Weekblad
Bestrijding der Aardappelplaag
Voor en door de Landbouwers
Belangrijke landbouwvraagstukken in de wereld.
Arbeid adel
t
Rechtskundige Dienst
AALST 10 JULI 1954.
Verschijnt iedere Zaterdag
33ste JAARGANG Nr 1623
BeheerZeebergkaai 5,
Tel. 242.67
Aalst
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
(2de bijdrage)
Aan de hand van het verslag
uitgebracht door de Economische
en Sociale Raad van de Verenigde
Naties, hebben wij een beknopt
overzicht gewijd aan de ontwik
keling en de mogelijkheden van de
landbouw in Azië, Oceanië, Afrika
en Latijns Amerika in het kader
van de economie dezer wereldde
len.
Met deze toestanden houdt nauw
verband
Het vraagstuk der
landbouwoverschotten
in de Verenigde Staten.
De oplossing van de vraagstukken
gesteld door de landbouwproduc
tie in de werelddelen hierboven
vermeld en het schatten van de
toekomstige wereldvoedselpositie
als leiddraad voor de Europese
landbouwpolitiek zijn des te moei
lijker geworden als gevolg van de
snelle aangroei van de landbouw
productie en van de overschotten
in de Verenigde Staten, alsook van
de onzekerheid ten aanzien van
hun toekomstige landbouwpolitiek.
De verkoop van deze overschot
ten vormt inderdaad een ernstig
probleem, niet alleen voorde Vere
nigde Staten, maar ook voor de
andere landen.
Een deel van de tegenwoordige
overschotten in de Verenigde Sta
ten wordt tegen zeer lage prijzen
aan Europese en aan andere lan
den aangeboden. Indien zij in de
invoerende landen worden ge
bruikt ter aanvulling van de voed
selvoorziening van de arme bevol
kingsgroepen, kunnen dergelijke
goedkope aanbiedingen wenselijk
en nodig zijn ter verbetering van
het verbruikspeil, daar, waar dit
ontoereikend is. Indien in egendeel
deze goedkope leverancies dienen
ter vervanging van de gebruike
lijke of traditionele binnen- of bui
tenlandse bronnen van voedsel
voorziening, ontredderen zij de
productie en handel van land
bouwproducten.
Inmiddels blijft, dat het risico
van toekomstige overschotten,
te samen met de onmogelijkheid
te voorspellen, hoe daarover zal
worden beschikt, de vooruitzichten
voor de wereldvoedselmarkten
uiterst wisselvallig maken.
De toestand in Europa.
De uit voorgaande uiteenzetting
blijkende onzekerheid ten aanzien
van de mogelijkheden voldoende
levensmiddelen uit de overzeese
landen te betrekken en ten aanzien
van de voorwaarden waaronder
dit kan geschieden, hebben onge
twijfeld tot gevolg, dat de Europese
gebieden meer aandacht schenken
aan de beschikbare eigen bronnen
dan zij in andere omstandigheden
zouden doen en dat zij maatrege
len treffen om aan hun binnenlandse
markt op gebied van productie en
prijzen een redelijke stabiliteit te
behouden.
Zelfs als de wereldproductie,
aangemoedigd door de hoge prij
zen, zou stijgen en de noteringen
der vaak gesubsidieerde uitvoer
bare overschotten snel zouden da
len, zouden de Europese landen
hunne binnenlandse prijzen niet
onmiddellijk kunnen aanpassen,
zonder hun eigen landbouwers te
benadelen en zonder de toekom
stige beschikking over hun binnen
landse bronnen in qevaar te bren
gen.
Doch hoe men ook over de toe
komst denkt, zowel in het belang
van de voortbrenger als in dat van
de verbruiker is het vereist de pro
ductiviteit en doelmatigheid van
de Europese landbouw op te voe
ren. Indien immers gedurende
ruime tijd overvloedig aanbod van
overzeese voedingsmiddelen tegen
gunstige prijzen beschikbaar zou
komen en de kostprijs van de
Europese landbouwartikelen niet
lager zou zijn dan thans, zouden er
economische en sociale spannin
gen kunnen ontstaan tussen de ver
bruikers en de producenten. Indien
anderzijds de Europese productie
zou stijgen, zou een even grote
noodzakelijkheid ontstaan om de
kostprijs van de voedingsmiddelen
te verlagen om de concurrentie
krachtvan de Europese voortbren
ging als geheel te kunnen hand
haven.
De wijdverspreide mening, dat
de Europese landbouw als gevolg
van het intensieve gebruik van de
bodem slechts duur voedsel kan
leveren is, zo besluit het verslag,
geenszins juist. Want hoewel de
voor de landbouwproductie gel
dende verhoudingen in vele Euro
pese landen minder gunstig zijn
dan in de jongere gebieden met
een minder dichte bevolking, is de
productiviteit per eenheid land en
arbeid in enkele Europese landen
de laatste decennia merkelijk ge
stegen.
Het verslag in kwestie houdt zich
evenwel minder bezig met de be
reikte uitslagen dan wel met de
noodzaak van een verdere verbe
tering. Het vestigt meer bijzonder
de aandacht op de hindernissen,
welke een hogere landbouwpro
ductie tegen lagere kostprijs in de
weg staan, zoals onvoldoende be
nuttiging van arbeidskrachten.laag
technisch peilen het niet toepassen
van de juiste economische prikkels.
