De landbouw in West-Duitsland Het Veren- en Bloedpikken bij Kuikens en Hennen. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 22 MEI 1954. Verschijnt iedere Zaterdag 33ste JAARGANG Nr 1616 Beheer s Zeebergkaai, 5, Aalst Tel 242.67 Voor de Ontwikkeling cn dc Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O- CAUDRON, Dringende hervormingen vereist. De versnippering der lande' ijen. Een plan tot rationalisatie. De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars. Handregister Aalst Nr 145. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden. Het snelle herstel en de ontwikkeling van de West Dui'se nijverheid dwingt de bewondering af van de wereld. Het totaal verpletterde en verwoeste Duits land is er inderdaad in geslaagd een handels en financiële balans te verwer ven die een ruim tegoed uitwijst. Voor een gedeelte heeft het dit te danken aan de financiële hulp van Amerika, doch in hoofdzaak aan de werkkracht en de technische vaardigheid en de tucht zijner arbeiders, de ondernemingsgeest zijner indusrnëlen en financiers en het degelijk beleid zijner regering en overheidsorga nen. Nochtans is er een schaduw voor de West Duitse economie, nl. dat de landbouw geen gelijke tred heeft gehou den met de vooruitgang van de nijver heid. Dit wordt trouwens geredelijk toe gegeven door de leiders der Duitse land- bouwersorgams ities. Deze erkennen dat de Duitse boer het roer geheel zal moe ten omgooien en zijn uitbatingsme'hodes grondig zal moeten wijzigen om de con currentie tegen zijn West Europese be- drijfsgerioten te kunnen volhouden. Dit zal echter nog heel wat rijd vergen, want talrijke landbouwbedrijven bieden nog een mi ideleeuws uirzicht Op vele plaat sen wcrien vruchtbare akke s nog met de hand of oss-ngespannen bewerkt. Talloze b ïerderijen bestaan nr g uit tal rijke verspreide stukjrs land oie geen doeltreffende uitbating of bebouwing toelaten. West Duitsland is sinds de tweede wereldoorlog voor zijn voedselvoorzie ning aangewezen rp ongeveer 2 millioen kleine boerenbedrijven, daar de golven de akkers van de Duitse "Broodschaal,, de grote Pruisi-che lardgoederen thans achter het IJzeren Gordijn liggen. Van de West Duitse bedrijfjes zijn slechts 128 0C0 groter dan 20 ha en meer dan 500.000 bezitten slechts van 2 tot 5 ha grond. Volgens Andreas Hermes, de leider van de West Duitse Boerenbond, moet een boerenbedrijf, om voor mechanisatie in aanmerking te komen, ten minste acht ha groot zijn De West-Duitsers betogen dat de oogsten van hun kleine bedrijven goed, maar oneconomisch zijn, omdat zij te veel arbeidskrachren vergen en dus ook te hoge uitbatingskosten. De grootste tijdverspiller en de voor naamste hinderpaal voor de mechanisa tie is de middeleeuwse versnippering van het land. In het district S Goarshausen in het Riin'and is bv 800 ha land verdeeld in 26 800 afzonderlijke akkertjes. Daarvan zijn er 5 000 met een oppervlakte van nog geen 100 m 2. Een middelgroot boe renbedrijf bestaat uit ongeveer 200 van deze her en der verpreid liggende akker tjes. De boer verspilt niet alleen uren met het heen en weer geloop naar deze stuk jes gronden, maar ook zijn ze te klein om met een tractor bewerkt te worden. Zij moeten met de hand, paard of os geploegd worden. Nog meer tijd gaat aldus verloren, wanneer de paarden of ossen van het ene veld naar het andere sjokken. In de vruchtbare vulcarische heuve's op de oevers van de Moesel is ruim 800 ha verdeeld over 14 930 akkers. De grootste boer bezit daar 283 akkers met een oppervlakte van in totaal 20 ha. In dit gebied heeft in de afgelopen twee jaar echter een ruilherkaveling plaats gehad en de boer van de 20 ba. bezit thans nog enkel 11 akkers. Een dergelijke ruilherkaveling wordt thans door de regering te Bonn krachtig bevorderd om de 650 000 kleine boer derijen lonend te kunnen maken. De Wesr-Duitse Minister van Land bouw Heinrich Luebke he»ft een plan ontworpen dat binnen de tien jaren dient uitgevoerd. Het behelst volgende vijf punten 1) ruilherkaveling 2) een economische oppervlakte voor de landbouwbedrijven 3) mechanisatie van de Duitse land bouw 4) het verstrekken van goedkoop ka pitaal voor dringend nodige ver beteringen zoals nieuwe drainerin gen en het goed maken van de overwoekerde grond 5) de vestiging van lichte nijverheid in plattelandsgebieden ter opne ming van overtollige arbeidskrach ten uit de overbevolkte boeren bedrijven. De overheden van de West Duitse staten en distiicten werken met de land- bouwersverenigingen samen bij de doel- trtff nde inrichting van de landbouw bedrijven. Van de kleinste bedrijven zullen fruitkwekerijen, varkensfokkerijen en hoenderparken gemaakt worden, ter wijl graan en andere basisproducten zullen moeten geteelt worden door de grotere bedrijven, die het volle profijt van machines kunnen trekken. Ongezonde, bouwvallige dorpen met nauwe straatjes, waar amper een auto of tractor door kan, zullen geheel ge sloopt worden. Op het vrij gekomen terrein komen dan moderne boerderijen. De Minis-er van Economische Zaken Luriwig Erbard heeft de nij-eraars van het Ruhrgebied verzocht voor ce nieuwe boerderijen eenvoudige machines te ont werpen en op grote schaal te vervaar digen (Zie vervolg 3e bladz. 