van Leghennen. Het 10-jarig bestaan van het Internationaal Verbond van landbouwproducenten (F.I.P.A.) Weekblad Arbeid adelt Voor en door de Landbouwers AALST 14 SEPTEMBER 1957. Verschijnt iedere zaterdag 36ste JAARGANG Nr 1786 Beheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Sscmdsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. Waarom verlichting Het is bekend dat licht, zowel dag- als kunstlicht, een prikkel vormt voor de leg. Het is dus nor maal dat men slechts verlichting zal toepassen daar waar het gewo ne daglicht niet meer volstaat om een normale produktie in stand te houden. Uitgaande van deze vaststelling, wil ik een voorval aanhalen, waar uit blijkt dat sommige kwekers zon der voldoende inzicht dingen doen, die helemaal fout zijn en die na tuurlijk achteraf hun gevolgen wel zullen hebben. Onlangs kwam ik bij een hen- nenhouder, het was begin septem ber, die pas dit jaar voor de eerste keer aan de kweek was gegaan. Een beginneling dus. Dat hier fou ten gemaakt worden spreekt bijna van zelf, maar het zijn juist die fou ten, die ons zo duidelijk kunnen aantonen hoe het niet mag. Deze kweker was nu begin sep tember reeds 14 dagen aan 't be lichten, nl. tot half negen's avonds. De kuikens waren geboren op 5 maart en dus aan de leg gekomen einde juli, begin augustus. De leg was in stijgende lijn gegaan om einde augustus reeds de 65 tot 70 te bereiken. Onze nieuweling nu heeft het onzalig idee gekregen hier reeds licht te maken. Nu vraag ik mij af waarom Zonder nu te spreken over de dag lengte rond die tijd van 't jaar, sta ik op het standpunt dat jonge hen nen, met een leg van om de 70% helemaal nog geen speciale prik kel nodig hebben voor hun pro duktie. 70 %is meer dan welletjes en al dat het meer is lijkt mij te ge vaarlijk veel. Waarom dan in zulke omstandigheden licht gaan geven? Ieder jaar opnieuw stel ik vast dat veel zaken in de pluimveehou derij berusten op loutere navol ging of op een heersende mode. Men heeft wel eens gehoord dat hennen in 't najaar dienen verlicht te worden willen ze voldoende eieren leggen en zonder te beden ken wat met die verlichting eigen lijk bedoeld wordt worden de lam pen de ene of de andere dag maar aangedraaid. Op die wijze begaat men allicht fouten, die wij in de huidige pluimveehouderij gemak kelijk kunnen missen. De winst is niet meer zo ruim dat wij ons te veel grappen kunnen veroorloven. Aan het gebruik van kunstlicht denken wij dus pas als het dag licht te kort schiet. En dat zal al gauw blijken uit de voortbrengst van de dieren. Wanneer kunstlicht gebruiken Ik wil hier een paar praktische gevallen aanhalen Veronderstel dat bovenvermelde kweker tot nu toe nog geen licht had gebruikt en dat hij op zeker ogenblik, laten wij zeggen in de loop van september, vaststelt dat de leg iets daalt. Bestatigt hij fcrf- vendien dat de dieren minder voe der gaan gebruiken (iets wat de vermindering van de leg doorgaans enkele dagen voorafgaat) dan dient hij als volgt te redeneren. Mindere voedselopname, gevolgd door mindere leg zouden kunnen een gevolg zijn van het feit dat de dieren niet meer over voldoende tijd beschikken om het nodige voe der op te nemen. De dagen zouden dus tekort zijn geworden. Wel, dan is het ogenblik aangebroken dat de dagen voor de hennen langer moeten gemaakt worden. Men zal dan de kunstverlichting inschake len. Daardoor zal de voederopna me stijgen en meteen ook de leg. Een tweede voorbeeld veron derstel dat ons poeljen afkomstig zijn van een laat broedsel en nog niet volledig legrijp zijn midden september. Bij de steeds korter wordende dagen, en vooral als die gepaard gaan met donker weder, gaan de dieren te weinig bewe ging krijgen (en dus te veel op de stokken zitten), althans te weinig voor hun normale ontwikkeling. Bovendien is de voedselopname door die kortere dagen beperkt wat dan ook weer zijn weerslag gaat hebben op de groei. Een en ander kan dus oorzaak zijn van een te trage ontwikkeling, wat natuur lijk ongewenst is. Een langere dag is hier de aangewezen remedie. Aan de hand van dit paar voor beelden wil ik aantonen dat het ogenblik waarop men met verlich ten dient te begihnen afhangt van de bestaande toestand op een be paald bedrijf. Het is niet voldoen de dat een gebuur zijn lichten heeft ontstoken om daar ook maar mee te beginnen. Zelfs al heeft die ge- buur al 30 jaar ondervinding. De bedrijfsomstandigheden zijn daar om niet dezelfde als op uw bedrijf. Hoe een verkeerde behandeling zich laat gevoelen heb ik weer eens moeten vaststellen op het be drijf van die nieuweling, waarover ik het daarnet had. Op het ogen blik van mijn bezoek bereikten zijn jonge hennen reeds een leg, en dat na 14 dagen voorbarige verlich ting, van rond de 80 (Zie vervolg 2e bladz. 