De Landbouw en de Stijging
der Levensduurte.
Rond de begroting voor Landbouw.
Weekblad
I
Voor en door de Landbouwers
Arbeid adelt
AALST 1 FEBRUARI 1958.
Verschijnt iedere zaterdag
37ste JAARGANG Nr 1806
Voor de Ontwikkeling en de
Standsverdediging van da Landbouwers
v.
Orgaan van de
Landbouwersvereniging
REDT U ZELVEN
Nr 14.25.S3,
O. CAÜDRON.
Een stem van de Overkant.
Een onzer kennissen, die geen landbouwer is, maar wel een
ambtenaar, zendt ons de volgende bijdrage welke we graag opne
men, omdat dit de stem is van iemand die buiten de landbouw
staat en omdat het wel aardig is eens de gedachten van die perso
nen te kennen.
Beheer Zeebergkaai 5, Aalst
Tel. 242.67
De levensduurte is ongetwijfeld
merkelijk gestegen gedurende de
laatste jaren. Het ligt niet in ons
inzicht, in de huidige uiteenzetting,
na te gaan in hoever onze rege
ring verantwoordelijk is voor deze
stijging, temeer daar zich even
eens een dergelijke stijging heeft
voorgedaan inde meeste Europese
landen. We willen echter in het bie-
zonder de bewering weerleggen
die de landbouw voor een groot
gedeelte aansprakelijk maakt voor
de huidige levensduuit- ,want niets
is minder waar dan dat.
Men maakt zo gemakkelijk van
de landbouwer het zwarte beest,
dat verantwoordelijk is voor de
meeste ongelukken die onze sa
menleving overkomen. De boer
moet ten slotte een brede rug heb
ben, want van het ogenblik dat het
niet goed neer gaat, valt men op
zijn kap om hem de oorzaak van
de tegenspoed in de schoenen te
schuiven.
Bij een oppervlakkig beschou
wen kan men menen dat daar een
grond van waarheid insteekt, om
dat de stijging der levensduurte
zich biezonder doet gevoelen in
de landbouwprodukten. De groen
ten zijn duur in ons land, duurder
dan in andere landen, en de prij
zen van ons vlees behoren tot de
hoogste van gans de wereld. Wij
betalen onze vleeswaren duurder
dan in Zweden en in de Verenig
de Staten, twee landen die bekend
staan voor een hoge en dure le
vensstandaard Het is dan ook
enigzins te verklaren dat men de
boer verantwoordelijk stelt. Toch
heeft men ongelijk.
Een gekende persoonlijkheid,
zeer goed op de hoogte der
landbouwproblemen heeft onlangs
voor onze nationale radio omroep
een causerie gehouden over dit
vraagstuk, en daarbij de volgende
vaststellingen of feiten naar voren
gebracht
Wij betalen de tussenrib (entre-
cöte) op dit ogenblik 16 °/o duurder
dan in 1953, het kookvlees is 6 °/0
duurder, en het braadvlees 12
Maar de boer ontvangt voor zijn
slachtvee minder dan in 1953, uit
genomen voor de varkens, waar
van de prijzen 3 °/o hoger liggen
dan in 1953.
De aardappelen integendeel zijn
op dit ogenblik ongeveer 3 °/0 goed
koper dan in 1953, maar de boer
ontvangt voor dit produkt 16
minder dan in dat jaar
Onze groenten zijn buitengewoon
duur, in aanmerking genomen dat
we ze zelf voortbrengen en er zelf
een gedeelte van uitvoeren. Indien
U echter meent dat de oorzaak
hiervan bij de landbouwers moet
gezocht worden hebt U het mis
voor, want de prijs die ge bij uw
groentenhandelaar betaalt ligt
drie tot vier maal hoger dan deze
die de boer voor zijn groenten ont
vangt.
Het is dus klaar dat de landbou
wers niet verantwoordelijk zijn
voor de huidige duurte der levens
middelen, ze zijn er integendeel
de slachtoffers van. Want indien
zij voor hun produkten ongeveer
dezelfde prijs ontvangen dan in
1953, moeten zij zelf alles wat. ze
voor de bebouwing van hun land
en de exploitatie van hun hoeve
nodig hebben veel duurder beta
len hun levensstandaaid is dus
merkelijk gedaald.
De verantwoordelijkheid voor de
toestand moet dus elders gezocht
worden ze ligt bij de tussenperso
nen, die enerzijds te veelvuldig
zijn, en anderzijds een te grote
winstmarge nemen.
Om zich daarvan te overtuigen
hoeft men slechts de ogen te ope
nen. In de plaats waar ik woon is
er praktisch geen enkele winke
lier die, na enkele jaren uitbating
van zijn winkel, geen eigenaar
wordt van het huis dat hij bewoont,
en bovendien beziiter van een au
to. Ik ken er zelfs ene, een zeer
sympathieke kerel overigens, die
over 40 jaren met niets vertrokken,
nu verschillende grote huizen be
zitten, een hoeve en twee auto's.
Nu is het mogelijk dat hier ter
plaatse (aan de zeekust) buitenge
wone toestanden, ook buitengewo
ne inkomsten opbrengen, maar ik
meen te weten dat min of meer ge
lijkaardige toestanden zich voor
doen op vele plaatsen in het bin
nenland.
We hebben er niets tegen dat de
(Zie vervolg onderaan hierneven.
