Hoe Nederland zijn landbouwgronden aan de zee ontwringt. Hoe beperken we de Biggensterfte Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 21 JULI 1956. Verschijnt iedere zaterdag 35ste JAARGANG Nr 1727 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Oostelijk Flevoland levert weldra aan Nederland 54.000 ha nieuw grondgebied. De geleidelijke drooglegging van de Zuiderzee dwingt de bewonde ring af voor de kunde en de be voegdheid van de Nederlandse technici en tevens voor de wils kracht, het doorzettingsvermogen en de organisatiegeest van het Ne derlandse volk. Wanneer geen onvoorziene ver tragingen optreden, zal omstreeks augustus-september a.s. het laatste gat van de 92 km lange ringdijk van de nieuwe Zuiderzeepolder Oostelijk Flevoland gesloten worden, aldus meldt het maand schrift nr 6 van het Belgisch-Luxem burgs centrum voor Handelsbetrek kingen in Nederland. Hiermede zal dan aan het leegmalen van de der de Zuiderzeepolder kunnen wor den begonnen. Drie grote electrische pompen zullen dan hun aanval op het water beginnen en dit in een tempo van 4 tot 5 miljoen liter per minuut bui ten de ringdijk pompen. Na onge veer 8 maanden zal de bodem ge heel vrij van water zijn, doch de pompen zullen daarna nog in wer king blijven ter bestrijding van het zogenaamd kwelwater Neder land zal alsdan opnieuw 54.000 ha zeer vruchtbare grond aan zijn grondgebied hebben toegevoegd met alle belangrijke economische voordelen daaraan verbonden. Het bouwen van de ringdijk van Oost Flevoland heeft 6 jaren ge duurde De grote waternoodramp van 1953 veroorzaakte echter be langrijke vertraging, daar alle ar beiders en werktuigen van Ooste lijk Flevoland werden weggehaald om in de geteisterde gebieden te worden ingezet. De ringdijk van Oostelijk Flevo land, gespecialiseerd waterbouw kundig werk, is uitgevoerd door privé-aannemers onder toezicht van de Rijksdienst Zuiderzeewer ken. Er zijn reeds plannen gereed voor de ontginning en bevolking van het vrij komende gebied na de ontwatering. Hierbij kan men steu nen op de ervaringen opgedaan in de beide eerder drooggelegde Zuiderzeepolders, de Wieringer- meer en de Noordoostpolder. Het ontginningswerk staat onder lei ding van de z.g. Directie Wierin- germeer ingesteld in 1927 om de polder van die naam te ontginnen. Deze naam is sedertdien gebleven. De nieuwe polder van Oostelijk Flevoland wordt in zes blokken ver deeld, die achter elkaar, met een jaar tijdsopvolging ontgonnen en bebouwd worden. Per blok moet 3 tot 4 jaren arbeid verricht worden alvorens de grond met boerderij ter beschikking van de pachters kan gesteld worden. Elk arbeids jaar vereist ander personeel en an dere werktuigen. Door dit stelsel hoopt men met 1900 arbeidskrach ten na 8 tot 9 jaren de hele polder in kuituur te hebben gebracht. Onder de Nederlandse boeren is grote belangstelling voor vesti ging in de nieuwe polder, doch er zal een scherpe selectie plaats vin den. Men wil op de eerste plaats de bekwaamste boeren toelaten, terwijl ook zij die uit andere delen des lands moeten vertrekken, b.v. omdat zij er overtollig zijn, als ge gadigden worden beschouwd. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan het inrichten der ste den en dorpen, die evenals de boerderijen, onder verantwoorde lijkheid van de Directie Wierin- germeer worden gebouwd. Er zal de hand worden gehouden aan deugdelijke sociografische plan nen, waarbij o.a. de vestiging van middenstanders ook naar behoefte en kwaliteit zal worden beoor deeld. De hoofdstad van de nieuwe polder is Lelystad genoemd naar Ingenieur Cornelis Lely, de staatsman die het grote droogleg gingsplan ontwierp en tijdens zijn ministerschap tot wet verheven zag. De stad komt te liggen in het westelijk deel van de nieuwe pol der. Op de dijk aldaar is men reeds bezig met het bouwen van de eerste huizen. Tevens voorzien de plannen in het bouwen van 10 dorpen. Het totale aantal bewoners van de nieuwe polder wordt geraamd op 30.000. Hierna een overzicht der stadia van drooglegging van de Zuider zee. Het besluit hiertoe dagtekent van 1918. De Wieringermeerpolder (1930- 1941) omvat 20.000 ha. De Noord oostpolder (1940 tot heden) omvat 48.000 ha, Oost-Flevoland beslaat 54.000 ha. Hierna wordt begonnen aan de