LANDBOUW BERICHTEN V eekweeksy ndicaten 15e Fokveedag te Oudenaarde DE KOORNBLOEM 8 feb. 1958 3 BINNENLAND Premiën voor bepaalde zuivelprodukten. Het Ministerieel Besluit van 1 ja nuari 1958 (Stsbl. 27-28 januari) be paalt het bedrag der premiën wel ke voor de maand januari 1958 worden verleend aan de instellin gen die uit Belgische melk zekere kazer, melkpoeder, ingedikte melk en casëine vervaardigen. Vergoedingen aan de Nationale Dienst voor Afzet van land- en tuinbouwprodukten. Ingevolge het Koninklijk Besluit van 18 januari 1958 (Stsbl. 1 februa ri) moeten de uitvoerders van eie ren aan de Nationale Dienst voor Afzet van land- en tuinbouwpro dukten de volgende vergoedingen betalen 1) 0,005 fr per ter controle aan geboden ei, met een minimum van 50 fr per controle. Indien de ambte naar van de Dienst zich heeft moe ten verplaatsen zonder dat dit ta rief kan toegepast worden, is een forfaitaire vergoeding van 100 fr verschuldigd door degene die de verplaatsing heeft veroorzaakt 2) 2 fr per label voorzien bij arti kel 14 van het Koninklijk Besluit van 17 december 1953. De opbrengst van deze vergoe dingen vormt een bijzonder fonds bestemd om de kontrolekosten te dekken. Het Besluit is van kracht gewor den op 1 februari 1958. De afzet van eieren en gevogelte op de West-Europese markt. Uit het overzicht gewijd aan voormeld onderwerp door het Duitse tijdschrift Aussenhandels- dienst nemen wij volgende gege- 1950/51 kg West Duitsland 7,4 B.L.EU. 12,3 Frankrijk 10,9 Italië 6,6 Nederland 4,2 Ook inzake gevogelte zijn er grote afzetmogelijkheden binnen de Europese Economische Gemeen schap. Voor deze produkten is de Westduitse Bondsrepubliek wel de bijzonderste cliënt35 °/0 van haar behoeften aan geslacht gevogelte dienen door invoer gedekt. In 1956 voerde Nederland naar de Bondsrepubliek 18.000 ton en naar Italië 7.000 ton levend gevo gelte, bestemd om geslacht te wor den, uit. De Verenigde Staten en Austra lië spannen zich bijzonder in om op de Duitse markt voet te vatten. Het verbruik van gevogelte evo lueerde tijdens de laatste jaren als volgt Gebruik van gevogelte per hoofd en per jaar in kg. 1949/1950 0.9 1950/1951 1.2 1951/1952 1.2 1952/1953 1,2 1953/1954 1.5 1954/1955 1,6 1955/1956 1.7 1956/1957 2,0 In Frankrijk bedraagt het gemid deld verbruik circa 6 kg, in Ne derland 1,5 kg, in Italië 2 kg, in Luxemburg 2 kg en in België 4 kg. vens over. De landen, die tot het verdrag houdende oprichting van een Euro pese Gemeenschappelijke Markt toetraden, vormen een belangrijk afzetgebied voor eieren. Inder daad worden de behoeften van de ze landen voor 95 °l0 door de pro- duktie van de partnerlanden ge dekt. De Westduitse Bondsrepubliek, Frankrijk en Italië zijn de bijzon derste invoerders van eieren ter wereld, terwijl Nederland het be langrijkste uitvoerland is. De Bonds republiek is hierbij de voornaamste klant en voerde in 1956 voor 645 miljoen DM aan eieren en gevo gelte in. Sedeit 1950 is de West duitse eierimport verdubbeld en dit land neemt momenteel circa de helft van eierwereldhandel voor zijn rekening. De tweede voornaamste eierin- voerder is Italië, waar de invoer van 154 miljoen stuks in 1950 tot 446 miljoen stuks in 1956 gestegen is. O-k in Frankrijk steeg de eier- invoer van 193 miljoen stuks in 1938 tot 455 miljoen stuks in 1956. Buiten de landen die tot de Euro pese Gemeenschappelijke Markt zullen toetreden is Denemarken wel het sterkst aan de wereldeier markt geïnteresseerd. Ook Polen, Tsjechoslovakije, en Balkenlanden. Zweden en enige overzeese landen interesseren zich steeds meer aan de door West-Europa geboden af zetgebieden. Daarentegen is de in voer in het Verenigd Koninkrijk, die in 1938 nog het dubbel bedroeg van