(2de bijdrage)
In ons vorig nummer hebben wij
beknopt het eerste gedeelte samen
gevat van het verslag, opgesteld
namens de Kamercommissie voor
Landbouw, door de heer volksver
tegenwoordiger Masquelier over
de begroting van het Ministerie
van Landbouw voor 1958.
Na enkele beschouwingen te
hebben gewijd aan de bepalin
gen van het verdrag tot oprichting
van de Europese Economische Ge
meenschap betreffende de land
bouw besluit de verslaggever als
volgt
Tijdens de komende jaren zal
bij het volgen van de Europese
koers grote waakzaamheid aan de
dag moeten worden gelegd, zo
men wenst dat de Belgische land
bouw zich vrij blijft ontwikkelen.
Wij zijn het ermede eens dat zo
wel op het algemeen als op het bij
zonder belang moet worden gelet,
doch het tweede mag niet aan het
eerste worden opgeofferd. Het komt
erop aan een juist evenwicht tot
stand te brengen tussen die twee
factoren en om dat te bereiken mag
geen inspanning onverlet worden
gelaten.
Het ligt voor de hand dat in de
gegeven omstandigheden beroep
moet worden gedaan op de goede
wil van allen. Als de landbouwers
en de overheidslichamen hand in
hand gaan, kunnen resultaten wor-
tussenpersonen en de winkeliers
zeer goed hun brood verdienen
maar wanneer we vaststellen dat
ze reeds na enkele jaren welstel
lende burgers worden, dan is dat
niet normaal, en een bewijs dat
hun winstmarge s te groot zijn.
Het is bijgevolg een missing de
landbouwers verantwoordelijk te
stellen voor de bestaande levens
duurte. De oorzaak ligt elders.
Het is bijgevolg ook niet met een
reglementering der prijzen aan de
bron dat men het vraagstuk zal op
lossen er moet elders ingegrepen
worden. En dat moet wel niet on
mogelijk zijn.
De grond van de zaak is dat de
tussenpersonen tussen voortbren
ger en verbruiker te veel winst op
strijken, omdat ze te spoedig wel
stellend willen worden, dit is eige
naar van een huis en bezitter van
een auto. Ik begrijp zeer goed dat
iemand, na een gans leven goed
gewerkt te hebben, een goede
graad van welstand bereikt ik
begrijp echter niet dat hij daartoe
reeds komt na enkele jaren winkel
uitbating. Dat is abnormaal en het
zijn de verbruikers die hiervan de
kosten betalen.
den bereikt die de toekomst met
vertrouwen laat tegemoetzien.
De heer Masquelier vervolgt zijn
verslag met een uiteenzetting van
de Minister van Landbouw voor de
betrokken commissie. De Minister
behandelde achtereenvolgens de
verschillende akkerbouw- en vee-
teeltprodukten. Volgende punten
uit deze uiteenzetting verdienen
onze belangstelling.
I) De tarwepolitiek.
Tijdens de huidige campagne zal
vermoedelijk 700.000 ton inlandse
tarwe in het broodgraan worden
verweikt. Deze stijging van de pro-
duktie is niet in de eerste plaats te
wijten aan de toeneming van het
aantal hectaren, maar veeleer aan
het feit dat de voortbrengst dit jaar
bevredigend is geweest.
De regering heeft besloten, de
ganse oogst in het broodgraan te
laten verwerken tegen de richtprijs,
wat niet betekent dat er enige ver
plichting bestaat om partijen tar
we te gebruiken die niet voldoen
aan de vereisten van gezonde, eer
lijke en verkoopbare waar.
In de betrokken kringen van het
maalderij en bakkersbedrijf heef-
men bij de openbare opinie een act
tie op touw gezet om niet meer
dan 50 °/0 inlandse tarwe te ver
werken, hoewel dit percentage
thans, om de gehele inlandse pro-
duktie te kunnen verwerken, op
75 °/o moest worden gebracht. Te
gen de bakwaarde van onze in
landse tarwevariëteiten werden di
verse argumenten aangevoerd,
hoewel onze telers hebben aange
stuurd op de produktie van betere
variëteiten en reeds soorten ier be
schikking van de landbouwers
stellen die heel wat beter geschikt
zijn voor de broodbereiding.
Met inlandse tarwe kan behoor
lijk, voedzaam en smakelijk brood
worden gemaakt. Dit blijkt wel uit
de voorliefde van het publiek voor
het zogenaamd inlands tarwebrood
Het lijdt trouwens geen twijfel dat
de bakkers over het meel zouden
tevreden zijn, indien de maalders
de vereiste hoeveelheden buiten
landse tarwe gebruikten.
Sedert jaren is een typisch aan
koop- en verkoopkontrakt voor in
landse tarwe uitgewerkt met volle
dige instemming van partijen, te
weten de maalders, de handelaars
en de landbouwers. Bovendien
werden in gemeen overleg normen
vastgesteld om normale verrichtin
gen te verzekeren. Er werden maat
regelen getroffen om alle betrok
ken partijen tevreden te stellen.
Het gerucht heeft de ronde ge
daan dat een gedeelte van de in-
(Zie vervolg 2? bladz. 1' kolom).
De
Koornbloem
Abonnementsprijs 72 fr. 's jaars
Men kan zich abonneren op de
oostkantoren en bij de briefdragers.
Postcheckr. S. M. Redt U Zclven
Handelsregister Aalst Nr 145.
STICHTER EN BESTUURDER
De medewerkers zijn
verantwoordelijk voor hun bijdragen
Het overnemen van artikelen zonder
aanduiding der bron is verboden.