van Meststoffen.
De Vitaminen en Mineralen in de
Veevoeding.
Bijkomende bedeelingen
Landbouwers,
DE KOORNBLOEM - 26 Januari 1947
Na de Nationale Conferentie
van den Landbouw.
(Vervolg van le bladz.)
Deze politiek moet volgende pun
ten verwezenlijken
1) onmiddellijke opheffing van alle
overbodige en nuttelooze reglemen
teering door het ministerie van be
voorrading en andere overheden, o.
m. de gedwongen vleeschleveringen,
welke de voortbrenging hinderen
2) het toekennen van een loonen-
den prijs voor de landbouwproduk-
ten, welke de boer nog tijdelijk ge
houden is te leveren voor de bevoor
rading der bevolking en toepassing
van redelijke leveringsmodaliteiten
3) het verstrekken van ruime hoe
veelheden grondstoffen aan den land
bouwer tegen billijke prijzen
4) de aanpassing van de prijzen der
landbouwproducten aan den kostprijs,
onder bijvoeging van een redelijke
bedrijfswinst
5) verlichting van de fiskale lasten,
welke het landbouwbedrijf, zooals
trouwens gansch het bedrijfsleven,
drukken. Hiervoor moet de Staat zijn
uitgaven op groote schaal besnoeien,
door afschaffing van een groot aantal
overbodige diensten, beperking van
zijn personeel en de weigering van
alle toelagen voor doeleinden, welke
niet van onmiddellijk nut zijn
6) het vrij geven van de geblokkeer
de gelden onzer landbouwers voor
het uitvoeren van verbeteringswer-
ken in hun bedrijf
7) een ruime werking tot voorlich
ting en beroepsvorming van onze
landbouwers, in innige samenwerking
met de landbouwvereenigingen
8) de behartiging der belangen van
onzen landbouw bij de afsluiting van
handelsovereenkomsten met het bui
tenland
9) het verleenen van breede kredie
ten, tegen voordeeligen intrest voor
bedrijfsdoeleinden aan onzen land
bouw
10) het bevorderen der oprichting
van degelijke coöperatieven voor den
afzet van land- en tuinbouwproducten.
GERAAKTHEID.
(Vervolg van 1ste bladzijde)
ligwonden te voorkomen. Slechts na
een drietal dagen mag men in de ern
stige gevallen het paard met een
broek omhoog houden.
Wanneer het paard te erg geprik
keld is, mag men het kalmeeren met
een morphine-inspuiting. Verder als
de blaas sterk gevuld is, zal men deze
ontledigen, men zal een licht purgans
toedienen en veel lauw water inge
ven met geneesmiddelen, die gunstig
op de nieren werken, om de giftige
spierkleurstoffen en de overtollige
ureum (zie hooger) af te voeren. En
wat de moderne menschen ook den
ken van het bloedlaten, ben ik over
tuigd, dat wanneer wij veel (5 tot 10
liter) en vroegtijdig bloed laten, wij
het paard ontlasten van een groote
hoeveelheid giftstoffen, die in het
bloed aanwezig zijn en tevens een
groote verlichting daarstellen voor
het meestal te volbloedig paard en
wij ook de mogelijke longcongestie
vermijden. Later kan men de ontaar
de en als weggeteerde spiergroepen
instrijken met scherpe smeersels ol
baden met koud water, om de over
gebleven onaangetaste spiervezels tot
Zie vervolg onderaan hierneven.
Ter uitvoering van het besluit van
8 Juli 1946, betreffende de verdeeling
der stikstof- en potaschmeststoffen,
werden de toegekende hoeveelheden
meststof, alsmede de toekenningsmo
daliteiten vastgesteld alsvolgt
1. Voor de teeltcontracten voor
suikerbieten400 kg. stikstofmeststof
per hectare. De verdeeling zal door
tusschenkomst van de suikerfabrieken
en volgens de onderrichtingen van
den Dienst Grondstoffen voor den
Landbouw geschieden.
2. Voor de aardappelteelt van
1947200 kg. stikstofhoudende mest
stoffen per hectare in 1947 geteelde
aardappelen. De verdeeling van de
speciale meststofzegels zal geschieden
door tusschenkomst van de gemeente
besturen. Deze zullen op naam van
ieder landbouwer en in dubbel, een
verbintenis opstellen waarbij deze
zich verplicht in 1947 een bepaalde
oppervlakte aardappelen te verbou
wen.
