KADUIN
m
Meer tarwe in de
wereld.
Landbouwers,
D'Hoker Gebroeders
mere
Gemotoriseerde
LANDBOUW
Aardappelsorteerders
Ploegen Eegden
Maaimachienen
Douchen Pompen
Aaltonnen
Karren
op luchtbanden enz.
6
DB KOORNBLOBM - 24 Jan. 1953
door JEF SCHEIRS.
Die ogen hij kon ze, met er op te
peinzen, zo klaar en zo effen in zijn kop
doen zitten, die ogen, die verdomse
schone ogen vol zoetheid opstarende
naar hem, zo eerlijk, zo rein en zo maag
dekens-zuiver als de ogen van een Lie
ve-Vrouw.
En 't ende van zijn mijmering en zijn
verzuchting was elke keer dat hij een
grote slag moest slaan hij moest er
eerst ne keer goed en lang tegen klap
pen en als 't van weerskanten goed
stond en vast besloten, dan zo gauw
mogelijk 't vuur in de wind gesteken en
getrouwd, al was 't tegen de goeste van
zusterkes of paster of Paus, of al was hij
daarmee zijn werk kwijt.
Daar waren travaux, en 't Franse was
daar hij wist dat hij werken zou voor
twee en zo goed zijn stuk kon staan als
de felste van de parochie.
En toen, in zijn zucht om zijn lieveken
week te maken en haar te believen en
om haar eigen felle liefde te doen zien,
had hij iets uitgepeinsd.
Hij wist waar Tieleken zat in de naai
school, op de eerste root dat had hij
elke week, twee-drij-keers door de rui
ten afgelonkt, maar hij en wist niet goed
hoe dat het daar eigelijk allemaal ineen-
zat daar binnen hij moest dat goed
weten en op een achternoen dat zuster
Justienedaar alleen aan 't futselen stond,
was hij binnengegaan met 'n slimmig
heid dat hem docht
Zuster Justiene, ik kom uw school
ne keer afkijken als ik mag, zei hij
lachend, en hij trok meteen pijp en toe-
bakzak uit, zuiveruir om haar te doen
zien, dat het meest was om zijn pijpuur
te verdoen.
Zuster Justiene antwoordde niet al te
snel, tegen haar gewoonte in ze keek
heel diep in Kaduin zijn ogen, die ook
tegen zijn gewoonte in. niet en zocht
van weer te kijken en liever zijn toebak-
zak bekeek dan 't zusterken.
Dat's goed, zei ze fijntjes tegen
Kaduin, ik ben blij jongen dat ge belang
stelt in mijn klas, en in 't naaiwerk... Of
is 't in de naaistertjes dei 1 spotte ze.
Als een vreemde wonderheid viel dat
open Kaduin hefte zijn ogen op en be
zag het zusterdingsken om te bespeuren
op haar wezen waarom of waarvoor ze
dat zeihij voelde het schaamtebloed in
zijn gezicht springen... zou ze misschien
van de knepen weten 't Was de
fijnste van allemaal en ze had meer ver
stand als heel 't klooster t' hope, had
Pier Roen nog gezegd 1... of was 't om
hem aan 't klappen te krijgen of dier-
ven de zusterkes of zij, zuster Justiene,
ook over jongens of meiskes klappen en
over vrijen en trouwen of was dat
nu geen zonde voor haar 1 en ook geen
voor hem... of...
Al gepeinzen die als een hemellicht in
zijn kop vielen en hij moest antwoorden
en wist niet wat.
Maar ze foezelde alreeds voort zon
der nog iets te zeggen of omme te kijken,
Kaduin voelde nu een dingen en 't deed
hem plezier dat ze in geval hij van
trouwen zou spreken later, dat ze dat in
't klooster niet kwalijk zouden inzien,
dat hoorde hij aan zuster Justiene.
Toen keek ze weer omme en ze lachte
nu weer vriendelijk en open, zonder ge-
dokene gedachten in haar lach een blij
de minzame lach vol genegenheid en
vriendschap.
En nu hebt ge nog niemendalle
gezegd, Kaduin, wat dunkt u van mijn
naaischool.
't Is schoon, zei Kaduin haastig en
hard aan zijn pijp dampende, schoon
maar wat er eigenlijk schoon was, wist
hij niethij zat maar met een dingen in
zijn kop waar zou Tieleken heur stoel
eigenlijk staan en haar naaigerief.
Hij had gepeinsd al inkomende dat hij
gemakkelijk alles zou gezien en geweten
hebben wat hij geerne wou weten, maar
nu voelde hij dat het een beetje lastig
was en dat hij verdomd, niet wist hoe
dat in gang te steken.
Hij had zich neergezet op een stoel en
tastte mijde aan een naaikussen dat voor
hem op de tafel stond tussen ellegoed en
ander gerief.
