Landbouwers PLANTAARDAPPELEN De Salpeterzure stikstof den grond. De Coloradokever en onze uitvoer. Bemestingsleer» DE KOORNBLOEM - 21 September 1947 3 De Argentijnse Pampa. (Vervolg van 2e bladzijde), mede de graanprijs bepalen. Indien het WIL meezetelen in de wereld conferenties van het graan Het wil veelal zijn EIGEN weg gaan. Ja, ja, Peron is op dat gebied althans een dictator. In 1880 moest Argentinië nog tar we invoeren en nu vindt men in alle Argentijnse havens reusachtige silo's of graanelevators, waarin de oogst wordt opgestapeld. Millioenen kilo's graan bevatten deze moderne schuren. Er zijn veeboeren, er zijn tarwe boeren. De tarweboeren kweken en kel tarwe. Ze leven in de stad. In echte paleizen. In 't seizoen komen ze even kijken op het land: bij het ploe gen, zaaien en oogsten. Alles gebeurt er snel, met legers van machtige trac tors. Men pikt, bindt, dorst en want te gelijk. De boer heeft maar toe te zien, op het stapelen en het gunstig moment voor de verkoop af te wachten. Uitwijking naar Argentinië Argentinië 1 De Argentijnse Pam pa 1 Voor millioenen mensen is er nog plaats, zijn er nog weiden en akkers, arbeid en bestaan. Argentinië, het beloofde land, dat nog immer open is voor uitwijkelingen, voor mensen, boeren, die hun eigen land te eng vinden. Ook voor onze Vlaamse boeren en zakenlui. Maar opgepast. De inge weken bevolking van Argentinië heeft zich alleen moeten aanpassen aan de streek, zij vormden een nieuw volk Spaans, Zuiders, Argentijns nu en ze bouwden een nieuwe industrie, een nieuwe landbouwuitbating, een nieu we handel. Zij deden dat alles zelf. Het was van hen. De hedendaagse inwijkelingen moeten zich daarentegen aanpassen 1) aan de streek, klimaat, uitgestrekt heid...; 2) aan het volk, dat Zuiders is en niet Noords, zoals wij Vlamingen, dat een andere taal spreekt, een an der temperament heeft, een andere beschaving3) aan een gans andere industrie, exploitatie en handelsuit bouw. In verband met de uitwijking naar Zuid-Amerika waarschuwde ons on langs nog het Belgisch Ministerie van Buitenlandse Zaken Tenzij de personen, die voorne mens zijn zich naar Zuid-Amerika te begeven, voldoende op de hoogte zijn van de toestanden in Latijns- Amerika, hetzij doordat ze aldaar verwanten hebben, hetzij door een volmaakte kennis van de Spaanse of voor Brazilië, van de Portugese taal, zal het hen niet gemakkelijk vallen een betrekking in de landen van het Zuidelijk halfrond te vinden. Het dient ten sterkste afgeraden aan eenieder, die geen grondige ken nis bezit van de psychologie van het volk van Latijns-Amerika, van zijn economisch leven en van zijn taal, Europa te verlaten om zich naar deze landen te begeven. Koopt Uwe Veevoeders bij de S. M. Redt U Zeiven. Het zijn onte gensprekelijk de beste. Dit jaar heeft REDT U ZELVEN zijn planters zelf aan gekocht in de maten en soorten door de leden gevraagd. Aldus hebben we kunnen handelen zooals vóór den oorlog en zullen we het beste aan de leden bezorgen. Indien er nog achterblijvers zijn welke hunne inschrijving aan den zaakvoerder niet overmaakten, dan worden ze ver zocht dit onmiddellijk te doen. Alleen aan hen die zich regelmatig lieten inschrijven kun nen we de aflevering vóór den Winter verzekeren van de maten en keuringscijfers die ze verlangen. De ammoniakale stikstof, die in de grond voorkomt, ten gevolge van het ontbinden der organische stoffen (groenmest, stalmest) blijft niet lang onder dien vorm bestaan. Zij wordt omgezet in salpeterzure of nitrische stikstof. Dit verschijnsel, hetwelk uit loopt op het vormen van salpeterzure zouten of nitraten, heet men salpeter vorming of nitrificatie. Hetzelfde geschiedt met de ammo niakale stikstof uit het ammoniaksul- faat of chloorammoniak, alsmede met de amidische stikstof uit de cyanami- de, na voorafgaandelijke omzetting in ammoniakale stikstof. Het moet ons dan ook niet ver wonderen dat de nitrificatie aanlei ding heeft gegeven tot menigvuldige opzoekingen. Uit deze is gebleken dat de salpetervorming zo maar niet in eens wordt voltrokken. De omzetting gebeurt in twee pha- sen. In de eerste phase merkt men op, dat uit ammoniak of ammoniakzou- ten, nitrieten ontstaan. In de tweede phase ziet men dat de aldus gevormde nitrieten tot nitraten worden omgezet. Beide omzettingen zijn het werk van microben, die niet tot dezelfde klas behoren. Deze, welke de nitrie ten doen ontstaan, noemt men de ni- trosococcus, de andere, welke de ni traten vormen, noemt men de nitro- bacterie. Deze twee soorten bacteriën zijn dus samen nodig tot de nitrificatie. Volgens proefnemingen zijn de sal- petervormende bacteriën overal ver spreid in de natuu zelfs op de hoog ste bergen, op de rotsen, onder het ijs der gletsers. Het hoeft aangestipt te worden, dat de salpetervorming in alle gron den niet evengoed verloopt. De voor waarden, waarin zij moet geschieden, hebben daar de grootste invloed op. Als noodzakelijkste voorwaarden zijn de volgende te vermelden a) Er moet ammoniak of een in ontbinding verkerend, ammoniak le verende organische stof aanwezig zijn. Daarin vindt de salpetervorming haar