De ontwikkeling van de Coöperatieve Zuivelnijverheid in België België, land van intensieve Landbouw. Weekblad Voor en door de Landbouwers S» Arbeid adel t AALST 29 SEPTEMBER 1956. Verschijnt iedere zaterdag 35ste JAARGANG Nr 1737 BeheerZeebergkaai 5, Tel. 242.67 Aalst Voor de Ontwikkeling en de Stcmdsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. (4de bijdrage en slot) In onze drie vorige bijdragen gaven wij uit de merkwaardige stu die van de heren A. De Winter en C. Tambuyzer in nr. 4 van het Land- bouwtijdschrift van 5 april 1.1. een samenvatting van de drie eerste hoofdstukken gewijd onderschei denlijk aan de periode van wor ding van onze zuivelindustrie (van 1879 tot 1887), aan een periode van ontplooiing (van 1887 tot 1914), aan het tijdperk van aanpassing (van 1918 tot 1937). We behandelden ook gedeeltelijk het tijdperk van cen tralisatie, zijnde het vierde hoofstuk uit de studie voormeld, tot na het einde van de jongste wereldoorlog. Zoals reeds gemeld in ons vorig nummer, was het uitschakelen tij dens de jongste wereldoorlog door de Hoofdgroepering Zuivel, Vet ten en Eierenvan de kleine en slecht uitgeruste melkerijen uit de melkbewerking, mits schadeloos stelling, de inzet van een noodza kelijke centralisatie. Deze zou ver der worden doorgevoerd in de ja ren na de tweede wereldoorlog. Volgende gegevens verstrekken een beeld betreffende de ontwik keling van de zuivelbedrijvigheid. Zij gaan uit van de Nationale Zui veldienst. Ongeveer 215.000 Belgische melkveebedrijven verzekeren een jaarlijkse melkproductie van circa 3.400 miljoen liter. Hiervan wordt iets meer dan 44 (ongeveer 1/4 de van dit percentage aangevoerd in de vorm van room) fabriekmatig of op industriële wijze verwerkt. De provinciale percentages van industriële zuivelbereiding zijn zeer uiteenlopend Antwerpen 82,77; Brabant 67,97 West-Vlaanderen 41,58 Oost-Vlaanderen 54,31 Limburg 44,38 ;Henegouwen 10,43 Luik 39,74 Luxemburg 47,41Namen 12,77. Ook dient aangemerkt dat op het coöperatief zuivelgebied de Vlaamse provincies ver vooruit zijn op de Waalse. In 1954 bedroeg het aantal samenwerkende Vlaamse zuivelfabrieken 78 tegen slechts 39 Waalse, hetzij een verhouding van 2 tegen 1. De provincie Antwerpen stond aan de spits met 25 coöpera tieve zuivelfabrieken. Volgende tabel geeft een interessant beeld betreffende de toestand der zuivel- bewerking op coöperatieve en niet-coöperatieve basis. De cijfers hebben betrekking op 1954. PROVINCIES Antwerpen Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg Henegouwen Luik Luxemburg Namen 10,09 14,57 12,39 16,63 9,13 11,15 11,07 8,13 6,80 10,16 10,67 11,92 13,57 6,57 13,41 17,67 8,13 8,09 4,96 3,66 4.33 3,63 3,08 5,31 7,11 4,57 5.34 82,77 67,97 41,58 54,31 44,38 10,43 39,73 47,41 12,77 73 38 51 48 89 53 74 76 46 60,32 25,82 21,61 26,07 39,50 5,53 29,40 36,03 5,87 Het Rijk 99,96 99,99 4,44 44,14 60 26,66 Deze tabel werpt een treffend licht op de aanzienlijke verschillen per provincie inzake coöperatieve zuivelbewerking, waarbij de pro vincie Antwerpen in gunstige zin en de provincies Henegouwen en Namen in zeer ongunstige zin sterk de aandacht trekken. De provincie Limburg, welke op gebied van in dustriële melkverwerking het rijks gemiddelde sterk benadert, ken merkt zich door het gering belang der niet-coöperatieve melkerijen, die enkel 11 van de industiële melkverwerking der provincie en 4,85 van de totale proviciale melkproductie voor hun rekening nemen. In verhouding tot de totale Bel gische melkproductie, schijnt het percentage van 26,66 dat het aandeel van verwerking der sa menwerkende zuivelfabrieken aan wijst eerder aan de lage kant. De verhouding echter tot het totaal der industriële melkverwerking nl. 60% doet voormeld percentage in waar de stijgen. Slechts 17,48% van de inlandse melkproductie wordt ver werkt op niet coöperatieve basis. (Zie vervolg 3' bladz. 