3e kolom.) Onlangs werden wij geroepen bij een kweker, die enkele dagen voordien een paar honderd poeljen had gekocht. De dieren waren blinkend van gezondheid op zijn hof afgeleverd, maar amper een paar dagen nadien waren ze mekaar aan het pikken gegaan, dat er op korten tijd verschillende doden moesten wegge ruimd worden. Daar deze plaag betrekkelijk veel voorkomt is het wel nuttig hier enkele woorden over te zeggen en eens na te gaan wat er tegen kan gedaan worden. Hoewel de wetenschap voor alles en nog wat een antwoord weet, zijn er toch nog tal van dingen die voorlopig een raadsel blijven. Dat is ook zo met het veren- en bloedpikken. Men zoekt reeds lang naar wat de oorzaak zou kunnen zijn van deze lastige plaag, maar tot nu toe blijft het een onopgelost vraagstuk. Is men niet op de hoogte van de grondoorzaak, toch zijn er verschillende omstandigheden bekend, die de kwaal in de hand werken of die er aanleiding toe kunnen zijn. Maar ook daar is weer geen vaste lijn te trekken. Daar komen wij bv. voor het eigenaardige feit te staan dat in ogenschijnlijk juist dezelfde omstandigheden het pikken de ene keer wel optreedt en een andere keer weer niet. Zo werd al opgemerkt dat in twee afzonderlijke hokken, die voor het oog totaal met elkaar overeenkwamen, in het ene pikketij optrad en in het andere niet. Een der meest voorkomende omstan digheden, die het optreden van pikkerij bevorderen, is wel de aanwezigheid in de hokken van veel glas. Als de zon daarop staat te brand n en de kuikens zitten daar achter, dan duurt het ge woonlijk niet lang of wij zien kuikentj-s rondlopen met een bloederig staartje. En dan is het spel op de wagen. Want wat men nu ook probeert om de kwaal tegen te gaan, het pikken gaat steeds door en steeds meer en meer ziet men aange pikte kuikens. Kan men hier geen ge schikte maatregelen nemen dan neemt het geval steeds erger vormen aan en het Ontaardt ten slotte in echt kannibalisme waarbij de rug boven de staart wordt opengepikt en uit het gat, dat op die manier ontstaat, worden de darmen naar buiten getrokken. Niet altijd, maar toch dikwijls wordt boven de staart gepikt. Soms worden echter alleen de veertjes op zij van de hals bij de kop of opzij van de borst uii ge pikt. Dat is een minder ernstige vorm, die zelden in kannibalisme ontaardt. De meest gevaarlijke vorm is echter het pik ken aan de aars, wat zowel bij kuikens Het woord kanibalisme is afkomstig van de naam Canibi, die de Spar jaard n destijds gaven aan een der Caraibische eilanden. Hierop kwamen volksstammen voor die mens nvlees aten. Kanni balisme wordt dan ook gebruikt in de betekenis van menseneterij. als bij jonge hennen voorkomt. Hierbij worden dan tal van dieren, dikwijls op zeer korte tijd leeggehaald, wat natuur lijk de dood tot gevolg heeft. Wanneer, behalve in de voorkant van het kok, ook in de achterwand glas wat laag tegen de grond is aangebracht, zoals het wel eens gebeurt, dan kan met vrijwel 100 °/0 zekerheid worden voor speld dat kanibalisme zal optreden. Een andere omstandigheid, die aan leiding geeft tot pikken, is overbevol king. Zowel grote als kleine hokken kun nen overbevolkt ziin, zodat het pikken kan voorkomen zowel bij grote pluimvee- li' uders als bij liefhebbers, die maar een klein aantal kippen houden. Wij hebben wel eens kippen in een hokje aangetrof fen, die niet veel veren meer over hadden dan alleen wat staart- en slagpennen. Het rood verkleuren van de huid maakt het geval dan nog onooglijker. Wanneer pikkerij voorkomt, blijven de dieren voor de rest wel gezond. Ze kunnen zelfs best leggen. Alleen zullen zij meer eten, omdat, door het ontbreken van pluimen, te veel lichaamswarmte verloren gaat. Een derde aanleiding kan bestaan in her ontbreken van enkele voedings stoffen of mineralen, hoewel dat heel moeilijk is vast te stellen. Het pikken gaat immers toch door, zelfs als de voe ding naderhand wordt gewijzigd of aangevuld. Tast men in 't duister nopens de wer kelijke oorzaak van de kwaal, toch zijn er wel enkele middelen om. eers dat het in een koppel voorkomt, het pikken tegen te gaan. Zo kan men bij staart- pikken de aangepikte plaats boven de staart insmeren met bruine teer. Dat kost natuurlijk veel moeite en tijd, want telkens men in het hok komt zijn weer nieuwe kuikens aangepikt. De dieren die echter met teer werden behandeld blij ven voorlopig wel ongemoeid, hoewel voortdurende controle toch geboden blijft, wil men doden voorkomen. Aan deze teer-methodezitten dus wel nadelen verbonden, te meer daar het geen zicht is al die kuikens, die met teer zijn besmeurd. Maar het ergste kan men er toch mee voorkomen en dat betekent toch iets. In de handel zijn trouwens preparaten te krijgen, die op een of andere manier, evenals teer, afstotend op de pikkers werken. Een ander middel tegen pikken is het doriker houden van het hok, door b.v. zakken of gordijnen voor de ruiten te hangen. Soms is het al voldoende de glazen blauw te verven. Geeft deze maat regel ook baat, daartegenover staat dat kuikens een grote behoefte hebben aan daglicht. Afschermen van glas is dan ook voor kuikens, die later leghennen moeten worden, niet aan te raden. Zie vervolg 2' blad. 3' kolom.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1954 | | pagina 1