Moeilijkheden met
de teelt van Schorseneer,
Landbouwers,
Voor uw blad De Koornbloem
Suikerijpeën.
MELKVET
Boer Wannes
tegen Appelterre 118 -1
hebt U reeds een nieuw lid aangeworven
2
DB KOOftNBLGEM -
17 Jan.
1353
(Vervolg van le bladzijde)
goeie kant te krijgen liet ik hem ne keer
stoppen. Naar hij zelf zegt, kan hij beter
klappen als hij een pijp smoort. En ik
vertelde hem dan dat geval van Appel
terre, toonde hem aan dat zijn evangelie
dezen keer niet opging en dat ze in Ap
pelterre beweerden dat hij nen babbelaar
was.
Ik heb u vroeger al eens verteld dat
Wannes een onberekenbaar karakter
heeft. Dat bleek weer voor de zoveelste
Dat is zeker Appelterre. vroeg hij,
terwijl hij mij zijn rookstel onder de neus
duwde. En daarbij bekeek hij mij zo dub
belzinnig, precies als wilde hij zeggen,
dat ik mij voor wat tabak had laten uit
kopen.
Wat ik daar allemaal op te zeggen
heb? schikte hij... en met een breed ge
baar klopte hij zijn pijp uit tegen zijn
hielen, ging met zijn grote klompen op
het vunsende hoopje tabak staan, zo met
een air van zoveel is heel die praat van
Appelterre mij waard. En dan viste hij
zijn varkensblaas uit zijn zak, stopte op
nieuw, deze keer met eigen gewin, fleur
de matras van achter de schuur, noemt
Wannes dat.
Terwijl hij achter zijn kachel kroop
lokte hij zo genoeglijk en blies hij zo
zelfgenoegzaam dikke wolken uit, zodat
hij met woorden riet duidelijker kon zeg
gen dat hij aan heel die 2-0 van Appel
terre feestelijk zijn broek veegde.
Intussen begon de drukdoenerij van
Wannes op zijn zenuwen te werken en
ik stelde hem rechtstreeks voor de
vraag
Hewel, Wannes, wat hebt ge daar
op te zeggen Die samenwerking ginds
in de tabakstreek stelt u toch helemaal
in 't ongelijk, als gij wilt volhouden dat
de boeren niet kunnen of niet willen
samenspannen.
't En doet, man, 't en doet, ant-
woorde hij. Als ze in Appelterre menen
dat ze mij geklopt hebben met 2-0 dan
zijn ze er glad nevens. Ik zal u ne keer
wat vertellen. Ik weet van dat geval van
Appelterre af. Al van in 't begin heb ik
tegen ons Mie gezeid nu ben ik wel
eens kurieus of dat zal pakken. En dat
ze daar in Appelterre voor ne keer hun
verstand hebben gebruikt dat zegt nog
niet alles. Ene zwaluw maakt de zomer
nog niet.
Veleden week had ik hier ne verre
kozijn uit Outer, die nieuwjaar kwam
wensen. Zo een van ons Heer zijn zeven
goeie. Hij had ook zo'n brief gekregen
van den Openbaren Onderstand en
natuurlijk niet beter gevonden dan met
de broek vol het epistel te ondertekenen
en weei1 te zenden. Hadden ze hem 5
keer de pacht van 39 gevraagd hij zou
nog in staat zijn er mee 't akkoord te
gaan. Puur en alleen uit schrik. En 't is
over dat kaliber dat ik beweerd heb dat
ze kontent zijn van de pachten. En dat
hij zeker geen uitzondering is, zal ik u
seffens wel aan 't verstand brengen.
Ik heb hem ook gevraagd waarom hij
zo maar, zonder slag of stoot dat papier
ondertekend heeft. Waarom dat hij, ge
lijk die mannen van Appelterre, niet
heeft geprotesteerd. Daar het voor hem
toch ook voordeliger was, maar 2 keer
de pachtprijs te moeten betalen, enz. En
zo heel geheimzinnig wist hij te vertellen
dat die grote jannen met hunnen brief
hunnen kop wel zouden intrekken als ze
binnen twee jaar hunnen opzeg Ikregen.
En dat ik hem uitgescholden heb voor
ezel en met handen en voeten uitgelegd
dat de pachters door de pachtwet wor
den beschermd en dat ze die mannen uit
Appelterre niets konden doen, dat alle
maal kon hem niet van zijn stuk bren
gen. Hij was er van overtuigd dat hij de
slimste geweest was, met in zijn zakken
te laten zitten. Hij wist daarbij ook nog
te vertellen dat van de 119 pachtoven
met omliggende land, die de Openbare
Onderstand over gans de streek ver
pacht, slecht het pachthof van Appel
terre en de daarvan afhangende pachters
alleen had geweigerd 2,5 keer de pacht
van 39 te betalen. En dat er dus 118
voor akkoord hadden getekend. Als ze
nu in Appelterre meenden dat ze nen
hoogvogel hadden afgeschoten, dan
zouden ze daar rap gewaar worden dat
heel die historie in Gent zeker niet op
ne kouwen steen gevallen was, enz.
