DE FILOSOOF VAN HAAGEM KALVEREN De Ruilverkaveling der Landbouwgronden Verlangt ge sterke flink opgroeiende 6 DE KOORNBLOEM - 19 Jan. 1952 DOOR JEF SCHEIRS. Ik lag in extase Ik bewoog in het absolute. decla meerde Titten, en daar heeft uw stem geen klank, o mens alleen 't geklok van mijn geneverfles, door vreemde handen en gulzige mond ontheiligd, bracht me terug tot de werkelijkheid. Onnozelaar Naten grolde, zette de fles op haar plaats, flapte de kast- deurtjes met een snok toe en trok naar zijn kamer. Hij wisselde zijn Zondagskostuum met zijn dagelijks plunje, en kroop zo, naar oude geplogenheid, zijn nest in. Naten riep Titten, Naten Geen antwoord. De bijeenkomst van de kommissie van 't muziek heeft laat ge duurd, Naten broere Stilte. 't Was zeker vergadering met bier Geen geluid. Gratis voor niets te drinken, of ben 'k mis Een gekraak in Naten zijn kamer, een reuzeling van stro. Ja, 'k ben mis, niet waar Ge zijt gij niet weggeraakt van Koletje, dat is 't. Wat vertelde dat wicht, Naten Nu bleef het een pozeke stil Titten lag te lachen, Naten te grollen. Maar de plaaggeest kon 't niet lang herden. Naten, herbegon hij, ik ging vanavond eens reis- kens aan de wal luisteren wat de puiten tegeneen vertellen, en daar gekomen hoorde ik er een beweren dat de mensen de groot ste onnozelaars zijn van al 't geschapene. Maar weet ge wat ik antwoordde Geen geluid uit Naten. Boonjour, heren en dames Blijft gezeten, ik heb steen noch kluit om naar uw acht baar aanschijn te smijten. Laat me even met u edele praten, een gesprek met u lijkt me interessant, en een diskussie leerzaam. En om te beginnen, heren en dames, ga ik niet akkoord met de wijs gerige beschouwingen van de honorabele spreker en vraag be wijzen voor zijn stelling. Weet gij wat die verwaande puit mij tussen de benen smeet, Naten Of er al ooit één mens tevree geweest was of had willen zijn, En ik was verplicht te ant woorden aan die puit, Naten Pardon, achtbare heer, deze uw zó gegronde opmerking is zeer gemotiveerd wij, mensen, hebben behoeften die gij, heren en dames puiten, niet kent. Zo kan mijn achtbare broeder Naten onmogelijk de tevredenheid zijns harten bereiken, zolang juffrouw Koletta zijn innigste verzuchtingen niet voldoet Is 't nu gedaan met uw zottepraat kwam uitNaten's nest gegrold. Pardon, Naten, zo gaat dat in alle schone boeken, 't Is maar een beleefde inleiding om te weten hoe ge uitgespeeld zijt bij Koletje. Gaat u niet aan 1 baste Naten. Komt ge 't akkoord t Stro in Naten s nest reuzelde. Hoeveel centiem is 't verschil 't Stro reuzelde harder. Heeft ze haar misschien niet willen verkopen 't Bed de kraakte in Naten's kamer. Zie, Naten, ik ben 't ook zinnens. Te trouwen, wil ik zeggen. Gij 1? Naten vloog recht. Gij 1? Met wie Met een vrouw van koninklijke bloede jeugdig en jong, blond en blozend. Mooi als de avondster, schoon als de dageraad. Goed en deugdelijk als... als mijn genever die ge uitdrinkt zonder vragen en zonder betalen Gij zevert. Maar ik klap serieus. Ik trouw. En deze week kavelen we ons boeltje. Ik trouw riep Naten triomfantelijk. Allo, proficiat met Koletje. Twee prachtexemplaren, 't mensenras zal er bij winnen I Trouw ook, 't zal aan u meer winnen. Voor 't ogenblik nog nietik mediteer op mijn grafput, om in der eeuwigheid niet te zondigen 1 En nu zwijgen. Laat me slapen. 