De uitvoermogelijkheden van den Nederlandsen landbouw. Zal de Belgische Jamnijverheid welhaast verdwijnen Arbeid adelt LANDBOUWWEEKBLAD I Voor en door de AALST 1 JUNI 1947. Verschijnt iederen Zondag 26ste JAARGANG Nr 1252 Abonnementsprijs 50 fr. 's jaars. Bureelen Zeebergkaai, 5, Aalst Telefoon Nr 267. Postcheckr. 1425.93. Handelsr. Aalst 145. Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN. Landbouwers Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is streng verboden. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Aankondigingen volgens akkoord. De Nederlandse vaste commissie voor overleg met de regering inzake handelspolitiek heeft onlangs een ver slag gepubliceerd, waa in de uitvoer mogelijkheden van Nederland voor 1947 in ogenschouw worden geno men. Aan dit verslag ontlenen wij enkele gegevens, welke van belang zijn voor onze economische betrek kingen met Nederland op gebied van den landbouw. De melkvoortbrengst. Volgens het verslag voormeld, tel de de Nederlandse rundveestapel in 1947 1.289.000 melk- en kalfkoeien, tegenover 1.549.000 stuks in 1939. De gemiddelde melkproductie per koe bedraagt thans maar 2878 kg. melk per jaar, tegen 3.494 kg. in 1939. Dit verschil moet hoofdzakelijk wor den toegeschreven aan het tekort aan krachtvoeders tijdens de stal periode. De totale melkvoortbrengst wordt dan ook maar geraamd tijdens 1947 op 3.709.000 ton tegenover 5.411.000 ton in 1939. Wanneer is voldaan aan de ver schillende binnenlandse behoeften, zal van de productie in 1947 maar onge veer 265.000 ton beschikbaar zijn voor den uitvoer. Van deze hoeveelheid bestemd voor den uitvoer, zullen volgende zuivel producten kunnen worden vervaar digd 13.000 ton kaas, waarvan circa 5,000 ton voor België, 35 000 ton verdikte melk en 3.000 ton melkpoe der. Vergelijkt men deze cijfers met deze van den uitvoer in 1939 nl. 65.000 ton boter 52.000 ton kaas 144.000 ton condensmelk; 16.000 ton melkpoeder en 2.000 ton caseïne, dan blijkt hoe gering de uitvoer in 1947 van zuivel- en melkproducten nog zal zijn in vergelijking met 1939. De Vleesproductie. Alhoewel de omvang van den var kensstapel bevredigend kan worden genoemd, blijft de vleesproductie nog ver beneden het vóóroorlogse peil. In 1946 telde de varkensstapel 1 mil- lioen 40.000 stuks tegenover 1 mil- lioen 553.000 stuks in 1939naar schatting zullen in 1947 1.200.000 biggen geboren worden. Het tekort aan voeder maakt het vooralsnog on mogelijk de varkens tot een behoor lijk gewicht te mesten. Voor 1947 werd volgende bereke ning gemaakt voor de binnenlandse vleesvoorziening. Na aftrek van de varkens bestemd voor huisslachting, blijven er voor de verdeeling aan de verbruikers 700.000 beschikbaar, wel ke tegen gemiddeld 55 kg. geslacht gewicht 38.500 ton vlees zullen ople veren. De slachtingen van rundvee en schapen zullen ongeveer 81.500 ton vlees opleveren, hetzij dus te sa men 120.000 ton. Daar nu de behoefte, bij een rant soen van 250 gram vlees per week, naar schatting 145.000 ton zal bedra gen, zal er nog 25 duizend ton moeten worden ingevoerd. Deze importbe hoefte zal kunnen worden vermin derd, indien de hoop in vervulling gaat, dat een grooter aantal varkens ter slachting zal worden aangevoerd. Slechts zal, om aan een dringende Engelse wens tegemoet te komen, in het najaar een begin worden gemaakt met de hervatting van den Neder landsen bacon-uitvoernaar Engeland, ten belope eener hoeveelheid van 50 ton per week. De eierproductie. De eiervoortbrengst wordt ge schat op één milliard stuks voorji 947, tegenover een vóóroorlogse produc tie van 2.350 millioen stuks in 1939. De uitbreiding van den pluimveesta pel wordt ook geremd door een schaarste aan hennen voeder. Na de voorziening van het binnenland zul len van 150 tot 250 millioen stuks voor den uitvoer beschikbaar zijn. Uitvoer van pootaardappelen De uitvoer van pootaardappelen van den oogst 1947 wordt voor het minst geschat op 150.000 ton en on geveer 37,5 millioen gulden. De uit voer van aardappelmeel en dextrine van den oogst 1947 wordt geraamd op 61.000 ton en een waarde van 29,5 millioen gulden. Uitvoer van tuinbouwproducten. Het verslag schat den uitvoer van tuinbouwproducten, zoals versche groenten, sierplanten en bloembollen op een bedrag van 168 millioen gulden. Uit dit verslag