De Huishuurwet voor 1953.
Waarheen met onze
Jonge Boeren
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 24 JANUARI 1953.
Verschijnt iedere Zaterdag
32ste JAARGANG Nr 1547
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
O. CAUDRON.
Op welke eigendommen is de wet
van toepassing
4.000
2.400 -
dmth tiX&iiimmwsMt&M&ÊlÊMÊÊtÊÉaitm*ÊÊBlËIÊÊÊIKËm
De
oornbloem
Beheer Zeeberg kaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Postcheckr. S. M. Redt U Zei ven
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
Het overnemen van artikelen zonder
Handregister Aalst Nr 145.
Nr 1425.93.
verantwoordelijk voor hun bijdragen
aanduiding der bron is verboden.
De wet van 29 December 1.1. (Stsbl.
31 December) behelst de uitzonderings
bepalingen welke, behoudens nieuwe
verlenging, zullen van toepassing zijn
tijdens het jaar 1953 inzake huishuur.
De nieuwe wet brengt wijzigingen aan
de samengeordende wetten van 10
Maart 1952 welke een samenbundeling
zijn der huisbuurwet van 20 December
1950 die wij uitvoerig hebben toegelicht
in De Koornbloem van 3 Februari en
10 Februari 1951 en der huishuurwet
van 1 juni 1951. Zij is een nieuwe stap
naar het herstel der vrijheid bij het slui
ten van huurovereenkoms'en.
In deze bijdrage zullen wij een beknop
te uiteenzetting geven der bijzonderste
bepalingen van de nieuwe wet, om te
voldoen aan het verlangen van meerdere
leden uitgedrukt op de zitdagen van
de rechtskundige.
De wet is enkel van toepassing op de
huizen die dienen als woongelegenheid.
De handelseigendommen en landelijke
goederen, waarin begrepen de hofsteden,
zijn dus aan de hutshuurwet niet onder
worpen. De eerste zijn onderworpen
aan een bijzondere wet, de landelijke
pachtwet. Als hofsteden dienen be-
Gemeenten
Gemeenten der Brusselse agglomeratie
Gemeenten met meer dan 100 0C0 in
woners en agglomeraties van Antwer
pen, Gent, Luik en Charleroi
Gemeenten met 20.000 tot 100.000 in
woners
Gemeenten met minder dan 20.0C0 in
woners
Benevens deze verlaging van de huur
waarde 1939, zijn een groot aantal
gemeenten waar geen woningnood meer
bestaat uitgesloten van de toepassing
der wet.
Het is ons echter niet mogelijk hief
deze lange lijst van gemeenten uit het
Staatsblad over te drukken.
Opzegging en wijziging van de
huurovereenkomsten.
Voor de huurders die, ingevolge
hoger vermelde verlaging van de huur
waarde 1939 niet meer kunnen genieten
van de wet, kan de eigenaar echter niet
dadelijk de huurprijs vermeerderen of
het huurcontract opzeggen.
Hij dient hiervoor volgende voor
schriften der wet in acht te nemen
1) Hij moet bij aangetekend schrijven
of deurwaardersexploot opzegging doen
of aanzegging van de nieuwe huurpiijs
minstens zes maar den vóór de verjaar-
aatum van de ingenottreding door de
huurder. Het is enkel op deze verjaar-
datum dat de opzegging of gewijzigde
huur uitwerking heeft.
schouwd de eigendommen die benevens
de woongelegenheid voor de pachter,
ook bedrijfsgebouwen van enige beteke
nis omvatten voor de uitbating van het
landbouwbedrijf.
Zoals hoger gezegd beoogt de nieu
we wet geleidelijk terug te keren naar
het herstel der vrijheid inzake huurover
eenkomsten.
Met dit doel beperkt zij de ruimere
schaal dan in vorige wetten de catego
rieën van huurders die kunnen beroep
doen op de uitzonderingsbepalingen.
