Een wetsvoorstel tot oprichting van een Belgische emigratiedienst. Schade door Broedsheid. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 19 MEI 1956. Verschijnt iedere zaterdag 35ste JAARGANG Nr 1719 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. 242.67 I Orgaan van de Voor de Ontwikkeling en de Landbouwersvereniging Standsverdediging van de Landbouwers REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Men staat in bewondering voor de wijze waarop de Nederlandse regerinq de belangen behartigt van burgers die uitwijken naar het buitenland om er een behoorlijk bestaan te verwerven voor zich zelve en hun gezin, of er een bete re toekomst te bouwen dan deze welke de geboortegrond hun in het vooruitzicht stelde. Meestal ge schiedt de uitwijking der Neder landers, vooral van de landbou wers, in groep. De uitwijking wordt op een dubbel terrein voorbereid en georganiseerd enerzijds in het land waar de uitwijkelingen zich zullen vestigen door bevoegde Ne derlandse ambtenaars die met de overheden van dit land al de voor waarden van bedoelde vestiging regelen anderzijds in Nederland zelve, waar de uitwijkelingen door een passende opleiding voorbereid worden voor de vestiging met de minst mogelijke nadelen en onge makken in het vreemde land waar heen zij zich begeven. Deze organisatie biedt het dub bel voordeel dat de uitwijkeling zich niet verlaten gevoelt en de banden met zijn vaderland be waart tijdens zijn verblijf in het bui tenland. In ons land bestaat dergelijke organisatie niet, behoudens voor wat betreft de uitwijking naar Bel gisch Kongo. De Belg die uitwijkt is doorgaans op eigen krachten aan gewezen, inaien hij ontwikkeld is en blijk geeft van initiatief kan hij voorlichting en hulp bekomen bij bepaalde Belgische overheden in binnen en buitenland. Doch deze hulp is niet geordend en wordt niet voldoende in het bereik gesteld van de uitwijkeling. Het ligt niet in onze bedoeling hier propaganda te maken voor de uitwijking. Doch het is een feit, dat talrijke boerenzonen en dochters, b:j gebreke aan hofsteden en lan- aenjen, gedwongen zijn het land bouwbedrijf te verlaten of uit te wijken naar landen waar nog mo gelijkheid bestaat tot oprichting van een landbouwbedrijf in winst gevende voorwaarden. Het komt ons voor dat de Belgische overheid de belangen van deze uitwijkelin gen op geordende en doelmatige wijze moet ter hand nemen. Om deze redenen betuigen wij onze instemming met het wetsvoorstel dat op 26 april 11 bij de kamer van volksvertegenwoordigers werd in gediend door de heren De Nolf, De Vleeschauwer, Delwaide, De Clerck, Van den Eynde en Steps. Wij spreken de verwachting uit 4.600 1.601 836 601 535 427 257 244 933 dat dit voorstel eerlang zal worden besproken door onze wetgevende kamers. In de toelichting van het voorstel verstrekt de heer volksvertegen woordiger De Nolf vooreerst enke le statistieken om het belang van de Belgische uitwijking aan te to nen. Deze bedroeg tijdens het jaar 1954 niet minder dan 10.034 perso nen. Deze emigranten vertrokken naar Belgi-ch Kongo Frankrijk Canada Verenigde Staten Nederland Duitsland Engeland Gr. Hertogd. Luxemburg Andere landen Anderzijds blijkt uit inlichtingen van de Emigratiediensten der Ca nadese ambassade dat gedurende de jongste dertig jaren een vrij groot aantal Belgen naar Canada zijn uitgeweken. Ziehier bedoelde cijfers van 1926 tot 1930 6.847 van 1931 tot 1935 381 van 1036 tot 1940 626 van 1940 tot 1945 135 van 1946 tot 1958 4.094 van 1951 tot 1954 5.429 Deze gegevens tonen aan dat in ons land een ruime belangstelling bestaat voor uitwijking. Terecht be toogt de heer De Nolf, dat het Ko ninklijk besluit van 25 februari 1924 dat de landverhuizing regelt niet meer beantwoord aan de vereisten van onze tijd Het heeft een poli- tiekarakter. Het volstaat niet een negatieve houding aan te nemen tegenover de uitwijking, wanneer wij moeten vaststellen dat jaarlijks zoveel landgenoten meestal om economische redenen uitwijken. We mogen deze medeburgers niet laten vertrekken zonder de nodige voorbereiding en voldoende be scherming soms het avontuur tege moet, maar zeker met al de risico 's die aan een uitwijking vastzitten. Zonder de uitwijking te willen aanmoedigen, moet men toch aan nemen dat ook de Belgische bur ger zijn persoonlijkheid moet kun nen ontwikkelen en dienvolgens moet kunnen werken en leven waar hij wil. Uitwijking blijft ten slotte een algemeen menselijk recht. Waar het voor de mens'het enig middel wordt om zijn bestaan te verzekeren, of om de zedelijke en economische grondslagen er van te waarborgen, wordt dit pro bleem nog scherper gesteld. IZie vervola 2e bladz. 