kunnen wij volgende besluiten trekken: Voorlopig hoeven onze land- en tuinbouw geen scherpe concurrentie (Zie vervolg 2' bladzijde 1' kolom) Mededeeling vanwege de Groepeering der Fabrikanten van jam, appeldeeg, ingelegde en verkonfijte vruchten, V. Z. W. Van al de nationale industrieën, gebruikt er geen enkele zooveel grondstoffen van Belgischen oor sprong (vruchten, suiker, glazen reci piënten) als onze jamnijverheid. Uit de politiek, die gevoerd werd door de verschillende regeeringen die ons land sinds 1944 kende, kan noch tans de gevolgtrekking worden ge maakt dat met de meest noodzakelij ke behoeften van bedoelde industrie geen rekening werd gehouden, het geen op den duur moet leiden tot den ondergang, zooniet tot de volledige verdwijning er van. Deze beantwoordt ontegenspreke lijk aan economische noodwendigheid. Met een actieviteit van meer dan 50 jaar reeds, heeft zij niet opgehouden zich uit te breiden, zoodat zij ten hui- digen dage, een voorname plaats in de Belgische voedingsnijverheid be kleedt. Meer dan 2.000 personen zijn thans werkzaam in de jamnijverheid» Hoe komt het dat zij zoo stiefmoe derlijk wordt behandeld door de open bare diensten, die haar de middelen tot verdere werkzaamheid en ont plooiing ontzegg;n? Productie sedert 1939. De jaarlijksche productie van jam en appeldeeg schommelde gedurende de vóóroorlogsche jaren tusschen 8 000 en 10.000 ton van 1940 tot en met 1945 heeft ze de 20.000 a 25 dui zend ton bereikt. Dit is begrijpelijkde schaarschte aan vetstoffen liet niet toe om in de behoeften van de verbruikers te voor zien en deze hebben de jam als ver vangingsproduct gekozen, dit laatste diende om op het brood te smeren. Anderzijds stelt men in alle landen een heropleving vast van de vraag der consumenten voor industrieele jam van goede kwaliteit. V erkoopprijzen. Het is op voorstel van onzen hui- digen voorzitter, dat aan de fabrikan ten de verplichting wordt opgelegd den verkoopprijs aan den verbruiker op de recipiënten aan te duiden. Deze beslissing werd in December 4 940 ten uitvoer gebracht. Aldus werden de koopers niet alleen ingelicht voor wat betreft den juisten verkoopprijs der confituur, maar werd de zwarte markt tevens tot een minimum herleid. De diensten van het Ministerie van Ravitailleering hebben herhaaldelijk toegegeven, dat de verbruikers steeds hebben kunnen beschikken, en dit te gen officieele prijzen, over hun rant soen confituur, terwijl de tegenwaar de der zegels steeds werd geleverd."^ Na de bevrijding, werden de ver koopprijzen herzien. De officieele thans nog geldende prijzen, zijn deze welke reeds werden vastgesteld bij ministerieel besluit van 22 Januari 1946. Deze prijzen waren gesteund op den kostprijs der grondstoffen (vruch ten en suiker in 1944) en voorzagen voor den fabrikant een winst 7,5°/o op den verkoopprijs. Welnu de prijs der suiker steeg sindsdien van 5,40 fr. tot 7.40 fr., hetgeen overeenkomt met een verhooging van 1,25 fr. per kilo confituur, die 62,5°/o 'suiker bevat, werd de minimum loonschaal met 50°/o verhoogd, hetzij van 8 tot 12 fr. per uur voor de mannen en van 6 tot 9 fr. per uur voor de vrouwen, namen, de productiekosten, (kolen, electriciteit, verpakkingen, kartonnen doozen, pa pier, etiketten) algemeene onkosten, vervoerkosten in dezelfde mate toe. Verkoopsprijsindex der confituur. Volgens een mededeeling vanwege den Prijzendienst van het Ministerie van Economische Zaken gericht tot het Verbond der Belgische Voedings bedrijven, Vertegenwoordigt de ver koopprijs der confituur op het einde der maand Maart 1946 147 t.h. van deze, vastgesteld in 1939. De ver koopsprijsindex van de suiker beloopt daarentegen 258 t.h. en deze betref fende het geheel der voedingswaren nagenoeg 280 t.h. De confituur is het éénig product vervaardigt op basis van suiker, waarvan de verkoopprijs niet werd gewijzigd. Dit is schreeuwend qnrecht. De verkoopsprijsindex van sommige de zer gesuikerde producten overtreft de 350 of 400 t.h., terwijl voor de confi tuur, een wijziging van den verkoop prijs wordt geweigerd, alhoewel het abnormale er van wordt erkend. De gevraagde verhooging zou nochtans voor den verbruiker slechts een ver- (Zie vervolg 2de[bladzijde le kolom). oornbloem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1947 | | pagina 1