Het Toverstoksken van de Peerdemeester. Rijkszuivelschool te Gent. Voeder waar de van Groenvoeders. DE KOCRNBLOEM 18 Dec. 1954 3 Ik hoor het mijne peter-zaliger nog altijd vertellen. Die kwam van 't Hof te Put, tussen Terheide en Meldert. Een groot boerenhof, een afhankelijkheid van d'abdij van Affligem. Verkocht als Zwart Goed aan een rijke notaris. Als, na de Franse Revolutie, alles weer rustig was, schonk die notaris een klei nigheid aan d'abdij en kon hij voortaan wijn drinken met de gees telijkheid. Maar een kleine man, die van hof en erf verjaagd was en wat snoeisel gestolen-weg bijeen raapte, kreeg geen absolutie om dat die bomen Zwart Goed waren. Allee, met de bevrijding hebben wij ook zo'n dingen meegemaakt. Ge ziet, de wereld verbetert er niet op. Niet overdrijven man. En sleurt er, om de liefde Gods, de bevrijding niet bij Om de liefde Gods, neen, ik zal er de bevrijding niet bijsleuren want er was toen weinig of geen liefde en God lag goed verstopt tussen 't Evangelieboek. Daar zorg den de devotelijkste mensen voor. Maar honderd vijftig jaar na de Franse Revolutie spreekt men nog over 't Zwart Goed en tien jaar na de bevrijding zouden wij, om de liefde Gods.properkes moeten zwij gen. Allee, 't is gelijk ge wilt. Maar erg katholiek en zeker erg moedig vind ik dat niet. Ik hoor het mijne peter-zaliger nog altijd vertellen. Aja, gazetten waren toen nog niet erg in de mode. Gazetten met nieuws over moord en ongelukken, oorlog en conferenties. En de mensen waren toen gelijk ze nu zijn nieuwsge- zind en vol verlangens naar ge weldige, geheimzinnige en verras sende dingen. Daardoor kwam het dat hun verbeelding niet te temmen was en dat het minste geheimzinnige ge val opgeblazen werd en fantazie als een werkelijk feit werd uitge sponnen. Ge hebt daar het geval van De Pauw, in leven peerde meester te Mollem. De persoon heeft echt bestaan en hij was een ware meester in het uitoefenen van zijn ambt. Hij was een echte peerdemeester die altijd succes had. Het moet ons dus niet ver wonderen dat zijn gewone daden uitgroeiden tot opzienbare mira kelen Mirakelen is't woord niet, tove narij is beter gezegd, want waar lijk de mensen meenden dat het toverij was. Ik hoor het mijne peter-zaliger nog altijd vertellen. Daar moest een paard veulen op 't Hof te Put. Met man en macht werd er gezwoegd. Geen appren- tie van het veulen op 't stro te trek ken. Do, zei de boer, Do, zadel de vierjarige en als de weerlicht naar Mollem achter De Pauw. Ik zadel ons Lis. Ons Lis kan lo pen gelijk een hazewind en zou voor geen helle of duvel afgege ven hebben. Ik dik over dunne, opzij van Kravaalbos, aiover Kro- kegem, voorbij de molen van Kon- treien, naar Mollem. Alles pot dicht. Ik gaf enigste boenken op de deur. Wat is 't Op 't Hof te Put. Ons merrie die steeg is in 't veulen. Of ge cito wilt komen Ik kom. Nog geen tien sekonden daarop stond De Pauw gans gekleed in de voordeur, zijn stoksken in de hand. Ge kunt onze vierjarige be stijgen. Ik kom wel te voet achter. Doe niet belachelijk, ant woordde De Pauw. Uit mijn ogen. Maakt dat ge op uw vierjarige zit. Ge zult ginder wel zien wie het vlugste is. Ik op ons Lis. Ik zeg in mijn eigen: Maar gij niet, zulle De Pauw. Ge krijgt geen kans om mij met uw vlieget voorbij te steken. Ik gaf ons Lis de karwas. Ze joeg over de baan, over land en lochtingen. In één trok. Ik zeg, ons Lis kón lopen, maar nu wilde ik er alles uithalen wat er uit te halen was. Gij niet, zulle, peerdemeesterken. Toen ik op 't Hof te Put aan kwam, kwamen de mannen al uit de peerdestal het veulen was al gekuist, gedroogd en gewreven. De Pauw sleefde zijn mouwen neer, trok zijn kazak aan en ging binnen een druppel drinken. Ik stond van de hand Gods ge slagen. Was dat De Pauw vroeg ik aan onze heuverknecht. Dat hebt ge toch zelf gezien En hoe is hij hier op. 