De potstal of dikstrooiselmethode voor Kuikens. Landbouwers, Voor uw blad Dc Koornbloem Aan de bezoekers van het Landbouwsalon. hebt U reeds een nieuw lid aangeworven Inschrijvingslijst voor Zaaigranen en Plantgoed DE KOORNBLOEM 7 Feb. 1953 3 Gezien de vele vragen, welke betref fende deze nieuwe methode van opfok ken van kuikens wotden gesteld, blijkt hiervoor zeer veel belangstelling te be staan, zodat het niet ondienstig is hier over nog eens het een en ander mede te delen, temeer daar het nieuwe opfoksei- zoen voor de deur staat. Laten wij eerst nog eens zien wat men nu precies onder een potstal of onder dikstrooisel moet verstaan. Men verstaat hieronder dat een bodembekking, zowel in het opfokhok voor de kuikens als in het hok voor de leghennen, waarbij het bodemstrooisel niet regelmatig wordt vernieuwd, maar waarbij het gudurende lange tijd in het hok wordt gebruikt. Bij toepassing van de dikstrooiselme thode of wel het vormen van een pot stal, wordt alle of althans een groot deel van de geproduceerde mest in het strooi sel opgevangen en door dit strooisel heengewerkt. In plaats van het strooisel als er te veel mest in het strooisel dreigt te komen, te vernieuwen, wordt er een laag nieuw strooisel in het hok gebracht en door het reeds aanwezige strooisel gemengd. De strooisellaag wordt dus langza merhand dikker. Men gaat met het inbrengen van nieuw strooisel zolang door tot het gehele strooiselbed een zodanige dikte, 25 tot 30 cm., heeft ge kregen, dat geen nieuw strooisel meer behoeft te worden opgebracht, daar de strooisellaag dan een zo groot opne mingsvermogen heeft gekregen, dat alle geproduceerde mest in het strooisel wordt opgenomen. Indien de strooisel laag namelijk een voldoende dikte heeft gekregen dan ontstaat in die laag bij een juiste vochtigheidgraad een rijk micro- benleven en vinden biologische proces sen plaats, welke zijn te vergelijken met de omzettingen, die plaats vinden in een goede composthoop. Door deze processen worden in het strooisel stoffen gevormd, welke een ver nietigende, althans een verzwakkende werking kunnen hebben op verschillende ziektekiemen, in het bijzonder op de eitjes van de coccidiën of die een gunstige invloed hebben op de groei van de kuikens en bij de leghennen op de eierenproductie, de broeduitkomsten en de eiwitstofwisseling. De potstal oefent zijn gunstigste wer king uit als hij reeds enige tijd in ge bruik is geweest, dat wil dus bij de op fok van kuikens als er reeds enige malen kuikens in zijn opgefokt. Dan toch zullen in het strooisel reeds de gewenste pro cessen zijn opgetreden en de gewenste stoffen zijn gevormd. Ook kan dan wor den aangenomen dat dan in het strooisel ook verschillende smetstoffen voorko men, in het bijzonder die van de cocci- diosis. Oppervlakkig gezien zou dit eerder als een nadeel dan als een voordeel moe ten worden beschouwd, maar juist de praktijk leert dat dit een van de voorde len van een oude potstal is. Wat toch is het geval. Op een dergelijk potstal wor den de kuikens, dit is althans aan te ne men, direct metde smetstoffen besmet. Nu willen wij nog niet ingaan op de moge lijkheid dat deze smetstof door de biolo gische processen in het strooisel is ver zwakt, als het er op aankomt weet men nog niet zo heel veel omtrent die pro cessen, maar wel staat vast dat kuikens op jonge leeftijd met coccidiosis, al dan niet verzwakt, besmet, veel gemakkelij ker deze ziekte doorstaan dan op latere leeftijd en dat zij zich een zekere weer stand tegen deze ziekte verwerven, die hen in hun latere leven, als zij opnieuw worden besmet ten goede komt. Nu doet zich bij de kuikenopfok de moeilijkheid voor dat de meeste pluim veehouders slechts één keer per jaar kuikens opfokken en het strooisel net kunnen bewaren omdat zij vaak niet beschikken over een apart opfokhok dat buiten het opfokseizoen leeg staat. Evenals diegenen die dit jaar met een potstal willen beginnen moeten zij dus met geheel nieuw strooisel aanvan gen en zoals wij zojuist hebben gezien, moet men feitelijk om de meest gunstige werking te krijgen beschikken over oud potstalstrooisel. Nu zou men voor de kuikens potstal strooisel kunnen nemen uit de hokken van de leghennen, maar hoewel dit is te doen, verdient het toch geen aanbeve ling daar dan de kans zeer groot is dat de kuikens worden besmet met specifieke ziekten van de oudere dieren, neem bv. maar met de verlammingsziekte Heeft men dus geen oud potstalstrooi sel waarop alleen kuikens zijn opgefokt of wil men met een potstal beginnen dan moet men dus uit gaan van nieuw strooisel. Daartoe brengt men in het opfokhok, dat