Hoewel de prijzen van de voe-
(Zie vervolg onderaan hierneven)
Het ogenblik is thans aangebro
ken waarop zal moeten begonnen
worden met het vrijwaren van onze
aardappelen tegen de verderfelijke
invloed van de aantasting der zo
gevreesde aardappelplaag.
Deze ziekte brengt elk jaar enor
me schade toe aan de aardappels
teelt die op onze kleine landbouw
bedrijven een voorname bron van
inkomsten betekent hetzij dat zij
dienen om verkocht te worden als
consumptieaardappelshetzij dat
zij bestemd zijn voor dierènvoe-
ding.
De aardappelplaag of aardap
pelziekte wordt veroorzaakt door
een schimmel of zwam die door de
wetenschapsmensen genoemd
wordt, zoals dat gebruikelijk is, met
zijn latijnse naam Phytophthora
infestans.
Deze ziekte tast niet alleen het
loof en de bladeren aan, maar ook
de knollen, waardoor deze slecht
bewaren en heel gemakkelijkqaan
rotten.
Ziekteverschijnselen.
Hoelang deze ziekte reeds op
treedt weten wij niet met zekerheid.
Wat we wel weten is dat zij in de
jaren 1845 tot 1850 grotendeels de
oorzaak was van de mislukte aar
dappeloogst in onze streken, wat
aanleiding was tot grote ellende
en hongersnood.
Daarna is zij dan minder sterk
opgetreden. Maar de laatste tijd
treedt in sommige jaren deze ziekte
weer zeer sterk op en het is geluk
kig dat thans de ziekte beter ge
kend is en we over geschikte mid
delen beschikken om ze te bestrij
den, anders zou in sommige jaren
de schade werkelijk een epidemisch
karakter aannemen.
De eerste ziekteverschijnselen
dingsmiddelen ook in stijgende
mate worden beinvloed door de
vervoerkosten en door de kosten
van verdeling, zodat ook rationali
satie van deze activiteiten van be
lang wordt, bemoeit het verslag
zich in hoofdzaak enkel met de
eigenlijke landbouwvraagstukken.
Het verslag besluit dat verdere
technische vooruitgang en rationa
lisatie in de landbouw, evenals ver
hoging van de landbouwproduc-
tiviteit noodzakelijk zijn, allereerst
in het belang van de landbouw
producenten zelf, doch eveneens
van de Europese economie als
geheel.
Onze rechtskundige houdt zijn
e. k. zitdag op 11 Juli tussen 10 en
12,30 u. in het lokaal «De Koorn
bloem Grote Markt, Aalst.
worden gewoonlijk in de maand
Juni waai1 genomen terwijl zij volop
woekert in Juli-Augustus.
Het begint met kleine plekjes op
het perceel die aangetast wordt
en waaruit de ziekte zich krings
gewijze in alle richtingen uitbreidt
als een olievlek.
Op de bladeren van de aange
taste planten verschijnen kleine
gele vlekken die later bruin en
zwart worden. Aan de onderkant
der bladeren vinden wij dan rond
de vlekken een kring van fijn wit-
grijsachtigschimmelpluis.Ditschim-
melpluis dat de sporen (het zaad)
van de ziekte bevat en bij gunstige
weersomstandigheden ervoor zorgt
dat de ziekte zich meer en meer
uitbreiden zal in het perceel.
De ziekte verspreidt zich snel bij
vochtig en warm (laf) weder ter
wijl zij tot stilstand wordt gebracht
bij droogte en winderig weder.
Iedereen zal zich nog de droge
Lente en Zomer van 1947 herinne
ren wanneer wij geen optreden
der aardappelplaag gekend heb
ben wegens de grote droogte.
De ziekte die niet op het blad
woekert maar feitelijk zich binnen
in het blad nestelt, ontwikkelt daar
talrijke dunne draden het myce
lium, dat wij zouden kunnen ver
gelijken met de wortels van een
plant. De cellen van het bladmoes
worden door deze woekerworm
gedood en vandaar eerst de ver
kleuringen op de bladeren en vrij
spoedig het volledig afsterven er
van.
Niet alleen het loof kan door
deze ziekte worden aangetast,
maar ook de knollen. Aangetaste
aardappelknollen vertonen bruine
en paarse vlekken, eerst onder de
schil maar later ook meer dieper
in de knol. Bij het koken blijven
deze aangetaste plekken hard en
hebben een bittere smaak. Uitein
delijk beginnen deze knollen te
rotten.
Verspreiding.
Een beter inzicht krijgen in de
verspreiding der ziekte zal grote
lijks bijdragen tot het beter bestrij
den dezer zo gevaarlijke als ge
vreesde plaag.
Telkenjare horen wij inderdaad
van verschillende zijden de vraag
stellen van waar komt plots die
ziekte. Tot rond half of einde Juni
heeft men zijn aardappelen schoon
zien staan vol belofte voor een rijke
oogst; en plots na een dondervlaag
of na enkele dagen laf weer con
stateert men dat de onderste bla
deren van veel struiken reeds ge
heel of gedeeltelijk afgestorven
zijn, gewoonlijk met min of meer
grote paardenmolens in het perceel.
(Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom
naaiMaiinj im
Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Handelsregister Aalst Nr 145.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.