't hof ge komen. Te voet, met zijn stoksken in de hand. Zonder ba of boe te zeggen, ben ik naar mijne polk getrokken. Ik bibberde van de baarlijke koorts. Ik hoor het mijne peter-zaliger nog altijd vertellen. Daar stond een koe op kalven. De schoonste van de stal. Geheel de buurtschap was present en hielp mee trekken. Geen avans. Er werd gezweet, gekommandeerd, gepala- berd en druppels gedronken, 't Kalf bleef steken. De Pauw zei de boer. De Pauw kwam, met zijn stoks ken in de hand. Ik zal nekeer gaan zien, zei De Pauw. Wacht, we gaan mee, zei de boerin. Alleman hier blijven, beval de peerdemeester. Is er licht in de stal Daar brandt een stallanteern. Goed. En ge hebt gehoord wat ik gezegd heb hier blijven. De Pauw trok de stal in en nog gene minuut later kwam hij weer de keuken binnen. 't Is er mee gedaan, zei De Pauw. Iedereen ging zien. Het schoon ste kalf van uren in de omtrek stond al half op zijn poten weg en weer te waggelen. Dat is toverij, zei er daar een kadee. En de boerin Daar gaan we een glas lam- bik op drinken. En ze wilde de kel derdeur opentrekken. Ge zult er uithalen wat er niet inzit, zei De Pauw. En met dezelfde trok de boerin de kelderdeur open. Kwam er me daar uit de kelder geen zeug uit met dertien viggeren! Groot en ruig gelijk een volwassen kalf, de stekelharen recht omhoog. Op een vloek en een sakker waren de zeug en de viggeren de keuken uit en weg. Nooit niets meer van gezien. Iedereen schrok en zag wit gelijk een nevelwolk. De haren van die pronte boerenjongens rezen om hoog en alleman stoof naar huis. De peerdemeester lachte nekeer, Ik hoor het mijne peter-zaliger nog nog altijd vertellen. Mie van Sjales Jef kwam De Pauw met zijn stoksken nekeer te gen" Nu heb ik toch wat voor, zei Mie. Ik kan mijn boter niet af krijgen Al geheel de voornoen zit ik te daggeren en te prutsen. Geen boter, een erwt groot. Kent gij geen remedie, mijnheer De Pauw Een moment, zei De Pauw. De Pauw trok bij Mie van Sjales Jef binnen, ging naar 't botervat toe en zwaaide eens met zijn stoks ken. Boteren zei De Pauw. En Mie boterde en seffens was 't vat af. En 'n boter, mijne man Nog nooit zo 'n boter gehad. Ik hoor het mijne peter-zaliger nog altijd vertellen. Renges Wieter was gaan hop plukken te Baertes. Tegen de twaalven 's nachts kwam hij d'Hollebaan in. Ziet hij mij daar De Pauw niet afkomen met zijn stoksken. De Pauw tekende almaardoor figuren in 't zand. Wieter hoort hem plots roepen - Twaalf uur slaat de klok Ik vlieg omhoog met mijne stok. Te Meldert sloeg het midder nacht. - En... wat zag Wieter Wieter zag niets. Wieter pakte zijn benen onder zijn gat en was weg. Lopen, dik over dunne, naar huis. Ik hoor het mijne peter-zaliger nog altijd vertellen. Nu lezen de mensen veel te veel boeken en gazetten, nu is 't over politiek, oorlog, boksen, voetbal en autoongelukken. Maar toen, toen was 't over De Pauw van Mollem, over kleuden, stallichten en... Zwart Goed. Ge weet het niet... VRAAG Zoals ik in een vorig nummer van De Koornbloem heb gelezen zijt ge bereid onze boeren bij te staan bij 't opmaken van de voederrant soenen voor het melkvee. Zou het niet mogelijk