Onze landbouwtakken in crisis. West-Duitsland als afzetgebied voor onze Land- en Tuinbouw. vlierzele" HOPPLANTERS WAARBEKE. F. VEREECKEN, k,ra™!'J!i„E'^d,8,n' Verzekeringen* 2 DB KOORNBLOBM - 31 Jan. 1953 Enkele beschouwingen rond een parlementair antwoord. (Vervolg van le bladzijde) De vraag van de Heer Van den Eyn- de oorspronkelijk in het Nederlands ge steld vermeldt toch uitdrukkelijk «cicho- reibonen» zijnde het product dat na het branden dient voor toevoeging aan de koffie. Doch in de Franse vertaling van de vraag lezen wij Chicorée-witloof Daar de Minister van Landbouw een Waal is, heeft hij ongewijfeld zijn ant woord verstrekt op de Franse vertaling van de vraag gesteld door de Heer Van den Eynde en aldus de toestand van het witloof behandeld. Wat nu de cichoreibonen betreft, hebben wij in meerdere bijdragen in De Koornbloem gewezen op de onhoudbare toestand van de teelt, die vooral in West-Vlaanderen wordt beoefend. Voorzeker, zulks werd trouwens aan getoond door vooraanstaande personen uit de middens van drogers en branders die, na onderzoeken in het buitenland dienaangaande merkwaardige verslagen hebben gepubliceerd, dienen ook in deze bedrijfstak verbeterde uitbatingsmetho des ingevoerd. Deze bestaan in de teelt van de best geschikte cichoreiwortels en in de verbetering bij het drogen en de be reiding der bonen. Niettemin blijft het waar, dat de overrompeling van onze markt door cichoreibonen uit Polen en andere landen met lage levensstandaard de bijzonderste oorzaak is van de ineen storting der prijzen van de inlandse bo nen en van de verkwijning van deze Vlaamse teelt. C. Bloemen. Wat deze teelt betreft antwoordt de heer Minister Door het protocol van Luxemburg (20 en 21 October 1950) werd de invoer in België van Nederlandse snijbloemen vrijgegeven, voor zover er geen enkel recht wordt geïnd op de uitvoer van bollen en bloembollen met bestemming naar de Belgisch-Luxemburgse Unie. In Luxemburg werd ook de lijst A op gesteld waarop de snijbloemen niet voorkomen, aangezien ze vrijgegeven waren. Het weglaten van de heffing op de bloembollen moest de Belgische en Nederlandse producenten op gelijke voet stellen inzake aankoop van de bol len die als grondstof dienen voor de for- cerie tot het bekomen van bolbloemen. Die maatregel bleek onvoldoende en men werd er derhalve toe genoopt de kwestie van de invoer van snijbloemen te herzien. Besprekingen met Nederland leidden tot volgende resultaten Vanaf 16 Juli 1951 zal er een heffing door Nederland gedaan worden van 12 t.h. op de uitvoer van snijbloemen her komstig uit Nederland. Deze heffing zal berekend worden op het bruto-bedrag der verkoopfactuur aan de invoerder. De bevoegde Nederlandse overheden zullen enkel de uitvoer toestaan van snij bloemen, die op de veilingen gekocht worden. De bevoegde Belgische administratie ve instanties zullen alle nodige maatre gelen treffen met het oog op een nauw gezette toepassing van de reglementering van de leurhandel in snijbloemen op het Belgisch grondgebied. De onderhavige overeenkomst is geldig voor een tijd spanne van drie jaar, welke aanvangt op 16 Juli 1951. Niettegenstaande deze heffing is de uitvoer van Hollandse snijbloemen verhoogd. De uitvoer van verse snij bloemen uit Nederland heeft zijn hoog ste punt bereikt in het jaar 1951. Op basis van de in de jaren 1936-'37-'38 uit Nederland ingevoerde hoeveelheden snijbloemen, is de index verleden jaar tot 1223 gestegen; die verhoging schijnt nog te willen toenemen in 1952. De Nederlanders genieten tegen woordig veel mogelijkheden voor de afzet van snijbloemen in België. Integen deel hebben onze producenten maar weinig kans om hunne producten in Nederland te kunnen verkopen. Daartoe zouden onze handelaars met de Nederlanders moeten kunnen handel drijven op voet van gelijkheid. Daartoe werd in het kader Benelux de commissie Handel en Nijverheid opgericht met het doel de handel in beide landen te harmoniseren. Daarenboven zullen onderhandelingen gevoerd worden met de Nederlandse Autoriteiten en zal betracht worden de snijbloemen op de lijst A te plaatsen. Zoals wij het in meerdere bijdragen in ons blad hebben aangetoond, is het volstrekt nodig de snijbloemen te doen opnemen op de lijst A der landbouw producten die beschermd worden door het protocol van Luxemburg (minimum prijzen). Zulks is geboden door het aan zienlijk verschil der productiekosten in de twee landen (lonen, pachtprijzen, prijzen der meststoffen). Wat de leur handel betreft met Nederlandse bloe men, vragen wij dat de politie inmiddels streng optrede tegen de overtreders. Doch er is meer voor de teelt van be paalde bloemen en planten is ons land van oudsher gespecialiseerd en heeft het faam verworven in het buitenland. Wat wordt er door onze overheden gedaan om door een passende propa ganda de belangstelling van het buiten land te wekken over onze producten Nederland kan hier als voorbeeld worden gesteld. Ter gelegenheid van grootse mani festaties in de wereldsteden zorgt de Nederlandse Regering er voortdurend voor door mooi aangelegde parken en door prachtige collecties de aandacht van het publiek te vestigen op de bloe- menschat van Nederland. Indien de Hollandse bloembollen we reldreputatie hebben verworven hebben zij dit voor een deel ook te danken aan een grootse opgevatte en flink volge houden propaganda die op ruime wijze door de Nederlandse overheden werd gesteund. (Wordt voortgezet). Een afgevaardigde van de verzeke ringsmaatschappij NOORDSTAR- BOERHAAVÉ is alle le en 3' zaterda gen in ons lokaal van 10 tot 12 uur, om U kosteloos inlichtingen te verstrekken inzake verzekeringen Brand-Ongevallen Leven, waar hij voor rekening van het hoofdagentschap R.U.Z. de, zaken behandelt. Leden die zich aan voordelige prijzen potas willen aanschaffen, kunnen zich laten inschrijven bij de zaakvoerder Emiel Neuckermans. Inschrijvingen voor brokkalk, levering half Februari, bij de zaakvoerder De Clercq Frans. Het gaat in het bedrijfsleven vaak zo als in het privaat leven. Zaken welke we sedert jaar en dag moeten kennen om dat ze voor het grijpen liggen schijnen ons totaal nieuw, onbekend. Hoevelen onder onze lezers weten dat zelfs in 1936-1938 Duitsland de vierde plaats innam tussen de landen waaraan we het meest leverden Hoevelen we ten dat we alsdan 11,2 van onze to tale uitvoer verkochten in Duitsland Weliswaar leverden we in 1950 slechts 7,1 van onze uitvoer aan Duitsland of beter en juister aan West- Duitsland. Het land bleef echter nog de vijfde plaats behouden tussen de ver schillende landen waarheen onze uitvoer gericht is. Hiermede zal elke onpartijdige toe schouwer wel overtuigd zijn dat West- Duitsland nog steeds van zeer groot be lang blijft voor onze nationale economie. De verdeling in Oost en West welke het vroegere Rijk heeft ondergaan laat zich echter nog meer op landbouwge bied gelden. De reuzengrote landbouw bedrijven zijn ofwel opgeslorpt door Polen of maken deel uit van Oost-Duits land. Anderzijds behelst West-Duitsland de wereldbekende Ruhrstreek welke aan onze grenzen ligt en steeds een de gelijk afzetgebied vormde voor onze land* en tuinbouwprodukten. Deze streek is niet alleenlijk een klant die grote hoeveelheden behoeft maar bovendien koopt hij produkten welke op onze markten niet verkocht geraken of dan toch zeer moeilijk en dan ook vaak nadelig blijven wegen op de prijzen. Deze redenering geldt vooral voor vet spek, slachterij-afval, fruit van mindere hoedanigheid. Men denke nu ook weer niet te sim plistisch en beeldde zich niet in dat de Duitse markt geen kwaliteitwaar wenst, verre van daar MAAR ze is en blijft af nemer van wat wij hier te lande, vaak ten onrechte, als minderwaardig aanzien. Het feit dat we afname vinden voor deze zgz. minderwaardige produkten verhoogt de waarde onzer andere tuin en landbouwvoortbrengsels en verkleint tevens het prijsverschil