Welke toelagen stelt het Ministerie van Landbouw ter beschikking van de boeren. Onze Landbouw in de Gemeenschappelijke Europese Markt. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt 36ste JAARGANG Nr 1765 Beheer Zeebergkacti 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Het komt herhaaldelijk voor dat onze leden ons inlichtingen vragen nopens bepaalde toelagen, die door het Ministerie van Landbouw worden toegekend aan landbou wers en veekwekers. Daarom geven wij hieronder een overzicht van de toelagen, die voor het ogenblik kunnen bekomen worden, mits het naleven van de vereiste pleegvormen. Wij kunnen er niet genoeg de nadruk op leg gen dat de voorschriften stipt moe ten opgevolgd worden, daar het meermaals is gebeurd dat aanvra gen werden afgewezen omdat de aanvrager verwaarloosd had zich te gedragen naar de gestelde voor schriften. A. Toelagen betreffende de teelt van landbouwgewassen, aan te vragen bij de Rijkslandbouwkundige ingenieur. 1) Toelagen voor het verbouwen van voedergranen. Men is voornemens de boeren, in zekere arme landbouwstreken, fi nancieel te steunen bij de teelt van voedergranen, e.d. De bepalingen eromtrent zijn nog niet verschenen in het Belgisch Staatsblad en wij zullen er te gepasten tijde gede tailleerde gegevens over verstrek ken. 2) Toelage voor het ontginnen van braakliggende gronden. Zowel de eigenaars als de uitba ters van woeste gronden, welke nog nooit uitgebaat werden, kun nen ondersteuning bekomen, bij het in cultuur brengen ervan. Ter reinen die vroeger beplant werden met bomen, welke men afhakte, zonder dat de aanvrager er voor deel bij had, zijn gelijkgesteld met braakgronden. Wanneer men ech ter bedoelde bomen b.v.b. verkocht, kan geen aanspraak gemaakt op de toelagen. Het bedrag van deze laatste is 2.000 fr per ha ontgonnen land. 3) Toelage voor het leiden van een voorlichtingsbedrijf. Het Departement richt, over het ganse land, z.g.n. voorlichtingsbe- drijven op. Deze moeten verschil lende verbeterde werkmethodes toepassen, onder de leiding van gespecialiseerde landbouwkundi gen, opdat hun bedrijf tot voor beeld diene voor de landbouwers uit het gewest. De bedrijfsleider ge niet een jaarlijkse veigoeding be nevens sommige speciale toelagen. Het is een eer als voorlichtings bedrijf erkend te worden alleen bekwame, vooruitstrevende en werklustige boeren komen ervoor in aanmerking. Hieronder volgen de namen en adressen der Vlaamstalige Rijks- landbouwkundige ingenieurs, bij dewelke voornoemde aanvragen moeten ingediend. De landbouwer zal zich wenden tot de ambtenaar, die de gemeente waar hij woont, onder zijn bevoegdheid heeft. Provincie BrabantJ. Verhelen, Maquisstraat, 30, Evere-Brussel. Tel. 60.13.17 J. De C-reef, Naamsesteen weg, 576, Heverlee-Leuven Tel. 212.68. Provincie Antwerpen J. Ver woest, Markt, 12, Retie-Turnhout. Tel. 5 DesselM. Van Meensel, Kei dermansvest, 60, Mechelen. Tel. 146.99K. Schoofs, Kloosterstraat, 24, Brecht. Tel. 14.40.50. Provincie Limburg K. Willems, Sparrelaan, 4, Hasselt. Tel. 214.82; O. De Coster, Romeinse Kassei, Tongeren. Tel. 31.431. Provincie Oost-Vlaanderen E. Rijckaert, Maaltebruggestraat, 201, Gent. Tel. 22.10.91 P. De Wandeler, Kattestraat, 21, Oudenaarde. Tel. 31.941 L. Vermeulen. Sint Mar grietstraat, Grembergen. Provincie West Vlaanderen G. Coulier. 11, Julistraat, 63, Brugge. Tel. 323.75 U. Simoens. D'Hond- straat, 23, leper. Tel. 48 R. Lecluyse, Abdijkaai, 13 Kortrijk. Tel. 212.43. B) Toelagen, betreffende werken van Landelijke Genie, aan te vragen bij de Rijksingenieur voor Boerderijbouwkunde, 1) Toelage v^or de verbetering van de gewone hoevegebouwen. Landbouwers, die hun stallen, voederlokalen, melkhuisjes, gier put en mestvaalt, e,d. willen herin- richten, volgens de moderne opvat tingen, kunnen daarvoor een sub sidie ontvangen, mits het kadas traal inkomen van het bedrijf niet hoger is dan 15.000 fr. De tegemoet koming dekt 20 °/o van de gedane kosten, opgemaakt volgens de aan het reglement toegevoegde een heidsprijzen. Totale verbeteringen maximum 10.000 fr voor de stal en de bijge bouwen, of voor de stal met melk inrichting. 10.000 fr voor de stal al leen, wanneer de melkinrichting aan de vereiste voorwaarden vol doet. 7.500 fr voor de stal alleen, wanneer de melkinrichting niet aan de vereiste voorwaarden vol doet. 2.500 fr voor de bijgebouwen alleen. Gedeeltelijke verbeterin gen maximum 5.000 fr voor de stal alleen of met de bijgebouwen, 1.250 fr voor de bijgebouwen alleen. Zie vervolg 2' bladz. 