Komt er nog Plantgoed voor de Lente SCHRIJFT IN ALE of GIER. Beschikbaar in magazijn '■■«•I voor de lenteleveringen sooaoonBm lueaaooBc DE KOORNBLOEM 31 Jan. 1953 Van verschillende zijden werd ons de laatste weken hoger- genoemde vraag gesteld. Ter inlichting aan de belanghebbenden geven we hieronder een klein beeld van de toestanden zoals deze op heden bestaan Holland, die veruit het meest toonaangevend land is wat het plantgoed betreft heeft op dit ogenblik zeer weinig voorraden en de prijzen zijn stijgend. De hoge prijzen voor de eetaardappelen die in massa werden verscheept naar verschillende landen en die aan de boer meer dan 2 fr. per kilo worden betaald heeft vele kwekers aangezet een deel van hun gekeurde aardappelen vooral de grotere maten voor de keuken te verkopen. Daarenboven kwamen voor uitvoer ongewoon grote vragen naar plantgoed, zodat het nooit aan kopers ontbrak, en de voor raden zowel in planters als in eetaardappelen voor het merendeel werden opgeruimd. Daarbij komt nog dat, gezien de goede prijzen die in de meeste landen voor de eetaardappelen worden betaald, veel landbouwers tot het besluit kwamen meer aardappelen te planten, in het komend seizoen. Velen onder hen moeten nog planters kopen en algemeen voorziet men meer vraag dan aanbod voor de lenteleveringen. Naar we hier en daar vernamen is de toestand in ons land min of meer dezelfde. Er zijn nog tal van boeren die planters nodig hebben en voor sommige soorten zijn de voorraden zeer beperkt. Record is totaal uitgeput. Krugers worden zeldzaam. Alpha van Holland en kleine Bintje ongewoon duur. We zullen ons best doen om zoveel mogelijk de aanvragers te gerieven, maar we moeten aandringen om vlug in kennis gesteld te worden van hetgeen nog wordt gevraagd. en maakt ons spoedig de aanvragen over, wij zullen U in de mate van het mogelijke weten te gerieven. Volgende planters zijn heden nog beschikbaar Bintje Holland 35-45 Bintje Den. 28-40 Alpha Den. 30-50 Voran 35-45 Ysselster 35-45 Wilpo 28-35 en 45-55. In de vorige bijdrage van de reeks Goed bemesten is een kunst bespra ken we de stalmest. We hebben ook gezien dat stalmest aan de basis van onze bemesting moet liggen omdat hij steeds nog vele voordelen óór heeft op de scheikundige meststoffen, en onder andere de beste grondstructuur verbe teraar is. Wat we in deze les zullen beschrijven De Ale staat in nauw verband met de stalmest, omdat de ale van de familie is. Waaruit bestaat de ale Hetzelfde ware de vraag te stellen hoeveel moet ik kalken of hoeveel stik- per 1000 I' klas ale (doelmatige voeding en beste bewaring) II' klas ale (middelmatige voeding en bewaring) 111' klas ale (gebrekkige voeding en bewaring) Uit deze cijfers blijkt dat zelfs goede ale toch nog een zeer arme meststof is. Voer veertig stukken van 1000 1. op een akker van een hectare en we zien dat die grond slechts 40 X 3 kg. 120 kg. stik stof krijgt. kg. stikstof 3 kg. 1,5 potas 0,20 0,20 0.20 fosfoorzuur 3,50 2,~ 2,~ stof moet ik toedienen Ge zult alras verstaan dat gelijk de bemesting van een perceel afhangt van de toestand van de grond, de voorvrucht, de te kweken vrucht, het tijdstip van zaaien of planten en nog andere facto ren, ook de samerstelling van de beer zal afhangen van verschillende factoren zoals de voeding, de productie van de dieren, en de soort van het dier, ook nog van de hoeveelheid regen- en schuur water dat erbij komt. Als we de ale indelen in drie katego- riën, l', 2', 3' klas, dan mogen we vol gende cijfers die proefondervindelijk be komen werden voor waar aannemen En dan valt het nog af te wachten of die beer niet teveel stikstof zal verliezen door allerlei omstandigheden die verder worden uiteengezet. Als we ons bazeren op de samen stelling gaan we dus niet altijd al onze hoop stellen op de beerkar. Water Droogstof Stikstof Fosfoorzuur Potas Kalk 923 57 10 1.5 15.5 0,3 926 47 14 0,02 16,5 2,2 903 70 15 1,3 18,5 1,8 966 28 6,4 1,6 8 0,1 1. De voeding Dieren die geen pro ducten alsvlees, melk, wol, arbeid... leveren zoals werkpaarden in rusttoe stand, of ander volwassen vee dat alleen in staat wordt gehouden, geven in de vaste en vloeibare uitwerpselen samen, ongeveer dezelfde hoeveelheden stikstof, fosfoorzuur en potas terug, als ze in het voedsel hebben ontvangen. Deze dieren gebruiken alleen weinig koolstofverbin ding zoals zetmeel en koolhydraten tot hun onderhoud, en gebruiken zeer wei nig stikstof en minerale bestanddelen tot herstelling van hun lichaamssleet, De stikstof uit de verteerbare eiwit stoffen in het voeder gaat in de vloeibare uitwerpselen of urine over. Hieruit volgt dat, hoe meer eiwitrijk of krachtvoeder bv. koeken met hoge verteerbaai heid, een dier ontvangt, des te meer stikstof in de urine zal overgaan. Dat wil nu precies ook niet zeggen dat we over dadig veel melkschilfers moeten toedie nen om goede ale te vormen. Bij een krachtige veevoeding wordt dus het Rundvee Paarden Schapen Varkens We merken hier op dat stikstof en potas in de grootse hoeveelheden voor komen in de urine. De samenstelling van de ale hangt natuurlijk ook voor een groot deel af van de bewaring. Vergelijken we maar even de getallen van stikstof uit de ale en deze uit de urine. 