Stortingen voor het ouderdomspensioen
van de niet-loontrekkenden.
SOLDATEN EN WERKLOZEN
IN HET VELD
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Rechtskundige Dienst
AALST 11 SEPTEMBER 1954. Verschijnt iedere Zaterdag 33ste JAARGANG Nr 1632
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
In onze nummers van 10 en 17
April 1.1. hebben wij een uitvoerige
toelichting gegeven van de wet van
9 Maart 1954 waardoor met ingang
op 1 Januari 1954 voor een duur van
twee jaar een pensioenstelsel met
verplichte bijdragen voor de niet-
loontrekkenden wordt ingevoerd.
Eerst na het verstrijken dezer
twee jaren, zou de wetgever een
definitief pensioenstelsel voor de
zelfstandigen in toepassing bren
gen.
De regeringswijzigingvoortsprui-
tende uit de jongste wetgevende
verkiezingen heeft, evenals dit het
geval was voor de pensioenwet
der arbeiders gestemd door de vo
rige parlementaire meerderheid,
ook de pensioenregeling voor de
niet-loontrekkenden voorzien door
de wet van 9 Maart 1954 in het
gedrang gebracht. Vooralsnog
weet men niet bepaald welke wij
zigingen de pensioenregeling der
zelfstandigen zal ondergaan. In
middels werd de inning der pen
sioenstortingen meerdere maanden
uitgesteld, tot onlangs onderrich
tingen werden gegeven aan de
onderlinge kassen voor gezinsver
goedingen om over te gaan tot de
inning der pensioenbijdragen met
ingang van het eerste halfjaar 1954.
Met spijt moeten wij vaststellen,
dat een pensioenstelstel dat, om
degelijk te zijn, moet steunen op
de gezonde regels van sociaal
vooruitzicht en van financiële en
wiskundige techniek, een voor
werp geworden is van politiek op
bod tussen de partijen. Hieruit kan
naar onze mening geen gezonde
en blijvende regeling groeien. Uit
eindelijk zullen de pensioenge
rechtigden en de gemeenschap
daarvan het slachtoffer worden.
In "De Koornbloem van 10
April hebben wij in grote trekken
mededeling gegeven van de bij
dragen welke door de wet van 9
Maart 1954 aan de niet-loontrek
kenden worden opgelegd voor het
ouderdomspensioen.
Hieronder volgt een samenvat
ting van de voornaamste bepalin
gen die de onderlinge kassen voor
kinderbijslagen moeten in acht ne
men bij de invordering van de bij
dragen voor het pensioen. Onze
lezers zullen in verband hiermede
vermoedelijk reeds onderrichtingen
hebben ontvangen van de Kas
waarbij ze zijn aangesloten.
I) Wie is onderworpen
aan de pensioenwet 1
Zoals wij reeds in onze vorige
bijdragen meldden, zijn alle zelf
standigen, van minder dan 65 jaar,
die onderworpen zijn aan de wet
van 10 Juni 1937 op de kinderbij
slagen voor niet-loontrekkenden,
behoudens de uitzonderingen die
hierna worden vermeld, ook on
derworpen aan de pensioenwet.
Dus
1) de hoofdonderworpenen
2) alle helpers of helpsters van
meer dan 21 jaar oud, ongeacht
of zij al dan niet bijdrageplichtig
zijn voor de kinderbijslag.
Al deze personen bekomen op
hun naam, indien zij er nog geen
hebben, een rekening bij de Alge
mene Spaar- en Lijfrentekas aan
welke de Onderlinge Kas voor Kin
derbijslagen de geïnde pensioen
bijdragen moet overmaken.
Ook de personen met gemengd
beroep nl. de loontrekkende die te
vens een zelfstandig beroep uitoe
fent, (b.v. een fabrieksarbeider die
tevens een landbouwbedrijf of een
handel uitbaat) is onderworpen
aan deze pensioenwet.
II) Verplichte bijdragen voor het
pensioen.
De bijdrage is per half jaar vast
gesteld op
300 fr. voor een hoofdonderwor
pene
180 fr. voor een mannelijke hel
per, alsook voor de echtgenoten-
helpster met eigen zelfstandig be
roep;
90 fr. voor een vrouwelijke help
ster.
Deze halfjaarlijkse bijdragen zijn
onverdeelbaar. Zij zijn verschul
digd, zelfs wanneer de bijdrage-
plichtige enkel gedurende een ge
deelte van het halfjaar aan de wet
onderworpen is.
De helpers en helpsters zijn
steeds de volle pensioenbijdrage
(onderscheidenlijk 180 of 90 fr. per
semester) verschuldigd. Er zijn dus
geen helpers of helpsters die slechts
een halve bijdrage moeten betalen
zoals voor de gezinsbijslagen.
De hoofdonderworpene is ver
plicht, benevens zijn persoonlijke
bijdrage, ook de bijdragen te beta
len verschuldigd door zijn helpers
en helpsters.
(Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom
Onze rechtskundige zal zijn
zitdag houden op Zondag 12
Sept tussen 10 en 12,30 uur,
in het lokaal De Koornbloem
Grote Markt, Aalst.
Deze raadplegingen zijn volle
dig kosteloos voor onze leden.
De lezers zullen wel onze bijdrage
hebben gelezen verschenen in ons
blad van 14 Oogst 1.1., evenals de
brieven gezonden aan de heren
Ministers van Landsverdediging en
Sociale Voorzorg.
Het ging waarlijk om een geval
van heirkracht, waar er alles op
het spel stond, niet alleen voor de
landbouwers, maar voor de ganse
natie.
We vroegen aan de heren Minis
ters om dringend uitzonderings
maatregelen te treffen om de nodi
ge werkkrachten ter beschikking
van onze boeren te stellen ten einde
de graanoogsten van een dreigen
de ondergang te redden.
Het geval was zeer ernstig en
een nuchterdenkend mens zou
geen ogenblik getwijfeld hebben
dat de openbare besturen met man
en macht gingen ingrijpen.
Wat stond er niet op het spel?
En hoe gemakkelijk was het niet
de door ons gevraagde maatrege
len te treffen?
Helaas, driemaal helaas, werd
dit aldus niet verstaan door de
heren van Brussel. We geven hier
na de antwoorden welke we ont
vingen.
We moeten zeggen dat we van
wege het Ministerie van Landsver
dediging bijna onmiddellijk een
schrijven kregen, terwijl de heren
van Arbeid en Sociale Voorzorg
eerst op 29 Augustus een antwoord
klaar kregen op een expressbrief
dat hen op 13 Oogst toekwam. En
dan alleen om te verklaren dat het
niet kon gebeuren 1
Alsof ze dit ook niet wisten veer
tien dagen te voren
Hoe men arbeid en sociale
voorzorg op dit Ministerie ver
staat kunnen wij moeilijk snappen
of bestaat dit alleen voor werklie
den en bedienden en zijn de land
bouwers buiten de wet gesteld in
dit Ministerie
We vinden het zeer treurig dat
deze heren geen kans zien om mee
te helpen tot het redden van onze
graanoogsten, waar zij zelf even
veel belang bij hebben als de boe
ren.
En wij die dachten dat er ook
iets bestond dat algemeen belang
en solidariteit wordt genoemd.
De Minister van Landsverdedi
ging heeft einde der maand inge
zien dat er toch iets diende gedaan
en in de dagbladen van 29 Augus
tus vonden we volgend bericht
Het Ministerie van Landsverde
diging deelt mede dat, teneinde
het binnenhalen van de oogst mo
gelijk te maken, de Minister van
Landsverdediging besloten heeft
dat de uitzonderlijke verloven, toe
gekend aan de dienstplichtigen,
landbouwers van beroep, verlengd
worden met zes dagen.
Deze dienstplichtigen zullen dus,
indien ze dit verlangen, naar hun
eenheid pas dienen terug te gaan
zes dagen na het vervallen van het
aan gang zijnde verlof.
Dit is ten slotte een wenk
een schijnremedie, en toch kun
nen we dat naar waarde schatten,
omdat dit het bewijs levert dat
men op het Ministerie van Lands
verdediging ten minste schijnt te
weten dat er nog landbouwers be
staan en dat er op dat ogenblik
graanoogsten te redden waren.
Wat het ministerie van arbeid
aangaat daar zal iedereen het zijn
van denken. Wat ons betreft vinden
we het beneden alles.
Het is natuurlijk zeer gemakke
lijk te verklaren dat het binnen
het kader van het departement
niet ligt, maar we vragen ons toch
af waarom deze heren in derge
lijke omstandigheden geen uitzon
deringsmaatregelen kunnen tref
fen.
En waarom veertien dagen moe
ten verlopen om dergelijk ant
woord te brouwen
Hier volgen de brieven welke we
hieromtrent ontvingen
Mijnheer de Bestuurder
In antwoord op uw schrijven
Nr 01091 van 13 Augustus 1954,
heb ik de eer U te laten weten
dat artikel 72 van de Militiewet
voorziet welke de gewone verlo
ven zijn, die de miliciens kunnen
bekomen.
Paragraaf 4 van bedoeld arti
kel bepaalt onder meer dat de
dienstplichtigen, landbouwers van
beroep, die daartoe een aanvraag
indienen, jaarlijks een seizoenver
lof van 10 dagen of twee seizoen
verloven van 5 dagen kunnen
bekomen.
Er dient opgemerkt dat die
seizoenverloven niet als werke
lijke dienst worden aangerekend.
De landbouwers kunnen dus
van die gunsten genieten.
Met hoogachting.
Kolonel SBH BERBEN,
Kabinetshoofd
(Zie vervolg 2C bladz. 4' kolom)
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,