Volledige samenstellingen
Natuurkundig praatje Onze Volledige Voeders.
Het richtingsvermogen
reis- en postduiven,
Redt U Zeiven een landbouwersvereeniging
DE KOORNBLOEM 12 Juni 1948
5
bij onze
bij de palingen en de
trekvogels.
Het vraagstuk over het oriëntatie-
of richtingsvermogen bij tal van vo
gels en o. m. ook bij de palingen, is
nog steeds niet totaal opgelost. In
verband hiermee halen wij hier een
artikel aan verschenen in een Brussels
Vlaams dagblad De Maand
De mens die steeds naar een uitleg
zoekt voor de talrijke wonderen der
natuur, komt er door zijn voortdu
rende navorsingen toch toe een ver
klaring te vinden. Dat de vledermuis
in het donker haar weg vindt was een
probleem dat reeds meer dan twee
duizend jaar de geleerden bekommer
de. Hoe de bijen elkaar kunnen spre
ken en elkaar de plaats van een ge
vonden buit meedelen is reeds opge
lost. Er blijft een ander probleem dat
sinds jaren de aandacht der mensen
getrokken heeft en dit is het oriënta
tievermogen van de reisduiven.
T wee werkhypothesen werden
daarvoor vooruitgesteld. Zou de duif
een geheugen bezitten en zich alleen
steunen op haar geheugenvermogen
van de locale omstandigheden om
haar weg terug te vinden ofwel kan
zij stevenen juist zoals een zeekapitein
ofwel een vlieger aan boord van zijn
vliegtuig? Het lijkt nu wel dat de
tweede veronderstelling moet aange
nomen worden. Om op een plat vlak
een positie te kennen of de richting te
meten zijn twee gegevens nodig. Zo
als men in de meetkunde uitdrukt,
twee coördinaten, een lengte en een
breedte. Als we op een blad papier de
lengte bepalen, dan betekent dat een
lijn dwars over het papier met een
gegeven richting. Willen we daarna
een breedte bepalen, dan trekken we
een lijn in een andere richting en het
is het punt waar de twee lijnen elkan
der snijden dat de positie aangeeft.
Aan boord van het schip bepaalt
de kapitein zijn positie ten eerste door
zijn chronometer aan boord en ten
tweede door middel van de stand
van de zon. Dank aan die twee ge
gevens kan hij zijn positie bepalen.
Is de duif gevoelig voor twee zulke
systemen van gewaarwordingen en
kan zij in 't veranderen van haar ei
gen perceptie iets gewaar worden
over positie of ten minste over rich
ting.
Een eerste systeem van referencie
zou zijn de magnetische pool. Men
weet dat naast de gewone pool, er
een magnetische noord- en zuidpool
bestaat. In de buurt van de grote ra
darstations is de duif gestoord in haar
oriëntatievermogen. Proeven gedaan
met duiven met een kleine magneet
onder de vleugels hebben bewezen
dat zij eveneens totaal gestoord wa
ren in hun oriëntatievermogen. Rond
de aarde nu kronkelen zich lijnen,
krachtlijnen van een magnetisch veld.
Deze lijnen zijn niet regelmatig
land. water en bergen oefenen daar
op een grote invloed uit, maar men
kan voor een continent zeer goed
de kaart opmaken van de magneti-
Lang hebben we moeten wachten op de vrijheid in den
handel van krachtvoeders, maar eindelijk is de tijd aangebroken.
Voor het oogenblik kunnen we de volledige reeks van
onze voeders, zooals we deze vóór den oorlog maakten ter
beschikking stellen van onze leden.
Meer dan vroeger zullen we een grote ophef maken en ^an vinden.
hoger conclusie moet de duif in deze
strook haar oriëntatievermogen ver
loren hebben. De proeven werden
dan ook gedaan en een zeer merk
waardig wonder, het is voor de reis
duif onmogelijk haar weg te vinden
als zij die strook doorkruisen moet en
het blijkt wel dat zij in deze strook
haar weg verliest en niet meer terug
zullen de leden moeten ondervinden dat de wetenschap niet
stil staat en dat onze volledige voeders nog beter zijn als in 1940.
Ziehier de lijst onzer
a) VOOR HOORNVEE
Krachtvoedermeel speciaal.
Zomermelkmeel.
Jongveemeel.
K weekkalvermeel
Rundveemestmeel.
b) VOOR ZWIJNEN
Biggenmeel.
Varkensmeel I (voor zwijnen van 25 tot 70 kg.
Varkensmeel II (voor zwijnen van 70 tot 100 kg.)
Varkensmeel III (voor zwijnen van meer dan 100 kg.)
Varkensmeel IV (voor zwijnen van 70 kg. en meer
met toevoeging van hoeveprodukten).
Zeugenmeel I (14 dagen vóór het werpen en gedu
rende de zoogtijd).
Zeugenmeel II (vanaf het spenen tot 14 dagen voor
de worp.)
c) VOOR KIEKENS
Legmeel Speciaal.
Legmeel.
Kuikenmestmeel.
Opfokvoeder A P. (anti-pulorum) voor de eerste
8 dagen.
Opfokvoeder I (tot 1 maand).