Vallen aldus buiten de toepassing der
wet
1) de huizen of gedeelten van huizen
die vrij gekemen zijn door het over ijden
door de schuld of de wil van de huur
der;
2) de huurovereenkomsten betreffende
onroerende goederen of gedee ten ervan
aangegaan met de staat, de provinciën
en de gemeenten.
Verder wordt de jaarlijkse huurwaar
de op 1 Augustus 1939 verlaagd voor
de buizen of gedeelten ervan die voor
taan van de wet zullen kunnen genieten.
Onderstaande tabel geeft deze nieuwe
huurwaarde bij vergelijking met deze
welke van toepassing was in 1952 voor
de verschillende reeksen van gemeenten:
Huizen Gedeelten v. huizen
1953 1952 1953 1952
8.0C0 fr. 12.000 fr. 6.000 fr. 9.000 fr.
6.000 10.000 5.400 8.000
5.400 8.000 4.500 7.000
Indien deze verjaardatum valt in de
eerste zes maanden van het lopend jaar,
dan zal de opzegging of de nieuwe huur
prijs enkel in toepassing treden na een
verloop van minstens zes maanden na
het verstrijken der maand tijdens dewel
ke de eigenaar de betekening aan de
huurder heeft gedaan.
Deze opzegging bedraagt minstens
één jaar voor de huurders die ten minste
vier met hen wonende kinderen ten laste
hebben op tet tijdstip der opzegging.
2) De huurder, die uitgesloten is van
het voordeel der wet ingevolge voor
melde verhoging der huurwaarde 1939,
kan zich verzetten tegen de opzegging
hem betekend door de eigenaar en de
verlenging van de huur bekomen mits
zich tegenover hem te verbinden een
normale huurprijs te betalen, zulks vanaf
de daium van het jaar 1953 die overeen
stemt met de datum van zijn ingenottre
ding, doch ten vroegste op 1 Juli 1953
of 1 Januari 1954 naar gelang de opzeg
gingstermijn, zoals hoger gezegd, 6
maand of één jaar bedraagt.
I, (Zie*m vervolg 5e bladz. le kolom)
Ik heb met veel belangstelling het
artikel gelezen dat onder deze titel in
De Koornbloem van 3 1-53 versche
nen is, alsook het artikel dat door een
andere klok geschreven en verschenen
in de uitgave van 10 1-53, de bevesti
ging en de aanvulling is van het eerste.
Immers, beide artikelen hebben de
zelfde grondslag de oplossing van het
gestelde vraagstuk door het meer renda
bel maken van onze landbouw enerzijds,
en door uitwijking anderzijds.
Het is, volgens mijn bescheiden me
ning onmogelijk het vraagstuk op te
lossen zonder beide methodes gezamen
lijk toe te passen.
Wanneer wij nochtans in gesprek met
onze jonge boeren het woord uitwij
king durven naar voor brengen, dan
stuiten wij meestal op een gebrek aan
belangstelling dat wij juister vrees zou
den noemen. Het blijkt dat onze land
bouwers terugdeinzen voor een beslis
sende stap, waarvan de uitslag toch
altijd een groot vraagteken blijft.
Iedereen kent immers gevallen van
uitgeweken landbouwers die naar Frank
rijk, Ca-ada, Argentinië, of Congo trok
ken en die na enkele jaren, verarmd en
ontmoedigd, verplicht waren naar het
vaderland terug te keren, en dat voor
beeld schrikt onze jonge boeren begrij
pelijkerwijze af.
Nochtans moeten wij er onmiddellijk
op wijzen dat de meerderheid van de
uirgeweken boeren wel geslaagd zijn,
wel een degelijk bestaan leiden en geld
verdienen, veel meer zelfs dan in het va
derland mogelijk was. i
Waaraan zijn deze mis'ukkingen dan
in hoofdzaak te wijten 7 Het antwoord
op deze vraag is tamelijk ingewikkeld,
en soms kunnen verscheidene oorzaken
tesamen een rol spelen in deze slechte
gang van zaken. Ik geef hieronder de
voornaamste aan, die zeker 9 op de 10
gevallen verklaren.
