De Verlate Kerstmis. BOEKBESPREKING. Een boer met een groot gezin heeft het op onze dagen niet ge makkelijk. - Ik heb tegenwoordig alleen nog aan mijn eigenzelf te komman deren, zei boer Verwilgen. Al zijn kinderen waren groot en trokken de ene na de andere hun eigen weg. De boer bleef alleen achter met zijn verweerde handen. - Dat is de natuurlijke gang van zaken, zei boer Verwilgen. Maar over het geval van zijn Rieneken, neen, daar kon boer Verwilgen zich niet overzetten. Rieneken Verwilgen Als ge spreekt van een schoon vrouw mens, ewel, dat Rieneken dat was me nu eens een schoon kind. Van voor in de twintig, braaf, gedienstig en echte werkershanden. Ze mis trouwde, ging naar de stad wonen en verloor er al wat ze op de boer derij aan geloof, aan trouw, aan fierheid, aan traditie had opge raapt. Hoe ne mens kan mislopen Haar man tjoekte haar bovendien nog af, bulderde op haar los, maakte van haar een sloor. Was het een ongeluk of een geluk de gemene kerel verongelukte bij een auto ongeval. Boer Verwilgen is een taaie, een mannemens met een groot hart, dat wel, maar alles met mate en in orde. Hij had Rieneken laten schie ten. - Ze is oud genoeg, had hij ge zegd, om te weten wat ze moet doen en laten. Ook de dood van die loebas kon hem niet ontroeren. Alleen moeder was naar de be grafenis geweest. Het lijk kwam ressekes in de kerk. Bij haar thuis had Rieneken - ai, 't was maar een half Rieneken meer - niets gezegd. Moeder Verwilgen was met een schrei weg gegaan en viel op de boerderij meteen schrei inde zetel. - En daarmee basta, had de b:>er gezegd. Maanden verliepen. Voor de boer bestonden vooral zijn beesten en akkers, de seizoe nen en de oogsten. De getrouwde zonen kwamen op tijd een handje toesteken. Over Rieneken sprak niemand. Alleen de oude boerin had haar woorden: woorden van gebed. Maanden verliepen. Op Kerstavond kwam er een brief. Voor de boerin. Wat gesuk kel om de bril te vinden.... - Ik moet naar de stad! 't Is morgen Kerstmis en de klein gasten moeten toch wat hebben. - En wees niet te gierig, zei boer Verwilgen nog. De oude moeder trok op. Naar Rieneken toe. Die had geschreven: Moeder, kom toch. Ik heb u no dig!... En ze vond Rieneken in een arm tierig kamerken. Ze lag te bed en schreide. - Moeder! - Rieneken! Wat is 't schaap? - Moeder, ik ben zo ver! Voor vanavond. Ik ben gans allen. Ik heb niks, niks En Rieneken maar schreien. - Kom, kom, kind Hoe zoudt ge zelf zijn. Alle moe ders zijn zo. Vooral in zulke ogen blikken. En zo rond middernacht werd Rienekens kind geboren. Alles was bij de hand. Daar had de boerin voor gezorgd. - Alles is goed, Rieneken. Een gezond kind en een schoon kind. Houd u gerust nu. Kunt ge niet wat slapen En Rieneken sliep. Met een glim lach op het mager gelaat: een scho ne bloem in herfstkleuren. Boer Verwilgen las het telegram Kom me afhalen en dat kind be wonderen. Moeder Maar de boer roerde niet. Hoe zou hij naar de stad gaan Een volle week hield boer Ver wilgen dat vol, zonder de boerin en zonder warm eten. Was dat een Kerstdag geweest. - Moeder is naar die van de stad. Ik sta er alleen voor. Ziet dat ge zelf uw plan wat trekt. Het vrouwvolk vond vlaai en krentenbrood en vlees in de kuip, maar veel meer al niet. Ze zijn deze keer van armoe te rug naar huis moeten gaan. Ondertussen deed de boer de stal en trok het veld in, stijf van de kou en van wrokkigheid. - Ik zal maar gaan zien. Want dat vrouwmens is al even koppig als d'ander. Hij beet op zijn tanden als hij de trap opkraakte naar Rieneken toe. En de deur ging open. Een gulp licht en warmte kletste over hem. In een zetel zat Rieneken met een kind op de schoot. De boerin was doende, keerde zich om en - Ge zult wel honger hebben, zeker? En