liefst van een betonvloer moet zijn voorzien, een laag nieuw strooisel van 10 tot 15 cm. Als strooisel kan men gebruiken turfstrooisel, al of niet gemengd met kortgesneden stro, zaagsel of houtkrullen. Daar in dit nieu we strooisel nog geen bacterieleven is, kan men dit er direct inbrengen door het strooisel te vermengen met wat oude paarden- of koeienmest. Ook kan men de kuikens opfokken op een laag com- postaarde. De eerste dagen plaatst men om de kunstmoeder een rand karton zodat de kuikens niet van de warmtebron kunnen afdwalen, 's Morgens werkt men dan de mest onder en bij de kunstmoeder door het strooisel. Na het toepassen van de potstal behoeft men geen zakken of gaasbodem onder de kunstmoeder te leggen. Na een paar dagen geeft men de kuikens meer ruimte in het hok en al spoedig kunnen zij het gehele hok ter beschikking krijgen. Alle geproduceerde mest blijft nu in het strooisel, dit moet regelmatig omge werkt worden, zeker ten minste één maal per week, Zodra het strooisel te vochtig dreigt te worden en het gaat plakken of vastkoeken, wordt een nieu we laag strooisel in het hok gebracht en deze met het reeds aanwezige strooisel goed door elkaar gemengd. Ce:orgd moet worden dat geen water uit de drinkbakjes kan worden gemorst, waardoor het strooisel bij de drinkbak- ies te vochtig zou worden. Is dit toch het geval dan moet het strooisel dage lijks door het andere strooisel worden gemengd. Zijn de kuikens ongeveer zes weken oud dan kunnen zij naar de zomerhokjes worden overgebracht. Het opfokhok kan zo nodig voor een volgende koppel kuikens worden gebruikt. Alvorens nieuwe kuikens op het reeds gebruikte strooisel te plaatsen, brengt men het strooisel op een hoop, waardoor het gaat broeien, zo nodig maakt men het strooi sel met water wat vochtig. Na een paar dagen zet men de hoop om, zodanig dat het strooisel aan de buitenkant nu bin nen in de hoop komt en omgekeerd. Na enige dagen kan dan het strooisel weer voor het opfokken van kuikens worden gebruikt. Fokt men echter geen kuikens meer op dan kan men of 't strooisel bewaren tot een volgend opfokseizoen of het strooisel in de hokken van de leghennen gebruiken. Wil men het bewaren dan kan men dit het beste doen door het strooisel op een hoop te brengen en in iet opfokhok, dat dan niet voor andere doeleinden kan worden gebruikt, te be waren. Het strooisel buiten het hok op een hoop in de open lucht te bewaren is verkeerd. Hoewel men nog niet precies weet welke omzettingen in het potstalstrooisel plaats vinden, toch heeft de ervaring al geleerd, mits aan het strooisel alle zor- Het Ministerie van Landbouw deelt mede Op initiatief van de Dienst voor Boerderijbouwkunde, en dank zij de wel willende medewerking van de N.V. Société de mecanique et industries agri- coles, zal ter gelegenheid van het 33e Salon van machines en Producten voor de Landbouw, van 15 tot 22 Februari 1953 een permanent bureau voor de Consulenten in Boerderijbouwkunde gen worden besteed en de vochtigheid van het strooisel niet te hoog wordt, dit kan voorkomen worden door geregeld omzetten en goed ventileren, dat men kuikens met zeer goede resultaten op potstalstrooisel kan opfokken. Serieuze pluimveehouders kan daarom deze me thode zeer zeker worden aanbevolen. Uit Pluimvee ingericht worden in het Paleis nr V (naast het Telegraafbureel) van de Eeuwfeestpaleizen, op de Heysel te Brussel. De landbouwers kunnen er zich steeds voor alle technische inlichtingen tot de Consulenten voor Boerderijbouwkunde wenden. De landbouwers, die er de Consulent van hun omschrijving wensen te ontmoeten, dienen de hiernavolgende lijst van de zitdagen na te gaan Provincieën Antwerpen Brabant Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Henegouwen Luik Limburg Luxemburg Namen Consulenten MM. Beheyt Timmermans Van Welden De Paepe Jouve Piron Moens de Hase Galoy Cavalier Zitdagen 20 en 21 Februari 16 en 17 Februari 17 en 17 Februari 18 en 19 Februari 18 en 19 Februari 20 en 21 Februari 18 en 19 Februari 20 en 21 Februari 16 en 17 Februari Onze landbouwers die van plan zijn machines aan te kopen raden wij aan voorzichtig te zijn. Machines aankopen eist een grote kennis en ondervinding. Gaat daarom te rade bij de hoger vermelde consulenten. Naam van de landbouwer StraatGemeente bestelt bij-Zaakvoerder te ZAAIGRANEN PLANTAARDAPPELEN Kg Soort Kg Soort Zomertarwe Witte Ferstelingen Bintje Holland Denemarken Kruger Alpha Holland Denemarken Voran Saskia Mittelftühe Haver Hoop van Gembloers Zonne Marne Orion (zwarte) Zomergerst Kenia f

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1953 | | pagina 3