Markerwaard die 65.000 ha omvat en tenslotte aan Zuid Flevoland met 45.000 ha. De totale bodemoppervlakte, die Nederland door drooglegging van de Zuider zeepolders zal winnen omvat aldus 225.000 ha. (Zie vervolg 3e bldz. 4* kolom Elk jaar sterven er in Nederland een groot aantal biggen. In 1955 stel den we bij het Zuid-Hollands Varkenstamboek een onderzoek in bij de volbloedtomen uit de periode 1946-1954. Het resultaat van dit onderzoek vindt men in de volgende tabel januari 1025 12,1 9,4 22,3 februari 1879 12,2 9,5 22,1 maart 2688 11.9 9,4 21,0 april 1877 11,7 9,6 17,9 mei 1473 11.7 9,7 17,1 juni 1019 11,6 9,7 16,4 juli 1341 11,9 9,8 17,6 augustus 1931 12,0 9,9 17,5 september 2059 12,1 9,8 19,0 oktober 1200 12,2 9,7 20,5 november 826 12,2 9,4 23,0 december 638 12,0 9,2 23,3 Totaal 17956 12,0 9,6 20,0 Voor de Zuid-Hollandse stam boekvarkens was het sterftepercen tage 20 °/o. Voor de gewone praktijk is dit te gunstig genomen, omdat men kan rekenen dat de stamboekfokkers iets meer aan dacht aan hun dieren besteden als de gewone varkenshouders en om dat de stamboekfokkers de mislukte tomen enz. niet opgeven voor re gistratie. Verder worden de biggen op een leeftijd van 6 weken gere gistreerd en ook na die leeftijd heeft men nog wel sterfgevallen. Voor de gewone praktijk moeten we rekenen op een verlies aan big gen van 25 tot 30 en in de winter maanden loopt dit soms op tot 50%. Wat betekent dit voor ons land Men heeft 300.000 fokzeugen in Nederland en indien we aanne men, dat ze gemiddeld tweemaal per jaar biggen en per worp 10 big gen werpen, dan komt dit neer op een verlies per zeug van 5 biggen of voor ons gehele land op 1 1/2 mil joen biggen. Dit is zeker een getal, dat nog welde moeite waard is om aandacht aan te schenken. Wat zijn de oorzaken van de biggensterfte? De volgende groepen van oorzaken kunnen ge noemd worden Fouten in de fokkerij. Fouten in de huisvesting. Fouten in de voeding. Het optreden van verschillende biggenziekten. Dit behoort tot het terrein van de dierenartsen, zodat ik daar niet verder op in zal gaan. Opgemerkt kan echter worden dat verschillende ziekten ontstaan of bevorderd worden door een ver keerde voeding van de zeug of van de biggen. Eerst iets over de fouten in de fokkerij. In vele gebieden lopen de zeugenhouders te gemakkelijk heen over de keuze van de beer. Het gevolg kan zijn een meer of minder nauwe inteelt. Bij varkens moet men van een wilde inteelt over het algemeen niets hebben, omdat men dan kans loopt op klei ne tomen biggen en biggen die niet veel levenskracht bezitten. Met inteelt loopt men ook meer kans op het optreden van erfelijke gebreken. Genoemd kunnen b.v. worden het ontbreken van de aars opening, kwenen, binnenberen, breuken, dopspenen enz. Allemaal gebreken die de biggensterfte in de hand zullen werken. Een andere fout die gemakkelijk gemaakt wordt is Het te vroeg la ten dekken van de jonge zeugen. Laat de dieren toch goed uitgroei en. Men heeft dan de meeste kans, dat deze zeugen ook levenskrach tige biggen en een voldoend aan tal zullen werpen. Fouten in de huisvesting. Een veel voorkomende oorzaak van biggensterfte is het dooddrukken door het moederdier van de big gen. Dit behoeft thans niet meer voor te komen. Met behulp van een zeugenkooi en/of een droog- straallamp kan men vele dieren in het leven houden. Vooral het ge bruik van een droogstraallamp is van grote betekenis. De b ggen zul len bijna direct na de geboorte on der de lamp kruipen, zodat er wei nig risico is van dooddrukken door het moederdier. In de wintermaanden is de lamp als warmtebron van buitengewoon grote betekenis. De temperatuur van de pasgeboren biggen kan zeer snel dalen en hierdoor krijgen allerlei schadelijke invloeden vrij spel. Een lamp is dan ook aan te be velen. Men moet echter met het volgende rekening houden a. Zorgen voor een goede aan leg van de elektrische leiding. Ver schillende malen is een schuur in (Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom), f-H1' *mr tumnmi De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden, nd, waarin de Aantal Geworpen Grootgebracht Sterfte geboren werden tomen per worp per worp percentage

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1956 | | pagina 1