Hoe bepaalt men de ouderdom van een paard 2 DE KOORNBLOEM - 2 Feb. 1952 Fig 1. - Deze tekening geeft het uitzicht van een snijtand die inde lengte doorgezaagd is. Men onderscheidt er de verschillende stoffen waaruit de tand is samengesteldaa het ivoor in bb'. het ivoor dat volledig bedekt is met gla zuur. zowel langs de buitenzijde als in de kroonholte en cde tandpulpa. Fig 2 De snijtand die in dwarse richting doorgezaagd is. vertoont in a het glazuren omhulselin b. het centrale glazuur dat de buitenzijde van de kroonholte bekleedt, hetwelk eindigt op de kroonholtebodem in c, het tandster retje, dat gevuld is met zeer geelkleurig ivoor van jonge vorming, dat gevorm wordt in de zogenaamde wortelholte (in de wortel van de tand, mag men zeg gen) in d, het primitieve ivoor van de tand. pin. 3. De vier doorsneden, die op de tand aangebracht werden. tonen de veranderingen in vorm en uitzicht die de tand ondergaat naarmate hij afsliit. VERANDERINGEN VAN VORM. - De bovenste doorsnee toont aan dat de snijtand die tot op deze hoogte afgesleten is, afgeplat is van voor naar achtermen ziet dat het tandvlak later ovaal wordt, nog later rond, om ten slotte een driehoekige vorm aan te nemen. 19 jaar: het tandvlak van de hoek tanden is tweehoeksvormig. VORMVERANDERINGEN. De tand die eerst ovaal is, wordt ach tereenvolgens rond, driehoekig en ten slotte tweehoekig. Deze achtereenvol gende vormveranderingen maken het mogelijk de ouderdom van een paard zeer benaderend te bepalen. Als men in acht neemt dat de vol wassen tanden verschijnen op de ouder dom van twee en half a drie jaar, en dat het paard al zijn tanden heeft op vijf jaar dan wordt, naar gelang het gaat over de binnensnijtanden, de midden snijtanden of de hoektanden, de vorm van het tandvlak nadien zoals hieronder aangegeven, op de verschillende ouder- dommen 8 jaar al de snijtanden zijn ovaal 12 jaar al de snijtanden zijn rond 15 jaar: al de middensnijtanden zijn driehoeksvormig 16 en 17 jaar al de snijtanden zijn driehoeksvormig 18 jaar het tandvlak van de binnen snijtanden is tweehoeksvormig WIJZIGINGEN VAN UITZICHT. De tand is bedekt met een laag gla zuur. Na een zekere tijd slijt het gla zuur af en op het tandvlak verschijnen, van buiten naar binnen, drie verschil lende zones het glazuren omhulsel, het ivoor van de tand, dan het centrale glazuur dat de buitenkant van de kroonholte begrenst. De ivoren kroon wordt dikker naargelang het afslijten toeneemt, zodanig dat de kroonholte kleiner en kleiner wordt, terwijl ze dichter komt bij de achterzijde van de taad. Deze is geheel afgeplat als de kroonholte geen indieping meer ver toont, doch aan de voorzijde ziet men het nieuwgevormd geelachtig ivoor, waarmee de binnenste kroonholte ge vuld is. Die vlek draagt de naam van tandsterretje. Later verdwijnt de ce- mentbasis stilaan, wat het verdwijnen van de buitenste kroonholte met zich brengt. Op het tandvlak is dan alleen tussen de zesde en de tiende maand. Op de ouderdom van één jaar heeft het veulen een ronde mond tanden. VIERDE PERIODE. AFSLIJTEN DER VOLWASSEN TANDEN (OVALE VORM). Rond zes jaar Afslijten der binnen snijtanden. Rond zeven jaar Afslijten der mid densnijtanden. Rond acht jaar Afslijten der hoek tanden. Belangrijke ondergeschikte kentekens. Zes jaar Afslijten van de achter kant der hoektanden. Zeven jaar Sterk afslijten van de achterkant der hoektanden. De boven- hoektand, die breder is dan de onder hoektand, is op zijn vlak slechts ge deeltelijk afgeslepen aldus is een soort hoektand ontstaan, genaamd zwaluw staart De zwaluwstaart, zegt Mon- tané, die bijna algemeen is op zeven jaar, verdwijnt in 't achtste jaar, om bij sommige paarden opnieuw te ver schijnen als ze negen jaar oud zijn. Rond acht jaar Verschijnen van het tandsterretje op de binnensnijtanden en soms ook op de middensnijtanden. Fig. 7DRIE JAAR. De binnen snijtanden ALLEEN zijn uitgevallen en vervangen door volwassen tanden. (Be gin van het uitbotten der volwassen tanden). Fig. 8. VIER JAAR. Slechts de melkhoektanden zijn overgebleven; al de andere tanden zijn vervangen door volwassen tanden. Fig. 9. VIJFJAAR. De melkhoek tanden zijn uitgevallen en zijn vervangen door volwassenhoektanden de binnen snijtanden en de