Stikstof, sleutel van het Voedselvraagstuk. Toestand en vooruitzichten van de Europese landbouw. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adeit AALST 7 SEPTEMBER 1957. Verschijnt iedere zaterdag 36ste JAARGANG Nr 1785 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. De bevolking van de wereld stijgt voortdurend, en meteen ook de behoeften aan voedsel. Het lijdt echter geen twijfel dat er een Voorzienigheid bestaat die, naar mate de bevolking van de wereld in aantal toeneemt, ook voortdu rend nieuwe bronnen van voe dingsstoffen doet ontdekken. Moest de landbouwkennis van de wereld op het stadium gebleven zijn van voor honderd jaar terug, dan zou het mensdom op dit ogen blik zich in een bestendige toe stand van hongersnood bevinden, daar de grond en het vee niet bij machte zouden zijn voldoende voedsel voort te brengen. Maar dank zij de reuzenschreden waar- j mee de landbouw er is op vooruit gegaan, kon de voortbrengst zoda nig opgedreven worden dat er, niettegenstaande het grote aantal mensen toch voldoende koren, rijst, maïs, melk, vlees, enz. voorhan den is. Daarom moeten we ons ook niet overdreven bezorgd maken om de toekomst Er is nog plaats voor veel mensen op de wereld, en er zullen ongetwijfeld nog nieuwe voedings bronnen ontdekt worden, terwijl de voortbrengst van de bestaande nog merkelijk kan opgevoerd worden. Gaan we bv. maar eens even na welk een grote rol er gedurende de laatste tientallen jaren door de stikstof, onder vorm van stikstof- houdende meststoffen, en van stik stofhoudend voedsel, in de land bouw gespeeld werd. De stikstof is een gas dat over vloedig voorhanden is in de lucht de vier vijfden van de ons omrin gende lucht bestaat uit stikstof en kan daaruit, als uit een onuitput telijke bron getrokken worden. De grond daarentegen is zeer arm aan stikstof, maar naarmate men de stikstof van de lucht kan doen overgaan in de grond, wordt de vruchtbaarheid ervan in aanzien lijke mate verhoogd De planten hebben hoofdzakelijk behoefte aan drie elementen om tot grote vrucht baarheid opgevoerd te kunnen worden stikstof, fosfoor en potas er zijn dan ook hoofdzake ijk drie grote soorten van meststoffen de stikstofhoudende, de fosfoorhou- dende en de potashoudende mest stoffen. Welke van deze drie vooral dienen gebruikt te worden hangt af van de aard van de grond, of van het gewas dat men wil kwe ken. Van deze drie soorten meststoffen zijn de stikstofhoudende de voor naamste. Alvorens in 1912 de Duit se chemieker Fritz Haber het pro cédé ontdekte om stikstof te ver binden met ander stoffen, en alzo gemakkelijk verhandelbaar te ma ken, werd de grond aan stikstof voorzien door de natuurelementen: als de bliksem, de bacteriën, de mi- kroben, afgestorven planten, uit werpselen van dieren, enz. Maar op deze wijze kon slechts een klein gedeelte stikstof aan de grond worden teruggegeven. Van hel ogenblik echter dat men de stikstof onbeperkt uit de ons omringende iucht halen kon om ze te verbinden met vaste stoffen werd zij een ware zegen voor de landbouw. Men on dervond bv. weldra dat één kilo gram stikstofhoudende meststof het veelvoudide van zijn gewicht meer graan op de akker bracht Het is vooral gedurende de laat ste jaren, na de jongste wereldoor log, dat de stikstofhoudende mest stoffen de landbouwwereld ver overd hebben. In de Ver. Staten werd het verbruik van stikstofhou dende meststoffen gedurende deze periode met 700 °/0 opgevoerd, en in sommige streken van het land, gebruiken de landbouwers zelfs 11 maal zoveel als voor de oorlog. Over de ganse wereld is een dergelijke vermeerdering in het verbruik van dit soort meststof vast te stellen, ook in ons land, alhoe wel hier het verbruik nog merke lijk zou kunnen opgevoerd worden. Tegenover een verbruik van 60.000 ton in 1938/39 stond men in 1954/55 met een verbruik van 93.000 ton, iets minder dan in 1953/54, toen het verbruik tot 96.000 ton gestegen was. Terloops moet hier ook opge merkt worden dat verhoogde stik stofgiften gepaard moeten gaan met evenredig verhoogde giften van fosfoormeststoffen en potas- meststoffen. Ook wat de veevoeding betreft maakt men een steeds groter ge bruik van stikstofhoudend voedsel, om aldus aan het vee de nodige proteïnen te