
alle zijden nadere berichten binnen
gekomen. waaruit men kan afleiden,
zooals we dat verleden week voor
Duitschland reeds hebben gedaan, dat
Europa's graanvoorziening verzekerd is.
In België en Nederland werd een
goede gemiddelde oogst binnengehaald
in Frankrijk overtreft de oogst met 2ö °/o
de normale verwachtingNoorwegen
en Zweden bereikten zeer bevredigende
resultaten hetzelfde kan worden gezegd
van Finland, dat in den laatsten tijd sterk
onder een groeiend tekort aan brood
graan leed en door Zweden en Duitsch
land broederlijk werd voortge'>;lpen
ook in Zwitserland is de oogst bevre
digend.
Voor wat de Donaulanden betreft,
die van groot belang zijn voor de ver
zorging van geheel Europa, zijn de uit
slagen merkelijk beter. Zco zijn voor
Roemenië de oogstvooruitzichten voor
gerst, rogge en haver van goed tot zeer
goed te noemen. Deze drie graansoorten
spelen echter slecht3 voor het verbruik
in het binnenland een voorname rol,
doch zijn voor den uitvoer van minder
groote beteekenis. De oogst aan tarwe
en andere graansoorten ligt dit jaar 10
tot 15 "Io boven het gemiddelde van het
met15 kgr. broodgraan of prulvruchten, j )and dat°tot nu toe wetd bereikt, terwijl
Voor de toepassing van het besluit
zijn spelt en masteluin met rogge gelijk
gesteld.
De grenzen der onderscheidene land
bouwstreken zullen door spzciale veror
dening van de Nationale Landbouw- en
Voedingscorporatie worden vastgesteld.
Voorbeelden van toelichting
Ter verduidelijking van hierboven-
staande tabel van minima voortbrengst,
geven wij hier een paar voorbeelden
Een bedrijf uit de Kempen groot 7 ha
waarvan 1 ha weide- en hooiland, 1/2
ha boomgaasd, 1 2 ha groenteteelt aan
gegeven op 15 Mei 1.1. Bebouwde op
pervlakte dus 5 ha. Op te brengen
broodgraan 5 X 900=4500 kg. Op te
brengen aardappelen 5 X 4300
21.500 kgr.
Een bedrijf uit de Leemstreek groot
20 ha, waarvan 2 ha weide, 1 ha hooi
land, 1 ha boomgaard, blijft als bebouw
de grond 16 ha. Op te brengen brood
graan 16 X 1100= 17.600 kg. Op te
brengen aardappelen 16 X 2000
32.000 kg.
Gemiddelde opbrengst.
De hoofden der landbouwbedrijven
mogen vrij de oppervlakten bepalen die
zij meenen te moeten bebouwen om de
hierboven bepaalde minima-opbreng
sten te bereiken, Nochtans zullen zij en
kel vrij zijn van de voorziene streffen,
indien zij de verplichte minimumproduc-
tie niet bereiken, op voorwaarde
1) Dst zij een oppervlakte zul lets be
bouwd hebben die minsters 15 t. h.
grooter is dan deze welke normaal ver-
eischt is om de gemiddelde opbrengst te
bereiken.
2) Dat zij vóór den oogst en volgens
later te bepalen modaliteiten doen vast
stellen dat zij de minimumopbrengst niet
bereiken.
Tot berekening van het vereischte
aantal hectaren om de minima-opbrengst
te behalen en de hooger bepaalde vei
ligheidsmarge van 15 °/o, dient er reke
ning gehouden met de gemiddelde op
brengst per ha voortkomende in volgen
de tabel
Normale gemiddelde opbrengst in Kg. per Ha.
Teelten
Tarwe
Rogge
Aardappelen
Leem-
streek
2.800
2.600
20.000
Vlaams
zandstr
2.500
2.600
21 000
Polders
3.000
2.600
22.C00
Kempen
2.300
2.200
21.000
Con-
droz
2.500
2.300
16.000
Ardennen, Mer-
gelstr.,Weidestr.
2.150
2.000
16,400
Voorbeelden voor toelichting
In het eerste voorbeeld hooger aan
gehaald zou de landbouwer met rogge
4500 c
moeten bezaaien2 na 5
2200
21500
en
1 ha 2 a. 4 ca.
met aardappelen^ 1000
Vreest hij met die oppervlakten niet te
komen tot zijn verplichte opbrengst, dan
zal hij niet gestraft worden, zoo hij
15 "Io meer rogge zaait, hetzij 2 ha 87 a.
en 15 "Io meer aardappelen plant, hetzij
1 ha 39 a.
