De Luxemburgse Wijnbouw.
ONZE WEIDEN.
Weekblad
Rechtskundige
Dienst.
msmmmmsmmiiw
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 16 JANUARI 1954.
Verschijnt iedere Zaterdag
33ste JAARGANG Nr 1598
Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Lai
R
Orgaan van de
idbouwersvereniging
EDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Hoe kwaliteitsverbetering en organisatie zijn bloei verzekert.
Het 27 Decembernummer van de
Weekberichten van de Kredietbank pu
bliceerde een interessante bijdrage over
de Luxemburgse Wijnbouw. Sommige
gedeelten van dit artikel verdienen on
getwijfeld de bijzondere aandacht onzer
lezers omdat zij aantonen hoe een stelsel
matig streven naar kwaliteitsverbetering
gepaard gaande met een doelmatige or
ganisatie inzonderheid bij verkoop ge
leid hebben tot het behoud en de ont
wikkeling van de Luxemburgse Wijn- j
bouw.
Enkele gegevens betreflende
de structuur van de wijnbouw
in het Groot-Hertogdom.
De wijnbouw in Luxemburg is gelo-
caliseerd in het zuidoostelijk grensgebied
en practisch uitsluitend langs de oevers
van de Moezelrivier, de zeer weinig be
langrijke uitlopers in de zuidelijke Sauer-
vallei buiten beschouwing. De wijnvel-
den bestrijken een lengte van 35 km. met
een gemiddelde breedte van 300 tot 400
meter.
Deze beoefening van de wijnteelt op
de soms zeer steile hellingen lanngs de
oevers van de Moezelrivier biedt vol
gende voordelen de Luxemburgse
Moezeloever is naar het Zuiden gericht,
de planten zijn aldus minder blootgesteld
aan de koude Noorderwind, die aan de
jonge scheuten zware schade kan aan
richten. Ook is de zonbestraling langs
de Zuiderkant aanzienlijker. Door de
helling bestaat er minder kans op scha
duw en kunnen de zonnestralen tot alle
planten doordringen, wat het rijpen der
druiven ten zeerste bevordert. Aan de
keuze van de Moezelhelling ligt ook
een geologische oorzaak tot grondslag
de ondergrond is er nl. van kalk- of mer-
gelachtige oorsprong, wat de hoedanig
heid van de wijn gunstig blijkt te beïn
vloeden.
Tenslotte kunnen deze steile hellingen
bezwaarlijk voor andere teelten in
aanmerking komen, de bewerking zou
te moeilijk zijn en de vruchtbaar gemaak
te grond zou blootgesteld zijn aan erosie
of wegspoeling.
Betreffende de productie liggen vol
gende gegevens voor. Het Groot-Her
togdom telt ongeveer 1.900 druivente-
lers. Hiervan zijn er ongeveer 1.250 die
de wiinbouw als hun voornaamste be
drijvigheid aanzien, wat nochtans niet
wil zeggen dat het hier hoofdzakelijk een
monocultuur betreft. Integendeel bijna
alle wijnbouwers beoefenen nog andere
landbouwteelten of doen aan veeteelt.
In de Luxemburgse wijnbouw over
weegt het klein bedrijf. De overgrote
meerderheid van wijnbouwers bezitten
enkel van 1/2 tot 2 hectaar. Volgens
zekere berekeningen en peilingen be
steedt de Luxemburgse wijnbouwer on
geveer 1 4 van de oppervlakte van zijn
landbouwuitbating aan de wijnbouw.
Voor het ganse Groot-Hertogdom komt
men aldus tot ongeveer 1.250 ha. waar
van 1.150 productief.
De wijnproductie is vanzelfsprekend
aan sterke schommelingen onderhevig
welke het gevolg zijn van de invloed der
weersomstandigheden op de aanplantin
gen, van het uitlopen van de jonge
scheuten tot de oogst. Sedert de laatste
oorlog schommelde de jaarproductie, bij
ongeveer gelijk gebleven aanplantingen
tussen 20.000 hl. in 1949 en 175.C00 hl.
in 1950. De normale jaarproductie be
draagt van 75.000 tot 90.000 hl., wat
overeenkomt met een gemiddelde op-
jrengst van 70 hl. per ha.