bij Ivoortbrenger en verkoopprijs aan verbruiker. We kunnen al onmiddellijk een be sluit opmaken dat velen verrassend zal lijken maar echter 100 met de werke lijkheid overeenstemtDe Duitse markt kan veel beter de ekonomie onzer land en tuinbouwbedrijven dienen dan dezen van Londen of Parijs welke trouwens meestal slechts luxe-producten wensten waarvan de meesten ook thans door de Belgische massa verbruikt worden. Men kan op dit gebied geen typischer vóorbeeld vinden dan dit van de serre druiven. We hebben er dus alle belang bij de juiste toestand van de West-Duitse markt te kennen. Tot vóór 1951 leed West-Duitsland aaneen werke ijk ge brek aan koopkracht. Dank zij de grote werkkracht der be volking en de daarmee gepaard gaande ekonomische opbloei is deze nadelige toestand thans praktisch opgeheven. Tegelijkertijd heeft de Duitse regering een groot aantal voortbrengselen totaal vrijgelaten of heeft ze door speciale akkoorden met België er in toegestemd bepaalde producten te laten invoeren. In de eerste trimester van 1952 wer den vergunningen toegestaan als volgt 1.500.000 fr. voor voorttelende paar den 25 millioen fr. varkensvlees en spek 8.5 millioen fr. boomkwekerijproduk- ten 12,5 millioen fr. azalea's en versie- ringsplanten 500.000 fr. afgesneden bloemen6 millioen fr. appelen500.000 fr. tafeldruiven; 2,5 millioen klaverzaad; 17.250.000 fr. verschillende landbouw- produkten voor een onbeperkt bedrag reuzel alsmede uien en bloembollen. Wie deze lijst aandachtig herleest zal moeten bekennen dat er heel wat nuttigs op voorkomt. Tevens was er overeengekomen dat de Duitse overheden welwillend de in voer van volgende produkten gedurende dezelfde periode zouden onderzoeken werkpaarden, plantaardappelen, bijko mende hoeveelheden varkensvlees en spek, bijkomende versieringsplanten, enz. Buiten al het voorgaande heeft West Duitsland in 1952 een groot aantal land- bouwprodukten vrijgesteld d.w.z. dat ze zonder formaliteiten mogen ingevoerd worden volgens vraag van de Duitse invoerders. Natuurlijk blijven bestaande invoerrechten en dergelijke gelden. In de lange, werkelijk zeer lange, lijst van vrijgestelde land en tuinbouwpro dukten, stippen we aan bijna alle graan gewassen, suiker, veevoederkoeken, vleesmeel, vismeel, ezels, wild, honden, vogels, vlees en afval welke dienen als grondstof in de pharmaceutische nijver heid, gevogelte, kaas van verse melk, eiers, spinazie, zurkel, witloof, sla, sel derij, tomaten, artisjokken, rhubarber, asperges, snijbonen, witte bonen, fruit, droog fruit, suikerijwortels, hop, stro, suikerbieten, reuzel voor technische doel einden, enz.... enz... in tegenstelling met wat we vaststel- len tussen België en Nederland waar de beide landbouwhuishoudingen eerder konkurrerend zijn (toestand welke trou wens nog verscherpt wordt door som mige minder faire handelingen van de «Hollanders»); volledigen dezen van Belaië en West-Duitsland mekaar op harmonische wijze. Ook Nederland is zeer aktief op de Duitse markt en juist daarom moeten we meer dan in het ver leden uit onze ogen kijken, een kordate maar ook bestendige aanwezigheids politiek voeren in West-Duitsland. Ons Belgisch Ministerie van Landbouw schijnt deze noodzakelijkheid begrepen te hebben en we verhopen stellig dat het op de ingeslagen weg voortgaat. We moeten in eerste plaats in West- Duitsland kunnen rekenen op een be voegd en werkzaam Belgisch landbouw- attaché. Zolang deze leemte niet is aangevuld staan we ongewapend. We hebben meer dan genoeg «lessen» gekregen van onze Beneluxpartner opdat we voortaan, zonder genade, ook in West-Duitsland de passende plaats veroveren voor onze land- en tuin bouwers. OPGELET. Voor HOPDRAAD aan konkurerende prijzen. VERDERS. Gewolmaniseerde en zwarte palen alle maten binnenpalen. Cambrinusdraad en plaatsen der draden. Hopstaken Ist* en 2de klas. Bij verzoek bestelling aan huis.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 2