RUILT Volledige Mengvoeders Rechtskundige Dienst Vaa barmhartige Samaritanen ofjde Ramp van het Mond- en Klauwzeer* I DE KOORNBLOEM (Vervolg van le bladz.) daarbij niet afgevraagd of de Italianen destijds meegedaan hebben met de Duitsers. Neen. Mensen zijn in nood en de boer schiet in zijn zak. Zonder meer. Evenzo is hij mild voor allerlei lief dadige instellingen, steunde hij bv. met veel plezier de Boerenhulp aan stads kinderen. Eenvoudig omdat hij er zich van bewust was dat mensen moesten geholpen worden. Spijtig genoeg is niet iedereen in dezelfde mate tot dit be wustzijn gekomen. Zeker niet die heren die zich opwerpen als de verdedigers van de boeren. Zeker niet die mensen die te pas en te onpas leuteren over christelijke rechtvaardigheid en de mond voortdurend vol hebben van naasten liefde en solidariteit. Zulke mensen me nen voorzeker dat het woord Ga en doe evenzo alleen bestemd is voor de domme boeren, maar niet voor hen. Wij zijn beaieuwd wat Ons Heer over zulke heren moet denken, die met een vroom gezicht de meest elementaire plicht van naastenliefde aan hun voeten vegen. Hier in België zijn mensen in nood. Niet alleen in Italië. Niet door hun ei gen schuld of zorgeloosheid hebben ze de miserie op hun hof gekregen. Maar eenvoudig omdat ze door een samen loop van omstandigheden geteisterd zijn geworden door een epidemie van mond en klauwzeer. Wij zijn nu reeds enigs zins in staat een gedacht te geven van de omvang van de ramp. Wij halen hier de cijfers aan die in het Landbouwtijd- schrift worden vermeld 12 Jan. 1952 is in de verste verte geen spraak van. Men leutert over gebouwen, die nog moeten in orde gemaakt worden, van plannen die nog moeten getekend wor den. Maar daar kunnen onze zieke koeien niet naar wachten. Men schuift de schuld op het Ministerie van Open bare Werken, die bepaalde gronden zou hebben onteigend, enz. Ons inziens alle maal bakerpraatjes, die moeten dienen om de zware schuld van de verantwoor delijkheid van zich af te schudden. En intussen staan onze beesten te ster ven. We vermoeden dat de abnormale verspreiding van het mond- en klauw zeer in hoofdzaak te danken is, niet aan een nieuw type van virus, maar aan een oud, zeer gekend type, nl. de virus van de zorgeloosheid, de virus van de nala tigheid en de eendagspolitiek. En hier van kunnen wij geloven dat er nog geen afdoende entstof tegen gevonden is. Vergelijken wij daarbij de houding van de Nederlandse instanties, die ter zake verantwoordelijk zijn. Men kan zich hierbij, voor de zoveelste maal een gedacht vormen van de wijze waarop in Nederland de belangen van het beste deel van ons volk worden behartigd. Wat denkt u van de volgende taal, die door de directeur van de veeartsenij- kundige dienst werd gesproken «Niet alleen de ons omringende landen Duitsland, Denemarken en België, wor den op dit ogenblik door deze vloed ge teisterd, maar vrijwel alle landen van Europa. Nagenoeg dagelijks komen uit het buitenland aanvragen, ja smeekbe den bij ons binnen om vaccin te mogen ontvangen. Helaas kan hieraan op dit ogenblik niet worden voldaan. Wij wor den overstelpt met vragen uit het bin nenland. Het zal ons inspanning genoeg kosten om al deze AANVRAGEN ON MIDDELLIJK TE KUNNEN IN WILLIGEN. WIJ VERTROUWEN DIT TE KUNNEN DOEN en eerst wanneer de voorziening van onze eigen veestapel veilig is gesteld, zal aan het buitenland de helpende hand kunnen worden ge boden.» Dat is andere taal dan deze die wij in België gewoon zijn. Dat is de taal van mensen die weten dat ze tegen hun taak zijn opgewassen. Dat is niet het gegrien van kinderen dat het wel prettig vinden zichzelf bij iedere gelegenheid bloemetjes op de hoed te steken, maar die bibbe rend in een hoekje wegvluchten als het begint ernstig te worden. Maar wij hebben dit liedje al zo dik wijls moeten zingen, dat het nieuw er af is. Wij beginnen nu stilaan het spelletje door te hebben en geven ons voldoende rekenschap van de zorg, die men in Bel gië aan de boeren besteedt. Wij spraken in het begin over naas tenliefde. Wat echter niet wil zeggen dat wij medelijden