Het Ministerie van Landbouw heeft weer een gelegenheid gemist. Enkele belangwekkende gegevens nopens onze landbouweconomie. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt Gebrek aan Organisatie» AALST 8 MEI 1954. Verschijnt iedere Zaterdag 33ste JAARGANG Nr 1614 Beheer t Zeebergkaai, 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O» CAUDRON. Kort na de oorlog hadden wij met het Ministerie van Bevoorrading een meningsverschil over een of ander for mulier dat verloren was gegaan in ver band met bevoorradingszegels. Wij kregen toen een brief waarin ons werd meegedeeld dat alles te wijten was aan een faute d'organisation Ja, beste lezers, wij leven wel in 't Vlaamse land en wij hebben wel taal- wetten en voorschriften en zo, maar in Brussel schrijven zij toch nog altijd graag Franse brieven. Maar tot daar toe. Wij hebben het hier sp-ciaal over die faute d'organisation wat in onze moedertaal wil zeggen gebrek aan organisatie ofte inrichting. Sindsdien zijn deze woorden ons reeds dikwijls door het hoofd gegaan. Zo ook verleden week, toen wij een bezoek brachten aan de polders, die verleden jaar, met de Februariramp overstroomd werden. De Scheldepolders aan het famruze gat Pijp Tabak. De dijken zijn daar nu al geruime tijd dicht. Het water is uit de polders ver dwenen. Maar de gevolgen van de overstroming, die zijn er nog altijd. Het Zeewater, dat des ijds tweemaal per dag over en weer over de landerijen trok heeft niet alleen belangrijke hoeveel heden zout achtergelaten, maar ook enorme massa's zand, die nu de vrucht bare poldergrond overdekken, op som mige plaatsen meer dan «en meter dik. Als men nu, meer dan een jaar na de ramp, die eertijds zo bloeiende polders als kale vlakten ziet liggen, ge«ft men er zich reker,schep van welke schade daar werd aangericht. Niet alleen aan de daar wonende boeren, maar eveneens aan de nationale landbcuw, waar de Schel depolders zulke voorname plaats in bekleden. Overal ter wereld worden reusachtige bedragen besteed voor het bijwinnen en vruchtbaar maken van landbouwgron den. Het is dan ook des te droever als er zo, op enkele uren tijds honderden, ja duizende hectaren worden verwoest. Uit de dagbladen van destijds zullen onze lezers ztch Dog wel hetinneren wat al herrie er geweest is rond het dichtmaken van de dijken. De kritiek was toen verre van mals en zeker Diet ongegrond. Wij gaan echter geen oude koeien uit de gracht halen en stellen alleen vast een faute d'orgaD sation om het met het Ministerie te zeggen. Sinds de overstroming zijn wij ruineer dan een jaar verder. En zij. die niet onmiddellijk bij de ramp betrokken waren, zullen heel het geval reeds ver geten zijn. Dat is echter niet zo met de boeren die er midceDin zitten en er het slachtoffer van zijn geweest. Zij staan immers voor het grote werk van de wederopbouw. Wij gaan nu niet bewe ren dat ze daarin volledig aan zichzelf zijn overgelaten. Zo waren wij getuige van het prachtige werk dat onze soldaten daar aan 't doen waren met zware bull dozers worden de zandlagen afge graven en bijeengebracht, waarna zij per camion worden weggevoerd en aange wend worden voor het ophogen van de toekomstige autosnelweg van Antwer pen naar de kust. Wij weten ook dat het Ministerie van Landbouw allerlei dingen ter beschikking van de getroffen landbouwers werden gesteld. Maar nu op het ogenblik dat het werk van de inzaai opnieuw moet worden aangepakt schijnen die polders een van God verlaten streek. Het is werkelijk triestig te zien hoe het overstroomde land opnieuw in cultuur wordt gebracht. Hier en daar ziet men in de eindeloze woestenij een boer aan het werk. De ene is aan 't omrijden, de andere is met een van zijn jongens een greppel aan 't ga- ven. Een derde is wellicht aan 't uitzoe ken waar zijn land vroeger wel zou kun nen gelegen hebben, terwijl een vierde, die reeds een stap verder is, al aan 't uit zaaien is- Nu. in 't volle voorjaar, waar normaal de polders getuige zijn van een intens leven, lijkt alles wel uirgestorven. De mensen die er werken doen het precies tegen hun goesting. En moest men de over en weer rijdende camions van de soldaten niet zien dan zou men allicht gaan veronderstellen dat gans die vlakte zo maar aan haar lot wordt overgelaten. Van wegen is er nog bitter weinig te bespeuren. Hoe de boeren in die einde loosheid hun vroegere percelen moeten terugvinden is ons een raadsel. Wij zagen links en rechts wel een afvoer- gracht voor het polderwater, maar een systeem konden wij er moeilijk in ont dekken. Wij hebben allemaal wel eens gehoord over ruilverkaveling. Wij hebben in dit verband veel vrome wensen gehoord en gloedvolle uiteenzettingen, ook van officiële zijde, over het Dut en de econo