De Europese Economische Gemeenschap en onze Landbouw. Het Leucose-Complex. Weekblad Voor en door de Landbouwers Arbeid adelt AALST 30 NOVEMBER 1957. Verschijnt iedere zaterdag 36ste JAARGANG Nr 1797 deheer Zeebergkaai 5, Aalst Tel. 242.67 Voor de Ontwikkeling en de Standsverdediging van de Landbouwers Orgaan van de Landbouwersvereniging REDT U ZELVEN Nr 14.25.93. O. CAUDRON. (3de bijdrage) In onze twee vorige bijdragen hebben wij achtereenvolgens vol gende punten van het verdrag van Rome d.d. 25 maart 1957 houdende oprichting van de Europese Econo mische Gemeenschap beknopt toe gelicht het doel van dit verdrag en de middelen om het te bereiken de instellingen belast met de uit voering van de opdrachten der ge meenschap de grondslagen of bestanddelen van de gemeenschappelijke markt nl: de tolunie, de afschaffing der invoerbeperkingen tussen de lan- den-leden het vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal (de werkkrachten, het vestigingsrecht, de diensten, de kapitalen) en het vervoer. De volgende grondslag der ge meenschappelijke markt waarover wij het eerst zullen hebben is E) Het beleid of de politiek van de Gemeenschap. 1) de regels betreffende de mededinging of concurrentie. a) regels van toepassing op de ondernemingen. Worden onverenigbaar ver klaard met de gemeenschappelij ke markt en verboden, alle over eenkomsten tussen ondernemin gen, alle beslissingen van onder nemersverenigingen en alle onder ling overlegde praktijken welke de handel tussen leden kunnen bena delen of voor doel of gevolg heb ben de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt te ver hinderen, te beperken of te verval sen onder meer de praktijken die er toe strekken de aan- of verkoop prijzen rechtstreeks of zijdelings vast te stellen, de produktie, de af zet, de investeringen en de verde ling van de markten te kontrole- ren. Kunnen echter toegelaten worden de overeenkomsten die er toe strekken de produktie of de verdeling der goederen alsmede de technische en economische vooruitgang te verbeteren. Het wederrechtelijk uitbaten van een overheersende positie (mono polies) op de markt en het econo misch machtsmisbruik zijn insge lijks verboden. Het doen naleven van deze voor schriften behoort tot de bevoegd heid van de Raad en het Gerechts hof. b) De dumping. Gedurende de overgansperiode kan de Commissie op verzoek van een deelnemend land of van elke andere belanghebbende de dum pingspraktijken vaststellen en aan bevelingen doen om er een einde aan te stellen. Indien, trots deze aanbevelingen de dumping ver der gaat, machtigt de Commissie het benadeligd land-lid tot het op nemen van beschermingsmaatre gelen waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing be paalt. Dadelijk na het van kracht wor den van het verdrag, mogen de uit een deelnemend land oorspronke lijke produkten of die zich daar in vrij verkeer bevonden en naar een ander land lid worden uitgevoerd heringevoerd worden zonder on derworpen te zijn aan enig tol recht of invoerbeperking. 2) Steunmaatregelen van de staten. De door de staten of met staats middelen verleende hulp is verbo den indien zij van aard is de me dedinging te vervalsen door be paalde ondernemingen of produk- ties te begunstigen. Zijn evenwel toegelatenhulp van sociale aard aan individuele verbruikers op voorwaarde dat zij verleend wordt zonder onderscheid volgens de oorsprong van de pro dukten, steunmaatregelen tot her stel van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere bui tengewone gebeurtenissen, steun maatregelen ter bevordering van de economische ontwikkeling van sommige gebieden met abnormaal laag levenspeilter bevordering van de verwezenlijking van ont werpen met Europees belang, tot ontwikkeling van bepaalde vor men van economische bedrijvig heid of van bepaalde gewestelijke economieën De steunmaatregelen worden getroffen bij beslissing van de Raad met gekwalificeerde meer derheid van stemmen, op voorstel van de Commissie. 3) De fiscale bepalingen. De bepalingen desbetreffende hebben hoofdzakelijk tot doel te voorkomen dat door onderschei dene toepassing van binnenlandse taksen de landen-leden verdoken tolrechten zouden instellen en dat zij door terugbetalingen van taksen in werkelijkheid premiën zouden verlenen voor de uitvoer. Deze be palingen slaan natuurlijk op de be trekkingen tussen de landen-leden. (Zie vervolg 2' bladz. 