't Woelde en kraakte en reuzelde bij Naten. Pax tibi, 'k wil zeggen vobis. Slaap in vrede, broeder Naten, 'k weet nog ander kandidaten, mocht Koletta u verlaten 1 V. De andere morgen schoot Naten wakker wanneer het eerste licht door zijn venster vielhet was vier uur. Hij had dorst, voelde zich moe en was niemendalle uitgeslapen, waarschijnlijk daardoor dat hij zijn nacht heel werkzaam had doorgebracht. Want hij had liggen woelen, wentelen, draaien, keren, al tengevolge van de lieve dingen die hem binst zijn slaap getemp- teerd hadden. Koletje was hem onder alle mogelijke en onmoge lijke vormen en uitzichten verschenen, gehuld in wolken wierooks, allerhander geuren, waarin hoofdzakelijk reuk van versgebraden konijnenjongen. Daaruit zijn dorst. Zijn verstand had ook niet uitgerust. In zijn slaap had het liggen goochelen met getallen, cijfers, hectaren, aren en dergelijke dingen meer die deel uitmaken van de meest ingewikkelde reken kunde. Zijn verbeelding, bereden door zijn begeerten, had die nacht een nieuw kadaster opgemaakt waarin alle beste labeurland op naam Donatianus Van den Huyve-Kambeel geregistreerd stond. Daaruit zijn vermoeidheid. Maar tevreden was hij, en dat was hem vroeger nooit ge beurd, tevreden omdat hij Koletje zo geerne gezien had, zó gulzig en overdadig had mogen eten, zó gemakkelijk milliardair was geworden Ha, droom en verbeelding, wat 'n fameus recept om de mens in een wenk gelukkig te maken 1 Daar Naten zich altijd gekleed, geleersd en gespoord, te nest legde, was hij op 't eerste wakker worden gereed en veerdig om te werken. Bezuinigers mogen hem dat nadoentijd gewonnen is geld gespaard. Hij stond op, en kwam langs Titten zijn kamer. Allo, 't is vandaag Zaterdag, zulle, en er is veel werk. Sta op. Hoe laat is 't Vier uur. 't Is Zaterdag, zulle 1 Al was 't Maandag en laatste oordeel, 't is te vroeg. Voor dezen keer zoudt ge toch moeten opstaan 1 Vroeg er in en vroeg er uit» is zeker een gulden regel die veel profijt en wijsheid en vooruitzicht inhoudt. Maar ik volg mijn regiemik vaar er goed bij en ik ben kontent. Nog twee uren, en 'k kom goeien dag zeggen. Luierik! sakkerde Naten, zoveel werk, zoveel werk! Dat :s precies gepast voor wie vroeg opstaat. Begin maar, jongen, dan is er zoveel niet meer te doen als ik helpen kom. Wacht, man, ge zult mij niet lang meer de duivel aandoen! Met 'n hert dat gezwollen stond van kwaadheid, trok Naten beneden, eerst en vooral zijn dorst lessen aan de pomp. Die Zaterdag was inderdaad een dag van veel belang. Niet enkel omdat een Zaterdag dubbel werk meebrengt op een boerenbedrijf, doch omdat deze was als een vigiliedag vóór een hoogdag, want 's anderendaags was het kiezing voor Kamers en Senaaten bovendien moest Titten vandaag zijn wittepenne weg dragen, die morgen op Noyon zou vliegen, en duivenspel was 't enige waar Titten zich aan gelegen liet. Hij had maar één zwakke zijde, één zaak waarin hij nooit redeneerde, maar blind gelovend en enthousiast betrouwend opging zijn wittepenne en 't duivenspel. Er was derhalve maar één sport dat zijn belangstelling kon opwekken het duivensport één vogel die zijn heilige bewon dering, vertroeteling en liefde weerdig bevonden werd zijn witte penne één bezigheid die hem boven alles lief was en hem boven alles uit noodzakelijkheid scheen het verzorgen en reinigen van zijn duivenhok. Alles wat de befaamde vliegeniers uit de laatste tijd gepresteerd hadden aan snelheid kon amper een medelijdende plooi in zijn gezicht brengen wat betekenden de oceaanvluchten van Lindbergh en Byrd en al de anderen, met hun tochten van driehonderd kilometer per uur, naast de voorlaatste vlucht van zijn wittepenne, die 1200 meter per minuut gevlogen had? Som mige spotlustige bestweters keken hem natuurlijk twijfelend aan als hij aan 't boffen en vergelijken ging, en wisten hem te zeggen dat 1200 meter per miDuut maar 72 kilometer per uur was, wat nogal beneden de 300 bleef. Maar Titten hield koppig en eigen zinnig staan dat een zogezegd vliegenier niet vloog, dat het werk was van brutale machienkracht, niets meer dat alleen vliegen, schoon, sierlijk, bewust, geruisloos en malheurenvrij, zoals zijn wittepenne vloog, enkel en alleen met behulp van eigen vleugels, spieren en onder de drang van haar moedig duivenhertje, vliegen kon heten. Zeggen dat een- en tweedekkers vlogen, was gestolen, en volgens Titten het grootste affront dat ze de duiven aandeden. Hij kon er zich op de duur