middensnijtanden be ginnen af te slijten. (Einde van het uit botten der volwassen tanden.) Fig. 10. ZES JAAR. De hoektand is afgesleten op de voorzijdehet afslij ten der binnensnijtanden en der midden snijtanden is meer gevorderd. Begin periode van het afslijten der volwassen tanden.) (Zie vervolg 3e bladz. Ie kolom) De ouderdom kan men zien aan de snijtanden. Elk kaaksbeen heeft er zes. Men onderscheidtte midden de bin nensnijtanden (2), rechts en links van de binnensnijtanden, de middensnijtan den (een aan weerskanten van de tand- boog) de hoektanden (eveneens een aan weerszijden). Als men vlak vóór het paard gaat staan, en men de onderste tandboog onderzoekt, dan ziet men, be ginnend met het uiteinde, de tanden in de volgende orde hoektand, midden snijtand, binnensoijtand, binnensnijtand, middensnijtand, hoektand. Delen van de snijtand De snijtand, evenals de andere tanden, bestaat uit drie delen de wortel die in het kaaks been vastzit de kroon of het zichtbaar gedeelte en de hals, die duidelijk zicht baar is bij een melktand, maar die men moeilijk onderscheiden kan bij een vol wassen dier de hals ligt tussen de wor tel en de kroon, op de hoogte van het tandvlees. Samenstelling van de tand De tand bestaat uit drie verschillende stoffen. Vooreerst heeft men het ivoor, een zeer harde geelkleurige stof het glazuur, een glasachtige stof die het buitenge deelte van de tand bedekt en de buiten rand van de kroonholte bekleedt ten slotte het cement dat de tandwortel aan de buitenzijde bedekt en in de kroon holte dringt waar het zich op de bodem ophoopt om er de cementbasis te vor men. In de wortel van de tand is er een tweede holte die men het binnenste tandhorentje noemt, en dat de tand- pulpe bevat die gevormd wordt door de vaten en de zenuwen van de tand en die gevuld wordt met ivoor van jonge vorming dat zeer geelachtig en zicht baar is op het tandvlak, waar het het tandsterretje vormt. Het schuurvlak van de tand noemt men het tandvlak. Het is door de sleet van dit tandvlak, door de verschillende uitzichten die het krijgt, dat men er in slaagt de ouderdom van het dier te bepalen. Sleet van de tand Naarmate de tand afslijt, krijgt het tandvlak een andere vorm en uitzicht. Fig. 4. Het veulen wordt bijna altijd geboren zonder dat één snijtand te zien is doch aldra treden ze te voorschijn en tussen de zesde en de twaalfde dag ziet men al de voorrand van de binnen snijtanden de achterrand wordt maar eerst na een maand zichtbaar. Fig 5. Na een maand ongeveer verschijnen de middensnijtanden en het veulen blijft tamelijk lang met slechts acht snijtanden. TWEEDE PERIODE. HET UITVALLEN DER MELKTANDEN. Rond de twaalfde maand uitvallen der binnensnijtanden. Tussen de 18e en de 20e maand: de middensnijtanden zijn volledig afgesle ten. Tussen de 22e maand en 2 jaar de hoektanden zijn volledig afgesleten. Na twee jaar worden de binnensnij tanden korter en korter, men onder scheidt duidelijk de hals en de ruimte tussen de tanden vergroot deze ken tekens laten toe een dertigmaander te onderscheiden van een achttienmaander. DERDE PERIODE. UITBOTTEN DER VOLWASSEN TANDEN. 1) Rond twee en half jaar Uitvallen der melksnijtanden. (Dat duurt tot drie jaar bij een paard). Rond drie jaar de volwassen snij tanden staan helemaal bloot. (Het paard is drie jaar geworden). 2) Rond drie en half jaar Uitvallen der melkzijtanden. (Het paard wordt vier jaar). Rond vier jaar De volwassen mid densnijtanden staan helemaal bloot. (Het paard is vier jaar geworden). 3) Rond vier en half jaar Uitvallen der melkhoektanden. (Het paard wordt vijf jaar). Rond vijf jaar De hoektanden staan helemaal bloot. (Het paard is vijf jaar geworden). Fig. 6. De hoektanden verschijnen nog het tandsterretje te zien, t t.z. het nieuwgevormd ivoor, dat eerst lang werpig van vorm is, nadien rond, om ten slotte de achterrand van de tand te bereiken. Het centrale glazuur dat de kroonholte bekleedde is verdwenen en de tand is zogezegd geniveleerd EERSTE PERIODE. HET UITBOTTEN DER TANDEN. Eerste week uitbotten der binnen snijtanden. Rond de dertigste dag uitbotten der middensnijtanden. Tussen de zesde en de tiende maand uitbotten der hoektanden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1952 | | pagina 2