DE FILOSOOF VAN HAAGEM
Plantenziektenkundige
Raadplegingen»
Cam»Van den Bossche
DB KOORNBLOEM
12 Jan. 1952
DOOR JEF SCHEIRS.
't Is 't uw niet
Ik maak er 't mijn van. Onze Titten zal tevree zijn lijk ik
het regel.
Peinst ge
Zeker. Die zit met niets bekommerd.
Zou die bij ons blijven
Dat 's naar uw beliefte. Eens gekaveld en 't hof van mij
alleen, laten we hem blijven of we jagen hem 't hof af. 't Zal van
u afhangen. Een poosje zwijgens.
Ik ga toch niet geerne van mijn hofke. En dan, moest ik
nu trouwen en meegaan naar uw hof, wat er mee gedaan Ver
kopen
Of verhuren, dat kunnen we nog altijd zien. Zie, Ko-
letje, als ge met mij trouwt, vermaak ik u al wat ik bezit.
Natuurlijk, viel Koletje vlug uit, anders en is er
geen kwestie van, dan doe ik liever alleen voort.
Wij zouden tegaar een koningsleven leiden, bofte
Naten, en waarachtig, hij zou gaan jubelen zijn als hij daaraan
dacht.
'k En zeg niet, dat ge liegt, knikte de vierkante kop.
Wij zouden vooruitgaan, meiske Wij zijn spaarders wij
Onze Titten, dat 's 'n geweldige moser, die 1 Die wordt nog straat
arm.
Ik meende pertang, dat Titten...
Klap er mij niet over, of en verschoon hem niet, 'ne
moser is 't. Peins maar als ik naar hier kwam zat hij met ons
koeterke eieren te zuipen en boterhammen te eten waarop de bo
ter een vinger dik gesmeerd lag I
Eieren zuipen en boter 'nen vinger dik 1 Koletje
verstomde. De eiers staan een frank 't stuk, de boter vijf-en-
twintig frank het kilo 1 Maar dat 's effenaf wreed. Dat moest ge
verbieden, 't Is effenaf schande.
't Is van 't zijn, ik kan 't hem niet verbieden, zuchtte
Naten.
Ik zou 't hem wel afleren, dreigde Koletje dapper.
Er is geen doen aan. Ikzelf heb 't hem al op alle tonen
gezongen Titten jongen, ge moogt alzo niet mosen, ge eet uzelf
op, ge dit, ge dat... Maar op die kerel snijden geen messen. Weet
ge wat hij antwoordter zal langer boter en eieren zijn dan ik,
en hij doet hij zijn goesting en mij lacht hij uit. 't Is 'ne zot 1
Wel, wel Koletje sloeg haar handen ineen, stom van
verbazing, wel, wel 1 boter en eiers 1 Is hij niet beschaamd
Ik, ik en durf er niet aankomen, en er eet pertang geen mens in
de wereld liever eiers en boter dan ik. Ik vrees altijd van niet toe
te komen, en daarom spaar ik waar ik sparen kan. Nu vooral, dat
ik zó ongelukkig ben in de konijnenkweek. Verleden jaar heb ik
nog ternauwernood zesduizend frank kunnen wegleggen, want het
ging me dan al tegen nu zal ik bijlange tot daar nog niet gera
ken 1 't Is wreed, 't is wreed 1 't Mens zuchtte om 't droeve
vooruitzicht.
Dat is t, knikte Naten gemeend.
Ik ontzeg me pertang alles wat ik kan, Koletje keek
moedig, tot zelfs vlees I
'n Beetje vlees moet ge toch eten, Koletje 1 Ge moogt
toch uw gezondheid niet te kort doen 1
Ho, de laatste tijd eet ik er veel, bijna niets anders. Ik
ben wel verplicht... uit profijt natuurlijk 1
Hoe is dat mogelijk vroeg Naten verwonderd.
Hewel, van mijn konijnenjongen die sterven. Ze krijgen
alzo allemaal een groene buik gezwollen, en de poeldenier wil ze
niet meer, als voor 't vel. Maar dat zijn deugnietenstreken, en die
ben ik te slim ik vil de konijntjes zelf en eet ze op, dat 's twee
keren profijt.
Gij zijt gij toch wel 'b slim ding 1 En verstandig I Dat ik
dat niet eerder wist. Naten was heel en al begeestering.
Niet waar, ik ontvang evenveel, en heb daarbij nog alle
dagen konijnenvlees.
't Is zó, 't is zo 1 Ha, 't is daarmee dat ge alzo bloost en
zó vet wordt Naten's bewondering klom van langs zo hoger.
Ja, gij zijt niet veel, keurde Koletje, ge kunt twee
keren in Titten, gij.