In het tweede voorbeeld hooger aan
gehaald zou de landbouwer met tarwe
17600 „n
moeten bezaaien 6 ha 29 a. en
2800
met aardappelen beplanten
1 ha 60 a. Om in geen geval
32000
2000ü
gestraft te
100 kgr aardappelen komen overeen
met 140 kgr. suikerbeeten.
1000 kg. suikerbeeten komen overeen
met 100 kgr. broodgraan of peulvruch
ten.
1000 kgr, suikerbeeten komen overeen
met 700 kgr. aardappelen.
Te vervullen pleegvormen.
Uiterlijk vóór 1 November 1941, la
ten de hoefden van het landbouwbedrijf
bij middel van het ter hunner beschik
king gestelde formulier model I aan den
burgemeester weten welke bebouwingen
zij voornemens zijn te doen, ter uitvoe
ring van het besluit, met vermelding van
den omvang en de uitgestrektheid welke
zij denken eraan te zullen geven.
Bij het opmaken van hun teeltplan
moeten zij er zorgvuldig over waken dat
dit plan met de voorschriften van het
besluit overeenstemt.
Scheuring van weiden
toegelaten.
Art. 6 van het besluit luidtNiette
genstaande om 't even welke bepalin
gen (van pachtcontracten bvb.) zijn de
pachters er toe gemachtigd weiden om
te ploegen om aan de verplichtingen van
het besluit te kunnen voldoen.
Uitvoering van het besluit.
De Nationale Landbouw en Voe
dingscorporatie is belast met de uitvoe
ring van het besluit dat in werking is
getreden op 20 September 1.1.
Klimmende levering voorzien
voor dierlijke producten.
Art. 1. Alinea 3 van het besluit be
paalt dat een later besluit de verplichte
levering van dierlijke producten zal vast-
stellen in klimmende verhouding tot de
uitgestrektheid van het weiland en de
voederteelten.
Zeer strenge strafbepalingen.
I Benevens de vroeger afgekondigde
strafbepalingen tot beteugeling der mis-
drijven tegen de wetsbepalingen betref-
i fende de voedselvoorziening en de rant-
soeneering, en inzonderlijk de toepassing
van het besluit van 16 Augustus 1941,
waarbij een gevangenisstraf van zes
maanden tot een jaar wordt voorzien
voor het achterhouden van broodgraan
gewassen, aardappelen en droge peul-
f vruchten aan levering «onderworpen
voor de voedselvoorziening, bepaalt het
nieuwe besluit dat ten laste der voort
brengers een geldboete van 5000 fr. per
100 kg r niet geleverd broodgraan en
1000 fr. per 100 kg. niet geleverde aard-
(Zie vervolg 2* bladzijde).
de maïsoogst een opbrengst van meer
dan 50 °/0 boven het landsgemiddelde
belooft.. Ook voor de dopvruchten had
de oogst een gunstig verloop.
Ook in Hongarije, dat in het voorjaar
nog erg te lijden had aan overstroomin- l
gen, zijn de vooruitzichten meer dan
bevredigend. Het staat van nu af aan
reeds vast, dat het zal beschikken over
een aanzienlijk overschot, dat zal kunnen
uitgevoerd worden. In Bulgarije, Kroatië
en Servië is verder de oogst zoo goed,
dat deze ver boven het gemiddelde der
vorige jaren ligt.
In Italië werd vanaf 1 October de
broodrantsoeneering ingevoerd. Het zou
verkeerd zijn daaruit te besluiten, dat de
oogst slecht is uitgevallen. Het tegen
overgestelde is waar. Hij overtreft mer
kelijk de opbrengst van het jaar 1940,
zoodat ook daar de productieslag ander
maal werd gewonnen. Spacje's oogst is
eveneens goed uitgevallen en voor de
eerste maal sedert den burgeroorlog is
hij weer gemiddeld goed.
Zooals men weet, is Europa, ondanks
de Britsche hongerblokkade niet totaal
van graaninvoer verstoken. Noord-
Afrika was steeds een uitvoerland. In
1940 was de oogst er zeer slecht uitge
vallen zoodat er van dien kant slechts
weinig hulp kwam. Dit zal dit jaar beter
zijn, want zoowel in Marokko als in
Algerië en Tunisië werd een goede ge
middelde oogst binnengehaald,waardoor
het mogelijk zal zijn groote hoeveel
heden naar Europa uit te voeren. Het
feit, dat Brussel reeds besprekingen met
Vichy heeft aangeknoopt, laat voor ons
het beste voorzien.
Alles te samen genomen, blijkt de
graanvoorziening voor den komenden
Winter heel wat beter dan dit verleden
jaar het geval was cn bezitten wij de
verzekering, dat Europa alvast geen
honger zal moeten lijden.