4' kolom). Ons land is een land van inten sief landbouwbedrijf. Onze boeren stand is een der meest arbeidende standen der Belgische gemeen schap de noesteen koppige werk kracht van de boer zijn spreek woordelijk geworden. Het zal dan ook niemand verwonderen te ver nemen dat de landbouw aan de kop staat van het voortbrengstprc- ces in ons land. Men schat de kapitalen in de landbouw geïnvesteerd op 200 mil jard frank, terwijl de waarde der jaarlijkse landbouwvoortbrengst op 46 miljard geschat wordt8 miljard voorde gewassen, 31 miljard voor de veestapel en 7 miljard fr. voor de tuinbouw. In verhouding tot de veestapel kunnen de 8 miljard ge wassen onbeduidend blijken. Bel gië is echter een landwaarde vee stapel zeer sterk ontwikkeld is dit vee verbruikt het grootste gedeelte der voortgebrachte gewassen en deze worden dus niet als dusdanig verhandeld vandaar dat ze niet voortkomen in de aangehaalde statistiek. Wat deze 46 miljard landbouw voortbrengst vertegenwoordigt in de Belgische ekonomie kan blijken uit de volgende vergelijkingen, die we aangehaald vinden in een inte ressante bijdrage over de Belgische landbouw, verschenen in de ste uitgave der revue Esso Maga de ong- and- zine De 46 miljard van bouw zijn zoveel als de gezamen lijke voortbrengst van steenkool, cokes en electriciteit. De 31 miljard van de veestapel staan gelijk met de steenkool- en electriciteitspro- duktie. De melkvoortbrengst, 10,8 miljard, staat bijna gelijk met de produktie van alle bouwmateria len, terwijl de vleesproduktie die der bouwmaterialen overtreft. De opbrengst van eieren staat bijna gelijk met die van de verhandelde benzine in ons land. Men moet toe geven dat dit indrukwekkende cij fers zijn. Ze zijn des te indrukwekkender wanneer men daarbij overweegt Rechtskundige Dienst Onze rechtskundige houdt zijn zitdag zondag 30 sept. tussen 10 en 12,30 u., in het lokaal De Koornbloem» Grote Markt, Aalst. Wij moeten er hier uitdrukke lijk op wijzen dat deze rechts kundige dienst slechts koste loos is oor onze leden. Ieder lid dient dus voorzien te zijn van zijn abonnementskwijting op «De Koornbloem», zoniet zal hij, zo als de niet-leden, het bedrag van een jaarabonnement op De Koornbloem zijnde 72 fr., per raadpleging dienen te betalen. dat dit alles het resultaat is, niet van groots ingerichte bedrijven, maar van honderdduizenden fami liebedrijven, waar in eenvoud en stilte, maar daarom niet minder hard gewerkt wordt. Ons land kent geen reusachtige landbouwexploi taties, zoals die bv. gekend zijn in de U.S.A. en in Canada. De over grote meerderheid zijn bedrijven van 1 tot 5 ha, bebouwd door de boer en zijn naaste familieleden. Het stelsel der landbouwknech- ten verdwijnt inderdaad stilaan. Honderd jaar geleden vertegen woordigde de Belgische landbouw- arbeidskracht meer dan 1 miljoen personen, waarvan 600.000 bezol digden. In 1947 waren er nog 412.000 bedrijvig in de landbouw, waarvan slechts 50.000 bezoldig den. De bezoldigde landbouwar- beider verdwijnt dus stilaan. Dit is gedeeltelijk uit te leggen, eerst en vooral door de mechanisatie van de landbouw, en ten tweede door een struktuurverandering van onze landbouw, waarbij de voortbrengst van gewassen, vooral van graan (dat ingevoerd wordt) moest wijken voor de veeteelt, die lonender is. In ons land zijn, rechtstreeks of onrechtstreeks, 1 bewoner op de 8 in de landbouw betrokken 1/8 der Belgische bevolking leeft van de landbouw het land kent dan ook praktisch geen braakliggende gronden meer het laatste perceel tje wordt benuttigd. Men kan zich hierover verheugen, maar dat heeft ook voor gevolg dat de uitbreiding der bewoonde centra, het aanleg gen van wegen, vliegvelden, enz., moet geschieden ten koste van de landbouw. Uit dit alles mag men nu niet be sluiten dat de Belgische landbouw bevolking geen moeilijkheden kent. Wel integendeel. Zij heeft het hard te verduren om het hoofd boven water te houden. Inde eerste plaats is de prijs van vele landbouwpro- dukten op de internationale markt lager dan de prijzen in België ge vraagd. Omwille der hoge lonen en sociale lasten, omwille van de hoge huurprijs der gronden en om wille der zeer vele kleine bedrijven die een ver doorgedreven mecha nisering onmogelijk maken, komen onze landbouwprodukten duur te staan én heeft de boer het zeer moeilijk te|jikonkurreren tegen het buitenland. Daarenboven heerst in het land bouwbedrijf de ongezonde toe stand dat ;de boer' moet verkopen aan groothandelsprijzen, terwijl hij zijn grondstoffen voor een zeer groot gedeelte moet inkopen aan kleinhandelsprijzen. De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zei ven Handelsregister Aalst Nr H5. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden, aantal melkvee bedrijven aantal melk koeien O/o gemiddeld aantal dieren per stal totaal der leveringen aan zuivel fabrieken in verhouding tot provin ciale melk productie Leveringen aan coöpe ratieve zuivelfabrieken in verhou ding tot het totaal der leveringen aan zuivel- fab-ieken in verhou ding tot de provinciale melkpro ductie

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1956 | | pagina 1