3 tegenover mini mum 10 kg. Hier iigt juist het enorme verlies, vanaf het ogenblik dat de urine het dierlijk lichaam verlaat, tot het indringen van de ale in de landbouw grond, gaat meer dan de helft voedende bestanddelen verloren. Eigenschappen van ale. Gewoonlijk rijden de boeren met hun beerkarren naar de weiden, naar hun raaigras. naar hun graanzaailand en hun voederbeten. Dat is niet slecht, en daar bij denkt ge bij uzelf, ne mens moet er toch ergens mee naartoe rijden, en ge kunt hem tcch niet in de gracht laten lopen. Akkoord 1 Maar eerst gaan we nog eens de inhoud na. Beer bevat kloor, die schadelijk is voor tabak en aardappelen bv. Hij bevat snelwerkende stiksiof. Die twee elementen bepalen feitelijk het gebruik. Ale wordt meest gebruikt om zijn snelwerkende stikstof en fosfoor. Deze laatste in mindere mate. Hieruit leiden we onmiddellijk af. Het tijdstip van gebruik. Ale is snelwerkend, dus werkt snel en vervliegt snel (de stikstof alleen). Daarom geven we beer op het ogenblik dat het gewas deze best kan gebruiken. In de lente als sommige graangewassen een stampke nodig hebben, verder telkens na het begrazen van een perceel gras. We wenden dus over 't algemeen ale aan op het ogenblik dat de planten haar best kunnen opnemen vooral op lichte gronden is dit van belang daar een groot deel van de stikstof uitspoelt wanneer zij te vroeg is toegediend. Als voordeel van ale tegenover schei kundige meststoffen, mogen we aanne men, dat evenals bij stalmest, de ale ook vele bacteriën inde grond brengt. Uit proeven in Finland gedaan, bleek dat ale op grasland in Maart tot Mei veel betere resultaten heeft dan een toe passing in December Februari. Ook op zaailand, heeft men ondervonden, dat een late begieting in April-Mei veel beter werkt, dan een aanwending in December. Ale wordt nooit gebruikt op bevroren gronden. Onderbrengen van ale. Het is eveneens zeer aan te bevelen de ale onmiddellijk na de uitsproeiïng onder te brengen. Proeven bewezen dat onderploegen op 15 cm. voldoende is. gehalte aan stikstof in de u»ine veel meer beïnvloed dan dit van de vaste uitwerp selen die de stikstof van de niet verteer bare eiwitten bevat. De rest van de potas uit het rantsoen gaat grotendeels in de urine over, terwijl fosfoorzuur meestal in het vaste mest terecht komt. 2. De productie der dieren. Bij melkkoeien zal een belangrijk deel stikstof, fosfoorzuur, potas en kalk van het voedsel in de melk overgaan. De vaste en vloeibare uitwerpselen zullen dus armer zijn aan plantenvoedsel, dan bij dieren die geen producten leveren. De urine van mestdieren zal bijgevolg rijker zijn aan plantenvoeder daar ze weinig nodig hebben van de meeste voederelementen. Groeiende dieren hebben veel eiwit nodig om te groeien, fosfoor en kalk dient om hun beenderen te versterken. De mest van deze dieren zal dus arm zijn. 3. De diersoort. Samenstelling van 1000 kg urine, naar Duitse navorsers Meeropbrengsten Ale n' 1 Ale n° 2 Oppervlakkig ondergebracht 53 59 op 5 cm diepte 89 83 op 15 cm diepe 115 112 Als we ale als dekbemesting gebrui ken ondergaat hij grote verliezen aan stikstof (de ammoniak vervliegt). Som mige stelsels van aalkarren brengen de ale direct onder de grond. Weersomstandigheden tijdens de aanwending. Bij bewolkte lucht, vochtig of regen achtig weder zullen de verliezen het geringst zijn. Bij droog weer en sterke wind, zal zeer veel stikstof de lucht ingaan. Nog veel groter zijn de verlie zen op bevroren grond, daar de beer niet kan wegzakken. Het is bekend dat door gebruik van ale, op het ogenblik dat de grond te droog is, het gras kan verbranden. Ale is geen volledig meststof. Zij bevat tamelijk veel stikstof en potas, doch zeer weinig fosfoorzuur en kalk. Men zal dus goed doen naast ale ook fosfoorzuurmesten te gebruiken. Bij het uitsproeien moet men ook zorg dragen de verdeling zo regelmatig mogelijk te doen. Bewaring van ale. Of het goede of minderwaardige ale zal zijn, hangt grotendeels af van de manier van bewaren. Wanneer de urine aan de vrije lucht is blootgesteld, wordt er onmiddelijk ammoniak gevormd die de lucht ingaat. Dus, verlies. Om de verliezen aan stikstof tot een minimum te beperken, zal men dus zorgen 1. de urine zo spoedig mogelijk uit de stal in de aalput brengen, een tame lijke helling aan het ligbed en de gier- goot geven. 2. dat de aalput volkomen ondoor dringbaar is. 3. dat de lucht boven de ale niet in aanraking komt met de buitenlucht. Het deksel moet dus goed sluiten Christen sen en Hansen vonden bij zeer goede sluiting 6.15 per 1000 in goede sluiting 5,17 [de ale min goede sluiting 4,09 slechte sluiting 2,85 Uit dit alles volgt dat, mits een goede bewaring de goede ale toch geen te ver smaden bron van snelwerkend planten voedsel is. «fit.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 3