zijn in uw blad de voederwaar- de te laten verschijnen van onze groen voeders droge stof, eiwit en zetmeel- waarde), dan zou ik mijn rantsoenbere kening zelf wel kunnen afwerken denk ik. Mijn voeders zijn bieten, stoppel- rapen, mergkolen, bietkoppen, pulp, tarwe en haverstro. Hooi kan ik in het rantsoen niet voorzien. ANTWOORD Graag geven wij een gevolg aan Uw vraag. Hier onder vindt ge dan ook de voe- derwaarde aangegeven van de gevraagde voeders. Wij willen U echter een paar dingen doen op merken 1) Groenvoeders moogt U niet verwarren met ruwvoeders haver stro, pulp, bieten, rapen, zijn wel ruwvoeders, echter geen groen- voeder, terwijl tarwe kan gerang schikt worden onder de krachtvoe ders (t.t.z. grote voederwaarde te genover een kleine omvang). Het loof van de rapen, bietkop pen, mergkolen, enz., dat zijn wel degelijk groenvoeders. 2) In de handel zijn talrijke bro chures te krijgen, die slechts enke le franks kosten, of ook nog van die agenda's, waar U de lijsten van de verschillende voeders met hun voe derwaarde aantreft. Wij raden U aan U zulks een werkje aan te schaffen. Dat komt altijd van pas. haverstro 85,7 1,3 17 natte beetpulp (ingekuild) 10,5 0,5 7,7 bieten 15,5 0,7 10,3 rapen (knollen) 8,0 0,8 5,1 rapen (loof) 8,8 1,2 5,7 mergkolen (met stam) 13,8 1,7 9,2 voederbietkoppen 9,0 1,3 5,0 tarwe 88,3 9,8 72,1 Bovenstaande cijfers zijn natuurlijk maar gemiddelden en nu moet U zelf maar beoordelen in hoever uw voeders van goede of minder goede hoedanigheid zijn. Naar gelang dient ge bovenstaande cijfers dan ook ietwat te verhogen of te verlagen. Belangrijke Studiezitting in de Onder zeer ruime belangstelling had op Vrijdag, 10 dezer in de lo kalen van de Rijkslandbouwhoge school te Gent, de opening plaats van de Vie Wintercylus, die werd ingericht door de studentenkring en het oud-studentenverbond van de Rijkszuivelschool. Onder de voornaamste persona liteiten bemerkten we Ing. De Bae- re, Directeur van de Rijkszuivel school, Prof. Ing. Van den Brande, Rector der Rijkslandbouwhoge school, de heren Verhofstee en Van Houten, respectievelijk voorzitter en secretaris van het oud-studen tenverbond van de Rijkszuivel school te Bolsward (Friesland), de heren professoren van de Rijks landbouwhogeschool en van de Rijkszuivelschool alsook talrijke ambtenaren en industriëlen. Na een inleidend woord door de heer R. Meeus, praeses van de stu dentengroepering, handelde de heer Dr C. Vandenbergh, hoofdin specteur-directeur van de Veeart- senijkundige dienst van het Minis terie van Landbouw over het zeer actuele probleem De bestrijding van de veeziekten en de zuivelin dustrie Spreker handelde achtereenvol gens over de betekenis en de be strijding van de tuberculose, het be smettelijk verwerpen en de uier- ziekten bij het rundvee en beklem toonde dat alles moet worden in het werk gesteld om deze besmet telijke ziekten doeltreffend te be strijden. Een wederzijdse samen werking tussen de zuivelfabriek en de veearts, zo betoogde spreker, is noodwendig om een gezonde vee stapel te bekomen en zodoende kwaliteitsmelk te winnen. Na een drukke en leerzame be spreking dankte Ing. De Baere, Di recteur der Rijkszuivelschool, de heer Dr Van den Bergh en trok enige nuttige conclussies uit de be langwekkende lezing in verband met de bijdrage van de zuivelin dustrie in de bestrijding van de vee ziekten. Soort voeder Droge stof Verteerbaar ruw eiwit Zetmeel- waarde

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1954 | | pagina 3