De twee exemplaren moeten door
den landbouwer onderteekend wor
den. Het gemeentebestuur behoud^er
een van en zendt het andere naar den
Dienst Grondstoffen voor den Land
bouw», Zwaluwenstraat, 13a, te
Brussel.
3. Aan de landbouwers en aan de
organismen die voor de eerste maal
woeste gronden in cultuur brengen,
voor zoover zij er het bewijs van
voorleggen dooreen getuigschrift van
het gemeentebestuur van de plaats
waar het goed gelegen is, medeonder-
teekend door den Rijkslandbouwkun-
dige van de omschrijving: 75 kg. zui
vere stikstof en 60 kg. zuivere potasch.
4. Aan de eigenaars van bevloeide
weiden, niet-eigenaars van melkkoei
en voor zoover zij er het bewijs van
voorleggen door een getuigschrift van
het gemeentebestuur van de plaats
waar het goed gelegen is, medeon-
derteekend door den Rijkslandbouw-
kundige van de omschrijving en be
vestigende
A. Dat de oppervlakte waarvan
sprake moet beschouwd worden als
bevloeide, niet begraasde weide, en
B. De juiste ligging van deze op
pervlakte
20 kg. zuivere stikstof, 15 kg. zui
vere potasch per hectare bevloeide
weide.
De meststofaanvragen, vergezeld
van het hierboven aangeduide docu
ment zullen tot den Dienst Grond
stoffen voor den Landbouw», 13a,
Zwaluwenstraat te Brussel, gericht
worden.
5, Voor gronden die, ten gevolge
van oorlogsfeiten voor den landbouw
ongeschikt gemaakt werden en die
niet werden aangegeven bij de telling
van 15 Mei 1946.
Voor de onder bovenstaande nrs 4
en 5 vermelde gevallen, moet elke
aanvraag tót het bekomen van een
bijkomende meststofbedeeling verge
zeld gaan van een door het gemeente
bestuur eensluidend verklaard uittrek
sel van de aangifte van den vrager
bij de telling van 15 Mei 1946.
(Vervolg).
In onze voorgaande bijdrage wezen
we er op, dat in de laatste jaren, de
bijkomende stoffen meer en meer op
den voorgrond treden, gezien hun
verdragenden invloed op de verschil
lende functies van het dierlijk orga
nisme.
In de hooger genoemde bijdrage
leerden we de eerste categorie bijko
mende stoffen (vitaminen) kennen. In
deze bijdrage zullen we de kwestie
der mineralen toelichten.
groei aan te zetten en zoo de plaats
van de ontaarde vezels in te nemen.
Veearts M. M.
Het dierlijk organisme is gebouwd
uit organische en anorganische be-
standdeelen. De anorganische be-
standdeelen van het dierlijk organisme
zijn van groote beteekenis, deze wor
den door de mineralen en hun verbin
dingen gevormd. Als levensnoodwen-
dige en ook wel levensvorderende
mineralen hebben we kalk, fosfoor,
magnesium, kali of potasch, natrium
of sodium, iodium, ijzer, chloor.
Onder de mineralen zijn kalk (cal
cium) en fosfoor, door de toe te die
nen hoeveelheid en door hun verdra
genden invloed op de verschillende
levensfuncties van het dierlijk lichaam,
wel de voornaamste. Niet enkel de
vorm en de groei van de beenderen
vragen veel kalk en fosfoor, echter
vervullen deze mineralen nog andere
belangrijke fnnkties. Bij groeiende
dieren is de behoefte aan kalk en fos
foor zeer groot, evenals bij dragende
en zoogende moederdieren.
Bij gebrek aan kalk in het bloed,
komen allerlei onregelmatigheden
voor, o. m. onvruchtbaarheid, gras
ziekte, kalfziekte. Een voldoende hoe
veelheid kalk in het rantsoen ver
hoogt het weerstandsvermogen tegen
ziekten en allerlei afwijkingen van het
dierlijk organisme. Het staat weten
schappelijk vast, dat de witte bloed
lichaampjes, door een rantsoen rijk
aan kalk, de eigenschap bezitten de in
het lichaam doorgedrongen tubercu-
losebacillen onschadelijk te maken.
