De vergoeding voor oorlogsschade. Iets over vitaminen.
Arbeid adelt
LANDBOUWWEEKBLAD
Voor en door de
Landbouwers
AALST 26 OCTOBER 1947.
Verschijnt iederen Zondag
26ste JAARGANG Nr 1273
Abonnementsprijs
50 fr. 's jaars.
Bureelen
Zeebergkaai, 5, Aalst
Telefoon Nr 267.
Postcheckr. 1425.93.
Handelsr. Aalst 145.
Orgaan der S. M. REDT U ZELVEN.
Het overnemen van artikelen zonder aanduiding
der bron is streng verboden.
De medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hunne bijdragen.
Aankondigingen volgens akkoord.
Eindelijk heeft het Staatsblad van
10 October 1947 de wet van 1 Octo
ber 1947 gepubliceerd betreffende de
herstelling der oorlogsschade aan pri
vate goederen (toebehorende aan par
ticulieren). Deze wet treedt in voege
één maand na haar bekendmaking in
het Staatsblad hetzij dus op 10 No
vember a.s. Alhoewel zij verschillen
de bladzijden van het Staatsblad be
slaat, is het een kaderwet die enkel
de algemene regelen vaststelt tot ver
goeding der oorlogsschade en die nog
zal aèngevuld worden door een groot
aantal koninklijke besluiten, tot rege
ling harer toepassingsmodaliteiten.
In deze en volgende bijdragen zul
len wij ons dan ook beperken tot een
beknopte toelichting van de bijzon
derste bepalingen der wet welke be
lang bieden voor onze geteisterde
landbouwers.
Welke oorlogschade geeft
aanspraak op vergoeding?
De geldelijke tussenkomst van de
Staat is afhankelijk van de volgende
voorwaarden -
1) de schade moet rechtsstreeks,
stoffelijk en zeker zijn
2) zij moet te wijten zijn aan oor
logshandelingen die plaats hadden na
27 Augustus 1939;
3) zij moet toegebracht zijn aan li
chamelijke goederen, roerende of on
roerende
4) zij moet veroorzaakt zijn op Bel
gisch grondgebied, behoudens de uit
zonderingen bepaald door de wet,
(schade aan schepen varende buiten
t land en repatriëring van goederen,
door toedoen van de vijand naar het
buitenland overgebracht).
5) de goederen moeten toebehoren
aan Belgen of Belgische rechtsperso
nen
6) de schade moet een minimumbe
drag belopen.
Een woordje uitleg blijkt nuttig ter
verduidelijking van deze voorwaar
den.
1) Aard der schade.
a) Door rechtstreekse schade dient
verstaan: deze welke het onmiddellijk
en noodzakelijk gevolg is van een
oorlogshandeling, b.v. verwoesting
aangericht door een bombardement,
door het onder water zetten voor oor
logsverrichtingen enz.
Zijn dus uitgesloten, omdat zij on
rechtstreekse schade zijn, 't verlies van
bedrijfswinst ingevolge het stilleggen
der uitbating door de oorlogsomstan
digheden, de mindere opbrengst van
landerijen, het verlies van huur enz.
Er moet dus een rechtstreeks en
oorzakelijk verband bestaan tussen de
oorlogshandeling en de schade opdat
deze laatste als oorlogsschade kunne
in aanmerking komen.
b) Door stoffelijke of materiële
schade dient verstaan deze welke
een stoffelijk verlies voor gevolg heeft.
Is dus uitgesloten de morele schade
veroorzaakt door lijden, ontberingen
enz. welke het volk meestal uitdrukt
door de bewoordingen pijn en
smart
c) Door zekere schade dient ver
staan deze welke vast staat en dus
kan bewezen worden, ter uitsluiting
van gebeurlijke schade.
2) Oorlogshandelingen.
Art. 2 der wet bepaalt wat als oor
logshandelingen dient beschouwd.
Het zijn
a) de maatregelen genomen of de
handelingen vericht naar aanleiding
van de oorlog of de bezetting, hetzij
door de oorlogvoerende staten, hun
agenten of onderhorigen, hetzij door
de Belgische staat of zijn agenten.
Uitgesloten zijn nochtans de mili
taire opeisingen gedaan voor rekening
van de Belgische of geallieerde over
heden.
b) de sabotagedaden nl.
1de daden gesteld om de met Bel
gië in oorlog zijnde staten te treffen
in hun defensieve of offensieve mid
delen of in hun voortbrengstmiddelen
2) de daden bestemd om personen
te treffen wegens hun handelingen in
strijd met de belangen van de Belgi
sche Staat;
c) de aanslagen en wanbedrijven
tegen de private eigendommen
1) bedreven ingevolge de ontred
dering der openbare besturen voort
spruitende uit de staat van oorlog
2) bedreven tussen 10 Mei 1940 en
15 Juli 1945, met openlijke dwang
handelingen of met geweld door al
dan niet gewapende samenscholingen
of bijeenkomsten (b.v.b. beschadiging
van meubelen of huizen van personen
ten onrechte verdacht van incivisme).
3) bedreven gedurende de vijande
lijke bezetting, wegens de vaderland
se houding van de geteisterde
d) de gedwongen evacuatie b.v.b.
wegens ligging der woning in de ge-
vechts- of verdedigingszone;
e) de onbekende oorzaak die het
verlies, de vernietiging of de schade
heeft berokkend aan colli 's, koopwa-
Zie vervolg 4dt bladzijde le kolom).