Rieneken - Vader! Wie zou zó een jonge moeder, die dan nog uw bloedeigen kind is, kunnen zien zitten met een vers kind op de schoot, zonder iets te zeg gen? Vooral als naast die moeder en dat kind een onnozele kerststal staat met de geschreven woorden Vrede op aarde aan mensen van goeden wil Gij niet en ook boer Verwilgen niet Op zo'n momenten kan u dat pakken en zodanig tergen dat ge uw eigeii zeiven rats vergeet! Dat was ook het geval met boer Ver wilgen. - Zo zit dat? Moeder, geef me een sjat warme koffie. Is er hier koffie En brood En wat dat kind nodig heeft? Hier is geld, Ik zal me zelf wel een boterham snijden. De boerin ging inkopen doen. - Hoe zit dat? Dat was de boer tegen Rieneken. - Ge kunt hier toch zo niet blij ven zitten. Wanneer zijt ge weer op uw effen - Morgen, vader. - Goed, overmorgen kom ik u halen. En laat die bazaar van meu bels allemaal maar hier En zo gebeurde het dat Rieneken Verwilgen terug op het hof kwam. Niet alleen, maar met een kind. Een Kerstekind. - En schrijf nekeer een briefken naar al de getrouwden, moeder. Zondag: Kerstdag. En dat er geen ene het hart heeft weg te blijven. Dat was aardig, die Kerstmis, een goei veertien dagen te laat. Een Kerstfeest zoals de Verwilgens het nooit hadden gevierd. Er waren vlaaien en krentenbroden, pensen, kiekens, feestgebraad, taarten, ci der en lambik van 't vat. Er waren pakskens met snuistering en paks- lcen met een briefken van 100 fr. voor de kleinkinderen. Er was den al. Slechts één ding was de boerin vergeten de Kerststal. Die stond op zolder. Die was gedurende de Kerstdagen immers niet eens naar beneden geweest. Die stond ver geten, bestofd... Maar... in de plaats van de Kerststal stond er een zetel. [Zie vervolg onderaan hierneven) H. Pijpens - Het boek voor moe der en dochter. - Uitg. f.J. Romen 6 Zonen, Roermond-Maaseik. - 423 bz. prijs ing. 115 fr.. geb. 130 fr. Sinds jaren tracht de landbouw- pers de landbouwers ervan te over tuigen dat hun vak één van de moeilijkste en ingewikkelste is, vooral omdat zulke alzijdige be voegdheid wordt geeist. Maar wat moeten wij dan zeggen over het werk van de huisvrouw Als men zo maar eens nagaat wat een huisvrouw op een dag, op een week zoal te doen krijgt aan uiteen lopende karweitjes krijgt men daar al gauw een idee over. En dat het niet blijft bij aardappelen schillen en schorten wassen zal iedereen graag toegeven. De vrouw staat zowat voor alles, niet alleen voor de uiteenlopende taken van het normale huishoude lijke werk in huiskamer en keuken, maar gans de gang van het gezin, met al wat er omheen draait hangt van haar af. De opvoeding van de kinderen, hun lichamelijke verzor ging, de huishoudelijke financies, het onderhoud van het kleergoed, enz. Ze moet daarenboven zor gen voor de sfeer voor huiselij ke gezelligheid, ze moet verstand hebben van feestjes inrichten... en moet daar ook de lekkernijen voor weten klaar te maken. Bij de maaltijden volstaat het niet meer alleen smakelijke spijzen op te dienen, maar ook de gezondheid van de gezinsleden stelt daarbij zijn eisen. De vrouw moet dokter en verpleegster zijn allebei tegelijk maar er wordt van haar ook ge vraagd dat ze handwerkjes kan maken en dat ze met electrische toestellen weet om te gaan. Tussen de talrijke handboeken en gidsen, die bij dit veelzijdig werk de huisvrouw willen raden, neemt het boek van Pijpens een eervolle plaats in. Het is rijk aan inlichtingen en raadgevingen op practisch alle terrein. Nu ja, men hoeft nu precies niet altijd akkoord te gaan over een of ander recept, maar er zijn er toch nog altijd genoeg voorradig zodat ieder wat naar zijn gading kan vinden. Nu en dan is de schrijfster wel eens te gul met raadgevingen. Bv. daar waar ze een middel