de Tuinbouw
Weekblad
Kannibalisme en veren pikken.
¥oor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
De Economische Toestand van
in België en in Nederland.
AALST 11 JANUARI 1958.
Verschijnt iedere zaterdag
37ste JAARGANG Nr 1803
Beheer Zeebergkaai 5. Aaist
Tel. 242.67
Voor de Ontwikkeling en de
Stcindsverdediging van de Landbouwers
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.93.
O. CAUDRON.
Op een onlangs belegde voor
lichtingsvergadering door het Ver
bond der Groentenkwekers van
Mechelen werd betoogd dat het
jaar 1957 voor onze tuinbouw on
gunstiger was dan 1956.
Er werd inderdaad bij onze tuin
bouwers een daling van het be-
drijfsinkomen vastgesteld van 3t.h.,
dan wanneer het nationaal inko
men met 7 t.h. is toegenomen.
Als bijzonderste oorzaken van
deze teruggang kunnen vernoemd:
dat al de produktielanden hun
groentenuitvoer naar België trach
ten op te voeren en werkelijk heb
ben verhoogd, dan wanneer West-
Duitsland voornaamste afnemer
van onze groenten er naar streeft
zoveel mogelijk door eigen voort-
brengst aan de behoeften van zijn
bevolking te voldoen dat Frank
rijk, veruit onze bijzonderste afne
mer van witloof, de invoer van
deze groente uit ons land sterk be
lemmert en bemoeilijkt zodat de
uitgevoerde hoeveelheid is ver
minderd dat Engeland steeds vast
houdt aan zijn politiek van het Ge
menebest en de voorkeur geeft aan
de land en tuinbouwprodukten
herkomstig uit de landen van deze
gemeenschap.
Andere oorzaken waren de
zachte winter en de vroege lente
welke een vervroegde aanvoer
van primeurgroenten voor gevolg
had.
Ook was de oogst over het alge
meen minder gunstig dan in 1956.
Aldus werden in mei 1957 slechts
47 t.h. bloemkolen ter markt ge
bracht van het aantal dat in 1956
werd aangevoerd.
Daarentegen steeg de aanvoer
ter markt van kropsla met 33 t.h.
ten opzichte van 1956. Ook werden
meer volle grondtomatenter markt
gebracht, wat voor gevolg had een
daling van de gemiddelde prijs met
ongeveer 6 t.h.
Ten gevolge van de zachte win
ter was er te veel porei, zodat de
prijs gevoelig daalde. Dit was ook
het geval voor de wortelen, doch
voor deze groente hielden de prij
zen beter stand.
De teeit van asperges neemt
voortdurend uitbreiding, de aan
voer steeg dan ook met 20 t.h. zon
der evenwel de prijs te beïnvloe
den.
Niettegenstaande de voort -
brengst der bonen met een zesde
afnam, deed zich voor deze groen
te eveneens een prijsdaling voor.
Wat de toekomst betreft werd
geoordeeld dat de wereldtentoon
stelling te Brussel in 1958 wellicht
aan de tuinbouwers een aandeel
zal geven in de verhoopte verhoog
de welstand, inmiddels werd aan
gedrongen op de teelt van steeds
betere produkten Dit zal een ab
solute vereiste zijn op de gemeen
schappelijke Europese markt wel
ke in aantocht is en waarop enkel
kwaliteitsprodukten bij machte zul
len zijn het hoofd te bieden aan
de konkurrentie van de produkten
der andere deelnemende landen.
De toestand in Nederland.
Uit een overzicht dat in Neder
land werd gegeven op de jongste
vergadering van het Produktschap
voor Groenten blijkt dat de ekono-
mische toestand van de Neder
landse tuinbouw heel wat beter is
dan deze van de Belgische tuin
bouw.
De totale omzet in de veilingen
zal in Nederland nagenoeg 565 mil
joen gulden bedragen, hetzij 25
miljoen gulden meer dan in 1956.
Dit is ook 4 t.h. meer dan de omzet
in 1956 dat nochtans geen slecht
jaar is geweest.
De hoeveelheid verse groenten
die uitgevoerd werd tot november
1.1. bedroeg 395 miljoen kg dit is
ruim 30 miljoen kg meer dan in
1956.
De uitvoer van tomaten steeg
van 97 tot 125 miljoen kg.
De totale waarde der uitgevoer
de tuinbouwprodukten bereikte
einde oktober 1957 380 miljoen gul
den, wat 30 miljoen gulden meer is
dan in 1956.
Daar anderzijds de invoer van
groenten en fruit met ongeveer
een zelfde bedrag daalde, werd de
Nederlandse in- en uitvoer balans
dubbel gunstig beïnvloed.
Zonder bepaalde specifieke oor
zaken te willen negeren zoals de
Franse invoerpolitiek tegenover het
Belgische witloof, menen wij te mo
gen zeggen dat de betere toestand
van de Nederlandse tuinbouw ook
voor een niet onbelangrijk gedeel
te te wijten is aan een gunstiger en
actiever landbouwpolitiek der Ne
derlandse regering. Deze behan
delt de land en tuinbouw op een
volledig gelijke voet met de nijver
heid, terwijl in België de land- en
tuinbouw als ondergeschikten van
de industrie worden behandeld.
(Zie vervolg 4' bladz. 1' kolom).