Men streeft er naar in Luxemburg de
productie zo veel mogelijk op een con
stant peil te houden. Een van de mid
delen die daartoe door de overheid wor
den toegepast, bestaat in de controle
van de bebouwde oppervlakte. Zo is er
o. m. een toelating vereist om nieuwe
velden voor wijnopbouw te gebruiken.
Dit toezicht op de nieuwe aanplantin
gen spruit voort uit volgende omstan
digheden
Vooraleer Luxemburg een economi
sche unie sloot met België had het een
tolovereenkomst met Duitsland. De
Luxemburgse wijn werd in deze periode
voor het overgrote deel uitge oerd naar
Duitsland, waar hij met de lokale wijnen
werd versneden en zo op de markt ge
bracht. De Luxemburgers hoefden zich
dus niet te bekommeren om de afzet,
noch om kwaliteitsmerken. Hoofdzaak
was de hoeveelheid. Dientengevolge
stegen de aanplactingen voordurend
van 1850 tot 1915 werden zij verdub
beld. In 1920 bedroegen zij nog 1615
Ha. zegge amper 27 ha. minder dan in
1915.
Het is pas van 1920 af, dat de Luxem
burgers de noodzakelijkheid aanvoelden
van een eigen wijnpolitiek Het opzeggen
van de tolovereenkomst met Duitsland
en het sluiten van een economische unie
met België, deed de Luxemburgers naar
nieuwe afzetgebieden uitzien voor hunne
wija. Het vredesverdrag van Versailles
had de moeilijkheden in verband met
deze aangelegenheid trouwens voorzien
en had tot 1925 een jaarlijkse afzet van
50.000 hl. in Duits'and gewaarborgd.
Zie veraola 2e bladziide le kolom
Onze rechtskundige zal
zitdag houden op Zondag
Jan. tussen 10 en 12,30 uur,
in het lokaal De Koornbloem
Grote Markt, Aalst.
zijn
17
II.
Herinnert gij U die weide nog van
mijn vriend Ziet gij die ontelbare pol
ken, de vele onkruiden en verwilderde
tronken nog staan? Kent gij de bemes
ting er nog van? Voorzeker kunt gij ze
u allen nog voorstellen omdat bij velen
van u dit ook het droeve beeld is van
uw weide. Want dit is een feit, dat vele
van onze landbouwers nog denken dat
aan een weide niets anders moet gedaan
worden dan wat bemest. En dat is jam
mer omdat ze, in deze tijd dat er moet
gecijferd en gerekend worden op de
joerderij, een zeer belangrijke bron van
inkomsten verwaarlozen. Vraagt men
naar de reden dan is het steeds hetzelfde
iecje Geen tijd, Mijnheer.
Nochtans, alleen door een betere ver
zorging van de bestaande weiden, is het
mogelijk de opbrengst met 30 tot 50 °/o
te verhogen. En alhoewel ongeveer het
derde van elk bedrijf weiland is en het
gras het voornaamste voeder van het
vee, vinden sommigen het nog niet be
langrijk genoeg. Voor de verzorging
van weiden vinden ze geen tijd. Voor de
teelt van aardappelen, granen of bieten
bijvoorbeeld is hen niets te veel. Daar
zijn ze fier op als ze met zwaar geladen
karren mogen naar huis komen. Deze
velden bewerken ze tot de laatste centi
meter, zelfs durven sommigen al eens
voorbij de paal rijden met hun ploeg en
in hun weiden daar komr het zo nauw
niet. Daar laten ze bij gebrek aan zorgen
verschillende vierkante meter vaag lig
gen. Ze vergeten dat gras ook een teelt
is en evenals elke andere teelt ook haar
eigen onderhoudszorgen nodig heeft om
een grote en goede opbrengst te geven.
Gezien de grote oppervlakte weiland
in ons land. meer dan 80 000 ha. of meer
dan 40 °/o van de totale beteelde opper
vlakte, en het bijzonder belang er van
voor de veevoeding is het noodzakelijk
dat we aan onze weiden meer zorg be
steden. Elke landbouwer moet er dus
naar streven om goed grasland te beko
men dat aan bepaalde eisen voldoet.
