Onze buitenlandse handel
in landbouwproducten*
Landhervorming in Zuid-Italië.
Weekblad
Rechtskundige Dienst
■S
Voor en door dc Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 5 SEPTEMBER 1953.
Verschijnt iedere Zaterdag
32ste JAARGANG Nr 1579
Beheer Zeebergkaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
O. CAUDRON.
(3de bijdrage).
In onze vorige bijdrage hebben wij uit
de studie Enkele structurele en econo
mische beginselen van de Belgische land
bouw uitgegeven door het Bestuur der
Economische diensten van het Ministerie
van Landbouw, het gedeelte samengevat
gewijd aan de uitvoer van varkens- en
varkensvlees, van eieren, van aardap
pelen en van zuivelproducten.
De studie behandelt vervolgens de
uitvoer van fruit waarbij zij een onder
scheid maakt tussen teelten in open lucht
en teelten onder glas.
Fruitteelt in openlucht.
Veel kleine bedrijven, aldus de studie,
vinden een bestaansmogelijkheid in de
Fruitsoorten1936-38 1949
5.825
1.985
194
fruitteelt, doch veelal wordt deze teelt
als een nevenbedrijf beschouwd. Waar
echter in jaren van overvloedige pro
ductie de gewone variëteiten geen of
enkel afzet vinden tegen verlieslatende
prijzen vindt kwaliteitsfruit doorgaans
nog lonende afzet.
De vier laatste jaren waren geken
merkt door een overvloedige fruitoogst
en tevens ook door een belangrijke uit
voer van vers fruit, die het vóóroorlogs
peil overtrof. Doch de studie verliest uit
het oog dat ingevolge de stijging der
productie deze uitvoer in verhouding tot
de productie ongunstiger is dan vóór
de oorlog.
De studie geeft volgende uitvoercijfers
voor de bijzonderste fruitsoorten
1950 1951 1952
Appelen (ton)
Peren (ton)
Kersen (ton)
Aardbeien (ton)
15.059
11.640
1.858
1.047
24.605
7.516
3.027
2.913
27.582
2972
1.533
2.750
21.335
11.928
2.575
2,252
Vorig jaar was Duitsland onze bijzon-
zonderste afnemer voor appelen (hoofd
zakelijk voor industriële verwerking) met
85 van onze totale appelenexport.
Verder kunnen als traditionele afnemers
voor appelen genoemd worden Frank
rijk en Engeland. Ook voor peren was
Duitsland onze belangrijkste klient met
meer dan 75 °/0 van de totale uitvoer.
Op de tweede plaatst komt Zweden en
dan volgen Nederland, Groot Brittannië
en Ierland, zij het ook in minder mate.
Het uitvoerseizoen voor deze twee
fruitsoorten loopt van Juni (vroege pe
ren) tot einde Maart.
Ons productieoverschot aan kersen
gaat voornamelijk naar Nederland
Duitsland en Groot Brittannië zijn insge
lijks regelmatige kopers. Het uitvoer
seizoen voor kersen is zeer beperkt en
loopt normaal van 10 Juni tot 25 Juli.
Het grootste gedeelte van onze aard
beien gaat naar Nederland waar het tot
fruiipulp verwerkt wordt.
Fruitteelt onder glas.
Op sociaal en economisch gebied be
kleedt de druiventeelt onder glas een
belangrijke plaats. Bijna 4.000 tuinbou
wers vinden hierin hun bestaan. Het
aantal druivenserres kan op dit ogenblik
geraamd worden op 33.000, zij beslaan
een oppervlakte van circa 500 ha. De
streek van de druiventeelt ligt besloten
in de driehoek Brussel-Leuven-Water-
loode voornaamste centra zijn Hoei-
laart en Overijse.
De totale opbrengst wordt geschat op
12.000 ton. Het grootste gedeelte is voor
het binnenlands verbruik bestemd, maar
normaal zijn 2.000 ton op uitvoer aan
gewezen. Deze uitvoer is onontbeerlijk
om de prijzen op een voldoende peil te
houden. De hoedanigheid van de Bel
gische druif is onbetwist. De grote Col
man-druif is de variëteit die het meest
voor de export wordt voortgebracht.