mische noodzakelijkheid van de ruilver kaveling voor onze nationale landbouw. Maar h:er, waar de omstandigheden nu eens geknipt zijn om tot een doel matige ruilverkaveling over te gaan, waar toch nieuwe wegen en afwaterin gen moeten aangelegd worden, waar de landeiijen toch volledig zullen moeten heropgemeten worden waar men ieder perceel terug moet gaan opzoeken en afbakeneD. ous al werkzaamheden, die normaal reeds een groot gedeelte van de kosten van een ruilverkaveling uit maken, hier wordt niets gedaan. Een (Zie vervolg onderaan 3e kolom. In het verslag uitgebracht door de heer senator De Coene nam-ns de senaatscommissie over het ontwerp der begroting 1954 van het ministerie van Landbouw vinden wij meerdere gege vens betreffende onze landbouweconomie die onze bijzondere aandacht verdienen en welke wij diensvolgens in overweging geven aan onze lezers. De beteelde oppervlakte. De statistieken wijzen uit dat over een Landbouw Tuinbouw Fruitteelt Totaal Op 15 Mei 1951 1.695.080 ha. 28.596 ha. 57.021 ha. langere termijn gezien de landbouw- oppervlakte in ons land geleidelijk is afgenomen om verschillende redenen welke wij hebben aangehaald in ons vorig hoofdartikel. Volgens de cijfers der drie jongste landbouwtellingen ontwikkelde de be teelde oppervlakte in de bedrijfstakken landbouw, tuinbouw en fruitteelt, zich als aangegeven in onderstaande tabel op 15 Mei 1952 op 15 Mei 1953 1.673.638 ha. 1.671.405 ha. 30.450 ha. 31.471 ha. 53 325 ha. 52 119 ha. 1.754.995 ha. 1.780.697 ha. 1.757.413 ha. De ultbatlngswijze. Volgens de tellingen, welke enkel om de tien jaren worden gehouden, ziet de oppervlakte der landbouwgronden die in eigendom worden uitgebaat door onze boeren of door hen in pacht zijn genomen er uit als volgt Uitbatingswijze Beteelde oppervlakte 1910 1929 1950 Ha. Ha. Ha. ln eigendom In pacht 1.183.028 1 401 212 45.8 54.2 817814 1.179 764 40.9 59 1 604 968 1211 336 33.3 66,7 Totaal 2.584 240 100 1.997.578 100 1 816.303 100 Te noteren valt dat de oppervlakte in eigendom insgelijks behelst de bossen en braakliggende gronden toebehorend aan oper bare instellingen. De gegevens voorkomende in de tabel hierboven wijzen uit dat de in eigendom uitgebate oppervlakre in 1953 niet groter is dan IOC jaar geleden. In 1846 bedroeg zij inderdaad ongeveer 33,5 °/o en in 1896 enkel 30,70 Het is moeilijk deze ontwikkeling te verklaren wanneer men de evolutie van het landbouwkrediet nagaat. Zo werden in 1952, volgens het antwoord verstrekt door het Departement van Landbouw aan een lid der senaatscommissie, door verschillende kredietinstellingen voor 1 milliard en 62 millioen frank landbouw- gelegenheid, zoals wij hier hebben zal zich waarschijnlijk nooit meer voordoen. Wat de reden hiervan is Er wordt beweerd dat wij niet over de nodige wetten beschikken om de ruilverkaveling naar wens te doen verlopen, dat er geen technisch personeel voor beschikbaar is, enz. enz. Dat kan allemaal wel waar zijn. Maar vanzelf zullen die zeker niet komen. Hiervoor moet er juist iets ge daan worden. Het vraagstuk is toch al voldoende lang gesteld opdat de over heid de nodige maatregelen zou kunnen genomen hebben. Maar ja, de eerste zorgen zullen zeker wel niet naar de landbouw gaan Faute d'organisation 1 leningen toegestaan waarvan 70 t.h. be stemd waren voor aankoop van onroe rende goederen. Deze cijfers tonen alleszins aan dat onze pachters of huurboeren tijdens de jongste oorlog niet de enorme winsten hebbeD gemaakt welke men hun zo kwis tig heeft aangewreven, anders zouden zij er voorzeker toegekomen zijn op ruimere schaal hun landerijen in eigendom te verwerven. Zij onderstrepen ook de noodzakelijkheid rekening te houden met de pachtprijs als belangrijk element van de productiekosten, wanneer men deze vergelijkt met de voortbrengstkos- ten in Neaerland met het oog op de uitvoering van de Benelux. Inderdaad in België bereiken de pachtprijzen volgens de wettelijke voorschriften minstens twee tot twee en half maal de pach* prijzen van 1939 in werkelijkheid wordt echter een verhogingscoèfficient van 3 maal de vooroorlogse prijs toegepast, terwijl in Nederland eerst sedert 1 Januari 1954 een verhoging werd toegestaan van 45 op de pachtprijs van 1939. Vóór 1 J-nuari 1.1. werd enkel de vóóroorlogse pachtprijs toegelaten. De ontwikkeling van het landbouwkrediet. Volgens het verslag der senaatscom missie werden in 1952 volgende leringen toegestaan voor landbouwdoeleinden (Zie vervolg 2' blad. 3' kolom.) De Koornbioem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Handregister Aalst Nr 145. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron Is verboden, 'lo °/o

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1954 | | pagina 1