De landbouwpolitiek van de nieuwe regering. Ook voor onze Boeren is het Verkeersreglement van Toepassing. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 26 JUNI 1954. Verschijnt iedere Zaterdag 33ste JAARGANG Nr 1621 Beheer Zeebergkaai 5. Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers &ISJUU4 Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Naar aanleiding van de bespre king zijner begroting door de Ka mer van Volksvertegenwoordigers, heeft de heer Lefevre Minister van Landbouw tijdens de vergadering van 10 Junil.l. als gevolg op vragen gesteld door de oppositie volgende inlichtingen verstrekt betreffende zijn beleid. Op de vraag van de oppositie of de minister partijganger is van het dirigisme of van een politiek van vrijheid antwoordde de minister Wij zijn in principe tegenstander van het dirigisme. Maar wij moeten vaststellen dat, in de huidige om standigheden, een politiek van algehele vrijheid niet mogelijk is. Ze zou tot volledige wanorde leiden Deze verklaring getuigt alleszins van werkelijkheidszin. De minister vervolgdeDe land bouw moet in de mogelijkheid ver keren om in onze volkshuishouding de plaats in te nemen waarop hij recht heeft. Er moet rekening wor den gehouden met de maatschap pelijke eisen en werkelijkheid. België is een land van klein grondbezit. Vier vijfden van de landbouwbedrijven beslaan minder dan 10 ha. Het zijn dus familiale bedrijven, die geen loontrekkend personeel bezigen. De inkomsten uit deze bedrijven maken dus het loon van de landbouwer en zijn gezin uit. In de huidige stand van zaken kan de Belgische landbouwer, aan zich zelf overgelaten, niet het hoofd bieden aan de vreemde mededin ging. Daarom moeten wij onze bin nenlandse markt verdedigen en tevens de productiviteit en de ren tabiliteit trachten op te voeren Ook dit is nuchtere taal die onze instemming weg draagt. Verder onderstrepen wij gaarne volgende verklaring van de heer Minister De regering noch ik zelf heb ben er een ogenblik aan gedacht te beweren dat de vermindering van de levensduurte moet doorge voerd worden te nadele van de landbouw. Het is de kwestie te weten op welk ogenblik de laudbouw aan spraak kan maken op hulp. Mijn antwoord luidtwanneer al de mogelijkheden van de techniek en van de productiviteit uitgeput zijn De huidige begroting is voor de helft uitgegeven. Ik ben voor het ogenblik bezig met een grondige studie van haar verschillende be standdelen. Maar ik moet zeggen dat zolang ik niet zal beschikken over andere middelen dan die welke thans bestaan, ik precies de begroting zal toepassen zoals zij door mijn voorganger werd inge diend. Ik zal hetzelfde doen wat het kalender (bedoeld wordt het tuinbouwkalender) en het proto col (het landbouwprotocol met Nederland) betreft. De Minister betoogde dat de po litiek die ons land voert niet uitslui tend defensief kan zijn. Wij moeten bezorgd zijn om de organisatie van onze productie en onze landbouw politiek, opdat wij ons niet zouden laten voorbijstreven door andere landen. De minister vervolgde Ik zou de mening willen doen verdwij nen, dat de Belgische landbouw op een uiterst laag peil staat, wan neer men hem vergelijkt met die van de naburige landen, o.m. met Nederland. Het is juist dat men tussen de Belgische en Nederlandse kostprij zen een verschil van 30 t.h. merkt. Doch het past er aan toe te voegen dat 23 t.h. aan economische facto ren en 7 t.h. aan technische ele menten toegeschreven moeten worden. Het is bovendien mogelijk dat de statistiek voor 1953 een ver mindering van dat verschil zal aantonen. Men kan bovendien met vreug de vaststellen dat België op dat gébied vooruitgegaan is in aan zienlijker mate dan de naburige landen De minister stelt dan in het voor uitzicht een hergroepering van de diensten van zijn departement om dubbel werk te voorkomen, een decentralisatie en de hervorming van de economische controle. Hij vervolgt Onze activiteit moet alleszins gegrond zijn op de landbouwkundige opzoekingen en op de vervolmaking van onze vul garisatiemiddelen. Ook de maatregelen welke ter verbetering van de structuur van onze landbouw moeten getroffen worden, moeten onderzocht wor den. Ik hoop nog vóór de vacantie het wetsontwerp betreffende de ruilverkaveling en het ontwerp be treffende de grondverbetering te kunnen indienen... Wij moeten een politiek van kre diet voeren, om de modernisering van de uitrusting der landbouwbe drijven aan te moedigen. (Zie vervolg 2e bladz. 