Het Vlaamse Bedrijfsleven Waar naartoe met onze Jonge Boeren Weekblad Rechtskuiidifie Dienst Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt Een andere Klok* AALST 10 JANUARI 1953. 32ste JAARGANG Nr 1545 Beheer Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN O. CAUDRON. (2de bijdrage) In ons vorig nummer hebben wij onze lezers kennis gegeven van de beknopte inhoud van het zeer belangrijk vertoog uitgegeven onder voormelde titel door het Vlaams Economisch Verbond te Antwerpen in opdracht der regering. In hetzelfde nummer hebben wij het eerste gedeelte overgenomen van de algemene besluiten van het Hoofdstuk Landbouw uit voormeld vertoog. Hierna volgen de suggesties dezer al gemene besluiten aan de regering be treffende de te volgen landbouwpolitiek. Wij kunnen deze suggesties bijtreden, daar zij op treffende wijze de grondsla gen uitstippelen ener doeltreffende land bouwpolitiek. Een gezonde landbouwpolitiek, zo luidt het vertoog, dient in de huidige omstandigheden in hoofdzaak op de vol de doeleinden afgestemd 1) het bevorderen op ruime schaal van wetenschappelijke opzoekingen ter ver betering van de productie- en exploita tiemethodes alsook van de techniek bij de bewaring en de verwerking der land en tuinbouwproducten 2) het uitbreiden van een aangepast land- en tuinbcuwonderwijs onder zijn verschillende vormen, met het bijzonder doel dit onderwijs in het bereik te stellen van het grootst mogelijk aantal land bouwerszonen en -dochters 3) de ontwikkeling van de voorlich tingsdiensten bij het Departement van Landbouw, om de uitslagen bereikt door de wetenschappelijke opzoekingen waar van hoger sprake, alsook de weten schappelijke experimenten gedaan in het buitenland, te demonstreren en ingang te doen vinden bij onze landbouwers. Zulks vergt ondermeer de verhoging van het aantal landbouw-, tuinbouw-, veeteelt- en zuivelconsulenten, naar het voorbeeld ons door Nederland gegeven 4) het aanmoedigen van een degelijk ingerichte en geleide landbouwcoöpera tie ter bevordering van de afzet der landbouwproducten door een gunstig fiscaal regime en kredietfaciliteiten. Deze actie moet in de eerste plaats gericht zijn op de uitbreiding en versteviging der beslaande coöperatieven en in de tweede plaats op de oprichting van nieu we coöperatieven, waar deze noodza kelijk blijken en een gunstig midden voor hun leefbaarheid voorhanden is 5) het ruimen van een voldoende plaats voor onze land- en tuinbouwarti- kelen in de handelsaccoorden, gesloten door België met het buitenland. Zulks veronderstelt een nauwe samenweiking tussen het Departement van Landbouw en de georganiseerde landbouw bij de voorbereiding der onderhandelingen met het oog op het sluiten van handelsover eenkomsten 6) het uitbouwen van een uitgebreid en doeltreffend prospectieapparaat in het buitenland, bekwaam om de bevoegde overheden en het bedrijfsleven tijdig en nauwkeurig in te lichten over de afzet mogelijkheden en over de technische vorderingen en evolutie, die zich in het buitenland voordoen. Zulks sluit in de verhoging van het aantal landbouw- attachés bij onze ambassades of consu laire posten in het buitenland. België zou in elk land, dat een afzet gebied vormt voor onze land- en tuin bouwproducten of ernstige mogeiijkhe- heden biedt voor de verkoop dezer producten, moeten vertegenwoordigd worden door een voldoende aantal on derlegde landbouwspecialisten. Het voorbeeld van Nederland kan hier ook een nuttige richtlijn zijn voor onze Rege ring 7) de verdediging van onze landbouw tegen vreemde onfaire concurrentie en dumpingpractijken bij de invoer in Bel gië van landbouwproducten. Onze land bouwers vragen geen bescherming, die hen moet vrijwaren tegen een normale concurrentie door het buitenland, omdat dergelijk protectionisme de vooruitgang zou hinderen. Ze zijn er zich van bewust dat hun redding niet te zoeken is in het afwijzen van internationale strevingen, er toe strekkende door onderlinge eco nomische samenwerking de welvaart en de beschaving van West-Europa te be veiligen. Integendeel, dank zij het tot stand komen van stevige economische betrekkingen op internationaal gebied, moet de Vlaamse landbouw zich volle dig aan zijn taak kunnen wijden. Dcch alvorens onze land- en tuinbouw in de Economische Unie met Nederland en in een Westerse Unie ingeschakeld worden, moeten zij kunnen beschikken over een voldoet de overgangsperiode, die hun toelaat de aanpassingen door te voeren. De openbare besturen moeten op krachtige wijze deze aanpassing be vorderen, o.m. door aanwending der middelen hoger uiteengezet. De moeilijk heden, waarmede thans vooral intensieve bedrijvigheden te kempen hebbenen die in hoofdzaak door onze Vlaamse land bouw worden gevoeld, motiveren ten volle deze aanpassingsperiode 8) verruiming en aanpassing van de sociale wetgeving aan de noden van de landbouwbevolking, vooral om de land vlucht te bestrijden. Het landbouwbedrijf heeft voor de Vlaamse volksgemeenschap een relatief Zie vervolg 2e blaÓ2iide 4e kolom Onze rechtskundige zal zijn zitdag houden op Zondag 18 Jan., tussen 