Bedrijfseconomie op de boerderij.
Het Belgisch verbruik aan
voedingsvetten in 1956
Weekblad
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
Of hoe de boer zijn rekening maakt.
AALST 5 OKTOBER 1957.
Verschijnt iedere zaterdag
36ste JAARGANG Nr 1789
Beheer Zeebergkctai 5, Aalst
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Boeren is ongetwijfeld een lasti
ge stiel. Niemand zal het integen
deel beweren of het zou iemand
moeten zijn, die niet weet wat boe
ren is. Maar dat ge met boeren ge
makkelijker een zere rug krijgt dan
een zere kop, dat zal zelf een boer
willen toegeven.
Nu kunt ge mij vragen wat
heeft dat geleerde woord bedrijfs
economie te maken met een zere
rug of een zere kop Maak u maar
geen zorgen, dat verband zal vrij
vlug duidelijk worden.
Bedrijfseconomie wil in verstaan
baar Vlaams zeggen wat moet
een boer doen om op het einde
van het jaar toe komen of, als
't God belieft, wat over te hebben.
Bedrijfseconomie voor een boer
wil dus niet hetzelfde zeggen als
voor een minister van fininciën.
Want deze spreekt wel alle dagen
over economie, waar bij hem schijnt
dit te betekenen hoe moet ik op 't
einde van 't begrotingsjaar zorgen
om... te kort te hebben. Voor een
boer echter komt het er op aan
wat over te hebben, want als hij te
kort komt moet hij het uit zijn zak
bijleggen. Dat is nu het verschil
tussen een boer en een minister.
Nu zal iedere boer mij zeggen
vertel ons maar eens gauw op wel
ke manier wij dat aan boord moe
ten leggen om overschot te heb
ben. Want tegenwoordig is dat ver
re van gemakkelijk.
Ik maak mij daar geen illusies
over, want als ik dat ga uitleggen
zal ik wel uitspelen zoals die pater,
die de missie ging prediken. Op
een bepaalde avond had hij laten
bekend maken dat hij zou spreken
over de gemakkelijkste manier om
in de hemel te komen. En t scheen
dat de mensen van de parochie
veel van die preek verwachtten,
want hele |drommen trokken op.
Blijkbaar stelden ze wel belang
in die gemakkelijke manier.
Maar't succes was er grotendeels
af als ze hoorden dat het weeral
moest gebeuren met braaf te zijn,
in plaats van bv. gezellig in een ca
fé te blijven zitten.
Ik ga onvermijdelijk op de zelf
de manier uitspelen, want de lezer
zal wel zeggen dat liedje ken ik
langer dan vandaag.
En toch waag ik het er op.
Een zeker middel om de dag van
vandaag nog iets te verdienen, of
in alle geval verlies te vermijden
is te beginnen met rekenen. Te re
kenen waar nog iets mee te ver
dienen valt en waar men geld aan
toelegt. Van dan af is bedrijfseco
nomie niet zo ingewikkeld meer
men doet voort met wat nog iets te
verdienen is, en men stopt met dat
wat ons geld kost.
In de gevallen waar men vast
stelt waar ergens op een bedrijf
geld wordt verloren, dient men
echter onderscheid te maken. Was
het wel noodzakelijk op die be
paalde post verlies te maken Was
dat verlies niet te vermijden. Neen?
Wel dat is dan een les voor de
toekomst, wij blijven daar maar
liefst af.
Of hebben wij misschien fouten
gemaakt die oorzaak waren van
ons verlies Ja Kunnen wij die een
volgende keer dan niet vermijden
en verlies in winst doen keren
Ik weet het wel op 10 boeren
zullen er u 9 zeggen als de boer
aan 't rekenen gaat dan komt hij
nooit uit. En in vele gevallen zal
dat zo wel zijn ook. Want er zijn
niet zoveel mensen die juist kun
nen rekenen. Maar het staat vast
dat rekenen de enige manier is om
te weten wat er op een bedrijf
eigenlijk gebeurt. En daarvoor is
het precies niet nodig om met een
dikke brik op de neus ganse avon
den over boeken gebogen te zitten.
Neen Alleen uw gezond ver
stand wat gebruiken en een en an
der opschrijven en eens narekenen
Doorgaans volstaat dit reeds om
tot zeker resultaat te komen.
Ik zal u direkt een voorbeeld ge
ven: verleden week heb ik twee
gevallen meegemaakt waar de
boer ofwel niet rekende, ofwel het
helemaal verkeerd deed.
Het eerste geval ik word bij
een boer geroepen, die mij abso
luut nodig had voor twee hennen,
die verlamde poten hadden. Ieder
die hennen houdt weet dat zulke
dieren waardeloos zijn en dat er
niets anders aan te doen is dan op
ruimen. Natuurlijk betekent dit een
verlies van 2 dieren en dus van 2
eieren per dag. Maar daar is nu
eenmaal niets aan te doen, tenzij
voorzorgsmaatregelen nemen om
het te voorkomen. Maar al spre
kende over de toestand van de
hennen vraag ik terloops naar de
leg. Deze blijkt maar amper de 60
te bereiken, waar normaal toch
een leg van 65 tot 70 °/0 kan ge
haald (de dieren waren nog geen
twee maand aan de leg).