met de boeren willen af smeken. Wij deden dat alleen om be paalde pharizeërs wakker te schudden uit hun zelfgenoegzaamheid. Want hier kan geen spraak zijn van medelijden af smeken, maar alleen van het stellen van rechtvaardige eisen. En waar duidelijk uitgemaakt is dat het Ministerie van Landbouw in gebreke is gebleven vra gen wij op de man af Mijnheer de Mi nister, wat gaat ge doen om deze fouten goed te maken Trouwens het gaat hier niet alleen om het herstellen van fouten maar ook om wat men noemtsolidari teit. Gedurende de laatste oorlog toen on ze bevolking voedsel nodig had werd de boer verplicht zijn produkten te leveren. En er werd in naam van de solidariteit, beroep op hem gedaan. Bestaat dat schone woord misschien alleen om de boer uit te melken? Of is er kans dat het ook eens in zijn voordeel zal aangewend worden Wij vragen dus zeer duidelijk wat gaat onze regering doen om de gemaak te fouten te herstellen en anderzijds om onze boeren, in een ware geest van soli dariteit, schadeloos te stellen voor de enorme verliezen die werden geleden?(1) Officieel is er van een tegemoetko ming nog weinig geweten. Men vertelt echter dat bepaalde maatregelen over wogen worden. Als wij die vertelsels mogen geloven zouden deze maatrege len op het volgende neerkomen. De getroffen landbouwers zouden per koe, die gestorven of afgeslacht is een vergoeding ontvangen van 8.000 fr. Schoon, niet waar Maar jubel niet te vroeg. Deze vergoeding kan slechts be komen worden voor melkkoeien. Dus ossen, stieren, jongvee, varkens, geiten of schapen tellen niet mee. Vol gens het Ministerie zou het sterven van deze dieren geen schade betekenen. Maar dat is nog niet alles. Want niet voor alle melkkoeien zal deze vergoe ding toegekend worden. Slechts alleen voor die koeien die doodgaan als reeds de helft van de aanwezige koeien ge storven is. Bv. Een landbouwer heeft 4 varkens dood, 2 stuks jongvee en 2 koeien. In geval deze landbouwer maar 4 koeien heeft, zal hij voor al deze sterfgevallen GEEN CENT trekken. Sterft er echter een derde koe, dan pas kan hij voor die koe 8 000 fr. verwachten, op voorwaar de dat hij tijd van wachten heeft en mits aftrek van de som die hij voor de dode koe heeft ontvangen. Zo is ons een ge val bekend te Herne waar een landbou wer 44 varkens verloren heeft. Vergoe ding nul franks en nul centiemen. Voor lezers die het nog niet verstaan hebben zullen wij het nog eens duidelijk herhalenOpdat een boer een ver goeding zou kunnen krijgen mogen al zijn varkens, schapen, geiten, ossen, stieren, jongvee en daarbij nog de helft van zijn melkkoeien gestorven zijn aan mond- en klauwzeer dan nog krijgt hij geen cent vergoeding. Pas als dan nog een koe sterft kan hij staat maken op 8.000 fr. Het verlies aan melk en vlees, daarover wordt zelfs niet gesproken. Wij hopen werkelijk dat dit alles maar vertelsels zullen blijken want wij hebben hier in België al genoeg beleefd en op een rekord van dwaasheid stellen wij geen prijs. Intussen wachten wij af en doen wij best er rekening mee te houden dat wij toch de ezelsstamp zullen krijgen. Wij raden onze lezers dan ook zeer nadruk kelijk aan te zorgen dat ze voor ieder stuk vee dat ze door mond- en klauw zeer zijn verloren de volgende bewijzen kunnen voorleggen plaats en datum van sterven (noodslachting), prijs die het dode dier heeft opgebracht, enz. Deze bescheiden dienen zorgvuldig te worden bewaard totdat het de heren uit Brussel zal behagen er naar te vra gen. uwe enkelvoudige granen tegen onze U zult veel geld besparen en minder mislukkingen oplopen. Onze rechtskundige zal zijn zitdag houden op Zondag 13 Januari* tussen 10 en 12 uur, in het lokaal «De Koornbloem», Grote Markt, Aalst. Deze raadplegingen zijn volle dig kosteloos voor onze leden. 