Opdat het rantsoen voedsel wan
neer het evenredig is samengesteld en
men dus de verhoudingen organische
(eiwitten, koolhydraten en vetstoffen)
en minerale (calcium, phosphor, na
trium chloride, ijzer, koper, jood) vol
doende heeft gerespekteerd, zijn ver
wachte uitslagen zou opleveren zijn
er voor mensch en dier nog bijko
mende voedingsfactoren noodig. Zon
der deze stoffen kunnen mensch noch
dier bestaanze zijn dus levensbe
langrijk. Vandaar den naam vita
minen (vita leven).
Wanneer men vroeger dacht dat
de vitaminen als zoodanig in het
voedsel moesten voorkomen, weet
men nu met zekerheid dat de meeste
vitaminen in het dierlijk organisme
kunnen worden gevormd en dat
vooral de herkauwers daar geen
moeilijkheden schijnen mee te hebben.
Dit is dan ook de reden dat eigenlijke
avitaminosen (ziekte veroorzaakt door
gebrek aan bepaald vitamine in de
voeding) zoo weinig bij dieren en
speciaal bij de herkauwers worden
aangetroffen.
In 1897 werd voor de eerste keer
daarop door Eykman de aandacht
getrokkenhet was gebleken dat de
zeelieden die toen nog niet, zooals la
ter wel het geval was, gedurende hun
lange zeereis konden beschikken over
versChe en opgelegde groenten, na
een zekeren tijd bepaalde zenuwver
schijnselen vertoonden nl. verlam
mingen en krampen. Wanneer die
zeelieden dan weer groenten op hun
menu kregen verdween de ziekte al
lengs.
Dus moesten die groenten zekere
stoffen bevatten die voor een normaal
leven onmisbaar zijn. En men ging
voort aan 't zoeken en 't experimen
teren en men vond niet alleen het
Vitamine BI dat bij de zeelieden die
zenuwziekten beter gekend onder den
naam Beri-Beriziekte genas, maar te
vens nog een heele reeks vitaminen
waarmee onze kinderen tijdens den
oorlog overstelpt werden en wel het
Vitamine A, zeven verschillende vi
taminen B, vitaminen C, D, E, F, G,
H, I, en K.
Vitamine A vindt men veel in bo
ter, room, biestmelk en eierdooier en
in de groene plantendeelen. In wor
tels, beeten en gele maïs vindt men
een stof waaruit door onze herkau
wers in hun verteringsorganen het
Vitamine A wordt opgebouwd. Ge
brek aan Vitamine A verwekt bij
varkens groeistilstand en pokachtige
huiduitslag (floon), bij honden en kat
ten oogziekten ook vermindert het
weerstandsvermogen tegenover aller
lei besmettelijke ziekten.
Avitaminose A schijnt de steenvor
ming in de urine en galwegen (lever
en galblaas) te bevorderen. Dus niet
nalaten de vitamine A rijke biestmelk
aan uw jonge dieren te geven.
Het complex der vitaminen B vindt
men in zemelen, gerst en tarwe, boo-
nen en aardappelen. Niet in stroo,
pulp en vischmeel. Het tekort aan vi
tamine B verricht dus die typische ze
nuwverschijnselen, zooals we hoger
hebben beschreven. Kippen- en dui-
venverlamming is hier eveneens een
mogelijk gevolg van. Avitaminose BI
bij duiven is gekenmerkt door gebrek
kige eetlust, darmstoornissen, verma
gering en verval van lichaamstempe
ratuur. Bij de duivenverlamming on
derscheidt men twee vormen nl. het
achteruit trekken van de kop en de
pootverlamming.
Vitamine C vindt men veel in
versch gras en men kent dus prak
tisch nooit een tekort ervan in de
dierenvoeding. Avitaminose C bij
menschen is gekenmerkt door tand
vleesbloedingen, onderhuidsche bloe
dingen, gezwollen kniegewrichten en
geneest wanneer men veel witte en
rode kolen en citroenen eet.
Vitamine D zal wel het best ge
kende van de serie zijn om reden van
het veelvuldig gebruik en de spreken
de resultaten welke men er mee be
reikt in gevallen van rachitisme bij
veulen, varken en hond. Rachitisme
is een ziekte van het heele beender-
gestel welke voorkomt bij jonge
groeiende dieren, waarbij een zieke
lijke beenderopbouw op den voor
grond treedt. In een volgend artikel
zullen we hierop zeer uitvoerig
terugkomen.
Vitamine D heeft bij de beender-
vorming de voorname rol het Calcium
en de Phosphor aan te brengen, vast
te zetten en vast te houden. Vitamine
D vindt men slechts in beste hooi en
verder in levertraan, vismeel en eier
dooiers. Dus de waarde van goede
weide- luzerne- en klaverhooi in de
dierenvoeding niet onderschatten.
Naast Vitam. D speelt Vitamine E
een voorname rol en wel in de steri-
liteitbestrijding bij rund en merrie.
Gebrek aan Vitamine E uit zich bij
vrouwelijke dieren, door vroegtijdig
verwerpen en moeilijke bevruchting
(Zie vervolg 4* bladzijde 2* kolom.)
1
De
Koornb!
ioem