Ouderdomspensioenen, Bloedwormen bij hel Paard. Arbeid adelt LANDBOUWWEEKBLAD Voor en door de Landbouwers AALST 20 APRIL 1947. Verschijnt iederen Zondag 26ste JAARGANG Nr 1246 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. Enkele nuttige inlichtingen ten behoeve onzer landbouwers. (2de bijdrage.) In ons vorig nummer hebben wij de bijzonderste algemeene inlichtingen verstrekt betreffende de ouderdoms pensioenen nl. de samenstelling van het ouderdomspensioen, de te vervul len pleegvormen om het pensioen te bekomen en de andere voordeelen voorzien door de wet. Thans handelen we over de voor waarden waaronder de kostelooze ouderdomsrentetoeslag of het koste loos ouderdomspensioen wordt toe gekend. Voorwaarden om het kosteloos pensioen te genieten. Zooals wij het reeds in onze vorige bijdrage meedeelden, wordt het koste loos pensioen enkel toegestaan aan de vrije verzekerden na onderzoek van hunne bestaansmiddelen op den leef tijd waarop zij pensioengerechtigd zijn, (65 jaar of 60 jaar). Het maximum-bedrag van den kosteloozen toeslag wordt verleend, indien de bestaansmiddelen van den verzekerde, desgevallend vermeerderd met deze van zijn echtgenoote, niet hooger loopen dan 5600 fr. voor een gehuwd verzekerde, en 3800 fr. voor de andere verzekerden. Overschrijden de bestaansmidde len deze maxima, dan kan de verze kerde aanspraak maken op een ge deeltelijken toeslag welke gelijk is aan het verschil tusschen het maximum bedrag van den toeslag hooger ver meld en het gedeelte van de bestaans middelen dat onderscheidenlijk 5600 of 3800 fr. overtreft, naar gelang het hierboven gemaakte onderscheid. Het maximum bedrag van den ko steloozen toeslag verschilt bovendien naar gelang het geboortejaar van den verzekerde. Hierna enkele gegevens uit de tabel betreffende het bedrag van den toeslag gevoegd bij de sa- mengeordende wetten 1867-68-69 3200 fr. 2i00fr. 1870-1871 3100 2000 1872-1873 3000 1900 1874-1875 2900 1800 '876 2800 1700 1877 2700 1600 1878-79-80 2600 1500 1881 2500 1400 1882-83 2400 1300 1884-85 2300 1200 1886 2200 1100 1887 2100 1000 1888 1889 1890-91 1892 1893 2000 1900 1800 1700 1600 900 800 700 600 500 enz. 7e noteeren dat deze bedragen verdubbeld werden ingevolge de be-, sluitwet van 27 Oktobér 1944 (Staats blad 30-10-44). De gehuwde vrouw waarvan de man niet begunstigd is met den toe slag, kan aanspraak maken op ten hoogste de helft van den toeslag ver band houdend met het geboortejaar van haar man. Ook mag niet uit Jiet oog verloren dat een bepaald aantal stortingen moet verricht geweest zijn om recht te hebben op den toeslag. Heeft de verzekerde minder stor tingen gedaan dan de helft van het aantal voorgeschreven door de wet, dan kan hij geen aanspraak maken op den rentetoeslag. Te noteeren noch tans dat de stortingen, die niet ge daan werden voor de oorlogsjaren 1939-1940 tot 1944-45 worden be schouwd als zijnde verricht en dat er één storting mag ontbreken per tijd perk van 5 jaar of gedeelte ervan. Heeft de verzekerde de helft of meer stortingen gedaan, of wordt hij beschouwd als deze te hebben gedaan door de wet, dan kan hij aanspraak maken op een gedeeltelijken rente toeslag, mits zijn bestaansmiddelen niet te hoog zijn. Doch de jaarlijksche toeslag ondergaat voor ieder ontbre kende storting een vermindering van 150 fr. vóór gehuwde mannelijke ver zekerden, van 100 fr. voor ongehuw de, weduwnaars of uit den echt ge scheiden mannen, en van 75 fr. voor vrouwen. Thans wordt geen aftrek meer ge daan wegens het samenwonen met een gepensioneerde of een niet gepen sioneerde (vroeger 500 of 250 fr.) Hoe worden de bestaansmiddelen berekend, die in aanmerking komen bij de toepassing van den kosteloozen toeslag l)Wat de bedrijfsinkomsten be treft, worden als bestaansmiddelen aangerekend het bedrag dezer in komsten vatbaar voor de bedrijfsbe lasting, welke betrekking hebben op het jaar dat aan het indienen der aan vraag voorafgaat. Bij toepassing van art. 13 der wet van 28 Augustus 1946, Zie vervolg 2' bladzijde le kolom) (Vervolg.) Alhoewel de stroiigyliden in het darmkanaal talrijke bijtwonden ver oorzaken en hun uitwerpselen zeer giftig zijn, (dit gift, opgeslorpt met de voedende bestanddeelen van het voedsel in het bloed, vernietigt im mers de roode bloedcellen) en men ze dus niet als onschadelijke