3' kolom). Onze leden zullen vermoedelijk in hun dagblad hebben gelezen dat op 25 maart 1.1. te Rome door de Ministers van Buitenlandse Za ken der zes Europese landen aan gesloten bij de Kolen en Staalge meenschap (Frankrijk, Italië, West- Duitsland, Nederland, België en het Groot-Hertogdom Luxemburg) twee verdragen van uitzonderlijke betekenis werden ondertekend, nl het verdrag tot inrichting der Eu ropese economische gemeenschap, dat beoogt binnen een termijn van 15 en hoogstens 17 jaren een eko- nomische unie tussen de deelne mende landen tot stand te brengen (dit is een regime dat het vrije ver keer van goederen, kapitalen en mensen tussen deze landen onder ling toelaat) en tevens een ge meenschappelijk toltarief ten op zichte van de landen buiten de ge meenschap in te voeren. Het tweede verdrag genaamd Euratom heeft als doel de ge meenschappelijke benuttiging en aanwending van de kernenergie voor vredelievende doeleinden. In het kader van de gemeenschappe lijke markt bekleedt de landbouw natuurlijk een belangrijke plaats, doch tengevolge van de zware moeilijkheden welke de uitbouw van de gemeenschappelijke markt oplevert voor de landbouw, heeft het verdrag zich beperkt bij het verkondigen van enkele principes en het vastleggen der procedures. Men begrijpt dan ook dat ter ge legenheid van de bespreking zij ner begroting, de heer Minister van Landbouw in de Kamerkommissie voor de Landbouw door de leden dezer kommissie om nadere inlich tingen werd verzocht. Het blijkt ons niet van belang ontbloot hier de verklaringen van de Minister beknopt samen te vatten. In feite, zo verklaarde de Minis ter, is de oprichting van de ge meenschappelijke markt een expe riment waarvan het resultaat niet kan worden voorspeld. Evenwel hebben alle pogingen tot integra tie, die in het verleden werden aangewend blijkbaar sukses ge kend. Degemeenschappelijice markt zal slechts tot stand komen na een betrekkelijk lange over gangsperiode, en vóór het verstrij ken daarvan kunnen heel wat po litieke en economische gebeurte nissen de meest nauwkeurige bere keningen in de war sturen. De Mi nister geeft hier blijk van een rea listische kijk op de zaken. Het vaststellen van een vrij lange overgangsperiode (15 tot 17 jaar) is een wijze maatregel, waardoor het mogelijk wordt tot de nodige aan passingen over te gaan zonder ern stige stoornissen van ekonomische en sociale aard teweeg te brengen. Overigens, en dit geldt meer spe ciaal voor de landbouw, beperkt het verdrag er zich vaak toe be ginselen te verkondigen en proce dures vast te leggen. Zo wordt b.v. ten aanzien van de landbouw in uitzicht gesteld, dat de landen van de gemeenschap een gemeen schappelijk beleid zullen voeren, waarvan de doelstellingen zijn be paald en met name een billijk le venspeil aan de landbouwers te verschaffen. Het behoort echter aan de Raad van Ministers (het bijzonderste machtsorgaan der gemeenschap) vast te stellen hoe dit beleid tot stand moet komen op de grondslag van de werkzaamheden der konfe- rentie van de Staten leden en op basis van de voorstellen die de Europese Commissie zal doen. Tevens is overeengekomen dat een organisatie van de landbouw markten zal worden opgericht, die een van de volgende drie vormen kan aannemen onderwerping aan gemeen schappelijke concurrentieregelen organisatie op gemeenschap pelijke basis; -Coördinatie van de bestaande nationale organisaties. Ook hier moeten de bestuursor ganen van de Gemeenschap be slissen op welke producten een be paalde organisatievorm zal slaan, of welke vorm ieder ervan juist zal aannemen. Een verdere reden tot onzekerheid, ten slotte, ligt in het feit dat men nog niet weet welke landen naast de Zes, in de toe komst tot de Gemeenschap zullen toetreden. Het verdrag bepaalt im mers dat andere landen lid kunnen worden. Nu zouden volgens te Pa rijs opgevangen geruchten, Dene marken en Oostenrijk geneigd zijn zich bij de Gemeenschap aan te sluiten. In landbouwopzicht kan de toetreding van Denemarken de economie van het geheel natuur lijk grondig wijzigen, vooral in de sector van dierlijke produkten. Rekening houdend met deze be perkingen, geven wij hierop de vermoede voordelen en nadelen van de gemeenschap voor de Bel gische landbouw. Dit advies heeft natuurlijk maar waarde in zoverre de bepalingen van het Verdrag ook werkelijk worden toegepast, zonder buitensporige aanwending van de vrijwaringsclausules. (Zie vervolg 2bladz. T kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr 145. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1957 | | pagina 1