Deze veel voorkomende afwij
kingen bij kippen en kuikens kun
nen niet tot de eigenlijke ziekten
worden gerekend, maar het optre
den ervan doet niet zelden aan
een gebreksziekte als gevolg van
tekorten aan bepaalde voedings
stoffen denken, terwijl bovendien
temperatuur- en atmosfeeromstan
digheden bij het uitbreken van ge
noemde pluimveekwalen een rol
van betekenis schijnen te spelen.
Bij kleine kuikens-nog onder de
kunstmoeder begint het meestal
met tenen pikken en in een later
stadium wordt het risico groter
voor veren pikken, dat onder om
standigheden over kan gaan in het
bij de practijkmensen zo gevrees
de kannibalisme, beter bekend als
«pikkerij». Vooral bij pas opge
hokte, zojuist met de leg aange
vangen koppels jonge hennen ver
oorzaakt de geringe bezigheid van
de dieren, die de plotselinge ver
andering van loslopen tot opge-
hokt zijn moesten ondervinden,
groot risico, dat ze uit verveling
met verenpluizen en pikken in el-
kaars verenpak een begin maken.
Dan doet een vochtige uitgestulp
te cloaca bij het leggen van de
eerste eieren de piklust omslaan in
een fanatiek en zich snel uitbrei
dend kannibalisme, dat voor het
slachtoffer vaak op korte termijn
neerkomt op een meer of minder
volledige ontdarming en het uit
pikken van de overige zichtbaar
geworden inwendige organen. In
dien men onder dergelijke omstan
digheden niet onmiddellijk kan in
grijpen, betekent een dusdanige
bloedpikkerij in menig koppel jon
ge hennen grote schade en sterfte.
Vooral door het meer binnen op
fokken en door het samenbrengen
van grote koppels kuikens is deze
voor de pluimveehouders zo nade
lige kwaal in de afgelopen jaren
meer en meer opgetreden. Er zijn
vele oorzaken en invloeden welke
bij het totstandkomen van zo'n
schadelijke uitbraak een rol schij
nen te spelen en deze zo belangrij
ke invloedfactoren willen we ach
tereenvolgens nagaan en probe
ren om hierbij tot min of meer vast
staande praktijk conclusies te ko
men. Alvorens hiertoe over te gaan,
merken we nog op, dat we tegen
woordig weliswaar in vele geval
len de financiële nadelen van de
pikkerij we ente voorkomen.
Evenwel heeft het probleem en de
vraagstelling Waardoor treedt
pikken (eventueel kannibalisme) in
een koppel jonge hennen op
nog geenszins afgedaan en juist
dit feit prikkelt de pluimveeweten
schap zowel als de practijk. Immers
wat kan de hedendaagse vooruit
strevende en alwetende mens
en onderzoeker belangstellender
maken voor een bepaalde aange
legenheid dan het feit te moeten
erkennen, ergens nog geen afdoen
de verklaring voor te kunnen ge
ven.
Beschouwen we allereerst de
oorzaken die het optreden van
de plaag schijnen te
begunstigen.
In een vroeger geschreven arti
kel hebben we er op gewezen, dat
behalve de vitaliteit en de voe
ding van een koppel kuikens de in
vloed van uitwendige factoren, zo
als temperatuur en vochtgehalte
van de lucht (atmosferische om
standigheden) in het bijzonder
voor de lichaamsontwikkeling en
voor de gezondheid van een vogel
een grote rol kunnen spelen. Bij de
veel gebruikte kachelkunstmoeder
kan de temperatuur vooral verder
in het voorjaar bij minder koude
dagen midden op de dag sterk op
lopen. Heeft men onder dergelijke
gevaarlijke omstandigheden
een groot koppel bijeen, dan is dit
een gevaarlijk moment voor het
uitbreken van pikkerij.
De hoge temperatuur en wellicht
andere ongewenste atmosfeerin
vloeden laten zich gelden. Het
strooisel, vooral wanneer dit voor
een groot deel uit zand bestaat of
ook wanneer de laag te dun is en
de kale bodem in het hok te heet
wordt, veroorzaakt prikkelingen
aan de tere tenen van de kuiken
tjes. Misschien zelfs ontstaan er
bloedblaartjes. In elk geval is de
kans groot, dat het tenenpikken
uitbreekt. Verhoudingsgewijs heb
ben we van dit euvel minder last
dan vroeger, omdat de kuikens
vaak vroeger in de tijd en bij koe
Ier weer worden opgefokt. Boven
dien hebben vele kuikenkachels
plaats gemaakt voor de minder hit
te verspreidende electrische ver
warmingsinstallaties of thermostra-
lers. In het algemeen wordt er ook
meer aandacht aan de kuikenop-
fok geschonken dan vroeger en
houdt men in het bijzonder meer
rekening met het oplopen van de
hoktemperaturen tijdens zonnige
dagen. Men treft voorzorgsmaat
regelen door de warmtebron tijdig
te temperen en zorg te dragen, dat
de kuikenkoppels per afdeling
klein worden gehouden.
Veel groter risico voor pikken,
vooral verenpikken, krijgt men in
een dicht bezet jongehennenhok
op het tijdstip, dat de onder na-
Zie vervolg 2' bladz. 1kolom).
De Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
postkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zeiven
Handelsregister Aalst Nr H5.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.