OP BAALMOLEN
DAGKLAPPER.
6
DE KOORN BLOEM 9 November 1947
Zondag 9 November s
H. Theodorus, mart. (f306).
H. Ranolf van Atrecht.
H. Albero van ter Duinen.
De H. Theodorus, Romeins le
gioensoldaat, werd om zijn Christelij
ke overtuiging gevangen genomen.
Hij onderging gruwelijke folteringen
en werd daarna levend verbrand.
Maandag 10 November
H. Andreas Avellinus, bel. (f1608).
HH. Tryphon en Gezellen, mart.
[(f250).
H. Nympha, maagd, mart.
H. Odrada van Balen.
H. Mechtild.
De H. Andreas Avellinus studeerde
voor advokaat en werd daarna pries
ter gewijd. Men vereert hem als pa
troon tegen een plotselinge dood.
Dinsdag 11 November
H. Martinus, biss., bel. (f397).
H. Meuvas, mart. (f295).
Zal. Daniël van Groenberg.
Rond het jaar 316 werd de H. Mar
tinus te Sabaria in Hongarije gebo
ren. Hij kwam als Romeins legioen
soldaat naar Gallië (het tegenwoordi
ge Frankrijk). Zijn vader, die nog
heiden was, diende in het leger als
tribuun. Toen hij in Amiens, was ont
moette hij er gedurende een strenge
Winter een halfnaakte bedelaar. Om
de arme man toch iets te geven, greep
hij zijn zwaard en sneed zijn soldaten-
mantel in tweeën en gaf de helft aan
de man. 's Nachts verscheen hem
toen Christus, getooid met die halve
mantel. Door zijn moed en zuiverheid
van zeden won hij aller genegenheid.
Dan trok hij naar Hongarije, waar
hij zijn moeder tot het Christelijk ge
loof bekeerde. In 397 stierf hij te
Candes bij Tours. Zijn graf werd
weldra een pelgrimsoord, waar vele
wonderen plaats vonden. Hij is een
59 MENGELWERK.
door i
MINUS VAN LOOI.
Nietwaar, Gust Ceusters, het is
als een stuk aardsch paradijs? Hoe
heerlijk daar midden in te kunnen
zitten, gerust en op uw eentje, met de
gazet opengevouwen op uw schoot,
en uit te rekenen hoe hoog de winst
al opgeloopen is en het nog duren
zal, eer ge uw papieren verkoopen
zult en de winst binnenhalen.
Zoo zat Gust Ceusters daar op dat
oogenblik, ver weg met zijn gedach
ten/ terwijl de molenwieken suisden
door den lauwen lentewind gedreven,
en de regelaar boven zijn hoofd een-
derlijk tikte. Zijn geoefend oor deed
de helle rinkeling op van het nood-
belletje ginder bij het werk. Het
bracht hem bij zijn werk terug en
hiet hem op te staan. Onbewust kwam
hij op de galerij, onbewust keek hij
uit naar het werk beneden hem. Hij
zag hoe het werkvolk achteruittrok
en dekking zocht. Hij zag... God al
machtig! was dat zijn zoontje ginder
op Baalberg? Daarboven op die ge
vaarlijke plaats waar seffens... Dat
rood broekje, wit lijfje, zwaaiend vlin
der oudste en meest vereerde heiligen
in West-Europa. In Frankrijk waar
hem nu nog bij de 4.000 kerken zijn
toegewijd en 485 dorpen en gehuch
ten zijn naam dragen, werd zijn graf
een nationaal heiligdom.
Ook in Vlaanderen werd en wordt
hij nu nog veel vereerd. Talrijk zijn
ook hier de kerken hem toegewijd en
meerdere dorpen dragen zijn naam
Sint Maartens-Lathem, Sint Maar-
tens-Voeren... De hoofdkerk van
Aalst, die zo deerlijk dit jaar door
brand geteisterd werd, is aan Sint
Martinus toegewijdde kunstenaars
in ons land namen de beeldenis van
deze populaire heilige menige keer als
onderwerp, in schilderkunst, beeld
houwkunst, houtsneekunst, enz... Ook
de muziek, vooral in het volkslied,
het folkloristisch volkslied. Terwijl de
volksgebruiken op de vooravond van
Sint Maarten talrijk en verscheiden
zijn.
Op de avond voor 11 November
ontsteekt men de Sint Maartensvuren,
vreugdevuren, zoals met Sint-Jan of
Sint-Pieter. In het Hageland houdt
men rond het vuur een rondedans.
Te Leuven plachten de meisjes op de
ze dag hun verloofden te onthalen.
De kinderen in het land van Assche
en Aalst gaan rond met een lantaarn,
dikwijls uitgesneden uit een beet of
raap.
In deze en vele andere streken
b.v. ook aan de kust wordt Sint
Maarten gevierd als de kindervriend,
en staat hij op gelijke voet met Sint
Niklaas of de Greef van Half Vasten,
's Avonds wordt het mandje of de
kous onder de schouw gezet, met wat
hooi, wortels en rapen voor het witte
paard van Sinte Metten.
Sinte Metten
Speelt zijn petten.
In den hoek van 't scha
Met zijn gebloemde vra!
De H. Martinus is de patroon der
dertje...?
Een rauwe schreeuw brak uit zijn
keel. StafkeL. Stafkei...
Toen holde hij reeds de steile mo
lentrap af, den molenwal over, naar
de vernielde sticheling waardoor zijn
zoontje, in een onbewaakt moment,
door zijn spel verleid, was op het
werk geraakt, onbewust van het drei
gend gevaar. Uw schuld, hamerde het
in Gust Ceusters zijn hoofd, uw
schuld... Wie heeft de sticheling ver
nield Alle onrecht wreekt zich vroeg
of laat. StafkeL. Stafke... tierde
hij, en holde voort, door brem en hei
de en struiken.
En telde dertig... veertig... vijf
tig... Stafke... Stafke... zestig...
zeventig... Daar zwaaide weer het
vlindernetje boven de struiken. Staf
ke!...
Gust Ceusters mat de afstand met
de oogen en telde Tachtig... ne
gentig... Stafke... Stafke toch!...
Verward in het hooge heidekruid,
struikelde Gust Ceusters en sloeg
languit tegen den grond. Nog een
maal klonk zijn roep door de stilte
van den zonnigen lentedag en... toen
was het alsof de grond onder zijn
voeten openscheurde. Nog sprong hij
opnieuw recht, maar het geweld van
de ontploffing, zoo vlakbij, deed hem
duizelen. Iets als de scherpe gil van
een kind trof zijn oor. Hij zag nog
wijnhandelaars en kuipers.
Weerspreuken
De Missen van Sinte Merte
Brengt ons de winter in 't herte.
Sint Martijn
Vier en warme wijn
VolksweerkundeVan waar komt
de benaming Sint Maartenszomerke
Sint Maarten had een wit paard, en
dat beestje moest natuurlijk ook hooi
hebben. Maar Sint Maarten, daar hij
veel te goed en te geduldig was, kreeg
zijn gras altijd pas 't laatst gemaaid,
wanneer er voor de maaiers elders
geen werk meer was. Toch moest hij
zijn hooi ook droog binnenkrijgen.
Daarom bad hij, dat O. L. Heer hem
alle jaren in November enige schone
dagen zou schenken. Dat zijn de mooie
dagen rond 11 November, of Sint-
Maartenszomerken. Hij duurt 9 da
gen lang als 't niet regent of vriest,
wel te verstaan.
Woensdag 12 November
H. Martinus I, paus, mart. (-J-655).
H. Livinus, bisschop, mart. (f657),
(Sint Lieven van Gent).
H. Renatus.
Over de H. Livinus is zeer weinig
bekend. Hij werkte als missionaris
aan de boorden van de IJsel (Neder
land). Het middelpunt van zijn arbeid
was de stad Deventer, waar hij een
kerk bouwde, en er ook op 12 No
vember 657 stierf.
De monniken van Sint Baafs uit
Gent hebben de relieken van deze
heilige naar hun klooster overge
bracht en het doen doorgaan als een
heilige uit de streek rond Gent. Reeds
voor 1007 vereerde men hem in de
kerk van St-Lievens Houtem, welke
waarschijnlijk aan hem was toege
wijd, evenals die van Sint-Lievens-
Essche.
Al wat er verder over hem ver
haald wordt is op zijn minst genomen
vaag een vlindernetje dat door de
lucht fladderde; zijn ooren scheurden
van het machtig gedonder; toen ren
de de grond onder zijn voeten weg,
hij viel, en zand en steengruis regen
den op hem neer...