'k Heb het u al gezegd, die kozijn
van mij, dat is een van de zeven goeie. Hij
moest alleen maar geboren zijn in de tijd
van Maria-Theresia.
Ik weet het, zei Wannes. Appel
terre heeft daar een schoon voorbeeld
gesteld en de bond van Aalst heeft daar
een goed werk gedaan. En om zijn
goedkeuring nog meer kracht bij te
zetten klopte hij zijnen fleur de matras
uit en stopte opnieuw met de mijnen.
Nog zo slecht niet, zei Wannes. En
als alle boeren op die manier te werk
moesten gaan, dan zou er allicht iets uit
kunnen voortkomen, als ze maar 't ver
stand hadden van in tijds bij hun vereni
ging om raad te gaan en dan goed naar
die raad te luisteren en daarbij dan
onder mekaar goed overeenkomen. Ge
zoudt ne keer zien hoe dat alles zou ver
anderen. Daarom wens ik die mannen
van Appelterre proficiat, en hunnen
zaakvoeder Raymond en Redt U Zei
ven eveneens.
Maar ge moet nu niet peinzen dat
dit wil zeggen dat ik 't akkoord ben met
die uitslag van uwe voetbalmatch. Ge
zijt ne scheidsrechter van de hond zijn
broeg. 2 0 1 Waar haalt ge dat uit, man 1
De uitslag moet zijn 1-118 in mijn voor
deel. Een doelpunt hebben de boeren
gemaakt, de verstandige boeren. Maar
de dwezerikken hebben er 118 laten ma
ken, door met de bibber op 't lijf een
brief te ondertekenen en in hun zakken
te laten zitten.
En tussen haakjes, zei Wannes, als
ge meent dat ge daar veel eer van zult
halen, met scheidsrechter te spelen in
boerenkwesties, ik heb eens in de gazet
gelezen dat de scheidrechters gewoonlijk
de meeste schoppen krijgen. Vergeet dat
niet.
Deze week bij een bezoek aan onze
zaakvoerder te Oudegem troffen we
aldaar enkele boeren, 's Winters blijft
ne mens wat gemakkelijker rond een ge
zellige kachel hangen. De boeren heb
ben een stondeke tijd om op adem te
komen, meevallen en tegenkomsten van
het voorbije seizoen worden in 't lang en
in 't breed uitgesponnen en de ene kan
allicht profijt trekken uit de ervaringen
van de ander.
Men maakt zich kwaad bloed over de
varkensprijzen, men schimpt op de land
bouwpolitiek van de regering, doch al
dra schuift het gesprek tot bij de twee
specialiteiten van de Oudegemse boer
de teelt van ajuin en schorseneren. En
niet zonder reden deze beide teelten,
welke sommige jaren, als 't meevalt, een
flinke duit kunnen opbrengen, beginnen
meer en meer kopbrekens te bezorgen
Men heeft te kampen met allerhande
moeilijkheden.
Vele ajuinvelden bv. werden dit jaar
aangetast door de made van de ajuin-
vlieg. De aangerichte schade is zeer aan
zienlijk geweest. Deze Zomer hebben
we daarover reeds geschreven en zaad
ontsmetting met D.D.T. en gomoplos-
sing als het enige doeltreffend bestrij
dingsmiddel aangewezen. Er wordt ver
nomen dat enkele boeren deze behande
lingswijze zouden toegepast hebben en
zeer goede resultaten hebben bekomen.
Iedere ajuinkweker weze dus op zijn
hoede en zaaie geen ajuin zonder vooraf
het zaad te hebben ontsmet.
Met de schorseneren is het iets hele
maal anders en wat erger is voorlopig
staan we er nog machteloos tegenover,
toch wat rechtstreekse beschrijving op
grote schaal betreft.
De verschijnselen zijn op de wortels
komen witte knobbels voor en ook aan
de fijnere zij worteltjes zijn deze kleine
bollekes te bespeuren. De planten
groeien niet door en de opbrengst blijft
gering. De kwekers menen dat op be
paalde percelen de grond er uitgeput is
door het te dikwijls terugkeren van de
schorseneren op dezelfde plaats. Wie zo
redeneren hebben voor meer dan de
helft gelijk in die zin dat door het altijd
maar terugkeren van dezelfde vrucht
aan bepaalde parasieten de kans gege
ven wordt zodanig te vermenigvuldigen
dat sommige percelen totaal worden
overwoekerd bij zoverre dat normale
opbrengsten van die vrucht worden ver
hinderd.
