DE INDRINGER Linkshandige Kinderen. Landbouwers 6 DE KOORNBLOEM 9 Okt. 1954 Ge weet het niet VRAAG Het zal U misschien wel een aardige vraag lijken, die ik ga stel len, vooral om in een landbouwblad te beantwoorden, maar misschien kunt U mij toch helpen en dat is het voornaamste. Een van mijn kinderen doet alles met de linkse hand. Wij hebben al alle moeite gedaan om dat te ontwennen, maar het helpt weinig of niets. Wat moeten wij daarmee beginnen Volgend jaar gaat het naar de lagere school en ik vrees dat het daar last zal krijgen met schrijven. Dat mag toch niet? Kunt ge daarin raad geven ANTWOORD Dat U ook vragen moogt stellen buiten de landbouw, daarvan krijgt U hier meteen het bewijs. Want ook hier kunnen wij U raad geven En die raad is des te meer waard daar ik zelf bij een van ons kinderen voor hetzelfde geval heb gestaan en dat ik, naar ik meen, op een bevredigende ma nier heb kunnen oplossen. Vooreerst moet ik er U op wijzen dat linkshandig zijn geen misdaad is. Daar zijn mensen die een onge wone drukte maken als hun kinde ren een boterham uit de linkse hand eten. Of als ze aan een kennis een verkeerd handje geven. Tot nu toe heb ik aan het linkse hand nog niets verkeerds gezien. Dat wij zoveel belang hechten aan het rechtse hand komt alleen daar door dat wij bijna allemaal rechts- handig zijn. Maar in de grond is dit alles maar een kwestie van overeengekomen regels, die mijn inziens weinig be lang hebben. Toen ik klein was dan moest ik bij mijn grootouders aan tafel mijn vork rechts vasthouden. Kwam ik thuis aan tafel dan sakker de moeder dat ik het links moest doen en dat ik rechts mijn mes moest houden. Ge ziet, veel is hier kwestie van goesting en gewoonte. Ziehier hoe ik de zaak bij mijn kleine heb opgelostdoor de band liet ik haar maar doen en dikwijls heb ik er plezier aan gehad als ik zag hoe handig ze met haar "linkse poot uit de weg kon. En in plaats van haar te wijzen op iets verkeerds vroeg ik herhaardelijk aan de ou dere kinderen of zij met hun linkse hand dat ook konden doen. Door gaans was dat zeker niet het geval. Hoe handig ons meisje was met haar links hand, zo onhandig wa ren de anderen die rechtshandig waren. Zo bezien voelde de kleine die linkshandigheid niet als een gebrek, wel integendeel. Dat moet steeds vermeden worden het als een gebrek voor te stellen. Dat is totaal verkeerd en heeft over 't al gemeen een averechts effect. Wan neer men bv. al de gasten aan tafel zet en ze allemaal links doet eten, dan zal de linkshandige triomfan telijk vaststellen dat ze de vlugste is en de handigste. Keert men nu de rollen om en iedereen moet nu rechtshandig eten, ja, dan wordt het voor haar moeilijker. Wanneer men zo te werk gaat zal de linkshandige veel geredelij ker proberen de rechtse hand te gebruiken, al was 't maar om te kunnen wat een ander kan. Maar 17. door Leo OP DE BEECK Die druppels maken de tongen los. Bunt roept plots, met zijn arm naar de beek Ginder staat Jan Wol ook al te kijken. In zijn beemd aan de overkant van de beek, half verdoken achter een canada, staat Witte-Jan de hele beweging af te spieden. Hij wordt te laat gewaar dat ze hem ontdekt hebben en laat zich daar om maar helemaal zien. Massen-Gust zet zijn handen aan zijn mond en roept Hei daar, WillemsL. Komt ge ook eens naar de grote werken kijken? En de Fret met zijn geitestem "We maken nieuw schapenland,, Witte-Jan wandelt kalm een ein deken de beek langs tot waar de nieuwe gracht uitkomt. Dan keert hij zich plots bm en gaat haastig weg. Geen half uur later komt Sture- Jef aanfietsen over het paadje. Een poosje staat hij kopschuddend die lustige herrie aan te zien. Dan roept hij de