2' kolom). Vóór enkele weken had in de universiteit van Purdue (Verenigde- Staten) de viering plaats van het tienjarig bestaan van de Fédéra- tien Internationale des Produkteurs Agricoles (F.I.P.A), benaming wel ke in het Nederlands kan luiden «Internationaal Verbond van Landbouwproducenten. Naar onze mening zou een dege lijk ingerichte en werkende inter nationale organisatie der landbou wers bij machte moeten zijn even j veel invloed uit te oefenen op de politiek der verschillende landen als de Internationole Arbeidsconfe- rentie voor de arbeiders, omdat de boeren niet alleen de voedings middelen voortbrengen voor gans de bevolking maar ook een aan zienlijk gedeelte der grondstoffen die door de nijverheid worden ver werkt en aldus aan de basis liggen van het bestaan en de welvaart der volkeren. Trots een plassende regen werd de herdenkingsplechtigheid bij ge woond door drie duizend landbou wers. Twee honderd leidende per soonlijkheden van landbouworga nisaties uit verschillende landen en werelddelen namen deel aan de besprekingen in de verschillen de commissies van het Kongres. President Eisenhower en de heer Dag Hammarskjold sekretaris ge neraal der Verenigde Naties had den boodschappen gezonden aan het kongres waarin zij het groot belang onderstreepten van een bloeiende landbouw voor het le ven der volkeren en van de pun ten die op de agenda stonden van het Internationaal Kongres van de F.I.P.A. Het bijzonderste vraagstuk dat behandeld werd is de geordende afzet van de landbouwprodukten met het dubbel doel te bekomen dat de produkten in het bezit ko men van de landen waar gebrek of schaarste heerst en dat de afzet van de voorraden door de landen waar overproductie bestaat niet zou leiden tot ontreddering van de traditionele en normale afzetmoge lijkheden van de andere landen. In dit verband werd kritiek uit geoefend op bepaalde methodes toegepast door de Verenigde-Sta- ten bij de verkoop van de land bouwoverschotten, wat natuurlijk verweer uitlokte vanwege de heer Benson, Amerikaans Minister van Landbouw die betoogde dat deze verkoop geschiedt met inachtne ming van drie principes nl een eerlijke mededinging en de deel neming voor de V.S. aan de inter nationale handel op basis van we derzijds voordeel voor koper en verkoper terwijl tevens aan de bui tenlandse klienten van de V.S. de mogelijkheid wordt verschaft de viezen te winnen voor de aankoop der Amerikaanse producten. Het kongres sprak zich ten slotte uit voor een sterkere samenordening van de programma 's van voort brenging en afzet der landbouw productie. Met dit doel zou het uitvoerend komité van de F.I.P.A. dat zijn ze tel heeft te Washington uitgebrei der bevoegdheden en opdrachten moeten bekomen. Het zou de stelregels moeten aanvaarden welke door de F.A.O. (Landbouw en Voedingsorganisa tie van de Verenigde Naties) wer den vastgesteld voor de aanwen ding der landbouwoverschotten in d e onderontwikkelde gebieden. Het zou insgelijks met het oog op voorafgaandelijk onderzoek ken nis moeten krijgen van de politiek en de programma ,s inzake de af zet van de landbouwoverschotten door de uitvoerende landen even als van de politiek der landen die van deze afzet genieten. Het komi té zou zonder verwijl dienen inge licht van elke overeenkomst be treffende de landbouwoverschot ten Het zou belast worden met de opdracht een verslag te publiceren betreffende de modaliteiten van bedoelde overeenkomsten waarin het zijn zienswijze kenbaar maakt nopens de billijkheid al dan niet van deze modaliteiten. Het zou verder op de hoogte dienen ge houden van de actuele aangele genheden betreffende de basis- produkten in de landbouw en de voorstellen onderzoeken van de regeringen over het aanleggen van nationale voorraden aan voe dingswaren. Een meer doeltreffende samen werking tussen de regeringen werd door de vertegenwoordigers der landbouworganisaties op het kongres aanbevolen alsmede de wens dat de vertegenwoordigers van de landbouworganisaties zich onderling dikwijls over voormelde problemen zouden raadplegen door bemiddeling van de geweste lijke komités van de F.I.P.A. Het vraagstuk der landbouw overschotten in zijn geheel be schouwend was de vergadering van mening dat de tarwe, maïs, katoen en bepaalde zuivelproduk- Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr M5 STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1957 | | pagina 1