Hoe men door schuldige nalatigheid een
belangrijk Vlaams bedrijf laat kapot gaan
Weekblad
De leefbaarheid van onze
VEE- en VARKENSKWEEK
in gevaar.
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 2 NOVEMBER 1957.
Verschijnt iedere zaterdag
36ste JAARGANG Nr 1793
3«heer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. 242.67
'Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Dat het niet goed gaat met onze
boeren en vooral met onze kwekers
en kleine landbouwers zal niemand
ontkennen. Het wordt tegenwoor
dig op alle tonen gezongen en in
alle kranten vindt men bijdragen
waar het zwart op wit en met spre
kende cijfers wordt bewezen.
Statistieken zijn droge en verve
lende dingen om te bezien en toch
zijn we verplicht deze onder de
ogen van onze lezers te brengen
om een klare kijk te krijgen op de
ware toestanden. Ze zeggen ons
meer dan we vooraf zouden denken
en zijn een richtingsaanwijzer in j
vele gevallen, vooral voor die per
sonen die in de staatshuishouding
leiding hebben en verantwoorde
lijkheid moeten dragen.
Deze cijfers vertellen ons dat on
ze landbouw de laatste jaren een
gans andere weg is ingeslagen en
dat de radicale afglijdingen vast
en zeker op een ramp moeten uit
lopen indien niet tijdig maatrege
len worden getroffen.
We weten dat in ons land over
vloed is aan tarwe en in zulke ma
te dat de voortgebrachte hoeveel
heid de laatste tijd tal van moeilijk
heden berokkende.
Als men weet hoe de graanpoli-
tiek van onze regering ineensteekt
moet dit niemand verwonderen.
Het is slechts de tarweteelt die
door dik en dun gesteund wordt,
zodat de landbouwers er alle be
lang bij hebben zoveel mogelijk
tarwe en zo weinig mogelijk an
dere granen te verbouwen.
In 1938 werden in België 172.500
hectaren tarwe gezaaid, in 1957
kwam dit getal op 207.800 of een
vermeerdering van 35.300 hectaren.
In 1938 werden 154.000 hectaren
met rogge bezaaid en in 1957 werd
dit 65.700 hectaren of een vermin
dering van ruim 88.000 hectaren.
Haver viel van 213.500 hectaren in
1938 op 148.300 ha wat ook een
vermindering van 65.000 hectaren
aangeeft.
Die toestanden zijn niet gezond.
Terwijl de regering geen blijf weet
met al die tarwe en de molens moet
verplichten om tegen wil en dank
een zeer hoog procent als brood
graan te verwerken moeten grote
hoeveelheden voedergranen wor
den ingevoerd.
Maar vooral moet men geweldi
ge bedragen gereed hebben om
tot de vastgestelde prijzen te ko
men en dit met premies door de re
gering aan de tarweverbouwers
toegekend.
Het onrecht aan de verbouwers
van voedergranen aangedaan is
niet te schatten, temeer, gezien
veel gronden enkel deze granen
kunnen voortbrengen.
Dit hebben we tientallen keren
in ons blad aangeklaagd en met
cijfers bewezen en er zelfs bijge
voegd dat de arme zandboer in de
grond wordt geboord in het voor
deel van de tarwekweker die op
goede gronden zit.
De laatste maatregelen van de
regering die een invoerrecht voor
zien van 50 fr. op de maïs en 60 fr.
op de voedergranen verandert
voor de meeste kwekers niets aan
hun toestand, wel integendeel
gezien ze steeds grote of minder
hoeveelheden ingevoerde voeder
granen voor vee, zwijnen en kie
kens moeten kopen en hierop de
heffing moeten betalen.
Inzake graanbouw zit de rege
ring in een verkeerd spoor en die
nen andere maatregelenten spoe
digste genomen.
wending van
van onze land
Bezien we nu de
de andere teelten
bouw.
Voor suikerbeten werden in 1938
48.300 hectaren aangegeven en
deze komen in 1957 op 62.400 of een
vermeerdering van 14.100 hecta
ren.
Hier staan we eveneens voor een
teelt die min of meer door de rege
ring wordt gesteund en in leven
gehouden, dus ook een vermeer
dering van aanbouw.
Vlas werd verbouwd in 1938
29.500 hectaren tegen 25.900 in 1957,
of een vermindering van 3.600 hec
taren.
Op dit ogenblik schijnt de vlas
teelt een gevoelige deuk te krij
gen, eerst door de onmogelijke
handelingen van de Franse rege
ring, maar vooral door de invoer
van Russisch vlas aan dumpings-
prijzen op de markt van Engeland,
de markt waar ons vlas sinds altijd
werd gekocht en waar we nu on
mogelijk tegen de Russen kunnen
konkurreren.
Indien hier niet vlug wordt inge
grepen zal de vlasteelt, de eens zo
welvarende tak van onze natio
nale landbouw en niet minder van
onze nationale nijverheid voor
goed worden prijsgegeven.
Tabak kwam van 2.468 hectaren
in 1938 op 1.039 in 1957 of een ver
mindering van 1.329 ha. Een ver
mindering dus van meer dan de
helft.
(Zie vervolg 2' bladz. 4' kolom).