boer bij zich. De Broekkanters kijken nieuws gierig toe. Daar is wat met de veld wachter. Ze zien de Hazebergboer driftig worden. En de veldwachter die steeds maar schuddekopt. Spoedig vernemen ze het nieuws. Witte-Jan heeft de veldwachter ge stuurd. Die afwatering mag niet doorgaan en de gracht moet weer toe. Zulke dingen moeten vooraf aangevraagd en goedgekeurd worden. De boer van de Horst zit in de raad, hij kan het dus weten. De Broekkanters lachen en vloe ken er eens hartelijk om. En hun paling dan? Ze hebben het woord van de boer en de hele gemeente raad zal daar niets kunnen aan veranderen. Toon Peters staat daar wat te dromen met een diepe rimpel in zijn voorhoofd. Sture-Jef draait verlegen aan de punten van zijn stijve, lange snor. En de vrouwen vallen al dadelijk aan 't schelden. Die lelijkerd van een schapenboer moet hun nu altijd dwarszitten. Wat ze doen moesten, de mannen daar? Die gracht verder graven tot bij Witte-Jan zijn deur en het water in zijn huis laten lopen. Of in zijn verwenste schapenstal. Massen-Gust heeft intussen wat staan fezelen met zijn kornuiten. Dan overlegt hij met de boer. Deze knikt en steekt zijn hand op We houden er mee op, mensen. Ik maak de dijk weer dicht. En hij grijpt al naar een spade. Maar de Broekkanters springen hem in de weg. We hebben u gehoord, boer, zegt Massen-Gust. En de garde heeft u ook gehoord. We zullen dat voor u getuigen. Maar wij heb ben die gracht geschoten en wij wateren de Hazemortel af. Schrijf dat zo maar in uw proces, veld wachter. En houdt dat nu maar eens tegenkrijst de Fret. Twee tegen zeven, komt maar op Een ogenblik lijkt Sture-Jef in zijn waardigheid gekrenkt. Maar ook het vrouwvolk komt naderbij en waar hij ook kijkt, ziet hij overal dreigende gezichtep. Dan neemt hij de zaak langs de goede kant. Hij zal 't zo maar uitleggen. En een flinke scheut uit die fles van de Hazebergboer versmaadt hij ook niet. Sture-Jef kan aan zo'n borrel wöarlijk deugd hebben. Hij kauwt begin dan alstublieft geen honderd keer per dag te zeggen met uw schoon handje doen. Dat werkt het kind op de zenuwen, ontmoedigt het en ten slotte geeft het de pijp aan Maarten. Het volstaat te zeg gen met uw links handje kunt ge veel meer dan ons andere kinde ren, maar nu moet ge ook probe ren met het rechtse hand hetzelfde te doen. Aan tafel kan men bv. de Eroef doen en de rollen omkeren. at geeft wel wat last en herrie, maar met goede moed zal de links handige rechts gaan proberen en dat is het voornaamste. En dat ze later hun werk hoofd zakelijk met de linkse hand doen, wat zou dat Doorgaans trekken die zich zeer goed uit de slag, daar ze beter hun rechts hand kunnen gebruiken dan de meeste rechts- handigen hun links. Een moeilijk ogenblik is echter gekomen als het kind leert schrij ven. Sinte Marten heeft onze kleine daarvoor een bordje gebracht en wat ze daar op tekende en krab belde met haar links hand, heb ik haar soms laten nadoen met haar rechts. Als dat volgehouden wordt, zonder het kind daarom lastig te vallen, zal na zekere tijd een zekere rechtshandigheid ontstaan. En als dan stilaan op papier zal gekrab beld worden wordt nu en dan ook het rechts hand geoefend. Want ik heb ondervonden dat, wanneer het kind deftig een potlood met de rechtse hand kan vasthouden, het schrijven nadien betrekkelijk ge makkelijk volgt. Want dejuffrouw of de meester in de klas eisen dat rechts wordt geschreven, dus moet het. Linkshandige kinderen zullen daartoe gemakkelijker overgaan wanneer ze voordien wat oefening gehad hebben. De onze doet het, ze zit nu in 't eerste jaar, helemaal niet slecht. En voor 't schrijven zal ze zeker nooit haar links hand meer