3' kolom) Het is reeds een hele tijd geleden dat door de pluimveehouders als goede eigenschappen bij de leg hennen bekend waren, benevens het vermogen veel eieren of vlees voort te brengen, het tijdig broeds worden in het voorjaar, het stand vastig volbrengen van deze na- tuurplicht en het trouw opkweken van de uitgekomen kuikens. Onder de toenmalige landrassen werden sommige geroemd om deze uitne mende eigenschap. Na het opkomen van het kunst matig broeden en opfokken heeft men plots geen behoefte meer ge had deze eigenschap te bevorde ren en is men deze natuurlijke drang om de soort voort te zetten allengerhand gaan beschouwen als een schadepost in de pluimvee houderij. Een broedse hen legt niet en om de eieren tenslotte is het toch te doen. De broeier levert de gewens te kuikens het ganse jaar door en ook voor de opfok is de kloek bijna van de aardbodem verdwenen uitzondering gemaakt voor de ge wone boerenbedrijven. Na het verdwijnen van de land- hoenders bij de bedrijfspluimvee- houders zijn het vooral de leghorn rassen geweest die vele jaren grote opgang hebben gemaakt. Het is bekend dat deze rassen zeer zel den broedneiging vertonen en in die tijd heeft men dan ook weinig last gehad met het onderdrukken van de broedsheid. We hebben gezien dat deze leg hornrassen vooral na de laatste oorlog veel terrein hebben verlo ren en de plaats hebben moeten ruimen voor zwaardere rassen als bv. de Rhode Island Red en krui singen tussen een licht en een zwaar ras. De zware rassen en de kruisingen met deze hebben wel een min of meer sterke neiging broedlustig te zijn. Niettegenstaande de pogingen deze niet meer gewenste eigen schap uit te fokken is men er niet 1 in geslaagd deze helemaal weg te krijgen. Iedereen die deze rassen of kruisingen houdt weet dit uit eigen ervaring. Iedereen staat dan ook in zijn eigen bedrijf voor het probleem de schade door de broedsheid veroor zaakt tot een minimum te beperken om de winst van het bedrijf niet na delig te laten beïnvloeden. Een drastische maatregel ware iedere broedse hen er uit te gooien. We menen echter dat het zo'n vaart niet hoeft te lopen. Bij een juiste behandeling moeteen broed se hen niet opgeruimd worden en hoeft ze in produktie niet achter te blijven bij haar zursters die zich van hun natuurplicht in deze niets hebben aangetrokken. Het komt er echter wel op aan dat de pluim veehouder zelf op het gepaste ogenblik en op de juiste manier in grijpt. Dit zullen we nader verkla ren. In de eerste plaats komt het er op aan tijdig in te grijpen, t.t.z. zo vroeg mogelijk, van zodra men de broedsheid kan onderkennen. Want, zelfs al zou het lukken een hen die reeds een tiental dagen gezeten heeft broeds af te ma ken, dan nog is het doel niet be reikt. Zulke hen wacht nog een hele tijd om terug aan de leg te gaan en al gauw is er op die ma nier een maand en meer mee ge moeid zonder eierproduktie. Dat men in dergelijke gevallen er beter zou aan doen die dieren op te rui men willen we niet betwisten. Een eerste vereiste in de doeima- matige behandeling van broedse hennen is dus er zo vlug mogelijk bij zijn, liever de eerste halve dag van het broeden dan twee dagen later. Een kenmerk van een broe dende hen is het opzetten van de veren en voortbrengen van een dreigend geluid wanneer men haar nadert. Dit kan men bv. reeds vast stellen bij het verzamelen van de eieren. Bestaat er nog twijfel dan komt men in de namiddag eens te rug en dan heeft men al vlug het bewijs of de kloek is blijven zitten of niet. Het spreekt vanzelf dat 's avonds de legnesten worden ge- kontroleerd en speciaal dan de ge meenschappelijke legnesten, want deze nesten, benevens de vele goe de eigenschappen eraan verbon den, hebben het nadeel de broeds heid te bevorderen. Men hoeft er geen schrik voor te hebben eens een hen teveel, waar aan men twijfeld bv. af te zonderen. De behandeling zelf is immers vol- lediq zonder gevaar voor de hen en zelfs voor de eierproduktie als de behandeling goed en nauwkeu rig gedaan wordt. Er bestaan wel vele manieren om de hennen broedsaf te maken, sommige barbaarse zoals bv. het in een kuip steken waar enkele cm water in is. Dat werkt inderdaad doeltreffend om de broedsheid te doen ophouden, doch men vergeet daarbij dat het er ook om te doen is de eierleg zo vlug mogelijk te doen hernemen om de scha Je tot een minimum te beperken. Wie nog maar even nadenkt weet al direkt dat met deze metode als met zovele andere de hennen wel broeds af worden gemaakt, doch meteen het vertikken tijdens de eerstvolgende weken nog een eitje te leggen. Kun nen we ze ongelijk geven De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn Het overnemen van artikelen zonder verantwoordelijk voor hun bijdragen aanduiding der bron is verboden. (Zie vervolg 3e bladzijde 4e kolom)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1956 | | pagina 1