grondstof. b) Er mag geen zuurstof ontbreken. De grond moet dus poreus zijn om de toegang van de lucht toe te laten. Vandaar dat de grondbewerkingen, als ploegen, eggen, enz. de salpeter- vorming in de hand werken. Vandaar ook dat in alle lichte gronden, de sal petervorming vlugger plaats heeft dan in zware gronden. In te vochtige gronden, heeft wegens onvoldoende toetreding van lucht weinig of geen nitrificatie plaats. c) Tot een degelijke omzetting is er warmte nodigde nitrificatie houdt op wanneer de temperatuur zo laag is, dat de microben niet kunnen wer ken. Vandaar dat, gedurende de winter maanden, in de grond geen nitrifica tie plaats heeft, onder de 5° en boven de 55° graden is zij van geen telde beste temperatuur voor de werking der microben is van 25 tot 35 graden. d) Er is ook een zekere vochtigheid nodig, anders kunnen de microben niet leven. e) De grond moet licht basisch (alcalisch) zijn. Het gevormde salpe terzuur, moet overigens door een base veronzijdigd worden. Dus in zure gronden moet men zich aan geen voortdurende nitrificatie verwachten. Gronden, onvoldoende van kalk voorzien, passen weinig om er een bevredigende salpetervorming, te mogen verwachten. Onlangs heeft de Nederlandse re geering een nota gericht aan de re geeringen van België, Frankrijk, En geland en Luxemburg, handelend over de bestrijding van de colorado kever. Hierin zijn de maatregelen, die in Nederland tegen den kever werden genomen, uiteengezet, waarbij een beroep op de genoemde regeeringen wordt gedaan om eens ernstig na te gaan wat er in de betrokken landen kan gedaan worden om de bestrijding doeltreffend te maken. In die nota wordt er zoo langs de neus weg op gewezen dat de regee ringen het onaanvechtbaar recht be zitten alle voorzorgsmaatregelen te nemen om de uitbreiding van de ke- verplaag te voorkomen. Verschillen de landen hebben van dat recht ge bruik gemaakt om een invoerverbod uit te vaardigen voor al de producten die op een of andere wijze, de kever- plaag kunnen in de hand werken. Zoo is tot voor korten tijd in Neder land een invoerbeperking van kracht geweest ten aanzien van aardappelen en groenten uit Frankrijk. Thans le veren de invoerbepalingen in Enge land, voor de westelijke landen van Europa moeilijkheden op, vooral voor de invoer van versche groenten. Om de nalatigheid van sommigen, die meenen dat er aan de uitbreiding van de kever niets te doen is, aan de kaak te stellen, vermeldt de bewuste nota dat in een vrij groot gedeelte van Nederland de toestand nog steeds zoo gunstig is, dat een werkelijke ves tiging van kever kon worden verme den. Wij kunnen er ons moeilijk van onthouden een vergelijking te maken tusschen de toestand hier en deze bij onze Noorderburen. Wij zijn geen partijgangers van overdreven staatsinmenging, maar degenen die zich achter deze meening wegsteken om Gods water maar over Gods akker te laten lopen, hebben het absoluut verkeerd voor. In Nederland houden de staats diensten een streng toezicht om bij het eerste verschijnen van de kevers krachtdadig in te grijpen. Hier in Bel gië kijken ze de kat uit de boom. Ze stellen commissies aan die de zaak moeten bestudeeren, maar van prac- tische verwezenlijking komt er niet veel in huis. Wij herinneren ons nog goed de tijd toen de eerste kevers in ons land werden gevonden. Onmid dellijk grepen de betrokken gemeen tediensten in, om met soms heel dras tische maatregelen de kwaal te keer te gaan. Zoo hebben wij nog gezien dat geheele velden met benzine wer den bespoten en in brand gestoken. Nu zeer afdoende bestrijdingsmidde len ter beschikking staan, wordt er niets meer gedaan, alhoewel het nu nog meer noodig is dan vroeger. Nu echter zijn onze boeren voor de zooveelste keer op zichzelf aange wezen en moeten met lede oogen aanzien hoe door de nalatigheid en de gemakzucht van onze openbare be sturen, de kwaal, in plaats van te ver minderen, nog steeds aangroeit. En men moet zich niet wegsteken achter wij willen onze boeren niet dwingen. Onze ernstige boeren moe ten niet gedwongen worden, die be strijden den kever reeds lang. Het zijn alleen de broekvegers die op de tee- nen moeten worden getrapt, want die kweeken de kevers om ze nadien op de akkers van hun geburen los te laten. Een goede maatregel ware de vol gende van het oogenblik dat kevers op een bepaald stuk land worden ge signaleerd, wordt de betrokken land bouwer er aan herrinerd dat hij on middellijk het noodige moet doen. Geeft hij hieraan geen gevolg dan laat men de kevers yerdelgen door iemand die door de gemeente daar speciaal voor aangeduid werd. De onkosten worden nadien van de land bouwers teruggeeischt. Dit zal waar schijnlijk beter zijn dan een proces. Daarbij door een proces zijn de ke vers nog niet dood. In alle geval, de Nederlandsche re geering heeft ons onomwonden ge zegd dat ze het niet op prijs stelt co loradokevers in te voeren. Aan ons dus daar rekening mee te houden, want die kevers zijn niet alleen een groot gevaar voor onze teelten, maar tevens voor onze uitvoerhandel.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1947 | | pagina 3