w
4
De Veredeling van
Planten en Dieren.
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Landbouwinkomen en landbouwprijzen tonen
aan dat het de boer niet voor de wind gaat
Rechtskundige Dienst
AALST 10 NOVEMBER 1956.
Verschijnt iedere zaterdag
35ste JAARGANG Nr 1743
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Land
Orgaan van de
[bouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Aan de hand van officieuse ge
gevens hebben wij in een vorig
nummer meegedeeld dat de land
en tuinbouwers de enige groep
was der Belgische bevolking die in
de periode van 1948 tot 1955 zijn
inkomen had zien dalen.
Deze vaststelling wordt bevestigd
door het Septembernummer van
het Statistisch Bulletin uitgegeven
door het Ministerie van Economi
sche Zaken waarin een studie werd
opgenomen over de ontwikkeling
van het Belgisch Nationaal Inko
men van 1948 tot 1956. In hunne
naakte werkelijkheid tonen de cij
fers voorkomende in dit overzicht
aan dat het de landbouw in ons
land slecht gaat.
Zoals aangetoond in voormelde
studie, steeg het nationaal inkomen
van 1948 tot 1955 van 255,77 miljard
fr. tot 365,58 miljard fr.
Daarentegen daalde in dezelfde
tijdspanne het inkomen van land
en tuinbouw te zamen van 21.877
miljard fr. tot 21.214 miljard fr.
In plaats van deel te nemen in
het toegenomen nationaal inko
men, zien de land- en tuinbouwers
dus hun werkelijke inkomsten da
len. Indien men het jaar 1953 als
vergelijkingsbasis neemt, dan is het
nationaal inkomen in twee jaar
tijds toegenomen met 10 °/0, terwijl
het inkomen van de land- en tuin
bouw daalde met 4,4 °/0.
Het Statistisch Bulletin commen
tarieert dan ook op gevatte wijze
deze cijfers als volgt Het reëel
inkomen der landbouwers en tuin
ders vertoont dus van 1948 tot 1955
een dalende grondtendenz. Bena
dert men deze tendenz door een
rechte lijn, dan bekomt men een
gemiddelde daling van 1,4 °/o.Deze
daling is nog groter indien men de
landbouwers alleen, dus met uit
zondering van de tuinbouwers, be
schouwt. De landbouwers vormen
vrijwel de enige sociale groep die,
over een periode van zeven jaar
gezien, haar werkelijk inkomen zag
verminderen
Het jaar 1956 zal voorzeker aan
deze toestand geen verbetering
hebben gebracht.
Beschouwen wij thans de evo
lutie van de landbouwprijzen
bij vergelijking met deze van
de kleinhandelsprijzen teneinde
uit te maken welke de invloed is
geweest die door de landbouw
prijzen werd uitgeoefend op de le
vensduurte. Wij nemen als vertrek
punt de maand juni 1955 welke het
vertrekpunt is geweest voor de
stijging van de indeks der kleinhan
delsprijzen en der landbouwprij
zen.
juni 1955 99,8 88,6
juli 1955 100,9 90,0
augustus 1955 101,4 90,2
september 1955 101 8 91,2
october 1955 101,8 91,2
november 1955 102,1 89,6
december 1955 102,2 88,7
januari 1956 102,2 88,2
februari 1956 102,4 94,2
maart 1956 102,9 94,6
april 1956 102,9 93,6
mei 1956 103,3 92,1
juni 1956 103,58 88,7
juli 1956 103,72 88,7
augustus 1956 103,84 88,5
september 1956 104,13
Deze vergelijkende tabel wijst,
uit, dat de indeks der kleinhandels
prijzen ononderbroken gestegen is
sedert juli 1955 tot heden, terwijl
zulks niet het geval was voor de
indeks der landbouwprijzen.
Te noteren dat de indeks der
kleinhandelsprijzen gebaseerd is
op het jaar 1953, terwijl de land-
bouwindeks als basisperiode heeft
1951-52.
Hierna volgt een vergelijking
tussen de kleinhandelsprijzen van
juli 1955 en augustus 1956 wat be
treft de verschillende rubrieken
voedingsartikelen, niet eetbare
produkten en diensten.
(Zie vervolg 2e bldz. 3e kolom)
Onze rechtskundige houdt zijn
zitdag zondag 11 nov. tussen
10 en 12,30 u., in het lokaal De
Koornbloem» Grote Markt, Aalst.
OPMERKING
Wij moeten er hier uitdrukke
lijk op wijzen dat deze rechts
kundige dienst slechts koste
loos is voor onze leden. Ieder
lid dient dus voorzien te zijn van
zijn abonnementskwijting op «De
Koornbloem», zoniet zal hij, zo
als de niet-leden, het bedrag van
een jaarabonnement op De
Koornbloem zijnde 72 fr., per
raadpleging dienen te betalen.
Wanneer een lid zijn bewijs
van lidmaatschap zou vergeten
hebben zal hem eveneens dit
bedrag worden aangerekend.
Dit zal hem echter op onze bure
len worden terugbetaald op zijn
aanvraag en mits voorlegging
van zijn bewijs van lidmaatschap.
Iedereen wordt verwittigd dat
hier geen uitzonderingen kun
nen gemaakt worden.