Het optreden van die mislukkingen
met schorseneren is dus niet te wijten
aan uitputting van voedingstoffen zoals
wordt verondersteld. Dit ware trouwens
in de meeste gevallen betrekkelijk vlug
te herstellen. De oorzaak is een zeer
klein diertje, het wortelknobbelaaltje
(Heterodera Marioni Goodey). dat woe
kert in de grond endoor steeds opnieuw
het gepaste voedsel te vinden te iange-
laatste talloos in de grond aanwezig is.
Bestrijding is enkel mogelijk door ge
durende verscheidene jaren op aange
taste percelen geen schorseneren te
verbouwen. Een goede vruchtafwisseling
kan eveneens een sterke aantasting voor
komen. Volgens sommigen is het ten
zeertse af te raden schorseneren uit te
zaaien in tomatengrond. Meer valt
daarover niet te vertellen.
Het belang van de vruchtafwisseling
treedt echter nogmaals naar voor. Dat
vraagstuk stelt zich van langsom meer
in die streken waar aan speciale teelten
wordt gedaan ajuin, schorseneer, wit
loof, porei, aardbeien, enz. Het zij toe
gegeven dat een goede verhouding in de
I vruchtafwisseling er niet altijd gemak
kelijk is toe te passen omdat het gemeen
lijk de kleine bedrijven zijn die deze
teelten verbouwen en deze teelten juist
de leefbaarheid van die bedrijven uit
maken. Met een beetje goede wil zou
echter ongetwijfeld heel wat bereikt
worden.
In dat verband is het nuttig erop te
wijzen dat vele gronden welke door onze
boeren als ongeschikt bestempeld wor
den voor schorseneren toch voor deze
vrucht kunnen gebruikt worder^ mits de
nodige zorgen eraan toegediend wor
den. Lichte zandleemgronden en zand
gronden, indien niet drassig, zijn ge
schikt voor de teelt van schorseneren.
Wel dient erop gewezen dat de grond
zeer humusrijk hoeft te zijn. Indien dit
niet het geval is kan men dit na enkele
jaren verkrijgen door het geven van
groen bemesting of toedienen van stal
mest. Het jaar van de uitzaai enkel goed
geteerde stalmest gebruiken om te voor
komen dat de wortel zou vertakken.
Wat de zuurheidsgraad betreft groeit
de schorseneer het best op een neutrale
tot licht zure grond. In veel gevallen zijn
die zogezegd ongeschikte gronden wel
licht wat overdreven zuur soms. Een
goede bekalking is hier aangewezen.
Het ware zeker interessant dat enkele
boeren eens het voornemen maakten die
gronden te laten ontleden. Benevens de
kalkbehoefte wordt dan ook aangegeven
welke andere voedingstoffen voor die
bepaalde grond moeten gebruikt worden
om met de meeste kans op welslagen
een goede oogst te bekomen, want de
schorseneer is een vrucht die zeer dank
baar is voor een ruime voorziening van
voeringsstoffen.
Benevens goed geteerde stalmest is
het aan te raden in normaal vruchtba
re gronden de voedingstoffen aan te
vullen met
1) Potas. Liefst onder vorm van 300
kg zwavelzure potas of 5 a 600 kg pa
tentkali per ha.
2) Fosfoor. Van deze voedingsstof
bezige men 5 a 600 kg superfosfaat of
metaalslakken.
3) Stikstof. Aangezien deze plant in
de zomer goed moet groeien is het wen
selijk 4 a 500 kg chilinitraat of sodani-
traat per ha toe te dienen. Dit moet
echter in verscheidene keren gebeuren.
Ten slotte merken we nog aan dat
het voor de schorseneren van zeer groot
belang is een deugdelijke grondbewer
king vóór de uitzaai uit te voeren. De
grond moet' aiep geroerd en goed ver
kruimeld zijn. Men vermijde ook uit te
zaaien wanneer de grond nog zeer killig
is. Regelmatig schoffelen en de grond vrij
houden van onkruid is van groot belang
tijdens het groeiseizoen.
Onze zeer gekende prima suikerij
peën zijn weer in onze magazijnen be
schikbaar in pakken van 5 kg.
Liefhebbers van een lekker tas koffie
bestellen bij ons hun peën.
Het melkvet voorkomt en geneest alle
kloven en bersten die het melken voor de
koeien zeer pijnlijk maken. Hrt melken
met melkvet is niet alleen veel gemak
kelijker maar ook zeer hygiënisch.
Te verkrijgen in dozen van Vs kg.