10 en 12,30 uur, in het lokaal De Koornbloem Grote Markt, Aalst. Verleden week las ik in ons blad het artikel Waar naar toe met onze jonge boeren Aangezien hetgeen daar ge schreven werd wellicht voor- en tegen standers zal hebben, is het wel interes sant hier enkele beschouwingen aan te wijden. In genoemd artikel was er onder meer spraak van een radiovoordracht van dhr. Boon. Jammer genoeg heb ik deze voordracht niet gehoord, zodat ik alleen over de gegevens van De Koornbloem kan besehikken om me een gedacht te vormen over de opvattingen van dhr. Boon in verband met de mogelijkheden, die hij meent te zien op onze kleine boe rderijen. Terloops weze hier vermeld, dat het wel gewenst is, dat deze voordrachten, die toch gehouden worden ter voorlich ting van onze landbouwers, op een of andere manier ter beschikking zouden moeten gesteld worden van de pers en zeker van de lanübouwpers. Het is ongetwijfeld zo dat onze boeren niet gemakkelijk een radiovoordracht ver werken, Diet alleen omdat ze de levende persoonlijkheid van de spreker missen, maar evenzeer omdat ze hierop niet vol doende zijn ingesteld. En dat is vooral waar voor voordrachten waar allerlei statistieken en getallen worden aange haald, wat doorgaans het geval is. Wan neer onze boeren nu die radiovoor drachten in hun blad zouden kunnen lezen, dan zouden de gelegenheid heb ben op hun gemak het voor en het tegen af te wegen, om zodoende tot practische besluiten te komen. Op die wijze zouden die radiovoordrachten aan hun doel beantwoorden. Het geval dat dhr. Boon heeft aan gehaald kan best een werkelijk bestaand bedrijf zijn. Ook ik geloof dat hét moge lijk is op een hof van 3 ha 7 melkkoeien, 6 runders, 8 zwijnen en 40 kippen te houden. Zo ken ik bv. een bedrijf waar bijna 2C0 varkens zitten en over de 700 kippen en dat met niet meer land dan noodzakelijk voor de bedrijfsgebouwen en de uitloop. Ook op zulke bedrijven kan e.. wordt er winst gemaakt.^ Maar toch geloof ik niet dat bedrij ven, waar de verhoudinq tussen het land en de beesten abnormaal wordt, aan te raden zijn. Zeker niet vooreen doorsnee landbouwer. Ook kan ik moeilijk aan nemen dat dhr. Boon zulk een bedrijf ter navolging stelt. Ik veronderstel eer, dat hij dit geval heeft aangehaald om te bewijzen dat zelfs op een klein bedrijf van 3 ha zeer intensief kan gewerkt worden, dat de aanwezige werkkrachten meer doelmatig kunnen aangewend worden, dat de voedingswijze zodanig kan berekend worden en de bemesting zodanig geregeld, dat hogere uitgaven nog hogere opbrengsten en dus meer winst kunnen leveren. Maar wil zo een bedrijf werkelijk leefbaar zijn, niet alleen in goede maar ook in slechtere jaren, dan wordt van de boer een zeer grote onderlegdheid ge vraagd en een scherp zakelijk inzicht. Zulk een uitbating veronderstelt, mijn inziens, dat al het voorradige vee van prima hoedanigheid is, wat weerin sluit dat een nauwgezette controle wordt uit geoefend op de gezondheid en de pro ductie van ieder dier afzonderlijk. Ook worden op zulke overbevolkte be drijven grotere eisen gesteld aan de huis vesting en de verzorging, want niets mag aan het toeval worden overgelaten. Onder die omstandigheden is het aan te nemen dat hier nog winst en zelf nog een goede winst wordt gemaakt. Men zou kunnen opmerken dat op geen enkel bedrijf wat aan het toeval mag overgelaten worden. Dat zou na tuurlijk zo moeten zijn. Maar de practijk geeft gewoonlijk wat anders te zien. Wij tellen vast dat sommige mensen op on verantwoordelijke wijze omspringen met voeders en meststoffen. Dat een boer 1.000 fr. per week uitgeeft aan allerlei grondstoffen is op zich zelf nog niet zo erg, als hij deze grondstoffen maar doelmatig op de juiste plaats aan wendt. Maar wat te zeggen over boeren die grote kosten maken en achteraf niet het minste benul schijnen te hebben van de manier waarop de aangekochte pro ducten moeten gebruikt worden. Ik denk hier bv. aan de talrijke silo's, waar heel wat geld is ingestoken en die nu onge bruikt blijven liggen. Ik ken een geval waar een pracht van een mbdelkoestal werd gebouwd, maar waarin vee staat dat voor drie kwart tuberculose is. Een andere kategorie, en deze is door gaans nog veel verder van de juiste weg, is deze die iedere uitgave aanziet als een verlies. Iets aankopen aanzien ze als er ger dan de dood, zonder zich daaibij re kenschap te geven van het feit dat de grondstoffen toch moeten aangekocht worden willen goede opbrengsten ver kregen worden. Deze kategorie bepaalt zich dan bij voorkeur tot het aankopen van de grootste rommel die er te krijgen is, alleen omdat die het minst kost. En achteraf blijken ze dan gelijk te krijgen als ze zeggen al die gekochte bazar is weggesmeten geld. Men kan nu wel van oordeel zijn dat een wekelijkse uitgave van 1.000 fr. (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolomI Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn Het overnemen van artikelen zonder Handregister Aalst Nr 145. Nr 1425.93. verantwoordelijk voor hun bijdragen aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 1