Onze landbouwtakken in crisis.
Waar ligt de goede weg 1
Weekblad
a
Voor cn door de Landbouwers
Arbeid adelt
mssssssssst
AALST H FEBRUARI 1953.
Verschijnt iedere Zaterdag
32ste JAARGANG Nr 1550
Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersverenigin
REDT U ZELVEN
O, CAUDRON.
Enkele beschouwingen rond een parlementair antwoord.
(3de bijdrage)
In onze twee vorige bijdragen hebben
wij het antwoord van de Heer Minister
van Landbouw gepubliceerd op de vraag
van de heer Volksvertegenwoordiger
Van den Eynde, betreffende de oorza
ken der crisis in, en de maatregelen
welke de regering heeft getroffen of
voornemens is te nemen om hulp te bie
den aan volgende teelten de tabakteelt,
de productie van cichoreibonen, de
bloementeelt, de druiventeelt en de fiuit
teelt.
Wij hebben insgelijks onze zienswijze
meegedeeld over de doelmatigheid van
deze maatregelen en in verband hierme
de suggesties gedaan aan de bevoegde
overheden.
Hierna publiceren wij het antwoord
van de Minister betreffende de benarde
toestand waarin de varkenskweek ver
keert
V arkenskweek.
De drie oorzaken van de huidige
crisistoestand in de varkenssector zijn
a) overdreven productie
b) onvoldoende uitvoer
c) onvoldoende aangroei van het bin
nenlandse verbruik.
a) Overdreven productie.
De volgende tabel vermeldt per tri
mester de productie van varkensvlees
gedurende de laatste jaren
1949 1950 1951 1952
ton ton ton ton
1* trim. 27.003 37 492 35 421 39 842
2* trim. 32 279 45 222 41.789 44.537
3« trim. 33 196 42 8o2 41.799 46 075
4' trim. 42 825 44 833 44 689
Tot. 135.303 170 409 163.698
De landbouwtellingen van 1 Januari
en 15 Mei 1952 wijzen ook op een be
langrijke aangroei van het aantal var
kens en zeugen in vergelijking met de
zelfde data van de voorgaande jaren.
1949 Totaal varkens zeugen
1 Januari 912 114 140 074
15 Mei 1.076.291 167.121
1950
1 Januari 1.360 784 171 654
15 Mei 1.343 842 170.907
1951
1 Januari 1 234 263 160706
15 Mei 1.265.050 168.271
1952
1 Januari 1.426.868 183.392
15 Mei (voor- 1.266.724 178.304
lopige cijfers
b) Onvoldoende uitvoer
De volgende tabel vermeldt per tri
mester het totaal uitvoersaldo van var
kensvlees (geslecht vlees -f- levende var-
kens) (-}- betekent uitvoersaldo, in-
voersaldo)
19c0 1951 1953
ton ton ton
1* trimester -f- 2.643 611 -J- 517
2* trimester -j- 3 558 -J- 3.020 -j- 1.401
3C trimester -j- 3 399 -j- 9.086 -j- 3.303
4 trimester -j- 1.608 -f- 2.754
Een verbetering is waar te nemen
gedurende de twee laatste kwartalen
de uitvoer gedurende het tweede en
derde kwartaal 1952 was echter nog
onvoldoende om het productieoverschot
van de markt te verwijderen deze uit
voer was lager dan gedurende de over
eenstemmende periodes van 1951. Deze
toestand is te wijten aan het wegvallen
van Frankrijk, onze voornaamste afne
mer van vers varkensvlees dat slechts
kleine hoeveelheden kocht.
c) Onvoldoende aangroei van het
binnenlands verbruik.
De volgende tabel geeft de ontwik
keling weer van het binnenlands ver
bruik gedurende de laatste jaren
1949 1950 1051 1952
ton ton ton ton
1* trim. 31.482 34.849 36 032 39 842
2' trim. 32 972 41.664 38769 43.136
3' trim 33 926 39 463 32713 42.772
4e trim. 4C 578 43 225 41935
Tot. 138 958 159.201 149.449
Het huidig verbruik is voorzeker be
langrijk nochtans zou dit verbruik nog
belangrijker geweest zijn, indien de
kleinhandelsprijzen van het varkensvlees
getrouwer de daling van de varkensprij-
zen aan de producent hadden gevolgd.
In vergelijking met Januari 1952 dui
den de varkecsprijzen van November
1952 een daling aan van 29 t.h (31,40 fr
per kg en 22,37 fr in November 1952,
volgens de piijzencommissie van het
Ministerie van Economische Zaken).
Daarentegen gedurende dezelfde pe
riode, daalde de prijs van varkensrib
betjes slechts met 9 t h. (82,70 fr. per kg
in Januari en 75 fr. in November 1952).
De prijs van het spek daalde geduren
de dezelfde periode met 17 t.h. Er dient
verder aangestipt te worden dat gedu
rende het derde kwartaal van dit jaar,
het verbiuik opnieuw een lichte daling
onderging.
Maatregelen door de regering
genomen om te verhelpen aan de
crisistoestand in de varkenssector.
De regering gaf aan de Handelsdienst
voor Ravitaillering opdracht varkens
vlees te kopen voor rekening van het
leger. De volgende hoeveelheden wer
den in 1952 aangekocht
gedurende de maanden Februari,
Maart en April 381 ton
gedurende de maanaen Juni, Juli en
Augustus 656 ton
Zie vervolg 2e bladzijde le kolom
Vooruit met de moderne doenwijzen of terug
naar Grootvaders tijd
De levensmogelijkheden voor de land
bouwer en de manier waarop hij het
best aan de kost komt zijn vraagstukken
van het hoogste belang welke in ons
land tal van gedachten en strekkingen
hebben doen ontstaan.