Als hij tot het bewustzijn terugkeer
de, lag hij in de kamer van Baalmo-
len; in genen hoek van de kamer, in
witte roerloosheid, lag het verhakkel
de lijkje van zijn zoontje.
Drinken. Gust Ceusters! drinken!...
Heel den dag. Heel den nacht. Heel
de week. Drinken tot de wereld ver
gaat voor uw oogen. Drinken dat uw
arm hoofd slingert. Dat de ingewan
den klotsen. En dan nog niet kunnen
vergeten...
Het was afgrijselijk. Het was een
wreed geval. En maar één zoontje
hebben... één. Het was de stamhou
der van de Ceustars. Nu zal er geen
Ceusters meer staan op Baalmolen.
De hoon, eens een Ceusters aange
daan door de Volkaerts, zal niet ge
wroken worden. Dat de Volkaerts,
met hun kindersterke huisgezinnen,
het te langen laatste toch op de
Ceusters winnen, de Ceusters van
Baalmolen, die drie geslachten op hun
wrok geteerd hebben... en dat te we
ten
Drinken, Gust CeustersDrinken
Nen dikkop, Bertieneke, nog nen
zeer twijfelachtig. De H. Livinus
wordt aanroepen tegen pijn aan hand
en voet. Hij is de voornaamste pa
troon der stad Gent. Ook is hij de pa
troon der schrijnwerkers.
Donderdag 13 November
H. Didacus, bel. (f1463).
H. Stanislas Kostka, bel.
H. Kiliaan van Atrecht, bel.
H. Nicolaas, paus (f867).
H. Alberik van Utrecht.
De H. Stanislaus Kostka is de pa
troon van Polen, patroon der stude
rende jeugd, patroon in hopeloze ziek
ten en in gevaar van sterven.
Vrijdag 14 November
H. Josaphat, biss., mart. (f1623).
H, Albericus, biss., bel.
H. Laurentius biss.
HH. Venerandus en Veneranda,
[mart.
H. Madelinde van Kortrijk.
De H. Albericus was een neef van
de H. Gregorius, en evenals deze van
koninklijke bloede. Hij werd Benedic
tijn en prior in het Sint Martinus-
klooster te Keulen. In 780 volgde hij
zijn oom op als bisschop van Utrecht.
Hij roeide de laatste overblijfselen
van het heidendom in Friesland uit en
stierf op 21 Augustus 784.
Zaterdag 15 November t
H. Albertus de Grote, biss., bel. en
kerkleraar (f1280)
H. Leopold, markgraaf (f1137).
H. Machutus, biss., bel.
De H. Leopold was markgraaf van
Oostenrijk. Hij was zeer godsdienstig.
Zijn gemalin, die hij in 1106 huwde,
heette Agnes en schonk hem 18 kin
deren, waarvan er twee bisschop wer
den. In 1125 weigerde hij de hem
aangeboden keizerskroon.
Hij is de patroon van onze koning,
Leopold III.
Weerspreuk
Als 't in November 's morgens
[broeit.
Weet dat de storm 's avonds loeit.
dikkop. Ge weet niet wat het betee-
kent, Bertieneke. Waarota heb ik
geen steen op mijn verdoemenis ge
kregen? Ik zuip me kapot. Ik wil me
kapot hebben en het gaat niet. Nog
nen dikkop!...
Smijt ze aan de deur, Gust, smijt
ze van uw geleeg af, die komen flee-
men, die komen schoon woorden
spreken... en er Onzen Lieven Heer
op den koop toe tusschenhalen. Ze
weten niet wat het is, op vijf-en-twin
tig meter uw zoontje zien veronge
lukken, uw eenig zoontje! en er niet
bij kunnen... Slaat ze op hun gezicht,
die zeggen Ge hebt nog een doch
ter... en wat een dochter!... Dat wordt
de bloem van Baal... ze is het nu
reeds. Wat is dat allemaal van mijn
dochter? Of er al geloop is op Baal
molen achter mijn dochter? Het kan
me niet verdommen. Het kan me al
lemaal niet verdommen wie er ach
terloopt. Ik zal het niet meer zien, ik
drink me dood.
Niet naar huis gaan, Gust, niet als
ge er geen goesting voor hebt. Wat
is er voor u nog aan Baalmolen gele
gen, nu ge geen opvolger meer hebt
die uw naam zal dragen, nu ineens
het doel uit uw leven weg is? Dat
Marie maalt, dat de dochter maalt,
of dat ze het laten.
(Wordt voortgezet).