Wij hebben het hier over de
vlasvezelbereiding en de ermede
verbonden vlasteelt. Het is opval
lend dat de vlasnijverheid sedert
het einde van de jongste wereld
oorlog er niet in geslaagd is haar
aandeel in de hoogconjunctuur of
in de toenemende welvaart te ver
overen. Wel hebben de vlasspin
nerijen- en weverijen op bepaalde
momenten in zekere mate geprofi
teerd van de gunstige ontwikke
ling van de textielnijverheid. Doch
de vezelbereiding had het steeds
maar moeilijker, omdat zij in een
minder gunstige marktontwikke
ling ook zeer sterk te lijden had on
der de druk van maatregelen ge
troffen door concurrerende landen
en meer bijzonder Frankrijk. Dit
land heeft inderdaad de meest ha
telijke maatregelen getroffen om
de eeuwenoude Vlaamse vlasve
zelbereiding ten onder te brengen
en een uitgebreide industrie voor
vlasvezelbereiding binnen eigen
grenzen op te richten.
Men weet dat traditioneel onze
Vlaamse vlasbewerkers sedert ja
ren kontrakten van vlasteelt of
vlasuitzaai afsloten met de Franse
landbouwers uit bepaalde land
bouwstreken, zoals de Somme en
Normandië, en zich aldus de ver
eiste grondstof van behoorlijke j
kwaliteit voor hun bedrijvigheid
aanschaften.
De Franse overheid hierbij ge
holpen door de Franse vlassersor
ganisatie beperkte vooreerst op
scherpe wijze de hoeveelheid ruw
vlas dat door de Franse boeren aan
de Belgische vlasbewerkers mocht
worden geleverd. Het gaf aanzien
lijke teeltpremies aan de Franse
boeren die hun vlas leveren aan
de Franse vezelbereiders en verze
kerde zelf aan deze laatsten de
voorkeur bij de aankoop van de
beste partijen ruw vlas, zelfs wan
neer de Franse landbouwer reeds
de verkoop had toegezegd aan
een Belgische vlasser. Om aan de
nodige grondstof te geraken, moest
de Belgische vlasser aan de Franse
landbouwer een prijs geven die
merkelijk hoger lag dan deze be
taald door de Franse vlasbewerker,
omdat hij het bedrag der premie in
zijn koopprijs moest omvatten.
Aldus trachtte Frankrijk onze
vlasvezelbereiders hun bevoorra
ding in grondstoffen te verhinde
ren. Dit nadeel kon onze vlasvezel
bereiding gedeeltelijk ongedaan
maken door verruiming van de
aankoop van ruw vlas in Nederland
waar de teelt inmiddels uitbreiding
nam en in het binnenland, waar
dit ook het geval was
Doch tot verleden jaar konden
onze vlasbewerkersenkel gerepeld
Nederlands vlas kopen, zodat zij
de winst op de verhandeling van
het vlaszaad moesten derven. Nu
deze beperking is opgeheven,
wordt deze verhandeling sterk be
lemmerd, tot groot nadeel van de
opbrengst voor onze vlassers, door
het Belgisch uitvoerverbod van lijn
zaad voor industrieel gebruik en
door scherpe kontingentering van
de uitvoer van lijnzaad voor ge
specialiseerde doeleinden zoals
zaaizaad en farmaceutisch lijn
zaad. Aldus helpt ons Ministerie
van Economische Zaken onze vlas
vezelbereiding nog verder in de
put omwille der belangen van en
kele olieslagerijen die zich noch
tans in normale voorwaarden en
prijzen kunnen bevoorraden, ver
mits de invoer van lijnzaad vrij is.
Een tweede beschermingsmaat
regel getroffen door Frankrijk tot
ontwikkeling van een eigen vezel-
bereidingsnijverheid is de toeken
ning van zeer aanzienlijke premiën
voor vlasbewerking door inlandse
bedrijven. Deze premiën laten de
Franse vezelbereiders toe het spin
baar vlas tegen voordelige prijs te
leveren aan de Franse spinnerijen
en beknotten in grote mate de af
zet van toebereid vlas door onze
Vlaamse vlassers op de Franse
markt, daar zij niet bij machte zijn
te concurreren met hun aldus be
schermde Franse bedrijfsgenoten.
Deze aanzienlijke financiële steun
door de Franse overheid had voor
gevolg dat de Franse nijverheid
voor vlasvezelbereiding een sterke
uitbreiding nam en meteen ook de
vlasteelt. De produktie van vlas
vezels nam een dergelijke uitbrei
ding dat de inlandse voortbrengst
de behoeften van de Franse spin
nerijen overtrof en dat belangrijke
hoeveelheden dienden uitgevoerd
gaande tot 151.670 balen in 1955
en tot 120.760 balen in 1956. Om
deze uitvoer te bevorderen ver
leenden de Franse overheden be
langrijke uitvoerpremiën onder de
vorm van terugbetaling van sociale
en fiskale lasten die vóór een drie
tal maanden vervangen werden
door een toelage van 25 °/0 op de
waarde van de uitgevoerde vlas
vezels, bij toepassing van de maat
regelen getroffen door de heer
Gaillard, Minister van Financiën,
in de onlangs afgetreden Franse
regering.
(Zie vervolg 2e bladz. 1kolom).
De Koornbloem
lil; ,7
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.