III.
De geslachtelijke
voortplanting.
In onze vorige bijdrage kregen
wij een inzicht in de manier waar
op de groei zich in ieder levend
wezen voltrekt, nl. door de celde
ling. Wij zagen dan ook dat de
nauwkeurigheid, waarmee de erfe
lijke schat aan elk van de nieuwe
cellen wordt meegegeven, de oor
zaak is van het onveranderd voort
bestaan van rassen en soorten.
Die onveranderlijkheid komt ech
ter het meest tot uiting in de onge
slachtelijke vermenigvuldiging
(omenten, stekken, plantgoed, enz.)
waar de nakomelingen volledig
dezelfde kenmerken vertonen als
de ouders.
Heel anders is het gesteld met
de geslachtelijke vermenigvuldi
ging. Daar komen immers twee
cellen bij elkaar van twee, dikwijls
in vele opzichten van elkaar ver
schillende, geslachten. Zo kan een
zwart-bonte koe gedekt worden
door een rode stier een veredeld
landvarken door een Yorkshire-
beer knolvoetvrije rapen kunnen
bestoven worden door andere, niet
knolvoetvrije rassen, die in de om
geving staan koolzaad en rapen
kunnen elkaar eveneens onderling
bevruchten, enz. Wat gebeurt er
dan in zulke gevallen Zullen de
afstammelingen dan in even grote
mate op de ouders gelijken als bij
de ongeslachtelijke voortplanting,
nu dat er twee verschillende ouders
zijn In welke mate zullen de eigen
schappen van de vader worden
overgeërfd en die van de moeder
Of zullen de eigenschappen van
de ene de andere overheersen, of
worden ze er door onderdrukt
De geslachtscellen
ontstaan door
reductiedeling.
Om te begrijpen wat er tijdens
de bevruchting gebeurt, moeten
wij eerst een gedacht hebben van
de manier waarop de geslachtscel
len ontstaan. Zoals men weet zijn
er mannelijke geslachtscellen (de
zaadcellen) en vrouwelijke (de ei
cellen). Beide ontstaan op dezelfde
wijze, zij het dan ook in verschil
lend gebouwde organen.
Vroeger beschreven wij hoe uit
een bevruchte eicel het levend
wezen ontstaat. Door herhaalde
celdelingen komen een massa cel
len tot stand, die aanvankelijk een
vormloze klomp vormen, maar die
zich al gauw gaan specialiseren,
ttz. de ene groep zal zich gaan ver
vormen tot een hoofd, een andere
zal uitgroeien tot longen, terwijl
een derde groep zich zal ontwik
kelen tot één der ledematen, enz.
Nu zijn er ook zekere cellen, die
zich zullen ontwikkelen tot de ge
slachtsorganen. Wanneer nu het
dier of de plant geslachtsrijp is ge
worden, dan neemt de vorming
van de geslachtscellen in die orga
nen een aanvang.
Wanneer wij de gewone celde
ling in haar werk hebben gezien,
dan zouden wij geneigd zijn te ver
onderstellen, dat de geslachtscellen
dezelfde innerlijke bouw zouden
vertonen als de overige lichaams
cellen. Dat zulks niet het geval kan
zijn, blijkt al zeer gauw. In één
belangrijke bijzonderheid wijken
zij van de gewone cellen af. Zij
hebben namelijk maar de helft van
het aantal kernstaafjes, die wij bij
de gewone cellen aantreffen. Wij
hebben er reeds op gewezen dat
het aantal kernstaafjes in een be
paalde soort constant is, ttz. onver
anderlijk. Het is juist dit gelijk blij
ven van het aantal kernstaafjes,
dat een bepaalde soort onveran
derlijk behoudt. Nemen wij bv. een
tomatenplant, die 24 kernstaafjes
heeft in de gewone lichaamscellen.
Moesten nu de geslachtscellen
eveneens 24 kernstaafjes inhouden,
dan zou de bevruchte eicel, die
ontstaat door het samenkomen
van twee geslachtcellen 24 -f- 24
kernstaafjes bevatten, dat is dus 48.
Een volgende generatie zou er dan
reeds 96 bezitten, enz
Zo iets gaat natuurlijk niet op. Er
moet dus een mechanisme bestaan
dat in staat is het aantal kernstaaf
jes onveranderlijk te bewaren dat
wordt juist tot stand gebracht door
de reductiedeling, die het aantal
kernstaafjes vóór de bevruchting,
tot de helft herleidt.
Wanneer wij bv. de gewone cel
len van een paardespoelworm ne
men, waarin slechts 4 kernstaafjes
voorkomen, dan zijn twee van die
staafjes afkomstig van het vader-
dier en twee van het moederdier.
Die staafjes van beide geslachten
zijn bij elkaar gekomen gedurende
de bevruchting. Het is hierover dat
wij enkele woorden uitleg moeten
geven.
In de gewone celdeling hebben
wij gezien dat zich alle kernstaaf
jes achter elkaar op één rij gaan
leggen, om dan overlangs te delen.
Schematisch kunnen wij dat voor
stellen als volgt
(Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom).
De
oornbloem
V/,
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden,
Maanden Indeks der klein- Landbouw-
handelsprijzen indeks