kwaad in maken. Dat ze die mannen heetten luchtmachinisten, luchtautomobilisten, luchttramkonduk- teurs of zo iets. Alle respekt voor de mekaniekerij van die toestel len en voor hen die er de baas over waren. Maar vliegen, dat deed alleen de duif, dat deed zijn wittepenne... En dat was Titten zijn zwakke zijde hij verafgoodde zijn duif en de duiven. Even vast en zeker als in zijn ziel geschreven stond, dat er maar één God is, was hij overtuigd dat er maar één echte vlieger was, zelfs onder al de vogelen zijn wittepenne, dat er nooit een betere bestaan had noch bestaan zou. In die kwestie was hij waarlijk geen filosoof, maar een felle extremist. En Patatje zat in deze in een slecht spoor. Die beweerde vlakaf, onder de andere jongens, dat 300 niet zoveel was als 72, waar het ging om kilometers, en, zo 300 toch hoger stond dan 72, dat het voor vliegen en duiven toch andersom uitviel. 't Gelijk of 't ongelijk in die kwestie, ligt natuurlijk in 't verschil van 't verschil van de verschillende opvattingen, redeneerde Titten. Het eerste wat Patatje die morgen zegde, toen hij op het hof kwam, was Titten, t' avond moet de wittepenne weg. 't Is naar Noyon, zulle 1 Nee, nee, naar Genève, manneke. Waar Ligt dat ook in Frankrijk Op de beurs van Londen, manneke. Ge liegt weeral, preutelde Patatje spijtig. Patat, Genève ligt waar ik u zeg. (Wordt voortgezet). in België. Volgende mededeling werd ons door de Maatschappij voor de Kleine Landeigendom gezonden r In voorbereiding tot de studie dag die de Nationale Maatschap pij voor de Kleine Landeigendom organiseert over dit probleem op Woensdag 23 Januari te 9,30 uur ten Provinciepaleize van Brabant, onder de hoge bescherming van de Heer Minister van Landbouw, komen wij kennis te nemen van een enquête ingericht door het Ho ger Instituut voor Landbouw bij de Rijksuniversiteit van Gent. Eén der medewerkers van dit Instituut, Mr LOMMEZ, heeft nu de vaststellingen gepubliceerd die hij gedaan heeft op 266 land bouwexploitaties der polders en der zand- en zandleemstreken in Vlaanderen. Blijkbaar zouden de boerderijen van deze streek zeer weinig ver snipperd moeten zijn, aangezien de bedrijfsgebouwen over het platte land verspreid liggen en dikwijls het merendeel der gronden blok vormen met de gebouwen. Het gemiddeld aantai percelen per hofstede bedraagt 13. De klei ne exploitaties zijn in verhouding meer verbrokkeld dan de grote. Meer dan één vierde der percelen heeft een oppervlakte van minder dan 50 aren. In de 3/4 der be zochte boerderijen heeft men ex ploitatiewegen moeten aanleggen om toegang te krijgen tot percelen die niet uitgeven op een openbare weg. De gemiddelde lengte van deze wegen beloopt 683 meter. Welke verloren oppervlakte voor de productie Welke moei lijkheden om tot rationalisatie der teeltmethodes en tot mechanisatie over te kunnen gaan Het besluit van deze enquête is een bevestiging van de conclusies zo menigmaal door Mr CREPLET naar voren gebracht, waar hij se dert verschillende jaren de land bouwgronden van het Zuid-Oos ten van België bestudeert het is onmisbaar dat de wetgever de landbouwers bij zou staan om orde te scheppen in de door hen be bouwde percelen. Deze structuur hervorming kan zich voltrekken door de methode van ruiling, vrij willige en wettelijke ruilverkave ling. De medewerking van alle exploitanten is wenselijk voor het op punt stellen der voorbereiden de studies tot een definitieve wet geving over deze kwestie. Uitno digingen tot deze studiedag van Brussel kunnen bekomen worden op aanvraag bij de Kleine Land eigendom, 26, Steenweg op Char leroi, te Brussel. Dan moet U ons speciaal kal- vermeel gebruiken. Het is een volledig voeder welke de groei en ontwikkeling der jonge dieren verzekert en bevordert. Nadien voedert men ons jong vee meel. Zie de gebruikswijze in iedere zak.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1952 | | pagina 6