Onder de arbeiders die in de kalkin-
dustrie werkzaam zijn, vindt men zel
den tuberculoselijders. Naast de kalk
vervult het fosfoor een belangrijke rol
in 't dierlijk organisme, vooral bij de
vorming van de beenderen.
Gebrek aan fosfoor is oorzaak van
stijfziekte, abnormale ontwikkeling en
sterven van melkvee veelal aan uit
hongering.
Volgende proef werd genomen op
200 melkkoeien, die allen graasden
op weiden arm aan fosfoor. Aan de
helft (100) der dieren werd beender
meel toegediend, aan de andere niet.
Van de 100 dieren die geen voeder
bijkregen, stierven er 25 aan lamziek-
te van de andere 2. Van de koeien
die beendermeel kregen, brachten 80
een normaal kalf ter wereld, van de
andere slechts 51. M
Op ons bedrijf beschikken we over
volgende voeders rijk aan kalk en
fosfoor: gras en hooi (voortkomende
van degelijk bemeste weiden), voe
dergewassen, klavers, beetenblade-
ren, erwten- en boonenstroo, melk.
•Onder de krachtvoeders noemen we
sesaamkoek, visch- en erwtenmeel.
Kalkarm en rijk aan fosfoor zijn
al de granen, peulvruchten, zemelen.
Arm aan kalk en fosfoor noteeren
weaardappelen, beeten, gras en
hooi van zure'weiden.
In het voeder moeten de minimale
hoeveelheden kalk en fosfoor aanwe
zig zijn. Melkkoeien behoeven nog
meer minerale zouten dan andere, ge
zien 1 kg. koemelk gemiddeld 8 gram
bevat, waarvan 1,8 gr. kalk, 2 gr. fos
foor, 1,6 gr. chloor, 0,6 gr. natrium.
Als we nu een melkgifte nemen van
20 liter per dag, dan stellen we vast
dat de koe dagelijks 160 gram mine
rale bestanddeelen afscheidt, bevat
tende 36 gr. kalk, 40 gr. fosfoor, 32
gr. chloor en 13 gr. natrium.
Bij het opmaken van dit rantsoen
hoeft er gewaakt te worden, opdat er
een doelmatige verhouding zou be
staan tusschen het kalk- en fosfoor-
gehalte van het voeder (Ca/F ver
houding). Voor de melkkoeien wordt
aangenomen, dat een verhouding van
1 Ca/1 F goed is anderen geven als
gewenschte verhouding 1 Ca/0,8 F
voor de varkens is de beste verhou
ding 2 Ca/1 F.
Bij een rantsoen, rijk aan kracht
voeders en een te kort aan groenvoe-
dergewassen, zal genoeg fosfoor voor
handen zijn, doch de kalk ontbreekt.
Dit gebrek aan kalk wordt bestreden
met een extra bijvoedering van kool
zure kalk (gewasschen krijt).
Het kalium is voor het dierlijk or
ganisme een belahgrijk mineraal
want de meeste weefsels bevatten
meer kalium dan kalk, vooral de
groeiende weefsels zijn rijk aan dit
element. Evenals de kalk speelt het
kalium bij de neutralisatie van de ge
vormde zuren een groote rol.
Rijk aan kalium zijn aardappelen,
beeten, koolrapen, jong gras, jonge
klaver, melasse en melasseprodukten,
afgeroomde melk.
Natrium en chloor mogen eveneens
in het rantsoen van onze huisdieren
niet ontbreken deze twee mineralen
kan men in het rantsoen brengen,
door het toedienen van keukenzout.
Bij het voederen van groote hoe
veelheden aardappelen moet keuken
zout toegevoegd worden in het rant
soen der varkens. Een praktisch mid
del om de dieren van keukenzout te
voorzien, is een zoutliksteen in het
hok te hangen.
Het ijzer, dat tot de vorming van
de halmoglobine van de roode bloed
lichaampjes bijdraagt, is de groote
werkmeester der ademhaling. De
voedermiddelen bevatten allen dit
bestanddeel in min of meerdere groote
hoeveelheid.
Om de dieren genoegzaam ijzer in
het rantsoen te brengen, zal in den
zomer weidegang en groenvoeder
volstaan.
De mineralen zijn van grooten in
vloed op het bedrijf, de landbouwer
hoeft hiermee rekening te houden,
wil hij geen teleurstellingen en groote
financieele verliezen ondergaan.
leest en verspreidt uw blad.