Zowel van hoger hand als van de
boeren zelf komen de meest tegenstrij
dige opvattingen en het is wel nuttig
hier een en ander te bespreken.
Men herinnere zich de grote roep der
laatste jaren die van hogerhand en zelf
gans de wereld door weerklonk meer
voortbrengen 1
En dit gold zowel voor de nijverheid
als voor de landbouw.
Ik heb me reecis aikwijls afgevraagd
hoe die geweldige voortbrengsten een
koper zouden vinden en dan nog aan
lonende prijzen Wat baat het massas
goederen voort te brengen of te fabri
keren als door verkoop de voorraden
niet regelmatig worden opgenomen
Op dit ogenblik schijnt men tot het
besef te zijn gekomen dat de voort-
brengst van versche dene goederen reeds
veel te groot is en men ziet tal van
fabrieken stil vallen omdat de bewerkte
voorraden niet verkocht geraken.
Hetzelfde doet zich enigzins voor in
sommige takken van de landbouw.
De tarweteelt, welke door dun en dik
door de regering wordt gesteund, en voor
een zeker deel de suikerbietenteelt, kun
nen uitzondering maken. Voor het over
schot gaat het minder goed of slecht en
dit ingevolge de lage prijzen der produc
ten als gevolg van overdreven aanbod
van binnen- en buitenland. Men denke
maar even aan de zwijnen.
De regeringen van België, van welke
kleur ook, hebben steeds getracht de
de prijzen van de laridbouwvoort-
brengselen laag te houden omwille van
het goedkope leven en het daaraan ge
koppelde loon van de fabriekarbeider,
zodat het tenslotte de boer is weike ten
allen koste aan kleine prijzen moet af
zetten.
Lage verkoopprijzen moeten tenslotte
lage kostprijzen betekenen, zoniet kan
het leven van de boer niet verder gaan.
Ook tot het bekomen van een lage prijs
voor de voortbrengst, worden van ho
gerhand richtlijnen aanaeduid.
Het gaat nier aitijd rechtstreeks maar
ook in bedekte termen. Hier vervalt dan
ook de slogan meer voortbrengen.
Vanuit zekere kringen komen aandui
dingen welke de boer aanzetten om b.v.
zo weinig mogelijk krachtvoeder te ko
pen en enkel te voederen wat de hoeve
voortbrengt.
Zonder hetzelve te willen verklaren
streeft men in eerste plaats na vermin
dering van de voortbrengsten in melk
en vlees. Ingeval minder wordt voort
gebracht zal 't gemakkelijker zijnde prij
zen enigzins te handhaven en kan men
bovendien nog een groot deel laten in
voeren, bv. zuivelprodukten, wat ten
goede zou komen aan de uitvoerders van
gefabriceerde goederen.
Genoemde politiek is niet slecht ge
vonden en het zou aan de leidende
kringen veel gemak geven in hun beleid
waar het de in- en uitvoer en ook de
prijzen betreft van vele goederen.
Anders zal het gesteld zijn met de
boeren zelf. Naar mijn oordeel hebben
deze er alle belang bij van dezelfde koeien
meer melk te trekken en hun zwijnen op
de goedkoopste en doelmatigste manier
te voeden.
Het staat immers vast dat krachtvoe
ders en oordeelkundig bereidde varkens
voeders aan de boer heel wat meer
winst zullen laten en dat de door hem
gedane uitgaven dubbel en dik vergoed
worden.
Ik ken boeren die nooit kracht voeders
geven maar hun melkvee met hetwelke
werk en dezelfde zorgen brengt niet op
wat het zou geven indien het oordeel
kundig ware gevoed.
Laat ons nu eens de rekening maken
van een kweker die rogge en aardap
pelen zou geven aan de zwijnen. De
rogge was de laatste maanden te ver
kopen aan 430 frank gemiddeld. Als
men maalloon en verlies bijeenrekent
komt het roggemeel op 460 frank. Voeg
daarbij aardappelen die van 1,00 tot
1,50 te verkopen waren en zijn, dan kan
men licht berekenen dat zwijnen op die
manier gevoed zeker aan 35 fr. het kilo
moeten verkocht worden, om geen ver
lies te laten.
Het princiep van minder voort te
brengen wordt ook door sommige land
bouwers gehuldigd die zeggen dat de
meer voortbrengst hun eigen graf delft.
Ze hebben enkel gelijk wanneer de
regering op het zelfde standpunt blijft,
maar dan zal het na een paar jaar blij
ken dat de boerenstiel totaal naar de
ondergang gaat.
Het is een feit dat de minderopbrengst
zal aangevuld worden met vreemd in
voer en ten slotte zullen onze boeren
van geen tel meer zijn.
Naar mijn bescheiden mening dienen
de leidende kringen een gans andere
weg op te gaan. Ze moeten zorgen dat
de opbrengsten onzer boerderijen in
het binnenland en deels in het buitenland
afzet vinden, en dat ods boeren, in plaats
van terug te keren naar de methoden
van grootvader, in de nieuwste werkwij
zen worden onderricht.
Ziem vervolg 2e bladz. 3e kolom)
HHB
IHnHimBnBBBHnHHniiiHngD^Hi
oornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaar».
Handregister Aalst Nr 145.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Nr 1425.93.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.