31-12-50 31-1-51 28-2-51 31-3-51 30-4-51 30-5-51 30-6-51 31-7-51 31-8-51 30-9-51 15-10-51 30-11-51 118 84 77 80 35 18 15 3 23 171 161 110 103 112 43 28 25 4 46 559 1.954 25.863 62 21 48 38 8 12 2 2 22 168 1.712 83 27 60 47 8 20 4 2 43 521 13.315 1.330 470 1.138 1.141 184 253 39 29 1.106 10.819 158.845 17 1 68 19 4 1 1 13 128 3.877 4 481 804 307 800 637 123 347 5 7 662 2.001 111.988 Als wij aan de hand van deze cijfers het aantal bedrijven nagaan die aange tast zijn, dan mogen wij zonder de min ste overdrijving spreken van een natio nale ramp. Op 31 Augustus 1951 was ons land omzeggens totaal vrij van mond- en klauwzeer. En amper drie maand nadien zijn reeds honderdduizenden dieren aan getast. Spijtig genoeg beschikken wij niet over de allerlaatste gegevens, maar deze zullen waarschijnlijk nog merkelijk hoger liggen. Als wij nu veronderstellen dat in de maand December het zelfde aantal dieren werd aangetast als in de maand November, dan zouden wij op einde December komen tot een totaal van 564.270 dieren (runders, schapen, geiten en zwijnen). Schat men net aantal bedrijven op ongeveer 300.000 over gans België, dan ziet men onmiddellijk West- Vlaanderen Oost-Vlaanderen Henegouwen Luik Limburg Luxemburg Namen Nemen wij langs de ene kant de Waalse provincies Namen, Luxemburg, Luik, Henegouwen en de helft van Bra bant dan komen wij op 30 November op 118.962 aangetaste dieren tegen voor Oost-Vlaanderen. West-Vlaanderen, Limburg, Antwerpen en de helft van Brabant op 156.231 dieren, wat voor het Vlaamse landsgedeelte dus 1/3 meer bedraagt dan voor het Waalse gedeelte. Wij verwachten dat latere cijfers deze verhouding nog zullen versterken, aan gezien de ziekte langs onze Oostergrens het land is binnengedrongen. Spreken wij dus voor gans België over een natio nale ramp, dan mogen wij zonder de waarheid geweld aan te doen gerust zeggen dat Vlaanderen weerom flink zijn deel heeft gekregen. Men zal zich nu de vraag stellen hoe het mogelijk is dat het mond- en klauw zeer zulke enorme uitbreiding heeft kun nen nemen. Vanwege het Ministerie dat per bedrijf gemiddeld 2,32 dieren ziek zijn geweest. Ieder bedrijf heeft dus het verlies geleden van de produktie van 2,32 dieren: verlies in melk, verlies in vlees, zonder dan nog te spreken van de talrijke noodslachtingen. Over het ge hele land genomen zal het verlies dat door onze landbouw op die manier is geleden voorlopig wel niet in millioenen te schatten zijn. Van de iets meer dan 2.000 gemeen ten die België telt, waren er einde No vember reeds 1954 door de ziekte aan getast. De ziekte is dus niet gelokali seerd in een bepaald gedeelte van het land, of in enkele gemeenten, maar komt practisch overal voor. Daarbij valt op te merken dat de Vlaamse boer, die in tensief aan veeteelt doet, weer het zwaast is getroffen. Wij geven hieron der de verspreiding per provincie 137 1.289 14020 217 151 7.693 293 3.569 31.610 710 137 22.633 199 1.064 19.974 495 14 19.884 188 1.177 12624 690 17 16.004 228 763 13 639 476 30 4.118 269 2 024 29.330 382 30 15,979 162 2,361 18.235 423 57 18.187 39 122 2.211 16 1 878 197 946 17.202 468 44 6.612 van Landbouw werd er herhaaldelijk op gewezen dat een nieuw type van virus verantwoordelijk was voor het ontstaan en de verspreiding, een type waartegen nergens een afdoende entstof bestond. Rechtvaardigheidshalve moeten wij toegeven dat aanvankelijk weinig te doen was om de verspreiding te belet ten, tenzij de gewone voorzorgsmaatre gelen. Maar wij menen dat tegenwoor dig ieder land, dat zichzelf respecteert, zeker een land dat de pretentie wil heb ben van het rijkste land van West-Eu ropa te zijn, moet beschikken over vol doende materiaal, gebouwen, personeel, enz., om zich snel aan allerlei gebeur tenissen te kunnen aanpassen. Redelij kerwijze zouden wij dus mogen verwach ten, dat de openbare besturen, die het monopolium voor de bereiding van de entstof voor zich zelf hebben opgeëist, binnen afzienbare tijd hun achterstand zouden hebben ingehaald Maar daar (1) Wat zij gaat doen weten wij reeds. Wij vernemen zo juist dat zij het afgestapt is. Toestand op AANTAL Gemeenten Haarden AANTAL NIEUWE ZIEKTEGEVALLEN Gemeenten Haarden Runders Schapen Geiten Varkens Provincie Antwerpen Brabant Ziektegevallen vastgesteld van 16 tot 20-11-51 Varkens Gemeenten Haarden Runders Schapen Geiten

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1952 | | pagina 2