met GEDROOGDE BEETPULP
VOEDSELVOORRAAD
I
DE IN D
RINGER
Stel niet uit tot morgen****
droge pulp is een seizoenprodukt
Koopt heden uw voorraad
DE KOORNBLOEM 25 Dec. 1954
Landbouwers die om de ene of
de andere reden de bemesting van
hun weiden en weilanden tot nu toe
hebben verwaarloosd, kunnen de
zachte winterdagen, waarvan wij
nu genieten, zeer voordelig gebrui
ken om dit verzuim te herstellen.
De bemesting der weiden en
weilanden op het einde van de
Herfst of in het begin van de Winter
toegediend geeft immers de hoog
ste opbrengsten.
Daarenboven zal de hoedanig
heid van het gras er veel bij winnen
en de ontwikkeling der vlinderbloe
migen zal des te beter zijn.
Het is aan te raden geen dag
langer meer uit te stellen om de
fosfoor- en potasbemesting toe te
dienen daar de grond de gewenste
tijd moet hebben om deze meststof
fen tot voedsel voor de grasplan
ten om te werken.
Laten we dus van de uiterst gun
stige weersomstandigheden ge
bruik maken om
800 tot 1.000 kg sylviniet 17 °/0 of
300 tot 400 kg chloorpotas 40 °/0
gemengd met
300 kg fertiphos per ha op onze
weiden enweilandenuitte strooien.
Kon. Vlaamse Schouwburg Brussel.
Het heilig Experiment
en Baby Hamilton
Zondag 26 Dec. te 15 en te 20 u.,
gaan in de K.V.S., te Brussel, nog
twee vertoningen van Het heilig
Experiment het aangrijpend spel
van F. Hochwalder, inde regie van
H. van Hellem, vertolkt doorB.
Struys, R. Peeters, K. Betz, J. van
Eetvelde, R. Coorens, enz.
Laatste voorstelling van Het
heilig Experiment Maandag 27
Dec. te 20 uur.
Donderdag 30'[December"en'de
daaropvolgende dagen, komt op
het programma van de K.V.S. het
vermakelijke blijspel Baby Hamil
ton van A. Hart'en M. Bradell, in
de nederlandse vertaling van Lode
Vandeput. De regie is van N. Buyl
en de vertolkers zijn N. Buyl, J.
van Eetvelde, J. Puissant, R. Ver-
schueren,[C. van Gent, C. Weenen.
K. Betz, R.{Coorens, L. Lee, G. van
den Branden, H. van Hellem, J. De
Backer, M.";Vervaeke, J. Gorissen.
Vertoningen van Baby Hamil
ton Dond. 30 Dec. en Zat. 1 Jan.
telkens 20 u. 'Zond. 2 Jan. te 15[& 20 u.
2,00 d 2,30 fr.
GEMEENTE KRUISHOUTEM
Eiermarkt 21 Dec. 1954
De prijzen worden vastgesteld a.v.
Producentenmarkt
60 gr. - 2,45 a 2,55 fr.
-j- 50 gr.
60 gr.
Prijs op tournée
-4 55 gr. - 2,15 fr.
50/55 gr. - 1,95 fr.
ofwel een gemiddelde prijs 2,05 fr.
Marktbeschouwingen prijshou
dend bij onmiddellijke levering.
Aangevoerde hoeveelheden
1.025.000 eieren.
Botermarkt935 kg. - 84 a 86 fr.
GELDLENINGEN
voor alle zaken en aan de voorde
ligste interesten. Schattingen voor
verkavelingen, meten van eigen
dommen. Kopen en verkopen van
eigendommen. Inlichtingen koste
loos Wendt U in volle vertrouwen
tot S. HAENTJENS,
Meuleschettestraat, 15i Aalst
Telefoon 221.74
rpr Fï voor iedereen, kleine in-
VÏXkL/L/ trest, Zakenkantoor Adh.
Van den Eeckhout, Landgoed« De
Etting», Erondegem. Tel. Aalst 25191
vormt men een KOSTBARE en ONMISBARE
voor het vee vooral voor de dagen van schaarste
IN DE WINTER bij zware vorst.
IN DE LENTE bij schraal weer als het gras achterwege blijft.
IN DE ZOMER bij grote droogte.
IN DE NAZOMER als de weiden kaal worden.
Enkele balen droge pulp op zolder zijn een VERZEKERINGSPOLIS
die elke veehouder moet ondertekenen.
Op bepaalde ogenblikken wil iedereen gedroogde pulp kopen, maar dat is niet altijd mogelijk want
Daarom zal het Wenselijk zijn op tijd te bestellen.
voor de komende winter en ook voor de lente. U zult veel geld besparen.
28door Leo
Tien minuten later is paterken op
weg voor zijn eerste berechting.
Op zijn nog fel blozend gelaat ligt
nu de waardige ernst die past bij
zijn verheven taak. De jongens,
zijn speelmaatjes van daareven,
knielen devoot in de sneeuw langs
de weg, kijken beschroomd naar
hem op en naar Jan, de koster.
Koster-Jan, zeggen de mensen. Hij
is lang en smal en heeft een hoge
rug. Hij is ook al vele jaren koster
en heeft veel moeten gaan in dienst
van de kerk en van zijn pastoor.
Koster-Jan gaat voorop met de
kaarslantaarn en de bel. Ting-ting-
ling!... doet Koster-Jan bij zijn gang
langs de huizen. Altijd op dezelfde
manier, zijn hand staat er naar.