Van oudsher reeds werden druiven
verzonden naar Frankrijk waar zij vrij
konden worden ingevoerd tot in het jaar
1891. De belemmeringen van de invoer
die van dan af door Frankrijk werden
opgelegd, hebben België er toe gebracht
een afzetgebied in Engeland te zoeken,
dat reeds vóór de eerste wereldoorlog
het voornaamste afzetgebied vormde.
Andere afnemers waren alsdan, Duits
land, Frankrijk, Nederland en de Vere-
nigde-Staten.
Vooral na de eerste wereldoorlog
nam de druivenuitvoer toe en bereikte
zijn hoogtepunt in 1929 met 3.094 ton.
Later bleef de uitvoer schommelen rond
2.000, trots de moeilijkheden die de 2de
wereldoorlog voorafgingen.
Tussen de twee wereldoorlogen was
Engeland onze voornaamste afnemer,
dit niettegenstaande het feit dat van
1932 af dit land een preferentiëel invoer
recht toepaste dat een zware slag bete
kende voor onze druiven. Het is enkel
dank zij hun uitzonderlijke kwaliteit dat
onze druiven een bevoorrechte plaats
konden blijven bekleden op de Engelse
markt.
Na Groot-Brittanië, dat normaal 75
tot 85 van onze totale uitvoer afnam,
kwamen Duitsland en Frankrijk.
Zie vervolg 5e bladzijde 2e kolom
Onze rechtskundige zal zijn
zitdag houden op Zondag 6
Sept. tussen 10 en 12,30 uur,
in het lokaal De Koornbloem
Grote Markt, Aalst.
Wanneer wij horen spreken over Ita
lië, dan zien wij in onze verbeelding de
Paus, die omringd van tienduizenden
gelovigen, op het Sint Pietersplein te
Rome, zijn zegen geeft. Dan zien wij dat
gebeuren in het kader van de pracht van
marmeren paleizen en onvergetelijk
schone kerken, die opgeluisterd zijn met
schilderijen en beeldhouwwerken van
onschatbare waarde.
Italië kennen wij verder als het land
van de mooie reizen. Omringd door de
Middellandse zee, met zijn schilderachti
ge kusten, met zijn woest bergland, is
Italië het land bij uitstek van natuur
schoon. Italië, waar alles wat naam heeft
en geld, naar toe trekt, is voor onze ver
beelding als een paradijselijk land.
In werkelijkheid is het echter heel an
ders. Italië is ongetwijfeld de bakermat
geweest van een schitterende cultuur.
En overal, vooral in de grote steden als
als Rome, Milaan, Venetië, Florentie,
Genua, Turijn, enz., vinden wij daarvan
de getuigen, die iedere bezoeker met be
wondering vervullen.
Italië is echter het land van diepe mi
serie en achterlijkheid. In de loop der
laatste 180 jaren is de bevolking verdrie
dubbeld. Deze aangroei, die niet werd
gevolgd door een passende bestaansmo
gelijkheid, is er oorzaak van geweest dat
enerzijds talrijke Italianen zijn uitgewe
ken (in Amerika bv. krioelt het er van)
anderzijds dat de in het land achterge
blevenen voor een groot deel geen mens
waardig bestaan hebben kunnen vinden.
Zo vindt men er toestanden, waarvan
wij ons moeilijk een begrip kunnen vor
men. Wij willen het nu in 't bijzonder
hebben over de toestanden in de land
bouw.
Door de voorzitter van de Nederland
se Stichting van de Landbouw, werd
onlangs een studiereis ondernomen en
hierover werd een verslag gepubliceerd.
Uit dit verslag, dat het voornamelijk
heeft over de toestanden in Zuid-Italië,
willen wij voor onze lezers een en ander
mededelen.
Toen Mussolini nog in Italië regeerde
zond hij een dagbladschrijver, een zekere
Carlo Levi, omdat deze zich nogal vrij
scherpe kritiek veroorloofde, in balling
schap naar een bergtop in Zuid-Italië.