4e kolom I. Verleden Zondag vond ik boer Wannes achter zijn tafel zitten met De Koornbloem in zijn handen. Dat is niet voor de boeren, he man, zei hij tegen mij en wees met zijn vinger naar het artikel over het nieuw verkeersreglement. Dat is alleen voor die doodrijders van au tomobilisten dat ze zulke dingen moeten maken. Ne boer doet geen ongelukken. Ge zoudt in de gazet beter over andere dingen schrijven. Luister nekeer, Wannes, heb ik hem daarop gezegd, gewoonlijk ben ik nogal akkoord met het evan gelie dat gij verkoopt, want door gaans zijt ge ne vent met veel ge zond verstand. Maar deze keer verkoopt gij ketterijen. Ik ben wel akkoord met U, dat de boeren over 't algemeen weinig ongelukken be gaan, maar ik ken persoonlijk ta melijk veel gevallen dat ze oorzaak zijn geweest van een verkeerson geval. En dat was juist te wijten aan het feit dat ze het verkeersregle ment niet kenden, ofwel omdat ze, zoals gij van mening waren dat het reglement niet voor hen is. Ik weet wel dat veel ongelukken veroorzaakt worden door de on voorzichtigheid van autorijders. Ik weet ook dat dronken autovoerders in de bak moeten gestopt worden... Maar dat alles wil niet zeggen dat onze boeren hun voeten moeten vegen aan het verkeersreglement en daardoor hun eigen leven en dat van anderen in gevaar brengen. In het nieuwe reglement is voor zien dat alle voertuigen, dus ook boerenkarren en wagens, onder worpen zijn aan de voorschriften. Zelfs de voetgangers moeten er zich naar gedragen. En ook de boer die met dieren op de baan komt, is er aan onderworpen. Het is dus wel van belang eens de plichten en rechten van de boer als weggebruiker na te gaan, ten einde te voorkomen dat wij oorzaak zouden zijn van ongevallen en ook om te vermijden dat wij bekeurin gen zouden oplopen, wat ons toch altijd geld kost. Het is profijtiger te leren, zonder dat geld. Wij zullen dus niet uitwijden over al wat de autovoerders moeten weten en ons alleen beperken tot de boeren, met fiets, kar, vee en zelfs te voet. 1) De bestuurder van een voer tuig (bv. een boer met paard en kar) die betrokken is bij een on geval, waarbij lichamelijk letsel (kwetsuren) werd toegebracht is verplicht, indien de politie geen vaststellingen heeft gedaan, aan gifte te doen van het ongeval, hetzij onmiddellijk bij de naastbijgelegen politiepost, hetzij binnen de 24 uren op de politiepost van zijn woon plaats. Daarenboven moet hij zich ter beschikking houden van de ge kwetsten om hen hulp te verlenen indien zulks nodig is. Het is dus niet noodzakelijk dat ge oorzaak van het ongeval zijt geweest of dat gij er de verant woordelijkheid van draagt. Het eenvoudige feit van er bij betrok ken te zijn is voldoende. De schuld vraag speelt dus geen rol. Het gebeurt wel dat onze mensen wel durven zeggen, vooral in ge vallen waar ze zelf geen schuld hebben hij moest maar uit zijn ogen zien en daarmee de hele zaak als afgedaan beschouwen en er van onder trekken. Om meer dan een reden is dat verkeerd. Er is vooreerst een kwes tie van beleefdheid. Iemand kan oorzaak zijn van een ongeval, bui ten zijn wil om. Bv. een autoband kan springen. De schade die hier veroorzaakt wordt zal wel ten laste zijn van de autovoerder, maar dat is nog geen reden om hem daar voor in de steek te laten, vooral als er gekwetsten zijn. Maar benevens die kwestie van beleefdheid en menslievendheid, is er ook de wettelijke verplichting. Wanneer bv. de tegenpartij vast stelling door de politie vraagt, dan is men verplicht ter plaats te blij ven, zelfs al heeft men geen schuld. Doet men dat niet dan loopt men gevaar vervolgd te worden voor vluchtmisdrijf, iets waar tamelijk zware straffen aan vast kunnen zit ten. Het is waarschijnlijk juist omwille van het veel voorkomend vlucht misdrijf dat men nu verplicht is aangifte van het ongeval te doen ingeval lichamelijk letsel werd toe gebracht. 2) Bij overtreding dient aan de wetsdienaars de identiteitskaart voorgelegd te worden. Wij weten dat onze boeren die kaart door gaans thuis laten. Ingeval van over treding heeft dat als gevolg nog een extra bekeuring. De eenzelvig- heidskaart moet men dus altijd bij hebben (voor personen die ouder zijn dan 15 jaar). 3) Voor ieder bespannen voer tuig moet er minstens een be stuurder zijn, die van zoveel be geleiders moet vergezeld zijn als voor de veiligheid van het verkeer noodzakelijk is. (Zie vervolg 2 bladz. le kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn Het overnemen van artikelen zonder Handelsregister Aalst Nr 145. verantwoordelijk voor hun bijdragen aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1954 | | pagina 1