(Zie vervolg 2e bladz. 2' kolom).
(2de bijdrage).
In ons vorig nummer hebben wij
een samenvatting gegeven van het
eerste gedeelte van de studie ge
publiceerd door de heer G. Vin
cent, hoofdingenieur-directeur bij
de Economische Diensten van het
Ministerie van Landbouw in het
Landbouwtijdschrift van juli-augus-
tus 1957 en meer bijzonder zijn ge
gevens over de omvang van het
verbruik van de verschillende voe
dingsvetten (boter, margarine, var
kensvet en andere voedingsvetten)
en over het totaal verbruik van
voedingsvetten.
In een volgend hoofdstuk heeft
de heer Vincent het over
Het gemiddeld verbruik
van voedingsvetten per
hoofd der bevolking.
Het gemiddeld verbruik per in
woner van de verschillende voe
dingsvetten in de vóóroorlogse pe
riode en gedurende de vier jong
ste jaren wordt aangetoond door
de volgende tabel
Jaren
Boter
Margarine
Varkensvet
Andere
Totaal
vetten
Kg
Kg °/o
Kg °lo
Kg
1936 38
gemidd.
8,662 49,4
6,673 38,1
1,279 7,3
0,915 5,2
17,529
100
1953
11,492 52,8
8,352 38,4
0,934 4,3
0,968 4,5
21,746
100
1954
11,188 50
9,349 41,7
0,873 3,9
0,987 4,4
22,397
100
1955
11,166 48,7
9,716 42,5
0,879 3,9
1,128 4,9
22,839
100
1956
10.764 47,1
10,091 44,1
0,941 4,1
1,064 4,7
22,860
100
Deze tabel wijst uit dat het indi
vidueel vetstoffenverbruik maar
weinig verandering ondergaat tus
sen 1955 en 1956. Enkel bij het indi
vidueel margarineverbruik wordt
een gevoelige toename vastgesteld
waardoor het dicht het individueel
boterverbruik benadert.
De boter blijft nog altijd het voe-
dingsvet dat in België het meest
verbruiktwordt.nl.: 10,764 kg per
inwoner en per jaar, hetzij 47,1 °/0
van het totaal individueel vetstof
fenverbruik, tegen 11,116 kg in 1955
(48,7 °/c). Het margarineverbruik
stijgt evenwel van 9,716 kg in 1955
tot 10,091 kg in 1956, hetzij van
42,5 °/o in 1955 tot 44,1 °/0van het to
taal vetstoffenverbruik per inwo
ner in 1956.
Ten opzichte van het verbruik
van 1936 38 wordt het verbruik per
inwoner van de verschillende vet
stoffen aangetoond door volgende
indexcijfers
Jaren
Boter
Margarine
Varkens
Andere
Totaal
vet
vetten
1936 38
100
100
100
100
100
1953
132
125
73
106
124
1954
129
140
68
108
128
1955
128
149
69
123
130
1956
124
151
74
116
130
Men bemerkte bijzonder de zeer
belangrijke toename van het indi
vidueel margarineverbruik (51 0/o
met betrekking tot de vooroorlog
se periode). De margarine is het
vet waarvan het individueel ver
bruik het sterkst toenam bij verge
lijking met 1936 1938. Zij wordt ge
volgd door de boter (24 °/0 toena
me). Het individueel varkensvet-
verbruik daalde met 26 °/0 ten op
zichte van het peil van 1936 38, ter
wijl dat van de andere vetten steeg
met 23 °/0. Het totaal vetstoffenver
bruik per hoofd der bevolking be
reikt een peil dat 30 °/0 hoger ligt
dan het vooroorlogse.
Jaren Melkerijboter Hoeveboter
(in de mijn) (op de markt)
fr
index fr
index
fr
index
fr
index
SFfr
1936-38 21,65
100 21,47
100
9,36
100
10,72
100
5,90
1956 82,78
382 81,00
24,66
263
23,70
221
;i4,82
(Zie
vervolg 2' bladz. 1' kolom).
Oorzaken van de
ontwikkeling in het
verbruik van
voedingsvetten in 1956.
De heer Vincent onderzoekt ver
volgens aan de hand van verschil
lende uitvoerige tabellen van prij
zen de invloed dezer laatsten op
het verbruik van de verschillende
voedingsvetten. Hij komt tot de
vaststelling dat in 1956 de gemid
delde prijzen der voedingsvetten
ten opzichte de gemiddelde prijzen
voor de periode 1936-1938 zich
voordoen als volgt
Margarine Varkensvet Rundvet
Prijs aan de verbruiker.
index
100
251
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M- Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.
O
O
O
o/
O
co
1 1