verschaffen. Het is een der voornaamste ontdekkingen die de mens deed, sinds hij zich op de veeteelt toelegt. Men gebruikt de lucht om ze om te vormen in vlees en melk I De boerenstand moet met zijn tijd meegaan, en gewillig en ruim ge bruik maken van de uitvindingen der moderne wetenschap. In Frank rijk bv. is er een hemelsbreed ver schil in landbouw rendement tus sen de uitbatingen gelegen boven of onder de Loire. In Zuid Frank rijk staat de landbouw vele jaren ten achter tegenover het Noorden, (Zie vervolg onderaan hierneven). Het 8ste jaarverslag van de Euro pese Organisatie voor Economische Samenwerking, welke alle Europe se landen groepeert behoudens de kommunistische en Finland, behan delt in het 2de deel van het hoofd stuk gewijd aan de landbouw en kele belangrijke landbouwvraag stukken zoals de produktie, de ar beid, de produktiviteit, de intra- Europese handel en het inkomen in de landbouw. Wij vatten hier de beschouwin gen en gegevens over deze pro blemen samen ten behoeve onzer lezers. De landbouwvoortbrengst. Het verslag verwacht dat de to tale oppervlakte besteed aan de landbouw op het grondgebied der E.O.E.S. landen in de eerstkomen de jaren weinig verandering zal ondeïgaan. In een zeker aantal Europese landen (o.m. Italië en Spanje) zal het landbouwareaal o.m. van de bevloeiingswerken, maar daar staat tegenover, dat in de meer geïndustrialiseerde lan den van West-Europa de totale op pervlakte aan landbouwgronden zal afnemen in de naaste toekomst o.m. tengevolge van de ontwikke ling der nijverheid, de uitbreiding der steden, de aanleg van grote wegen en van vliegpleinen, de .uitvoering van andere openba re werken, enz. De uitbreiding van het landbouwareaal in Zuid-Euro pa enerzijds en zijn vermindering in West-Europa anderzijds zullen vermoedelijk bij benadering tegen elkander opwegen. Toeneming van de landbouw- produktie kan dus niet worden ver wacht van een verhoging van de landbouwoppervlakte, maar blijft mogelijk door stijging van de voort brengst per hectare of per produk- tieeenheid op basis van onder staande tabel ontleend aan de Food and Agricultural Statistics wel uitbreiding nemen tengevolge Gemiddelde opbrengsten in de landbouw per ha over 1952/53 en 1955/56 in 100 kg Produkt Hoogste Laagste Gemiddelde van landsgemiddelde landsgemiddelde alle E.O.E.S. landen Tarwe 38,0 Rogge 28,2 Gerst 35,5 Maïs 50,0 Aardappelen 258 Suikerbieten 427 Deze grote verschillen in op- brengst spruiten niet alleen voort uit natuurkundige of klimatorische factoren maar ook uit technische en economische en dus verander bare factoren. Dit betekent dat in meerdere lan den van Europa nog mogelijkheid bestaat door opvoering van de technische en ekonomische ken nissen een toenemende opbrengst per hectare of per dier te bekomen. Uitgaande van deze vaststelling moet het volgens het verslag van de E.O.E.S. mogelijk zijn in 1960 in de aangesloten landen een produc tieverhoging te bekomen die 10 tot 11 °/0ligt boven het peil van 1955. en bijna honderd jaar tegenover de Zwitserse, Belgische en Hol landse uitbatingen. De boer is van huis uit behoudsgezind, en staat veelal weigerachtig tegenover nieuwigheden. Wat echter de stik stof betreft, mag hij gerust de stier bij de horens vatten, en het rende ment van zijn uitbating, dat bij de Belgische boer reeds zeer hoog ligt, zal er nog merkelijk doorstij gen. 8,3 6,5 6,0 8,3 79 197 17,3 18,5 19,8 17,5 172 307 De arbeidskrachten in de landbouw. Tussen 1950 en 1955 daalde in de meeste landen het aantal arbeids krachten dat werkzaam is in de landbouw. Voor de landen aange- bij de E.O.E.S. gezamenlijk bedroeg deze vermindering ongeveer 7 Volgende tabel geeft een beeld van deze vermindering der ar beidskrachten in de landbouw in enkele landen Verandering van de arbeidskrachten werkzaam in de landbouw van enkele E.O.E.S. landen gedurende de tijd spanne 1950-54. Landen Procentsgewijze verandering. Duitsland 19 Ierland 10 Zweden 9 Denemarken 7 Zwitserland 7 Groot Brittannië 7 Noorwegen 6 Frankrijk 4 Oostenrijk 3 Nederland 3 België en Luxemburg 1 Italië 1 Zie vervolg 2' blaiz. le kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr H5. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1957 | | pagina 1