1. Overname van een bestaande boer
derij aan een veel te hoge prijs, in ver
gelijking tot de hoedanigheid van de
overgenomen gebouwen, alaam, en vee.
Hier worden onze boeren die de vreem
de taal. de omstandigheden, de ligging
en tal van andere elementen niet ken
nen, vaak om de tuin geleid door ge
wiekste maar niet steeds zeer eerli]ke
tussenpersonen.
2. Gebrek aan het nodige kapitaal om
de zaak op dreef te houden tijdens de
eerste en moeilijke periode na de over
name. Dit is dikwijls het gevolg van het
feit dat een boer die over de nodige
gelden beschikt om een gemiddelde
boerderij van 20 a 30 hectaren over te
nemen, aan de verleiding toegeeft om er
een van 50 of 70 hectaren in het bezit
te krijgen, met het noodlottig gevolg dat
de overname zelf el zijn beschikbare
fondsen opslorpt, en er niets overblijft
om de tijd te overbruggen die hem
scheidt van het ogenblik dat de boerderij
begint op te brengen.
3. De verkeerde keuze van het bedrijf
zelf, dat een slechte ligging heeft of
waarvan de gronden onviuchtbaar, te
droog of te vochtig zijn, zodat een paar
opeenvolgende misoogsten de boer ten
gronde richten. Wij houden eraan bij
dit punt even stil te staan om er gebeur-
iijke liefhebbers attent op te maken dat,
bij voorbeeld in Frankrijk veel bedrij
ven braak liggen omdat de gronden niet
goed zijn. Het is dus van belang zich
steeds af te vragen, en betrouwbare
inlichtingen in te winnen over de oor
zaak waarom het bedrijf beschikbaar
komt. Een dergelijk met zorg en voor
zichtigheid ingesteld onderzoek kan
velen een ramp besparen.
4. Het gebrek aan vak- en handels
kennis van de boer. Het is immers van
zelfsprekend dat, indien er n boer hier te
lande op de hoogte moet zija van zijn
vak, hij des te meer moet zijn in het bui
tenland, waar de omstandigheden van
klimaat, de teelten zelf, en de handels-
en levenswijze van de bevolking soms
zeer erg verschillen van de onze.
Bij al deze werkelijke gevaren die men
te omzeilen heeft bij een gebeurlijke uit
wijking, voegt zich de zeer kenschet
sende karaktertrek van onze vlaamse
boeren, namelijk de behoefte aan zeker
heid, en het daaruit voortvloeiende
wantrouwen tegenover nieuwe mensen,
nieuwe methodes en een nieuwe totaal
onlekenie omgeving. De boer wil ze
kerheid hebben en wil zijn eigen midden
zoveel mogelijk bewaren.
Hoe nu deze verlangens van onze tot
uitwijking bereide landbouwers te vere
nigen met de werkelijkheid 7 Congo 7
Ver van hier, een onbekend land, de
opbrengsten moeten vervoeren over een
paar duizend kilometer om ze aan de
man te brengen onbekende teelten, een
onbekend klimaatde rol die gespeeld
wordt door enkele grote koloniale ven
nootscheppen die erg op winst belust
zijn, en waarvan de teler zowel voor het
vervoer als voor de aankoop van zijn
produkten afhankelijk is Dan maar
liever voortsukkelen zoals wij bezig zijn;
zeggen de boeren.
En hier juist begint de rol die de staat
in het uitwijkingsprobleem naar Congo
zou moeten spelen. Er zijn voor onze
boeren mogelijkheden, en zelfs zeer grote
mogelijkheden in Congo, maar wat moet
er gedaan worden om deze mogelijkhe
den die toch maar in theorie bestaan, in
ons bereik te brengen 7
Zie vervolg 2e bladzijde le kolom.