Voorwaarde voor het zeker stellen
van de Europeesche voeding is evenwel
verbooging van de gemiddelde op
brengst De tarweoogst bedroeg in de
jaren 1931-35 gemiddeld 1300 kgr. per
ha. In enkele landen, o.a. Denemarken,
Nederland en BELGIE lag het gemid
delde meer dan tweemaal zoo heog, in
het Duitsche rijk bedroeg dat ongeveer
2100 kg,, terwijl op den Balkan, Spanje,
het voormalige Polen de opbrengst voer
een gedeelte belangrijk beneden het ge
middelde bleef. Vooral in de Zuid Oost
Europeesche landen laten de gemiddel
de oogstopbrengsten nog veel te wen-
scben over. Op den Balkan zijn buiten
de graan- ook de aardappeloogsten van
50 tot 70 "Io kleiner dan in België. Ook
op het gebied van de dierlijke verede
lingsproducten valt d4t verschil erg op.
Het ligt echter binnen het bereik van de
mogelijkheden, door een weloverwogen
rantsoeneering de landbouwproductie
van Europa merkelijk te verhoogen.
Dit doel is slechts dan te bereiken, in
dien de verschillende moeilijkheden en
vooroordeelen, welke tot heden bestaan
en een intensiveering van den landbouw
verhinderen, worden opgeheven. Men
moet trachten te bereiken, dat dezelfde
voordeelen, welke de industrie heeft ge
trokken uit het gebruik van de moderne
vindingen op technisch gebied, ia de
toekomst ook aan den geheelen land
bouw ten goede komen. De betere op
brengst van den Zuid Oost Europee
schen landbouw zou trouwens ook het
vraagstuk van de overbevolking in de
Donau- en Balkanlanden zonder meer
kunnen oplossen.
Ook op het gebied van de grondver
beteringen kan nog veel gedaan wor
den. In den loop van 5 jaar heeft
Duitschland ongeveer 1,2 milliard R.M.
daarvoor uitgegeven, waardoor onge
veer 650.000 hectaar nieuw laad werd
verkregen. Desondanks zijn er in het
rijk nog altijd 4,6 millioen ha grasland
en 4 millioen ha bouwland, die gedrai
neerd zouden moeton worden, waardoor
de opbrengsten 50 zouden stijgen.
Ook in Frankrijk liggen nog groote
reserves, die tot heden ongebruikt ble
ven. Honderde hofsteden worden zelfs
niet beboerd. In Denemarken kunnen
nog groote moerassen en heidevelden
voor den landbouw bruikbaar worden
gemaakt, terwijl Noorwegen zijn be
bouwde oppervlakte met 500.000 ha tot
1,6 millioen ha wil verhoogen en Fin
land eveneens de beschikking hoopt te
krijgen over 200 000 ha nieuw bouw
land. Verder bieden het voormalige
Polen en Oekraïne ongekende mogelijk
heden in een zeer afzienbare toekomst.
Grondverbeteringen, bodemontgin
ningen, betere vakopleiding en juiste
toepassing van de techniek zullen er der
halve spoedig in slagen het Europeesch
vasteland onafhankelijk te maken van
den invoer van levensmiddelen noodza
kelijk voor hit dagelijksche leven. Voor
al de invoerbehoefte aan tarwe moet
geleidelijk verminderen, naarmate de
groote braakliggende landerijen in
Frankrijk worden bebouwd en de nieu
we Duitsche oostelijke gebieden worden
ontgonnen alsmede de opbrengsten in
Zuid-Oost Europa, het General-Gou
vernement en Oekraine worden ver
hoogd.
En reeds worden in alle landen voor-
bereidselen getroffen voor den produc-
tieslag van het volgende jaar.
Het Iastitut für Kucjunkturfor-
schung heeft berekend, dat in ongeveer
90 °/o der voeding, die aet vasteland van
Europa noodig heeft, uit eigen productie
kan worden voorzien. Europa herbergt j
ongeveer het vierde deel der mensch»
heid brengt ongeveer het derde deel
van de wereldoogst voort aan tarwe, de j
helft aan rogge en twee derde aan
aardappelen komen voor rekening van
dit deel van de aarde.
Bij deze groote werken aan grond
verbeteringen en ook aan den bouw
van landbouwwegen kunnen millioenen
measchen gedurende vele jaren hun
brood verdienen.
Het is niet noodig dat Europeesche
kapitalisten hun geld overzee beleggen
of dat onze techciekers, intellectueelen
en werkmenschsn uitwijken. In Europa
zelf kan overvloed voor iedereen worde»
geschapen.
Wie zal die reuzentaak aanpakken f
TELEFOON i 267,
1 i tl li-.-w.» lrAm.«in /smsMaio