Deze Levi kwam daar in aanraking met
de economische en sociale achterlijkheid,
welke deze streken kenmerken. De kleine
boeren zijn er arm, wonen in ellendige
huizen hoog op de heuvels en de bergen,
want in de dalen is het leven onmogelijk
vanwege de steeds dreigende malaria
koorts. Zij leven daar in de bergen, ver
van hun stukjes land, die over grote af
standen en moeilijke wegen verspreid
liggen langs de berghellingen. Deze stuk
jes land pachten zij, vaak tegen hoge
prijzen, van de groot-grondbezitters daar
uit de streek. Hun vrouwen leiden een
echt slavenbestaan, de kinderen zijn er
ondervoed en verwaarloosd, zowel gees
telijk als lichamelijk, terwijl zij geteisterd
worden door ziekten zonder dat voldoen
de medische hulp wordt geboden. Voeg
daarbij dat het bijgeloof nog welig tiert
en ge kunt u voorstellen in welke troos
teloze omstandigheden die mensen daar
leven.
De dagbladschrijver Levi kwam door
de voortdurende aanraking met die men
sen zodanig onder de indruk van hun
toestand dat hij hierover een boek
schreef met de titel Christus ging Eboli
voorbij
Inderdaad, deze uitdrukking geeft heel
goed de omstandigheden weer waarin
de lieden ginds leven. Het is daar wer
kelijk precies alsof Ons Heer niet verder
is gekomen dan het kleine stadje Eboli
(een stadje op een 75 km ten Zuid-Oos
ten van Napels) dat aan het begin ligt
van het dal dat naar hun dorp voerde.
Dit boek heeft velen de ogen geo
pend. Het deed beseffen dat daar in
Zuid-Italië onder de boeren en landar
beiders toestanden bestonden, die ofwel
onmiddellijk moesten worden verbeterd,
ofwel rechtstreeks voerden tot een door
braak van het communisme. Dat heeft
de huidige regering ook ingezien en is
nu aan gang hierin verandering te
brengen.
De regering staat hierbij voor een
bijna hopeloze taakeeuwen van armoe
de en verwaarlozing schiepen een grote
onwetendheid en achterdocht. Een reeks
van niet vervulde beloften en goede
voornemens vanwege de vroegere,
elkaar opvolgende regeringen doofden
veel vertrouwen en toekomstverwach
tingen, terwijl felle politieke propaganda
van links en rechts die achterdocht
trachtte aan te wenden voor hun eigen
oogmerken.
Wanneer men naar het Zuiden van
Italië reist van uit Rome, ziet men langs
de kust en ook wel verder landwaarts
eindeloze reeksen olijfbomen, meestal in
uitstekend onderhouden boomgaarden,
soms met, soms zonder onderbeplanting.
Maar waarde olijfbomen ophouden daar
begint de ellende. In één oogopslag ziet
men het beeld een zeer eenzijdige
graanbouw in grote, verlaten vlakten en
valleien, hoog tegen de bergen op soms,
en die bergen zelf kaal en onderhevig
aan erosie, waarbij de verweerde grond
wordt afgespoeld. Op grote afstand van
elkaar, hoog op heuvels en bergen, bui
ten het bereik van de in de dalen heer
sende malaria, ziet men de uitgestrekte
dorpen en stadjes, waar alle boeren en
landarbeiders wonen in allerprimitiefste
woningen, eigenlijk holen van steen en
soms in de bergwanden uitgehouwen,
gewoonlijk slechts met één deur aan de
straat, zonder vensters. Het huis bestaat
dan gewoonlijk uit één ruimte voor het
gehele gezin en het paard of de ezel, die
door dezelfde voordeur naar buiten moe
ten en ergens achterin hun stal hebben.
(Zie vervolg 2® blad. 3' kolom.)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Postcheckr. S. Mi Redt U Zeiven
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
Het overnemen van artikelen zonder
Handregister Aalst Nr 145.
Nr 1425.91.
verantwoordelijk voor bun bijdragen
aanduiding der bron is verboden