'k Geloof 't wel 1 Ik werk me mager, en geneer me met
brood en patatten, maar hij 1... Hij heeft lakens op zijn bed, alle
dagen 'n gazet, hij leest boeken, werkt als 't hem aanstaat, drinkt
alle dagen vier, vijf potten bier, pakt 's morgens en 's avonds een
borrel de fles staat in zijn kast, en is ze uit dan koopt hij een
ander... Mijnheer heeft alles, en ziet naar niets.
Koopt hij effenaf 'n fles genever voor hem alleen
De stomme verbazing had Koletje opnieuw te pakken, en haar
handen klisten ineen.
Maar, 'k proef er bijtijds ook van, zulle 1
Ge hebt gelijk 1 Als hij toch zo wreed moost.
Zeker. Maar tussen een en twee ben ik toch de gefopte
ik werk voor twee, en hij vaagt er zijn broek aan. Als her alzo
moet blijven duren ben ik vóór mijn tijd kapot en versleten.
't Is oprecht wreed. Koletje was met haar gedachten
aan 't peinzen en aan 't rekenen, rekenen, rekenen.
't Is daarom dat wij bei moeten trouwen, Koletje,
smeekte Naten.
'k Zal zien. Maar eerst en vooraf kavelen eerst zeker
zijn van wat 't uwe is, en de konditie blijft dat ge alles direkt
aan mij vermaakt.
Direkt 1 Hewel, krijg ik uw woord
Eerst wat ik u zeg, en dan.
Dan in alle geval
Als ge kavelt moet ge natuurlijk zien dat ge 't beste en
't gereedste hebt.
Zij gerust I Ik ben geen ezel, zulle
En daarbij, ge zijt gij van tel zijt ge geen lid van de
armenraad
Geweest moest Naten bekennen. 'k Ben van de
kommissie van 't muziek, maar daar ga ik toch van onder, 't is
te kostelijk ik ben elke keer omtrent 'nen frank kwijt als 't bij
eenkomst is, en 't is alle drie maand bijeenkomst... Reken 'nen
keer uit
't Is te veel, veelte veel, zeker. Zie, Naten, 't wordt
stillekesaan donker, ik ga gaan slapen. Dat ge nu maar aangingt,
anders moet ik mijn licht ontsteken 1
Wij kunnen in de donkere klappen 1
Er zijn nog dagen genoeg om te klappen.
Kom ik morgen-avond weer
Dat moet ge weten. Maar de mensen zullen rap beginnen
babbelen... als ge te lang blijft.
Laat ze.
Neen, neen, ge moet serieus zijn, anders...
Allo dan, mag ik u een «beeske» geven
Toe, toe, zulke onnozelheid Peins op de kaveling, dat 's
't bijzonderste
Allo dan, tot morgen-avond, en slaapwel, Koletje.
Van 's gelijken.
Naten ging buiten, Koletje draaide met een gauwte de deur
sleutelvast.
t Was de eerste keer van zijn leven dat Naten ruim ademde,
in feitelijke en in figuurlijke zin.
Door de zomerdonkerte zag hij eveneens de grijze merrie
zweven over meersen en zompen, en hij, met zijn prozaïschen zin,
besloot er uitmorgen goê weer. De voornacht was mistig van de
dauw, die de lichte zomerdonkerte een tikje inniger en fluweel
achtiger maakte de gewenste atmosfeer voor minnende mensen,
maar Naten rilde en dacht aan de keuken van Koletje, waar hij zó
gezellig zat.
Heel de weg reed Koletje als een struise, goelijke fee door
Naten zijn kop en hert, en zijn trage verbeelding schonk haar een
gevolg van een hele bende gestorven konijnenjongen, gebraden
met bruine korstjes en druipend van botersaus, en een geur en een
reuk... 't Water kwam in Naten zijn mond, puur van begeerte
en van danige liefde.
Bij zijn thuiskomst vond Naten de hofpoort open, iets wat
nooit gebeurde.
Waarschijnlijk is hij weer weg, met zijn duiven naar
't lokaal getrokken. Als er nu maar niet ingebroken is, die ezel
De voordeur van het huis stond open. Here God, ingebro
ken Naten zijn hert klopte. Titten Titten 1 riep hij.
Geen antwoord, noch van binnen noch van buiten.
Titten 1 Titten 1 huilde hij, hard genoeg om alle dieven
een halve uur in 't ronde op de vlucht te doen slaan. Nog geen
antwoord, niet het minste gerucht dan het zachte beurelen van
de twee koeien die Naten's stem verkenden.
Naten wachtte een ogenblik, dacht dan dat de dieven nu
toch wel 't gat zouden uit zijn, en schreed eindelijk aarzelend bin
nen.