aan de hand doet om het stroomverbruik te berekenen. Dat ze ook dat kar weitje aan de vrouw overlaat kan men nog buiten beschouwing la ten, maar tegen de weinig ortho doxe manier van berekenen kan wel bezwaar gemaakt worden. Tenslotte moeten de uitgevers gelukgewenst worden om de keu rige verzorging van de uitgave, die gunstig afsteekt tegen veel wat wij doorgaans te zien krijgen. M. Elfontin - H. Maria Kalen der 1955 - Uitg. J J. Romen 6 Zonen, Roermond, prijs 28 fr. Op 't eerste zicht denkt men een doodgewoon blokkalendertje voor te hebben, met zo langs de achter kant een versleten dingetje om mee te lachen Dat'is echter niet het geval. Zo als iedere dag van het jaar zijn lief en leed brengt, zo vinden wij ook in die kalender de ene dag een druppel levenswijsheid, de andere dag een spreuk of een gedichtje van een vooraanstaand schrijver, dan weer eens een vers uit de H. Schrift of een stukje humor. De opvatting en de uitwerking van die ka ender lijkt ons dan ook wel interessant en wij zouden het in alle geval liever aan de muur zien hangen dan vele van die sma keloze dingen waarmee wij tegen woordig overstroomd worden. Dr Storing's Landbouw-Alma nak 1955. - Uitg. W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle. Prijs fl. 1,95. De redactie van een landbouw blad zit wel eens met de handen in het haar als ze lastig wordt geval len door lezers, die vragen stellen over iets wat ze een paar weken voordien in. hun blad maar voor 't lezen hadden. Maar ja, ze heb ben het niet bewaard en wellicht het zelfs niet gelezen. Vandaar dat men eens meent zou een deugdelijk handboek niet meer effectief zijn Maar ook dat is niet het geval. Ofwel kost het te duur, ofwel is het te dik om te le zen, enz. Wat een boer moet hebben is een dun en goedkoop boekje, dat hij zo maar in zijn zak kan stoppen en liefst met een sterke omslag dat het lang genoeg meegaat. Waar hij zo maar met een vingergreep kan vinden wat hij nodig heeft, hoeveel plantaardappelen hij per hectare moet hebben, hoe onkruid moet worden bestreden, zaaigoed moet ontsmet of hoe zijn fruitbo men moeten besproeid. Wat de inhoud is van de voeders voor zijn vee en hoe hij een rantsoen kan berekenen. Hoeveel voedende be standdelen een bepaalde vrucht uit de grond haalt en welke de inhoud is van organische en schei kundige meststoffen. Waarin hij kan aantekenen wanneer de koe naar de stier is geweest en wan neer ze moet kalven. Hoe het le vend gewicht van dieren kan be paald worden, enz., enz. Zulk een handig en goedkoop boekje is Dr Staring's Landbouw- Almanak. Daar staat zo wat van alles en nog wat in. Daar is zelf plaats waar de boer de verjaardag van zijn vrouw kan aantekenen. Daar het een Nederlandse uit gave is zullen natuurlijk wel ver schillende inlichtingen alleen be trek hebben op Nederlandse toe standen, maar daarneven staat er nog meer dan genoeg dat voor ie dere boer van nut is of dat hijkan gebruiken. En goed ook En in die zetel zat Rieneken met haar kind. Het Kerstekind. Allen stonden rond Rieneken. Ze hadden haar de hand gegeven. Gemeend Er zou geen ene in zijn kop gekregen hebben het anders te doen. Dag, Rieneken Meer niet. Maar gemeend Al de rest ging naar dat kind. Wat een schoon kind Wat een pront kadeken En blozen En zie nekeer die™pollekens - Precies ons Rieneken - Wel, wel, wel. Een echt Kerste kind. En toen zongen de kleinsten Kerstliekens, de ouderen zongen mee. - Aan tafel, kommandeerde boer Verwilgen. En de oude boerin liep en slef- ferde, grochelde hier en foefelde daar en glimlachte omdat alles nu weer goed was en schoon. Omdat alles nu vrede was bij de mensen van goede wil. LJi-j ivwwanuuwivivi

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1954 | | pagina 2