Welke zijn nu deze eisen?
Een welde is goed
1als er alleen goede, aangepaste
grassen in voorkomen.
Vele van onze boeren denkenGras is
gras. Nochtans tussen de verschillende
grassoorten is er een even groot verschil
als tussen de verschillende aardappel
soorten. Welke verschillen kent ge bij
de aardappelen niet Er is verschil in
vroeg rijpheid, in opbrengst, in smake
lijkheid, in vorm, enz. Bij de grassen is
dit eveneens zo. Wanneer ge maar eens
goed nadenkt zult ge wel al bemerkt
hebben dat de dieren er veel veel ver
schil in weten. Zij weten het smakelijkste
gras wel staan, want dit grazen ze altijd
eerst af.
En wat de voedzaamheid betreft
Nog niet ondervonden dat ze in uw
laatst aangelegde weide meer melk ge
ven dan in deze die er al gans uw leven
ligt Zo zijn er nog veel verschillen. Ik
noem er u slechts enkele. Er bestaat ver
schil in groeisnelheid, in opbrengst, in
bladrijkheid, in smakelijkheid, in verteer
baarheid, in voedingswaarde, in het in
bloei komen, in de vorm, enz. Om een
hoge opbrengst in hoeveelheid en in
kwaliteit te bekomen moet ge dus goede
grassoorten hebben.
Enkele goede grassoorten zijn En
gels raaigras, beemdlangbloem, lammer-
staart, veldbeemdgras, ruw beemdgras
en Italiaans raaigras. Minder goede
grassen zijn kamgras, kropaar, goud-
haver, kweekgras, wollig zorggras,
beemdvossenstaart en Fiorin-struisgras.
Onder de minderwaardige grassen tref
fen we aan straatgras of tuintjesgras,
gewoon struisgras, rood-zwenkgras,
reukgras, mannagras, geknikte vossen
staart en zachte dravik.
Naargelang het aantal goede grassen
die in een weide voorkomen heeft men
volgende indeling
Uistekend grasland meer dan 70 °/o
goede grassen.
Zeer goed grasland van 61 tot
7o "Io goede grassen.
Goed grasland van 51 °/o tot 60 °/o
goede grassen.
Matig grasland van 31 °/o tot 50 °/o
goede grassen.
Minderwaardig grasland: van 21 °/o
tot 30 °/o goede grassen.
Slecht grasland minder dan 20 °/o
goede grassoorten.
Zo kunt ge bemerken welke invloed
de goede grassen uitoefenen op de hoe
danigheid der weiden
Even belangrijk voor de opbrengst is
het nodig dat ook deze grassen aange
past zijn aan het doel van de weide. Een
hooiweide moet andere grassoorten be
vatten dan een graasweide. Immers, in
een graasweide moeten wij er naar stre
ven dat wij het hele jaar bladrijk gras
hebben. Wanneer nu in onze weiden
grassen staan die vroeg zaadstengels
vormen dan betekent dit een verlies van
verscheidene kilogrammen bladrijk en
waardevol gras. Dus in uw eigen belang
zorg voor goede en aangepaste grassen
in uw weiden.
2) als er een gepaste verhouding is
tussen de grassen en vlinderbloemigen.
In een goede weide zouden ongeveer
80 °/o goede grassen moeten voorkomen
en voor de rest vlinderbloemigen, vooral
klaversoorten, »n een niet te vermijden
klein °/o onkruiden. Wordt deze verhou
ding in sterke mate gewijzigd dan heeft
dit teruo een grote weerslag op de pro
ductie. Waar de onkruiden groeien kan
geen waardevol gras staan en veelal
worden de onkiuiden door de dieren
niet gelust. Denk maar aan de boter
bloemen, de distels, de netels en de bie
zen om er maar enkele van de meest
gekende te noemen.
(Zie vervolg 2'blad. 3' kolom.)
H'H^H^i*i,VX*X0^1*l'l*l<l-''?fot*lMBBlÉSlÉi
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. s jaars.
Handregister Aalst Nr 145.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden/