Bij de tweede Regeringsverklaring. Het vraagstuk van de Uitwijking. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 20 NOVEMBER 1954. Verschijnt iedere Zaterdag 33ste JAARGANG Nr 1642 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. verantwoordelijk voor hun bijdragen Op Woensdag 10 November 1.1. heeft de heer Van Acker, eerste mi nister, zijn tweede regeringsverkla ring voorgelezen in Kamer en Se naat. Zij behelst enkele concrete maatregelen waarvan wij het nut niet willen ontkennen. Doch ander zijds dient vastgesteld, dat het pro gramma van werking voorzien door j de tweede regeringsverklaring zo omvangrijk is dat het niet tijdens de huidige legislatuur kan worden uitgevoerd, ja zelfs meerdere de cennia in beslag zal nemen. Ten overstaan van de belofte van de re gering dat zij niet zal overgaan tot het heffen van nieuwe belastingen, doch integendeel een politiek van streng financieel beheer en van be sparingen zal volgen, stellen wij ons de vraag hoe zij dit zal bolwerken, wanneer wij rekening houden met de uitbreiding van de maatschap pelijke zekerheid en met de maat regelen die ten bate van het offi cieel onderwijs worden beloofd in de regeringsverklaring. Deze laatste behelst dan ook, zo als de eerste, talrijke gemeenplaat sen en vage beloften. Dit heeft zij overigens gemeens met de meeste regeringsverklaringen. Als staande buiten de partijpolitiek wensen wij hierop niet verder in te gaan. Wel willen wij stil staan bij de passus der regeringsverklaring die het landbouwprobleem behandelt en voor een paar belangrijke vraag stukken, die onze landbouwers aan belangen, de verklaringen van de eerste minister toetsen aan de da den gesteld door zijn regering tij dens de eerste zes maanden van haar bewind. Ziehier dan het gedeelte der re geringsverklaring betreffende de landbouw Op landbouwgebied zal de re gering een politiek op lange termijn voeren waarvan het doel is de landbouw in staat te stellen zich aan te passen aan de imperatieven van de binnenlandse economie en een dusdanig positie te verwerven dat hij op de buitenlandse markten kan mededingen. De voornaamste middelen aan gewend in deze politiek van voor uitgang inzake landbouw, zullen zijn de ontwikkeling van het we tenschappelijk onderzoek op land bouwgebied, de wetenschappelijke hulp voor het aannemen van de meest productieve technische me thodes en voor het opzoeken van betere hoedanigheden der produc ten, de vulgarisatie van deze be grippen, de uitbreiding van het landbouwonderwijs onder alle vor men, het aanmoedigen en hulp ver lenen bij de ontwikkeling van de landbouwcoöperatieven, het verle nen van goedkoop krediet door het Nationaal Instituut voor Landbouw krediet, het opsporen en de orga nisatie van binnenlandse markten en van vreemde afzetgebieden. Een wetsontwerp betreffende de wettelijke herverkaveling der gron den zaldadelijkneergelegd worden Wat het wetsontwerp betreft aan gaande het regime van polders en wateringen zal de regering de no dige schikkingen treffen om het zo spoedig mogelijk te doen aanvaar den. De regering zal een wetsont werp neerleggen om de onvrucht bare gronden opnieuw te laten be bouwen. Volgens een recente telling kun nen 100.000 ha woeste gronden be bouwd of herbebost worden. Dit is eveneens het geval wat meer dan 300.000 ha gronden met onvoldoen de opbrengst betreft. De valorisatie van deze uitge strekte gebieden zal niet alleen mogelijk maken talrijke werklozen aan het werk te stellen, maar zij zal eveneens de nationale hulp bronnen verrijken en onze uitga ven in buitenlandse deviezen ver minderen Met de concrete maatregelen voorzien door deze verklaring, nl wettelijke herkaveling der land bouwgronden, verbetering en ra tionalisatie der verouderde wetge ving op de polders en wateringen, terugwinnen en saneren van gron den voor de landbouw betuigen wij gaarne onze instemming. Wij verhopen dan ook dat de aange kondigde wetsontwerpen en maat regelen spoedig zullen worden neergelegd en getroffen. Ook de voorziene maatregelen op lange termijn, nl bevordering der wetenschappelijke uitbatings methodes en van de landbouwcoö peratie, goedkoop landbouwkre diet, dragen onze goedkeuring weg. Doch de toepassing dezer maatregelen op termijn is afhanke lijk van de voorwaarde dat onze boeren inmiddels voor hun pro ducten voldoende prijzen beko men. Anders zal de uitwerking de zer maatregelen te laat komen om een geruineerde boerenstand baat te brengen. Welnu de rege ringsverklaring rept met geen woord over de prijzenpolitiek der regering ten opzichte van de land bouwproducten. (Zie vervolg 2" bladz. 