De hernieuwing van de
Internationale Tarweovereenkomst.
Het Inkuilen in Denemarken.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Zijn betekenis voor ons land»
AALST 1 OOGST 1953.
Verschijnt iedere Zaterdag
32ste JAARGANG Nr 1574
Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
O. CAUDRON»
De Internationale Tarweovereen
komst, waaraan thans vier belangrijke
tarweuitvoerende landen (De Verenigde
Staten, Canada. Australië en Frankrijk)
en 42 tarweinvoerende landen, waaron
der België, deelnemen, werd gesloten te
Washington in 1949 en is vervallen op
31 Juli 1953. Zij had betrekking op een
totale hoeveelheid van 15.809.963 ton.
Zoals wij destijds meedeelden in onze
landbouwberichten, werd deze overeen
komst na vrij lange onderhandelingen
de 13 April 1953 te Washington her
nieuwd voor een termijn van drie jaren
door de vier tarwe-exporterende landen
voornoemd en door 41 invoerende lan
den op 42, daar Engeland geweigerd
heeft een nieuw accoord aan te gaan
tegen een maximumprijs boven 2 dollar
per bushel (1 bushel 36.368 dm3). Het
nieuw accoord zal dus op 1 Augustus
1953 ingaan.
Gezien het belang der Internationale
Tarweovereenkomst, ook voor ons land,
blijkt het ons nuttig in deze bijdrage
haar betekenis toe te lichten.
Deze overeenkomst is in feite het
eerste internationaal accoord sedert de
jongste wereldoorlog waardoor de han
del in een basisproduct wordt geregeld.
Zij werd in 1949 te Washington geslo
ten, na twee vruchteloze pogingen in
1947 en in 1948, en kon in werking tre
den de 1 Augustus 1949 voor een duur
van 4 jaar.
Een Internationale Tarweraad werd
alsdan opgericht om de toepassing van
de overeenkomst te beheren. Elk land
dat tot het accoord is toegetreden is in
deze raad vertegenwoordigd, zodat deze
enigszins als een internationaal parle
ment voor de tarwe kan worden be
schouwd. Het stemrecht is in de raad
evenredig tot de hoeveelheid tarwe
waarvoor de ondertekenende landen
deelnemen aan het accoord.
De werking of het mechanisme
van het accoord.
De Internationale Tarweovereen
komst is een nieuwigheid op het gebied
der stabilisatie van de prijzen van een
basisproduct. Haar doel is een regelma
tige tarwebevoorrading te verzekeren
aan de invoerende landen en een gere
gelde afzet aan de uitvoerende landen
tegen billijke en stabiele prijzen.
Om dit doel te bereiken komen de
deelnemende landen overeen nopens een
maximum- en een minimumprijs. In het
accoord van 1949 was de maximumprijs
1,80 dollar per bushel voor tarwe van
een bepaalde kwaliteit beschikbaar voor
levering in een bepaalde plaats. De mi
nimumprijs was in hetzelfde accoord be
paald alsvolgt
1,50 dollar voor het eerste jaar van
de overeenkomst
1,40 dollar voor het tweede jaar
1,30 dollar voor het derde jaar
1,20 dollar voor het vierde jaar.
Overeenstemmende prijzen met deze
basisprijzen werden vastgesteld voor
tarwe van andere herkomst en beschik
baar in andere plaatsen.
Zolang de prijzen blijven tussen het
maximum en het minimum, zijn de ver
handelingen tussen de deelnemende lan
den vrij en er zijn geen rechten of ver
plichtingen ingevolge het accoord, noch
voor de invoerende noch voor de uit
voerende landen.
Wanneer echter de prijzen op de vrije
markt de gestelde maximumprijs over
schrijden, hebben de invoerende landen
het recht van de uitvoerende landen de
levering te eisen van de hoeveelheid
tarwe waarvoor zij ingeschreven hebben
in het accoord tegen deze maximumprijs
en de uitvoerende landen zijn gehouden
deze hoeveelheid tegen deze maximum
prijs te leveren, Het verschil tussen de
prijs op de vrije markt en de maximum
prijs dient dan bijgepast of gedragen
door het uitvoerend land hetzij onder de
vorm van een s'aatstoelage, zoals ge
schiedt in de Verenigde Staten, hetzij
door de tarweproducenten zelf in het uit
voerend land die aanvaarden enkel de
maximumprijs te vergen wanneer de prijs
op de vrije markt hoger is, zulks als ver
gelding van het voordeel dat voor hen
verbonden is aan de waarborg van de
minimumprijs.
Inde Verenigde Staten wordt bedoeld
verschil aldus gedragen door de gemeen
schap of de belastingsplichtigen en in
Canada en Australië door de tarwepro
ducenten.
Wanneer daarentegen de tarweprij-
zen op de vrije markt dalen onder de
gestelde minimumprijs, hebben de uit
voerende landen het vermogen van de
invoerende landen te vergen dat zij de
hoeveelheid tarwe waarvoor zij inge
schreven hebben in het accoord aanko
pen tegen de gestelde minimumprijs. In
dit geval kan het invoerend land het
verschil dragen door het toekennen van
een toelage of de daling van de brood
prijs beperken tot een peil overeenstem
mend met de minimumprijs der tarwe,
zonder het verlenen van een subsidie.
Er dient opgemerkt dat, wanneer de
tarweprijs tot het gestelde minimum
daalt de broodprijs reeds een merkelijke
vermindering zal hebben ondergaan.
