Verbetering van het Rundveeras.
Het Vraagstuk van
de Landbouwvoorlichting.
Weekblad
Rechtskundige
Dienst.
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
De grote Struikelsteen.
AALST 6 MAART 1954.
Verschijnt iedere Zaterdag
33ste JAARGANG Nr 1605
Beheer Zeebergkaai, 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O* CAUDRON.
(2de bijdrage)
In ons vorig nummer hebben wij de
bijzonderste bepalingen van het Konink
lijk besluit van 10 Februari 1.1. betreffen
de de verbetering van het rundveeras
uiteengezethet doel van het nieuwe be
sluit, de voorschriftea inzake de keuring
van de stieren, de beschikkingen tot
voorkoming van besme telijke veeziek
ten, de bepalingen betreffende het hou
den der registers door de gemeentebe
sturen, het houden van dekboekjes door
de stierenhouders.
Hierna volgt een samenvatting der
bepalingen betreffende de regeling der
prijskampen.
Stierenprijskampen.
Met het oog op de toekenning der
prijzen worden de goedgekeurde stieren
in vijl categoriën ondergebracht
stieren van 12 tot 18 maand oud;
stieren van 18 tot 30 maand oud;
s'ieren van 30 maand en meer
stieren met erkende afstamming,
van 30 tot 42 maand oud;
stieren met erkende afstamming,
van 42 maand oud en meer.
Onder stieren met erkende afstamming
verstaat men stieren afstammend van
ouders welke ingeschreven zijn in de
stamboeken van de provinciale verbon
den van de veeteeltsyndikaten.
De datum van 15 Mei van het lopend
jaar wordt als basis genomen voor het
vaststellen van de leeftijd der dieren.
Van zover de waarde van de op de
prijskamp voorgestelde dieren het recht
vaardigt, kan de jury aan de eigenaar
der dieren volgende prijzen, premiën en
medaille toekennen
1° stieren van 12 tot 18 maand oud
vijf bronzen medailles.
Een premie van 600 fr. wordt toege
kend aan de eigenaar van het bekroonde
dier, wanneer op de volgende keuring
vastgesteld wordt dat de stier zijn eigen
schappen van goede fokstier bewaard
heeft.
2° Stieren van 18 tot 30 maand oud.
lste prijs: een premie van 1.500 fr.
met zilveren medaille;
2de prijs een premie van 1.000 fr.
met bronzen medaille;
3de prijs een premie van 750 fr. met
bronzen medaille;
4de prijs een premie van 600 fr. met
bronzen medaille.
Stieren van 30 maand oud en meer.
Is e prijs een premie van 1 800 fr.
met zilveren medaille;
2de prijs een premie van 12C0 fr. met
bronzen medaille
3de prijs een premie van 900 fr. met
bronzen medaille
4de prijs een premie van 900 fr. met
bronzen medaille.
Bij gebrek aan verdienstelijke dieren
in een der drie hierboven vermelde cate
goriën, kan de jury het bedrag der niet
toegekende premiën naar andere cate
goriën overbrengen.
4° Stieren met erkende afstamming
van 30 tot 42 maand oud
Er kan in deze categorie en per gebied
een premie worden verleend, genaamd
"behoudspremie,, ten bedrage van 9.000
fr. met gouden medaille. Deze premie is
betaalbaar in drie annuïteiten, de eerste
van 2.000 fr., de tweede van 3.000 fr.
en de derde van 4.000 fr.
De annuïteiten worden slechts betaald
voor zover de geprimeerde stier terug op
de prijskamp wordt voorgesteld en voor
zover de jury bevindt dat het dier zijn
hoedanigheden van goede fokstier heeft
bewaard. Daarenboven wordt de derde
annuïteit slechts uiibetaald wanneer be
wezen wordt dat in de loop van elk der
laatste drie jaren teminste drie manne
lijke afstammelingen in de categorie der
stieren van 12 tot 18 maand werden
goedgekeurd, of wanneer de houder zijn
stier op de prijskamp zal voorgesteld
hebben, vergezeld van vijf goede af
stammelingen, mannelijke of vrouwe
lijke, met erkende afstamming, van mins
tens twaalf maand oud op 15 Mei van
het lopend jaar.
Bij ontstentenis van verdienstelijke
dieren in deze categorie kan deze premie
worden toegekend aan de bijzonder ver
dienstelijke dieren van tenminste 24
maand oud.
5° Stieren met erkende afstamming
van 42 maand oud en meer.
Er kan in deze categorie en per gebied
een premie worden verleend genaamd
behcuaspremie ten bedrage van
9.000 fr. met gouden medaille, voor zo
ver het dier vergezeld weze van vijf goe
de afstammelingen, mannelijke of vrou
welijke, van twaalf maand oud en meer.
Deze premie is betaalbaar in drie an
nuïteiten, de eerste van 2 000 fr., de
tweede van 3.0C0 fr. en de derde van
4.000 fr.
De annuïteiten worden slechts uitbe
taald voor zover de geprimeerde stier
terug op de prijskamp wordt voorgesteld
en voor zover de jury bevindt dat het
dier zijn hoedanigheid van goede fok
stier heeft bewaard.
(Zie vervolg 3e bladz. Ie kolom
Onze rechtskundige zal zijn
zitdag houden op Zondag 7
Maart tussen 10 en 12,30 uur,
in het lokaal De Koornbloem
Grote Markt, Aalst.
Deze raadplegingen zijn volle
dig kosteloos voor onze leden.
i.