Dat's zeker van een grote kleer
maakster, dees
Dat is van Rozeken Meganck, zei
zuster Justiene, en dan wees ze in de
eerste root op een stoel en naar de tafel
waar een schamele rok lei. opengepeu
terd en uiteen, gereed om weer sterker
en beter ineengestoken te worden, en
dat, zei ze, dat is van Tieleken. dat is de
beste naaister uit mijn school... en dan
had ze weer naar Kaduin gekeken heel
fijnekes en heel diep in zijn ogen en
vreemd gelachen.
Maar Kaduin voelde de plotse blij
heid en zag het niet hij zag het fijne
houten naaikussen van Rozeken Me
ganck staan, blinkende al buiten van
rode rijkdom en zoete houtstrepen en
zag meteen het naaigerief van Tieleken
in 'n simpele papieren doos gestoken en
'n paar tuiten twijn liggen daarneven
hij zag haar armoede aan schoon naai-
dingen en toen was er plots iets door
zijn kop gevlogen, iets dat hem wonder
baar blijde deed zijn en fier om zijn
vondst.
Hij wist nu genoeg en hij voelde dat
hij hoe eerder hoe beter weer uit de
school moest, om zijn eigen niet te ver
raden hij keek weer naar zuster Justiene
en hij vond plots en zag nu duidelijk
met een keer dat haar ogen en haar
gezicht zo helemaal anders keken en
deden als naar gewoonte.
Een beschamend gevoel dreef op in
hem, een verlegenheid, een voorgevoel
dat hem verwittigde dat zuster Justiene
iets wist van zijn liefde en dat hij moest
oppassen om zijn eigen niet verloren te
klappen tegen dat klein dingsken.
Ja, 'k ga voortwerken in de hof,
sprak hij gulhartig 1
Zo gauw reeds, en gij hebt nog
niets gezegd noch bekeken, zei ze.
Hij trok zijn schouders nen keer op,
trok een toot met zijn mond en zei al
luidruchtig uitgaande allemaal onno
zelheid, wat verstand heb ik daarvan, hel
Zuster Justiene lachte en foefelde
voort al doende aan al haar kleine be-
zigbeidjes, zag Kaduin uitgaan en keek
hem achterna, schudde haar kop en haar
kap nen keer en peinsde in haar eigen
O gij simpele jongen, 'k wete wel
iet 1
Kaduin haastte zich om in de wijde
lochting te komen en alleen en ongezien
te zitten met een gretigheid trok hij zijn
geldbeugel uit en telde zijn preê twee
en vijftig franken zou dat genoeg zijn
om een van de blinkende naaikussens te
kopen gelijk er in 't dorp voor de win
kelvenster stonden een nieuw rijk naai
kussen voor zijn lief dat was zijn vondst,
de uiting van zijn liefde de gave van
zijn hert dat plots opgekomen was bij
't zicht van haar simpel gerief.
En Tieleken was de beste, zei zuster.
Justiene, en ze is de felste en de mooiste
een schoon dingske zuchtte en voelde
hij binnenwaarts meteen gevoelde hij
nu hoe geerne hij haar zag, hoe gewel
dig zijn goesting was en zijn verlangen
om haar te hebben, en hoe plezierig het
was te beminnen en bemind te worden
Een felle brok schoon joelend leven
was zijn hert, met een uitzicht van rijk
dom en lafenis, en met de belofte erin
van eeuwigen duur hij liet gaan en
kloppen wat ging en kloppen wou in
hem, voelde zijn hert openstaan, wijd...
en was gelukkig met zijn liefde, zijn liefde
als een lucht zó endeloos I
En toen begon hij op het naaikussen
te peinzen, en hoe hij best, en buiten de
weet van de zusterkes er ging aangera-
ken en inbrengen.
Zijn achternoen verliep er meê, en
tegen dat het duisterde, wist hij weer
met een slimmigheid weg te geraken, al
zeggende dat hij om een onnozelheidje
ging maar dat hij toch te kort kwam en
moest missen, en met een zenuwachtige
gejaagdheid, dobbel moeilijk om duiken,
ging hij uit achter zijn koop.
Hij maakte de winkeljuffer wijs dat hij
om een naaikussen moest komen voor
zuster Paula, ene die minst van al de
zusterkes gekend was, en dat hij gereed
moest betalen en dat ze niet gezeid had
van welke prijs het moest zijn.
Dat werd nu een moeilijke kwestie
voor de wiakelvrouw, en in haar genei-
righeid om de zusterkes te believen en
omwille van de kalandizie tastte ze met
haar waar en haar prijzen in 't donkere;
't dees kost dertig frank, zei ze, en dees
veertig, en dees vijftig, dat's 't duurste.
Ze had het al gezeid en Kaduin gre-
melde in zijn eigen besluiteloos keek
't wijf in zijn ogen, maar Kaduin die met
zuster Paula niet veel gewrongen zat,
stond sterling naar 't mooi geluw baks-
ken te kijken dat als 'n verlokkelijke
weelde daar in zijn bereik stond.
Hij was bij machte te betalen en hefte
uit'k zal 't schoonste meedoen zei hij
valselijk dubbend, de zusterkes zijn rijk
genoeg om te betalen, en met een haaste
legde hij de franken op de toog, en
meende zijn gekochte liefdegaaf mee te
grabbelen.
Wacht 'k zal 't in 'n gazet doen,
zei de vrouw.
Kaduin liet haar doen 't was alzo
best ook, en toen het ingepakt was,
greep hij het met een blijde monkeling
aan, zei goede avond en stapte uit, licht
en blij als een vogelke, met een wonder
schone wereld in zijn hert.
Het geluid van de doezelige avond
ronkte hem bekorend in zijn oren en
tuitte er in van vrome liefdedingen als
'n heiligheid hield hij het geluwe naai-
baksken tegen zijn hert genepen nu was
het al teer-fijne trilling in hem, vreemd
en bekorend en zoet om genieten in zijn
wonderbare tederheid hij voelde het al
geweken uit hem, wat soms nog ruig en
loeiig kon opstormen als 'n overschot
van zijn wilde jongte, om te zijn gewor
den nu, een meiskes-zachte plooibaar
heid en een rag-fijne weekheid van ge
moed.
Wat zou Tieleken nu doen en zeg
gen dat ruiste al door zijn kop met
't zoete vooruitzicht en de blijde belofte
erbij, dat haar mondeke ging zoete din
gen zeggen en vertellen, en dat haar
mooie ogen zouden opstaren naar hem
met 'n gloed erin van onzeg^elijke
schone dingen.
En daarachter ging 't geluk komen,
moest 't geluk komen, moest ze zijn
vrouwke worden.
Als hij in 't klooster binnenging, al
't achterpoortje, begon hij te schuifelen
lijk gewoonte, om geen argwaan en mis
trouwen te wekken als er bij geval 'n
goed bekend zusterke in de lochting
doolde, en ook om meteen zijn beroerde
gepeinzen en stille aandoening te duiken.
Hij was blij dat hij halverwege den
hof nog geen enkel zusterke had be
speurd 't viel meê, zo meteen was hij
in de stal en aldaar kon hij gemakkelijk
in zijn kamerken komen zonder nog ver
der ongetoef tegen te komen.
Maar hij voelde het plots tegen-
draaien verdomd 1 nu is de die daar
nog ze was anders van zijn leven niet
te zien op dat uur 1... en hij wierd plots
kinderachtig bang en verlegen van dat
ding...
(Wordt voortgezet).
Ondanks de periodisch uitgesproken
vrees dat er eensdaags levensmiddelen-
schaarste zal ontstaan in de wereld, staan
we dit jaar wederom voor tarwe-over-
vloed. het zal, volgens The Economist,
weldra blijken dat bij de hernieuwing
van het Internationaal Tarwe Akkoord
dat er wederom meer graangewassen
zullen zijn dan men tot dusverre voor
zien had.
Hoewel de oogst van de lentetarwe
werd geschaad door de droogte, ver
wacht men een uitzonderlijk ruime oogst
van wintertarwe, zowat 1250 millioen
bushels (of 100 millioen meer dan verle
den jaar). Ook de oogsten in West-Eu
ropa zullen hoger uitvallen dan het ge
middelde. De Franse oogst zou ruim 40
millioen quarters (1 quarter 290 3/4
kg.) bereiken tegen 32 1/2 millioen in
1951.
Ook Canada zou een record bereiken
indien het weder nog een paar weken
gunstig blijft. Ook de Italiaanse zal
hoger zijn dan in 1951. Argentinië dat
wegens zijn mislukte oogsten, tarwe
moest invoeren uit de Verenigde Staten,
zal vermoedelijk dit jaar een overschot
hebben voor export.
Noord Amerika zal dit jaar een tar-
we-reserve hebben van 1.400 millioen
t chepels.
Dit betekent niet dat de prijzen zullen
zakken want in de Ver. Staten heeft
men het landbouwprijzenplan dat zijn
sporen verdiend heeft in de prijssteun
en in Canada liggen de prijzen gebon
den aan het Internaal Tarwe Akkoord
op 180 cents per bushel (1 b. 36 kg.
347) waartegenover de vrije marktprij
zen nog iets hoger liggen.
De vraag naar deze 1.400 millioen
bushels reserve zal wel heel gering zijn
ook naar het Verre Oosten zal er wel
heel wat minder moeten geleverd wor
den om de plaatselijke oogst aan te vul
len, daar ook andere tarwe-exporterende
landen aan de markt zullen komen.
Landbouwers I
bezoekt van
15 tot 22 Februari
1953
in de
Eeuwfeestpaleizen
Brussel
het
33s" Internationaal SALON
van de
voor Uwe
Koopt in vertrouwen bij t
Secretariaat Generaal 29, Spastraat, Brussel