3' kolom.) IV. Onderzochten wij in onze vorige bijdragen de houding van onze overheid ten opzichte van het, voor het Vlaamse gedeelte van ons land zo belangrijk vraagstuk van de uitwijking, deze keer willen wij even een blik werpen op de mogelijkheden die Kongo biedt. Kongo kan niet aanzien worden als een vreemd land, waar land genoten die er naar toe trekken, na zekere tijd in de plaatselijke bevolking overgaan en, vanwaar ze bijna nimmer terugkeren. In Kongo is het doorgaans zo, dat ze, eens dat hun term gedaan is, naar het vaderland terugkeren. Voor de meesten is Kongo dus al leen een tijdelijk arbeidsveld maar geen eigenlijk tehuis, waarmee men vergroeid geraakt. Van een blijvende vestiging is hier dus veel minder spraak. Hier ligt wellicht een grondig verschil tussen de ei genlijke uitwijking en de kolonisa tie. Van economisch standpunt ge zien is Kongo voor België van gro te betekenis. In die zin heeft België er dan ook alle belang bij zijn ko lonie stevig in handen te houden en ze renderend te maken. Als mid del hiervoor wordt wel eens voor gesteld een massale vestiging van blanken, bij voorkeur dan natuur lijk Belgen, die de leidende laag van de bevolking zouden uitma ken. Hier dient echter de vraag ge steld is zulke vestiging mogelijk Uitzondering gemaakt voor enkele bepaalde gebieden is het klimaat van Kongo van die aard dat een blanke, gewoon aan het gematig de klimaat, niet dezelfde lichame lijke inspanningen kan leveren. In beroepen waar de persoonlijke ar beid van de blanke voor de hand ligt, blijkt over't algemeen dat het meeste werk toch nog altijd aan de inlandse bevolking wordt overge laten, terwijl de blanken zich dan hoofdzakelijk beperken tot leiding en toezicht. Dat is heel waarschijnlijk geen kwestie van prestige tegenover de inlanders, maar veeleer een kwes tie van kunnen of niet kunnen. Er wordt wel eens gezegd dat de ne gers lui zijn. En met onze maatsta ven gemeten zijn ze dat inderdaad. Maar men kan zich toch afvragen of de levenshouding van de in boorlingen niet eer een uitvloeisel zou zijn van de omgeving waarin ze leven. In zulke omstandigheden hangt de vestiging van blanken voor een aanzienlijk deel af van de moge lijkheid voldoende inlandse arbei ders te vinden. En dat is niet zo ge makkelijk. Wij mogen niet uit het oog verliezen dat op een opper vlakte van 80 X deze van België, amper 11 millioen inlanders wonen. Zij die wensen te werken worden dan doorgaans nog opgeslorpt door de steden, die op de inlan ders een fascinerende invloed uit oefenen. Dus ook in Kongo stelt zich het vraagstuk van de landvlucht. Nu is het gevaar niet denkbeeldig dat op die wijze een nijverheidsappa raat wordt opgebouwd, dat niet voldoende geschraagd wordt door een agrarische bevolking, die toch altijd, in de demografische ontwik keling van een land, van groot belang is. Blanke arbeiders plaatsen in de fabrieken lijkt gemakkelijker dan het in werkelijkheid is. De lonen, waaraan de inlanders werken, zijn zeker niet van aard om de eisen van blanke arbeiders te voldoen. Men kan zich trouwens afvragen hoeveel arbeiders in België zou den te vinden zijn om in Kongo te gaan werken, zelfs aan een bevre digend loon En dat brengt ons de keerzijde van de medaille. Bestaat er in Bel gië vanwege de bevolking wel vol doende belangstelling voor Kongo? Zijn wij niet een beetje te hokvast geworden En is het huidige stelsel van maatschappelijke zekerheid niet van aard om die hokvastheid nog te bevorderen Practisch ge sproken hoeveel van de honderd- duizende werklozen zouden ge neigd zijn hun werkloosheidsver goeding te ruilen met een goed loon in Kongo Wij zijn in ons land gewoon aan wat men noemt «een vaste positie». Dat heeft ongetwijfeld zijn goede kanten. Zekerheid in 't leven is heel wat waard. Maar langs de andere kant gaat het initiatief, de durf- kracht stilaan dood. Risico's nemen ligt niet meer in ons lijn. Ten slotte is daar nog de verhou ding tussen inlanders en blanken. Het gaat niet meer op de inlanders terug te dringen in hun bossen. De behoefte aan inlandse arbeiders laat dat trouwers niet toe. En eens dat de inlanders ingeschakeld zijn komt men onvermijdelijk voor de ontwikkeling te staan, die wij zo wat overal zien de ontvoogding van die gebieden, die het Westen steeds als wingewesten heeft be schouwd. Tot welke verhouding dat aanleiding kan geven wordt duidelijk geïllustreerd door de ko loniale geschiedenis van Engeland (Zie vervolg 2e bladz. Ie kolom.) De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. RMHBMMMNIINMn! VWttMinMrfii STICHTER EN BESTUURDER j De medewerkers zijn MMHMMMMMianca1 «ai*.- mMswwfönefw—MMM Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1954 | | pagina 1