2kolom). (2de bijdrage) Hoe komt de besmetting tot stand Als wij spreken van besmetting dan sluit dat meteen in dat leuco- se een besmettelijke ziekte is. En dat is zo inderdaad. De ziektever wekker zou een virus zijn (sommi gen spreken zelfs van verschillen de virussen). Hoewel over de aard van de ziekteverwekker weinig of geen ge gevens voorhanden zijn, toch wij zen de bevindingen in de praktijk op het besmettelijk karakter van de ziekte. Johnston en Wilson (Schotland) plaatsten 2 groepen kuikens van hetzelfde broedsel (en van dezelf de afkomst) op twee verschillende terreinen. De ene groep op nieuw terrein, waar nog nooit hennen waren geweest, de tweede groep op sterk besmet terrein. Het resul taat was na twee jaar 20,9 sterf te, waarvan slechts 1,11 °/0 verlam ming op het onbesmette terrein en 76,8%, sterfte met zo maar 31,4 aan verlamming op het besmet te terrein. Prof. Hutt (U.S.A.) toonde het be smettelijk karakter aan met een proef op 280 jonge hennen van een zeer vatbare stam, die tot hun vijf de maand geïsoleerd van alle be smettingskansen werden opgefokt. Slechts één geval van leucose deed zich voor. Op 5 maand werden ze naar sterk besmette hokken over gebracht en niettegenstaande dat bedroeg de sterfte aan leucose het eerste jaar slechts 9,4 en het tweede jaar 5,8 °/0. Dieren van de zelfde afkomst, die echter als één- dagskuiken in een besmette omge ving waren gebracht gaven een heel ander beeld, nl. 45 en 64 Hieruit blijkt niet alleen het be smettelijk karakter van de ziekte, maar tevens dat de besmettings kansen veruit het grootst zijn vóór de 5 maand. Ten einde het besmettelijk ka rakter met nog meer zekerheid te kunnen bewijzen heeft men het ge probeerd met een kunstmatige be smetting. Hierin is men gemakke lijk gelukt voor de neurale lympho- matose, maar minder voor de vis cerale. Dit is voor sommige onder zoekers één der reden om aan te nemen dat beide vormen niet zou den verwant zijn. Hier dient ook opgemerkt dat men er in gelukt is met een extrakt uit de grijze leucose ogen (oculaire lymphoma- tose) verlamming te veroorzaken, wat een aanwijzing zou kunnen zijn dat ook de grijze ogen een verschijnsel zijn van de be smettelijke verlamming. Nochtans zijn er weer bepaalde onderzoe kers die dat betwisten. Het valt op hoe weinig eensge zindheid er bestaat over tal van bijzonderheden. Maar één feit staat vast leucose is besmettelijk. Besmetting langs het ei Deze vraag is van meer dan theoretisch belang. Inderdaad, wanneer kan aangetoond worden dat de besmetting langs het ei plaats grijpt dan worden de broei- ers voor een zware opgave ge steld en zal de kweker, die een of andere dag gevallen van leucose vaststelt, de broeier er hier onver mijdelijk verantwoordelijk voor stellen. Maar ook hier zijn de me ningen verdeeld. Uit bovenvermelde proef van Hutt blijkt reeds dat bij afstamming van zeer vatbare ouderdieren (en deze hebben doorgaans de ziekte) er bij volledige isolatie weinig of geen leucose optreedt. Moest de leucose hier langs het ei overge bracht werden dan zouden ook de geïsoleerde dieren in dezelfde ma te de verschijnselen moeten gaan vertonen als hun zusters. Ook de proef van Johnston en Wilson wijzen sterk in dezelfde richting, nl. dat de besmetting langs het ei om en in de broedkast onwaarschijnlijk zou zijn en dat het grootste gevaar zou liggen in een besmetting nadien. Maar hiertegenover staan dan weer andere onderzoekers, die het overzetten langs het ei en in de broedkast heel wel mogelijk ach ten. Die mening wordt o.a. voorge staan door de onderzoekers van het Poultry Research Laboratory te East Lansing. Ook verschillende Duitse bevoegdheden huldigen de zelfde opvatting. Carr bv. verklaart uitdrukkelijk dat men op zijn proefstation over tuigende bewijzen heeft dat de ziekteverwekker langs de broed- eieren kan verspreid worden, ter wijl een Amerikaanse publikatie (Merck) woordelijk zegt talrijke gegevens wijzen in de richting van het ei, afkomstig van smetstofdra gers, als de meest waarschijnlijke weg, waarlangs de verspreiding van de viscerale lymphomatose plaats geeft. Mogelijks is dat even eens het geval voor andere vor men van de ziekte. Verspreiding door kontakt tussen besmette en niet besmette kuikens gedurende het uitkippen is eveneens aange toond. Zoals men ziethet vraagstuk is nog verre van opgelost. Voor de Zie vervolg 2' bladz. 1' kolom). De Koornbloem Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars Men kan zich abonneren op de postkantoren en bij de briefdragers. Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven Handelsregister Aalst Nr M5. STICHTER EN BESTUURDER De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun bijdragen Het overnemen van artikelen zonder aanduiding der bron is verboden,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1957 | | pagina 1