parasieten mag aanzien, spelen ze een mindere ziekteverwekkende rol dan wel in het vaatstelsel, in de bloedvaten dus, waarin sommige soorten, zooals wij in de vorige bijdrage hebben gezien, als larven een zekeren tijd aanwezig zijn. De letsels die de stongyliden gedurende hun verblijf als larve in de bloedvaten nalaten, zijn voor ons van hoofdzakelijk belang. Het is immers van hun omvang en van de verwikke lingen die daaruit voortvloeien, dat het heele verloop van het ziektepro ces afhangt. Op de plaats waar de larven in de vaten aanlanden, bijten ze zich vast in den binnenwand. De wand verdikt en er ontstaat een bloedklonter, die het bloedvat geheel of gedeeltelijk af sluit. In den klonter treft men in min of meer groote hoeveelheid larven aan. Naar gelang de uitbreiding, die de letsels hebben genomen, kan men kleine of groote vaatmisvormingen aantreffen. Soms moet men goed kij ken om de letsels te vinden, soms vindt men groote afwijkingen. Zoo heeft men bij veulens van en kele maanden oud reeds een hoop uit gebeten, verdikte, woekerende vaat- massa's gevonden, doorspekt met bloedklonters en heele kleine larven. Het geheel vormt een kankerachtige massa van 50 tot 70 cm. omtrek, waarin de bloedvaten, die normaal 1 cm. doorsnee hadden, een dikte van 5 tot 15 cm. kunnen bereiken. Wel te verstaan is de holte van het vat niet verwijd, die is eerder vernauwd. Het zijn dus de vaatwanden zelf die ver dikt zijn. Uit dit alles kan men dus gemak kelijk afleiden dat verschillende ziek tebeelden kunnen te voorschijn ko men. Immers de vaten kunnen ge deeltelijk of geheel verstopt zijn, er kan een volledige of onvolledige en onvoldoende bloedtoevoer zijn naar de darmen of de nieren (want het is meestal in de vertakkingen van den grooten hartader naar de nieren en de darmen dat de wormlarven hun vernietigende werking uitvoeren). Ook volgens het aantal en de aanlan dingsplaats der embolien, volgens de ze embolien besmet zijn of niet treedt een verschillend ziektebeeld op. Door embolien verstaan wij stuk ken van bloedklonters die los zijn ge komen of larven die meegevoerd wor den met het bloed en die zich dan in een of ander orgaan vastzetten wan neer de bloedvaten te dun worden. Als dit gebeurt in de hersen- of hart vaten, volgt plots de dood, omdat een deel van die zoo belangrijke levens organen zijn bloedtoevoer afgesneden ziet. Wanneer de darminfectie niet te brutaal is en de vaatletsels niet te uit gebreid, kan het organisme den tijd vinden om de verstopte vaten weer vrij te maken. In dit geval treden dan geen ziekteverschijnselen op. Dat is dus het meest gunstige geval. Minder gunstig is het verloop wanneer enkele vaten volledig verstopt zijn en er zich embolien vormen. Men ziet dan eer der vage ziekteteekens optreden als vlugge vermoeidheid, slechte spijsver tering, diarrhee (diz van waterig tot bloederig kan zijn), lichte vermage ring, slechten groei, en nu en dan lichte kolieken. De meeste van deze gevallen verloopen slecht wegens de meestal te laattijdig ingestelde behan deling. Vaatscheuring komt nu en dan voor met vlug uitbloeden en dood van het dier het is dan de verweekte, ontaarde en zelfs veretterde bloed- vaatwand, die begeeft en het bloed laat doorstroomen. Wanneer verschillende darmbloed vaten verstopt zijn en het stuk darm in volstrekte bloedarmoede verkeert, volgt vanzelfsprekend een slechte spijsvertering, darmrotting en stin kende diarrhee met totale uitputting. Etterkiemen kunnen de larven met zich meevoeren en zoo aanleiding ge ven tot bloedvergiftigingen. Emboliën kunnen aanleiding geven tot hevige nierletsels met doodelijk verloop en tot etterende ontstekings processen in de spieren, gewrichten en andere organen, wanneer deze em boliën besmet zijn. Zelfs lymphangi tis (plots hevig zwellen van een ach terpoot, gepaard met koorts, gebrek aan eetlust en hevige pijn), kan een .gevolg zijn van besmette emboliën, die aanlanden in de lymphebanen van den achterpoot. Ieder jaar heeft men veulens van 1 tot 2 jaar, welke gezwollen borst en buik en pooten vertoonen en hevig anaemisch (bloedarmoede) zijn. (Zie vervolg 2' bladzijde 2Ckolom.) De 1 Koornb: loem Bmm-'-wat- «Mr-w„ecti- Geboorte- gehuwde mannelijke andere jaar. verzekerden. verzekerden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1947 | | pagina 1