Het invoerend land ziet er in feite enkel
van af de broodptijs verder te doen dalen
in vergelding voor het voordeel dat het
geniet door de beperking van de opslag
wanneer de tar wept ijs op de vrije markt
het gestelde maximum overtreft.
I.
Als besluit van onze verschillende
artikelen, die handelden over de waarde
van het inkuilen geven wij hier een vrije
vertaling van een verslag dat in 1950
verscheen in het Bulletin van de F.A.O.
Zoals bekend is het de taak van de
F AO. 'de Wereldvoedselorganisatie)
de beste bedrijfsmethodes op te sporen,
met het doel deze aan de landbouwers
der verschillende landen kenbaar te
maken.
Het verslag dat hier volgt is van de
hand van Ejnar Ebbesen, professor aan
het Lanbouwinstituut van Naesgaard in
Denemarken.
De voeding van het vee, vooral deze
van het melkvee stelt de landbouwers
voor vraagstukken, waarvan de oplos
sing dikwijls op moeilijkheden stuit. De
klimaatsvoorwaarden zijn in Denemar
ken van die aard dat de veehouders
moeten kunnen beschikken over een
belangrijke voorraad veevoeders gedu
rende de winterperiode, die niet minder
dan 200 dagen bedraagt. Hij moet er
daarenboven voorzorgen dat deze voor
raad voldoende eiwitstoffen, vitaminen,
enz. inhoudt.
Dank zij het inkuilen en kunstmatig
drogen slaagt men er in een voeder
voort te brengen dat zich bijzonder goed
leent tot de voeding van het rundvee
gedurende de winter. Deze twee bewaar
methodes zijn reeds geruime tijd bekend,
hoewel ze toch, tot voor enkele tijd
althans, slechts op kleine schaal werden
toegepast. Waar men de laatste jaren
meer en meer zijn toevlucht begon te
nemen tot het inkuilen kende het kunst
matig drogen minder bijval. Het kunst
matig drogen blijft doorgaans beperkt
tot kleinere hoeveelheden luzerne voor
speciale gevallen, bv. voor de fabricatie
van luzernemeel, dat dan aangewend
wordt in hennen- en varkensmeien. De
betrekkelijk hoge kosten aan brandstof,
nodig bij het kunstmatig drogen, is wel
de oorzaak dat deze methode niet ster
ker uitbreidt.
Het inkuilen daarentegen is om zo te
zeggen een algemeen aanvaard procédé
geworden. Hoewel heel wat inspannin
gen werden gedaan ra de eerste wereld
oorlog om het inkuilen van voeders
meer ingang te doen vinden, toch is het
pas in 1932 dat de A.I.V.-methode (1)
bet inkuilen is doorgebroken.
Het beste bewijs van het groot ge
bruik dat van de A.I.V. methode wordt
gemaakt kan men vinden in de steeds
stijgende verkoop van het A.I.V.-zuur.
Tabel 1 toont aan dat de verkoop van
A.I.V.-zuur gestatig is gestegen vanaf
1932 tot 1943. Na 1943 vertoont de
verkoop een lichte inzinking, die moet
toegeschreven worden aan de moeilijk
heden in het aanschaffen van grond
stoffen en verpakkingsmateriaal.
Tabel I. Verkoop van A.I.V.-zuur in Denemarken.
1932
1935
1919
1940
1943
1947
7.000
102.000
224.000
1.054 000
2.171 000
1.369.000
kg
kg
kg
kg
kg
kg
Aangezien de A.I.V.-methode niet de
enige is die bij het inkuilen wordt aan
gewend, geven bovenstaande verkoop
cijfers nog geen juiste aanduiding betref
fende de uitbreiding die het inkuilen in
Denemarken heeft genomen. De telling
van het aautal silo's, uitgevoerd door
het Bestuur der Statistieken geeft daar
van een juister beeld.
Tabel II. Aantal silo's in Denemarken.
Totale inhoud
Silo in beton,
hout. enz.
Jaar
Grondkuilen
Totaal
in kub. meter
1936
1.245
1941
6 122
183.000
1942
15 104
21.343
36 447
402.000
19 »3
21 632
25.369
47 001
515 000
1945
27.101
20315
47.416
631 000
1946
28 613
17 823
46 436
698 000
1948
30 380
20 551
50.931
818 000
1949
35.142
26.288
61.430
1.077.000
Zit vervolg 2e bladzijde le kolom.
sHo&a
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Handregister Aalst Nr 145»
Postcheckr. S« Mi Redt U Zelven
Nr 1425.9*.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.
(Zie vervolg 2e bladzijde 3e kolom)
(1) De afkorting A.I.V. komt van A.I.Virta-
nen, die deze methode heeft gelanceerd. Deze
methode is g baseerd op het pricipe dat de scha
delijke proc ssen van ontbinding, die zich in het
voeder afspelen en vooral de ademhaling van de
plantencellen, de afbraak van de eiwitten en de
schadelijke gistingen, zoals deze veroorzaakt wor
den door de Colibacteriën en de boterzuurvor-
mende bacteriën, kunnen vermeden worden door
het toevoegen van een bepaalde hoeveelheid zuur,
zodat de zuurheidsgraad van de massa opgevoerd
wordt tot pH 3. (n. v. d. r.).
jaar
Hoeveelheden zuur
Hoeven met