Waar ze voorbijgaan, komen de
mensen in het deurgat knielen en
dan vallen ze aan 't fluisteren over
dat zo jonge paterken en waar ze
wel naar toe zouden gaan met Ons
Heer.
De eerste berechting van 't pa
terken. Hij voelt er de gewichtig
heid van, nu ze buiten de huizen
zijn en helemaal alleen op het hard
getreden wegeltje midden het
wijde, witte veld. Koster-Jan heeft
de bel in zijn broekzak gestoken
en zijn ene hand ook. Ze horen al
leen het kraken van de sneeuw
onder hun voeten. En de hoge he
mel kijkt stil en grauw op hen neer.
Daar staat een enkel hoeveken
langs de weg. Ting-tingling, doet
Koster-Jan, een enkele keer. De
boer, zo'n man in de volle kracht
OP DE BEECK
van zijn jaren, knielt in de deur, de
boerin achter hem en een jongen
en een meisje duwen hun neusje
plat tegen de vensteruit.
Brave mensen allemaal, denkt
paterken en hij is haast blij om wat
hij nu doen mag.
Ze zijn het hoeveken net voorbij
of daar komt ergens van achter
een schuurken een wit hondeken
nijdig aankeffen, recht naar die
lange benen van de koster.
"Hier, Foks!... Hier... roept de
boer nog, met een in de helft door
gebeten vloek daarachter.
Koster-Jan kijkt er niet eens voor
om. Hij kent dat en is er steeds op
voorbereid. Eén zwaai met zijn lang
been en zijn zware schoen doet het
hondeken meters ver over de
sneeuw vliegen, waar het driemaal
rondtuimelt eer het weer zijn poten
vindt en er jankend vandoor gaat.
Foks...
En nu bijt de boer zijn vloek niet
meer door.
Mensen blijven toch maar men
sen, denkt^paterken.
En dan hebben ze daar de Donk,
een stevige doening midden een
ring lindebomen, die er nu als
zwarte spoken omheenstaan. De
massieve gebouwen, fors oprijzend
uit het vlakke sneeuwland, maken
indruk op paterken. En plots voelt
hij zich heel wat minder op zijn ge
mak. Zijn eerste berechting... Dat
het nu juist bij zulk volk moet zijn.
Bij de draaiboom staat Mon van de
Donk. Hij neemt aarzelend zijn klak
af en vergeet haast te knielen, zo
heeft hii dat jonge, vreemde pater
ken te bekijken.
De deur wordt door iemand te
voren opengedaan. Koster-Jan laat
paterken eerst binnengaan, 'tls een
ruime, ouderwetse hoerenkamer,
met zware zolderbalken en rood
stenen vloer. De boerin en een half
dozijn volwassen zoons en doch
ters zijn daar vergaderd. Ze blijven
allemaal recht staan en kijken
domweg naar paterken, die daar
erg verlegen staat en helemaal niet
meer weet hoe hij daar beginnen
moet. De boer komt ook in huis en
het lijkt of hij de deur wel wat te
hard dichtslaat. En dan blijft hij
achter paterken staan, groot en
donker.
Ja, mensen... aarzelt Koster-
Jan, die dadelijk gewaar wordt dat
er iets niet in orde is, zo zijn wij
dan maar gekomen...
En dan moet hij wat hoesten. Hij
is ook niet meer van de jongsten,
die Koster-Jan, en met die scherpe
winterlucht daarbuiten...
De boerin schuift de gordijn weg
voor de alkoof naast de haard.
Vader, zegt ze, ze zijn er,
Koster-Jan en...
Van uit de alkoof komt een groot
benig hoofd onder een grijswollen
slaapmuts de kamer inkijken. Dat
is Jacob, de „oude boer van de
Donk. Eenpaar weken geledenwerd
hij negentig jaar. Maar zijn stem
heeft nog die volle, zware klank,
eigenwaan de^Donkeboeren.
JZ.Koster-Jan,^dat zie ik...^en wie
nog
En zijnj'ogen gaan groot open,
kijken verwonderd naar paterken,
dan boos naar Koster-Jan.
Koster-Jan, wie hebt ge daar
meegebracht?
Dat is Pater Lucas, boer. Ja, we
zijn gekomen, zoals ge het ons hebt
laten vragen.
Koster-Jan let goed op zijn woor
den. 't Is goed volk daar op de
Donk en ze zijn er mild met het
kosterskoren, maar ze laten zich
niet op hun tenen trappen.
Weer kijkt de oude Jacob naar
paterken, monstert hem van het
hoofd tot de voeten. Midden dat
grote, grove boerenvolk ziet pater
ken er nog jonger uit. 't Lijkt wel
of hij zo uit een processie is qaan
lopen.
En achter zijn rug bromt Mon van
de Donk
We hebben mijnheer pastoor
laten vragen. Ons vader is alleman
niet.
't Is wat schoons, springt de
boerin hem bij, voor die ene keer
dat vader hem nodig heeft...
Het hoofd in de alkoof gaat op
en neer.
Ge hoort het, Koster-Jan. De
pastoor en geen ander.
En met een zware zucht laat hij
zich neer in de put van het dikke
hoofdkussen.
Paterken staat nog in zijn zelfde
houding, devoot en blozend.
Mijnheer pastoor is ziek, ik ben
zijn plaatsvervanger.
Zacht, als van een echte jongen
nog, klinken zijn woorden in de
plotse stilte.
Hm, doet Mon van de Donk.
En de oude Jacob komt weer
overeind. Ze kijken nu allemaal
naar Koster-Jan.
(Wordt voortgezet)
r
Wjtw -.1»*: mmÊBMè