Opfokvoeder II (de 2e maand).
Opfokvoeder III (de 3' en 4e maand).
Korrelvoeders voor leghennen-kuikens van alle
grootten.
d) DUIVENETEN.
Een prachtmengeling volgens de voorschriften der
specialisten.
We moeten hier niet den lof maken van onze mengvoe
ders want duizende kweekers doen dit voor ons.
Het is gekend dat
is die voor hoofddoel heeft het beste voor hare leden te kopen
en door studie en proeven voeders op de markt te brengen die
tegen de minste kostprijs de hoogste opbrengsten geven.
De duif bezit niet in haar perceptie
de kaart van het cotinent met het fixe
ren van de twee coördinaten, maar ze
bezit wel een geheugen van gewaar
wordingen en daardoor moeten haar
gewaarwordingen gevoelig zijn voor
twee reeksen invloeden die elkander
kruisen.
Nu komt er wel een proef op de
som en mogelijk krijgen we die later
wel eens. Kan men de proef in Ame
rika gedaan, niet hier in ons land her
halen? Men heeft dan met zorg de
twee roosters evenwijdige krachten
van het magnetische veld van de aar
de getekend voor ons continent, d. i.
niet Europa, maar wel het blok Azië,
Europa en Afrika, men vergete het
woord niet van de Franse poeët Va-
lery: L'Europe, cette projection de
l'Asie. De Amerikaanse proef is niet
te herhalen in Europa, maar wel be
staat in centraal Siberië een strook
waar de lijnen van de twee roosters
parallel lopen en waar een similaire
zone bestaat waar de duif haar oriën
tatievermogen verliezen moet. Mis
schien binnen enige jaren als Siberië
weer een vrij land wordt en weer met
normale mensen bevolkt wordt, zal
het mogelijk zijn de proef op de som
te geven.
Naast het probleem van de oriën
tatie van de duif bestaat het oriënta
tie-probleem van de paling. Hoe dit
een uitleg of een verklaring zal krij
gen weten we tot nu toe nog niet.
Hier heeft men te doen met zeer jonge
palingen die hun weg moeten vinden
in een wereld waar ze niet geboren
werden. Men kent min of meer het
leven van de paling. Onze paling die
in de rivier of vijver gevangen zit,
bezit geen sekse en kan zich onmoge
lijk vermenigvuldigen. Op een zeker
moment zwemmen de palingen de
rivierstromingen af, komen zo in de
volle zee en na een reis van duizende
km. in de diepste diepten van de
oceaan, ongeveer op de diepte van
het Sargassenmeer, gebeurt de sexu-
ele ontwikkeling van de paling en de
geboorte van milliarden palingenem-
bryos.
sche krachtlijnen met eenzelfde waar- het gewicht dezelfde waarde bezit. En nu is het weer een van de won
de. Dit zijn dus min of meer parallel- Als een duif, en een vliegende duif deren van de natuur dat die embryos
lijnen die men vastgesteld heeft door zal zeer zeker beter voelen dan een *eru9 e we9 a"eggen welke bun ou-
magnetische onderzoekingen, Dat is mens die met zijn twee voeten op de fTS eenmaa ebben doorgereisd. Ze
een eerste systeem van referencie. aarde loopt daaraan gevoelig is, dan 1,ven m^an ,en °°der weg maar
Waarin bestaat het tweede sys- bezit zij daar een tweede systeem van zwemmen le duizenden km. terug op
teem Men weet dat de aarde aan referentie.
de polen afgeplat is en dat eenzelfde Men heeft nu in Amerika met gro
gewicht overgebracht van de evenaar te zorg de twee systemen op een-
naar de pool veel meer weegt. Het is zelfde kaart getekend en dit voor heel
daarom dat de natuurkundigen het het Amerikaans continent, en nu
begrip «massa» hebben ingebracht, komt het merkwaardige van de zaak.
het begrip dat ons in onze jonge De twee netwerken of roosters voor
jaren zo gemarteld heeft. Om dit uit Noord-Amerika kruisen elkander
te drukken zegt de natuurkundige
het gewicht is veranderlijk volgens
de breedteligging en vermeerdert
van de evenaar naar de pool, maar
de massa blijft constant.
Men kan ook op de kaart van het
continent parallellijnen trekken waar
om langs de rivieren terug te komen
in onze vijvers en zich daar te ont
wikkelen tot onze gekende paling.
Zulke feiten zijn het nadenken
waard. Maar de wonderen van de
natuur bestaan niet alleen in het bui
tengewone, ze bestaan zo zeer in het
alledaagse. Dat een palingwormpje
over heel het land, uitgenomen* in zijn weg terugvindt op duizende km.
een verticalestrook rechts van Noord is geen groter mirakel dan de ontwik-
Amerika gelegen en die loopt onge- keling van de graankorrel of de we-
veer van Chicago naar Florida. In derbloei van de lente. We zijn zo ge-
deze strook lopen de lijnen van de woon geworden aan die dagelijkse
twee roosters ongeveer evenwijdig verschijnselen dat we niet meer voe-
en kruisen elkander niet en volgens len welkfe mirakelen ze daarstellen.
J linme «-4a Aam-—. I-