gebruiken. Maar opgeletnooit schelden, of u nooit lastig maken. Geduld is hoofdzaak en zeker nooit de kinde ren laten voelen dat ze anders zijn dan de rest. De varkensteelt wordt een kinderspel met de speciale kweekbak die U aangeboden wordt door de METAALCON STRUCTIE. - Zijpstraat, 13, Hof- stade. (VI.) Voordelige prijzen Leverbaar uit stock. er net op en likt profijtig langs zijn snor. Massen-Gust, zo achter de hand weg, belooft hem voor de avond nog een pan paling en dan rijdt de veldwachter maar weer terug naar het dorp. En vrolijk kabbelend vliet het water over de steeds lager worden de dijk in de gracht. Als in het dorp het vierurenkloksken klept, is de grote kuil ledig. Daar blijft alleen nog een dikke, zwarte pap, te lui om weg te lopen, met daarop de hulpeloos neergeslagen visblaren en kaal opstekend lis bij de kanten. Nu kan de ware pret beginnen. Met blinkende ogen wijzen de mannen de stille, nauw zichtbare roering in de modder. Dat is de paling, het moet er wemelen van onder. Er ligt een grote ernst op hun gezichten terwijl ze hun broeks pijpen opstropen en hun hemd uit zwieren. Het wordt stil als de man nen met hun lange, witte armen door het slijk beginnen te roeren. De Fret is de eerste die geluk heeft. Hij haalt een paling boven, wel een meter lang en zo dik als Toon Peters voorspeld heeft. De Fret weet met zo'n beest wel om te gaan. Stropen en vissen moet een Broekkanter niet meer geleerd worden. Hij wipt die lange, gladde slibberaar met een forse zwaai de kant op en is er vlug weer bij. Dan grijpt hij de spartelaar bij kop en staart, zet zijn tanden in het mid denlijf en draagt zo zijn buit naar de kuip. De vrouwen en kinderen verdringen zich rond de tobbe waarin de reuzenpaling verwoed aan 't kletsen valt. De Fret staat er nog even bij te lachen terwijl hij met een bosje gras het slijk van zijn mond vaagt. Tjeen heeft er nu ook een. Maar in zijn haast om bij de kant te zijn, ploft hij languit in de modder. En om gauw weer recht te zijn, draait hij er zich haast helemaal in rond. Intussen is zijn paling weer van de kant gegleden. Tjeen vloekt en haalt met heelder grepen het vieze slijk van zijn lijf. Op de kant gieren ze het uit en Tjeen zijn vrouw hoort men er bovenuit. Dan horen ze Dag-Jan schreeu wen. Hij houdt een paling vast, groter nog dan die van de Fret. Maar van schrik laat hij het dier weer vallen. Het is dadelijk ver dwenen. En zo onnozel staat die Dag-Jan daar te kijken. De Fret scheldt hem voor al wat dom en lelijk is. Massen-Gust vindt dat het zo geen vissen is. Hij loopt naar Peters zijn schuur om een paar vorken. Hij en Bunt beginnen daarmee door de modder te zwaaien. Nu vliegen er palingen op de kant. De Fret en Peerken Haas zijn de vlugsten om ze daar te grijpen en in de kuip te smakken. Het gebeurt dat ze zo'n lange, dikke aal aan hun vork spiezen en dan zwieren ze hem midden die groep schreeuwende wijven daar. Dezen laten zich ech ter niet lang plagen. Wie mag ik nu eens inzepen! Zo komt Peerken Haas aandrei- gen met zijn slijkhanden. Maar Mie Tjeen en Lies Bunt, dragonders van vrouwen allebei, grijpen hem met hoot en poot vast en zwieren dat kleine, lichte Peerken met een boogsken de kuil weer in. Hij tjoept er helemaal onder. Peerken, moor zwart en schuddend van de narig heid, grijpt een emmer, schept hem vol modder en stuift er mee de kant weer op. Massen-Gust schart hem nog bij de broek en kletst hem die emmér uit de handen. Het moet uit zijn met die zottigheid. Dadelijk komt er nog ruzie van. En ze zijn daar niet op de Broekkant, moet Peerken weten. (Wordt voortgezet)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1954 | | pagina 6