Onlangs verschenen in De Koorn
bloem een drietal bijdragen over de
voorlichting in de landbouw. Daarin
werden verschillende aspecten aange
raakt, die rechtstreeks of onrechtstreeks
met de landbouwvoorlichting verband
houden. Maar de vraag waarom onze
huidige voorlichting zo betrekkelijk wei
nig resultaten heeft, werd niet uitgediept.
Nu is het toch zo. dat een dokter,
wanneer hij geroepen wordt om een
zieke te genezen, eerst een onderzoek
instelt naar de oorzaken van de ziekte.
Dan pas kan hij zich een oordeel vormen
over de middelen die hij moet annwen-
den. Wij moeten op dezelfde wijze te
werk gaan en trachten de oorzaken, de
diepere gronden te achterhalen, van het
ziekteverschijnsel, dat wij zouden kunnen
noemen de vrij grote onverschilligheid
van tal van landbouwers ten overstaan
van de voorlichting.
Men kan het vraagstuk bezien van uit
twee oogpunten
Vooreerst kan men het beschouwen
van uit het standpunt van diegenen, die
met het geven van voorlichting zijn be
last de overheid, de landbouworgani
saties, enz. En dan zou men vele blad
zijden kunnen vullen met te vertellen
wat nog zou moeten gedaan worden,
wat nog niet werd gedaan, welke tekort
komingen of leemten er nog bestaan,
enz. En wij geven toe dat op dit gebied
nog wel wat kan gedaan worden. Maar
wij zijn van oordeel dat het tijd wordt
wat meer aandacht te gaan besteden
aan een meer dringend vraagstuk, dat
ons gesteld wordt door hen die van de
voorlichting moeten profiteren. En be
schouwen wij de zaak dan van uit het
standpunt van de landbouwers, dan kun
nen wij de vraag stellen is de boer
bereid naar de voorlichting te luisteren
Stelt hij ze wel op prijs en is hij dankbaar
voor de raad en de bijstand, die hen
daardoor wordt verleend Getroost hij
zich de moeite om bv. bij een rijksland-
bouwkundige te rade te gaan en volgt
hij dan diens raad
Het is wellicht deze kant van het
vraagstuk die te weinig wordt bestu
deerd. En toch is deze kant van onge
meen belang, wellicht van bet grootste
belang, wil men in het opzet van een
ontwikkeling van de boerenstand slagen.
Een der eerste stelregels in de huidige
opvoedkundige stelsels is tcch wel dat
de kinderen actief met het onderwijs
meedoen. Dat ze iets meer doen dan
eenvoudig lijdzaam de wijsheid te
"ondergaan,,. Wil men iets tot zijn per
soonlijk bezit maken dan volstaat het
niet geduldig te zitten wachten tot men
datgene wat men wil leren, zo maar over
het hoofd krijgt gegoten.
Zo herinneren wij ons nog een pro
fessor, die wij destijds op school hadden.
De brave man was het geduld zelf.
Maar op sommige ogenblikken maakten
wij het wel zo bar dat hij wanhopig
werd en ons zei ik kan u toch geen
rekenkunde leren als ge zelf niet wilt
meedoen. En ook ons Heer heeft ergens
eens gezegd Ik kan niemand zalig
maken tegen zijn eigen wil.
Wij menen dat dit het kernvraagstuk
is dat ons bij de landbouwvoorlichting
het meest moet bezig houden. De boeren
moeten in groep, dus niet hier en daar
een enkeling, tot de overtuiging komen
dat geen enkele moeite te groot mag zijn
om zich verder in hun vak te bekwamen.
Zo lang ze daar zelf niet van overtuigd
zijn, is alles boter aan de galg. Men kan
ze inderdaad niet zalig maken tegen hun
eigen goesting.
De grootste struikelsteen, waar iedere
voorlichting over valt, is wel het verre
gaande gebrek aan belangstelling. De
stuwkracht, die hen moet aanzetten zich
verder te bekwamen, ontbreekt. Niet
alleen bij de oudere, maar jammer ge
noeg ook bij de jonge boeren. Zo lang
wij niet kunnen bereiken dat de boeren
zelf reikhalzend uitzien naar alles wat
tot hun ontwikkeling kan bijdragen, zo
lang zal iedere landbouwvoorlichting
veroordeeld blijven tot een min of meer
onvruchtbare werking.
Wij zijn er dan ook van overtuigd, dat
de allereerste voorwaarde voor een effec
tieve voorlichting is de bereidheid van
de boer zelf, de leergierigheid en de be
langstelling. Deze factoren zijn in de
grond van veel groter belang dan gelijk
welke, uiterlijke organisatie van de voor
lichting. Want het is toch zo dat een heel
leger landbouwkundigen en assistenten
weinig kunnen presteren indien ze stoten
op de onwil van de boeren. Goede wil
bij de landbouwer, dat is de hoofdzaak.
De wil om iets bij te leren, de wil om
zijn bedrijf te verbeteren, het bewustzijn
van de beperktheid van eigen kunnen,
dat vormt de deur langswaar de voor
lichting ingang moet vinden op de be
drijven.
Men kan betwijfelen of, wat wij hier
voorop zetten, wel juist is. Als rijksland-
bouwkundige bv. kan men het daarmee
niet eens zijn en zeggen dat er voldoende
belangstelling vanwege de boeren be
staat. Ze kunnen hierbij wijzen op het
feit dat ze op hun zitdagen hun werk
zelfs niet afkunnnen, omdat er zoveel
boeren zijn die hun raad komen inwin
nen.
(Zie vervolg 2' blad. 1' kolom.)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars.
Handregister Aalst Nr 145.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden^