De Sterrezangers in Vlaanderen- Zitdagen voor Boerderijbouwkunde* DE KOORNBLOEM - 3 Jan. 1953 3 Algemeen wordt aanvaard dat het meest verspreide overblijfsel van de Middeleeuwse mysteriespelen het sterrezingen is gedurende de Kersttijd (Kerst mis, Nieuwjaar, Drie-Koningen). Ons Europees toneel had zijn oor sprong in de liturgische plechtigheden in de kerk, die gelijdelijk uitgroeiden tot grootse plechtigheden en tooneelvoor- stellingende godsdienstige mysteries werden er uitgebeeld. Dat werden mys teriespelen genoemd. Hier kwam dan vooral het mysterie van de Kersttijd in aanmerking; de boodschap, Maria en Jozef op weg naar Bethlehem, de volks telling, Herodes in zijn paleis, de Heilige Kerstnacht, de herders in de bergen en in de stal, de drie koningen bij Herodes en bij de kribbe, de kindermoord en de vlucht naar Egypte. Dit alles werd ten tonele gevoerd. Algauw kwamen wereldlijke elemen ten in dit toneel de kerkelijke plechtig heden ontwijden er werd gedronken, gevloekt en zotte praat verteld. Dit was oorzaak dat de mysteriespelen uit de kerkgebouwen gebannen werden. Toen bouwde men vóór de kerk grootse stel lingen waarop de mysteriespelen werden uitgevoerd. Zo ontstond het werelds toneel. Dit Middeleeuwse toneel kende glansrijke hoogtepunten maar ook haast totaal verval. In sommige bergstreken en op bepaalde plaatsen hield het lang stand. Maar nergens als in Vlaanderen en in de bergstreken kenden de mysteriespt- len zo'n schone bloei omdat hier en daar ernst en luim door en door werden ver mengd. En praktisch is het enige overblijfsel tot op onze dagen van die Kerstmysterie spelen het zingen met de ster. Dit sterre zingen treft men aan in vele Europese landenzo in Bohemen, in Slowakije, in Duitsland als in de Nederlanden. Ner gens gebeurt dit echter zo menigvuldig als in het Vlaams sprekend gedeelte van ons land zowel dan in Vlaanderen als in de Kempen en in Brabant. In het be gin van deze eeuw ging dit rondtrekkend sterrezingen gepaard met sterredraaien, beren- en ezelsdressuur en werkelijk acte ren (dialoog) van de zangers. Op onze dagen kent men verschillende vormen in het sterrezingen. 1. De puurste en eenvoudigste vorm is de zang van twee of drie geburénkin- deren, die in de gauwte van deur tot deur een Drie-Koningen-liedje afdreu- nen. Ze zijn scheef en schots aangesto ten, niet bijzonder kleurrijkeen rok, een gordijn, een omgekeerde frak. Steeds is er eentje (soms allemaal), dat zich met houtskool zwart heeft gemaakt, meestal met enkele simpele vegen; hoogstens komt er wat rode schmink bij te pas. De kinderen organiseren alles op hun eigen houtje. En niet altijd dragen zij een ster. Ze zingen om een cent om wat geld te krijgen, dat daarna opgemeukeld wordt. Zij zingen op Kerstavond, op Nieuw jaarsavond en op Drie Koningenavond. Rond Kerstmis zingen zij bijv. Herderkens van buiten Met trommels en met fluiten, Zo spelen wij op de been, Zo trekken wij naar Berhlehem, Van Bethlehem naar die schone stad, waar Maria met haar kleine kindje zat Op Oudejaarsavond Nieuwejaarke zoeten. Ons verken heeft vier voeten, Vier voeten en ene staart Is dat nog een censken waard? Is dat censken nog niet gehoren, Geef me dan een schepken kolen Is dat schepken nog niet gebrand, Geef me dan een dikke, vette keeskant. En voor Drie-Konigen Op drie-koningen-avond dan sloeg de bakker zijn wijf, almee een dikke knuppel zo dapper op haar lijf. De knuppel wou niet breken, de vrouw wou niet spreken. De knuppel brak. De vrouw die sprak en de man viel op zijn keesgat. In de ware zin van het woord zijn dit bedelliedjes. De kinderen zingen om iets te krijgen. En daar waar niet gegeven wordt, geven de zangers een spotliede ken op de gierigheid ten beste. Het is echter een feit dat deze vorm van folkloristische sterreliedjes al meer en meer uitsterft. De grote folkloristen hebben hier een schat van kerstfolklore kunnen opdoen, vooral dan wat de lie deren betreft tientallen varianten van een massa Kerst- Nieuwjaar- en Drie- Koningen-liedjes werden in de loop der jaren opgetekend. De folklore leeft hier en daar voort en blijft steeds een levend boek voor onze geleerde volkskundigen. 2. Wat anders is, daar maar b.v. drie volwassenen voor de eerste maal of omdat ze het alle jaren deden enkele dagen vóór Kerstmis de koppen bijeen steken om te beraadslagen wanneer, waar en hoe ze dit jaar sterreliedjes zouden gaan zingen. Denk hier aan Suske Wiet, Schrobberbeeck en Pitje Vogel uit het toneelstuk En waar de sterre bleef stillestaan van Felix Tim mermans. Dit toneelstuk trouwens heeft waarschijnlijk velen er toe aangespoord of het idee gegeven te gaan Drie-Ko ningen-zingen. Alles wordt op voorhand besproken en gereed gemaakt; de kleren zijn hier kostbaarder en "blinkerder,,. Er komt zilverpapier bij te pas, blikken kronen, wijde mantels en... een draaien de ster, waaronder soms een kerststal letje hangt. Zo kennen wij nu nog drie arbeiders uit Dendermonde, die sedert 15 jaar, ieder jaar opnieuw, op sterretocht trek ken en gans het Land van Dendermonde, Aalst en Asse, ja zelfs de Antwerpse Kempen (Lier, Turnhout) afketsen. Zulke Drie Koningen zingen om geld, ofwel om te drinken ofwel om thuis aan moe der-de-vrouw met haar vele kinderen af te geven. Naast folkloristische kerst liedjes zingen zij ook meer moderne kerstliederen. 3. Een derde kategorie, die echter niet veel van voorgaande verschilt, is dezedrie, soms meerdere jonge mannen gaan, kunstig gekleed en fijn geschminkt (soms door een kunstenaarshand) met draaiende ster en ook wel soms verge zeld van een ezel, (twee mannen onder een nagemaakt ezelslijf met ezelskop) op sterretocht. De ezel moet van tijd tot tijd, vooral in de herbergen, allerlei zotte bokkesprongen maken. Gewoonlijk zijn deze zangers jonge kerels uit de ene of andere kring (studenten, katholieke actiegroepen zoals kajotters) die om geld zingen, dat besteed wordt aan een of ander liefdadig werk. Ze bespelen daarbij allerlei muziekinstrumenten trekzak, viool, mandoline, fluit, mond orgel, rommelpot of trommel. Ze zingen moderne kerstliederen als "Stille Nacht» of Middeleeuwse kerstliederen als "Maria die zoude naar Bethlehem gaan». Tussen deze en de eerste vorm staat ook volgende kategorie kinderen uit een of meerdere gezinnen van meer ont wikkelden mogen van vader en moeder, gedeeltelijk voor eigen spaarpot, gedeel telijk voor een goed werk, gaan sterre zingen. Vader en moeder helpen hen uitdossen en de kinderen zingen de in de school aangeleerde kerstliederen. 4. Tenslotte kennen wij, vooral dan in de steden, de grootse Drie-Koningen stoeten een optocht met soms veertig, vijftig jonge mensen. De stoet wordt somwijlen in de dagbladen aangekon digd vertrekpunt, uur van start, de te volgen weg, enz... Deze stoeten gaan haast uitsluitend uit in de steden en grote centra, en gewoonlijk maar één dag op Drie-Koningen, of de avond te voren. De eigenlijke Drie Koningen zitten plechtig te paard, op echte herenpaar- den. Is er een circus in de stad, dan worden wel eens Kamelen en dromade- rissen gehuurd. Het gebeurt echter ook dat de rijdieren kunstig nagemaakt zijn en zonder berijder gekke sprongen maken. Alle medespelers zijn mooi uit gedost met gehuurde toneelklederen, en de stoet wordt 's avonds geflankeerd met fakkeldragers en schuddende bus- senhouder« die de geldbussen onder de neus van de voorbijgangers steken. Natuurlijk wordt een grote ster voor opgedragen, soms nog voorafgegaan door bazuinblazers die de mensen uit hun huizen klaroeren. Een aaneengeslo ten groepje beste zangers zingen mooie meerstemmige kerstliederen en wordt begeleid door een orkestje. Zulke spectaculaire Drie-Koningen stoeten (b.v. te Brussel) worden gewoon lijk georganiseerd door katholieke stu denten die het ingezamelde geld aan de Missies besteden. Er ligt een speciale poëzie in die Vlaamse sterrezangers. Ze voeren de kerstatmosfeer, die over de kerststal in de kerk hangt, mee de straat op en ook de huizen binnen. Waar zij aankomen, troppelen de kinderen samen, worden ze door de kleinen straat-in, straat-uit ver gezeld en de groten blijven in het deur gat staan, luisteren, geven een milde gift, monkelen en denken even terug aan hun jeugd, toen ook zij met een oud kos tuum en een zwarte veeg voor "centjes, gingen zingen. Zijt gij al eens op het idee gekomen de Drie Koningen binnen te roepen en te laten zingen voor de kleine kerststal in uw huiskamer, omringd van uw eigen glunderende kinderen Ieder jaar opnieuw komen de sterre zangers bij ons thuis binnen. Ze zingen eerst hun liedje en worden dan getrak teerd op pannekoeken en wafels met veel bruin suiker. Ze zetten hun ster tegen de muur en schuiven hun baard zijwaarts. De zwarte ontsteekt een ciga- ret, de gele slurpt aan de warme koffie en de witte bijt hoefijzers in de dampen de wafels 1! En dan vertellen ze al hun belevenissen van hun sterregang. De kinderen luisteren en wij allen voelen ons gelukkig. Lang mag het oponthoud echter niet duren want gauw moeten ze weg, voort, achter de draaiende ster, die nooit stille staat 1! Ze trekken op, zingen en nemen milde gaven in ontvangst... en keren langs een andere weg naar huis terug. Neen, over ons volk blijft de kerst- sterre nooit stille staan. Steeds trekken de Drie Koningen, rijk bemanteld en mooi zingend, door de gouwen van Vlaanderen, Brabant en de Kempen. Door het Ministerie van Landbouw wordt ons medegedeeld dat regelmatige zitdagen zullen gehouden worden door de Dienst voor Boerderijbouwkunde op volgende dagen en plaatsen a) GENTiedere Vrijdag van 10 tot 12 uur in het Lokaal De Rode Hoed Klein Turkije. b) OUDENAARDE de 1® Donder dag der maand, van 10 tot 12 uur in het Lokaal La Pomme d'Or Markt. c) DENDERMONDE de 2de Maandag der maand van 10 tot 12 uur in het Lokaal De Hert Kerkstraat. d) EEKLO de 4e Donderdag der maand van 10 tot 12 uur in het lokaal De Gouden Leeuw Markt. e) ST NIKLAAS de 2® Donderdag der maand van 10 tot 12 uur in het lo kaal De Hoop Kard. Mercierplein. f) AALST de 1® Zaterdag der maand van 10 tot 11 uur in het lokaal Pavil joen Grote Markt, en van 11 tot 12 uur in het lokaal De Koornbloem g) DEINZE de 2® Woensdag der maand van 10 tot 12 uur in het lokaal St Cecilia Markt. Tijdens die zitdagen kunnen de land en tuinbouwers over volgende punten ingelicht worden 1) rationele inrichting van de hoeve gebouwen op gebied van hygiëne, con structie en besparing van handenarbeid. 2) verbeteringen aan te brengen aan het hydrologisch regiem der landbouw gronden voor partikulieren draineer- werken, drooglegging door open sloten, bemaling. 3) electrificatie van afgelegen lande lijke wijken of afgezonderde landbouw bedrijven. |g -j 4) mechanisatie van Land- en Tuin bouw gebruik van tractoren, landbouw machines, electriciteit, enz. fe 5) watervoorziening vanj hoeven en weiden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 3