Hij ontstak een solfertje. In de keuken was niets van zijn
plaats, alles stond er in zijn gewone zorgeloosheid. Hij liep recht
naar zijn kamer, recht naar zijn bed, grabbelde en tastte en plons
de hand en arm in zijn matras van bussels stro. Goddank, aan zijn
geld was niet geraakt, 't lag nog warm en veilig op zijn eendere
plaats. Van de slag waren de dieven vergeten, de angst voorbij,
en de woede schoot op in zijn hart. Die beest 1 Alzo alles open
laten bij nacht 1 Hij grendelde de buitendeur stevig vast. Hij
heeft toch een sleutel, de zot. 'k Zal ik nu 'nen keer mijn alteratie
genezen met zijn fles. Hij zal 't bekopen, dat hij niet oppast.
Licht had Naten niet vandoen, hij zag in het donker lijk kat
ten en uilen, en kende het huis vanbuiten.
Titten sliep op de voutekamer, die uitgaf in de zijne hij
vond de deur open, ging recht naar Titten zijn kas, zocht en greep
de geneverfles, ontstopte en dronk drie vier slokken achtereen,
gulzig, geweldig, met iever 1
Begeer niemands beddegenoot, noch genever, 't zij wei
nig of veel 1 sprak Titten van uit zijn bed.
De schrik sloeg Naten om 't hartbijkans viel de fles uit zijn
handen van 't verschieten hij schoot in een vervaarlijke hoest
bui Titten lag te lachen dat zijn bed daverde. Als Naten beko
men was en op asem kwam, schoot hij uit
Zot, driedubbele zot 1 Ik heb drie keren geroepen, vier
keren geroepen. Ge kont antwoorden 1
(Wordt voortgezet).
Het Hoofd van de Bijzondere Dienst
voor Plantenziekten heeft de eer,
alle belangstellenden (Tuinbouwers-
Boomkwekers-Landbouwers en alle
liefhebbers) mede te delen, dat de
Technici van de Dienst, steeds koste
loos kunnen geraadpleegd worden op
volgende plaatsen, dagen en uren
1Ing. Mevis A. 4, Manitobalaan
St. Andries-Brugge.
te TORHOUT de 2e Woens
dag van 10 tot 12 uur in Gasthof
De Zwaan
te KORTRIJK de 3e Maandag
van 15-16 u. in Café de la Poste».
Ten huizeElke Zaterdag van 9-12 u.
2. Ing. Maeyens Eug. 70, School
straat, St Amandsberg.
te GENT Elke Vrijdag van 11-12*
uur in Gasthof De Rode Hoed».
te GENT Elke Vrijdag van \T
tot 18 u. in Café «L'Yser».
Ten huize Elke Zaterdag van 9-12 u.
3. Ing. Matthys R. 24, Denen,.
Loochristi.
te ST-NIKLAASde 2e en 4e Don
derdag van 9,30-12 u. in Café De
Hoop
Ten huize Elke Zaterdag van 9-12 u,
4. Ing. Pollet A. Oostendestraat, 7,.
Gent.
te WETTEREN de 1
dagvan9-llu. in Café
Gent
te AALST de 1' Zaterdag
10-11 uur in Café Paviljoen
11-12 uur in Café De Koornbloem».
5. Ing. Callebaut G. 392, Leuvense
steenweg, Schaarbeek.
te MECHELEN de
van 9,15-11 uur in Café
te ANTWERPEN
van 10 tot 12 uur in
Vrede St-Amands
straat, 70.
te ST.-TRUIDEN
van 10-12u. in Café «Vossius» Grote
Markt.
6. Bureel van de dienst11, Park
laan, Gent: Elke werkdag van 10
tot 12 uur en van 14-17 u. (Zaterdag
uitgezonderd).
Aan bovenstaande adressen, kan
eveneens schriftelijk om inlichtingen
verzocht worden over bepaling van
ziekten, insekten- of andere parasie
ten, met hunne gepaste bestrijding.
In interessante gevallen mogen de
Technici van de Dienst, ter plaatse
gevraagd worden, waar eveneens kos
teloos, de nodige inlichtingen worden
verstrekt.
e Donder-
De Stad
van
le Zaterdag
Belga
1' Vrijdag,
het lokaal^::
Langedijk-
3e Zaterdag
Met een PONTIAC te kopen
bekomt U waar voor uw geld.
Vanaf 875 fr.
Verzekerd tegen verlies en
diefstal en alle ongevallen.
Schokvast. -- Antimagnetisch.
Uurwerkmaker
Houtmarkt» 14» AALST.
Westminsters, Halklokken,
Gouden juwelen.
Een koekoek o[ 5 °/o bij iedere
aankoop.
VeHt*H0 TIBIH