de Westduitse invoer onbe duidend geworden, daar de natio nale productie thans volstaat om de behoeften te dekken. Het eierverbruik per hoofd ver toonde tijdens de laatste jaren de volgende ontwikkeling 1952/53 1953/54 1955/56 kg kg kg 7,8 9,9 9,8 12,6 13,9 14,2 10,9 11.0 11,0 6,9 7,5 7,6 5,8 7,5 8,3 (BUITENLAND. WEST DUITSLAND. Aardappelvoortbrengst en handel. De laatste aardappeloogst wordt geraamd op 26,29 miljoen ton. De oogst van vroege aardappelen be droeg verleden jaar 980.000 ton, hetzij 14 °/0 minder dan het jaar tevoren. Behalve aan een inkrim ping van het areaal was deze ver mindering te wijten aan een lagere opbrengst per ha. De oogst van late aardappelen met inbegrip van middelvroege en middellate bleef dit jaar in het Zui den 6 tot 18 °/o beneden het cijfer van 1956. Deze vermindering is voornamelijk toe te wijten aan een inkrimping van de bebouwde op pervlakte. Deze schommelde in de verschillende Lander van 10 tot 14°/o (met uitzondering van Hes sen). De totale pootaardappeloogst bedroeg circa 1,3 miljoen ton waarvan nagenoeg 3 °/0, hetzij 40.450 ton werd uitgevoerd. Ten opzichte van het jaar 1955 1956 liep de waarde van deze uitvoer met 12 terug. De belangrijkste afne mers waren Italië, Zwitserland, het Saargebied, Brazilië en Spanje. De Westduitse uitvoer van con sumptie-aardappelen was weinig belangrijk in vergelijking met de eigen productie en beliep slechts 7.450 ton. Als oorzaak van deze ge ringe uitvoer wordt het onbreken van voor export geschikte rassen vermeld. In dit verband wordt spe ciaal aan het Nederlandse ras Bintje gedacht, welk ras in alle landen van de Gemeenschappe lijke Markt als de toonaangevende consumptie aardappel wordt be schouwd. Als afnemer van de West duitse consumptie -aardappel kwam alleen Italië in aanmerking. Inzake pootaardappelen werden hoofdzakelijk Eerstelingen uit Nederland ingevoerd (13.520 ton). De Westduitse invoer van con sumptie- en fabrieksaardappelen bedroeg 177 000 ton, hetgeen een kwart minder was dan tijdens het vorige jaar. Deze vermindering had alleen betrekking op de late aardappelen en wordt vooral toe geschreven aan het feit dat de ei gen productie dit jaar aanzienlijk hoger was. Daarentegen nam de invoer van vroege aardappelen met 25 c/0 toe en bereikte het recordcijfer van 78.C00 ton. Als voornaamste leve ranciers traden op Italië, Spanje en Frankrijk. De ingevoerde late aardappelen bestonden practisch uitsluitend uit fabrieksaardappelen. Aan fabrieks aardappelen werd circa 96.000 ton ingevoerd, hetzij 16 °/0 minder dan in 1955-1956. Voor de eerste maal na de oorlog werd een omvangrijk kwantum (34.000 ton) uit Polen be trokken. De sterke vermindering van de invoer van fabrieksaardappelen uit Nederland werd verder gecom penseerd door invoer uit Groot- Brittannië en Denemarken. IERLAND. Toeneming van de boteruitvoer.. Tijdens het eerste halfjaar 1957 is de Ierse boteruitvoer sterk toege nomen en bereikte 7.000 ton tegen over 232 ton gedurende het zelfde tijdperk van 1956. Meer dan 94 °/0 van de Ierse boter werd afgezet op de Britse markt. Nochtans heeft de regering de uitvoer door toelagen gesteund en de verliezen geleden op de laatste verkopen zouden niet minder dan 38,6 cent. per kg bedragen. De fi nanciële middelen voorzien door de Minister van Financiën om de verliezen op de uitvoer van boter te dekken in 1957-58 zullen waar schijnlijk snel uitgeput zijn indien de uitvoer zo hoog blijft liggen. Trots de belangrijke uitvoer naar het buitenland, blijkt Ierland nog te zitten met belangrijke uitvoer- overschotten. De botervoorraden bedroegen 9.600 ton in het midden van 1957, hetzij 33 °/0 meer dan de hoeveelheid op het overeenstem mend tijdstip van het jaar tevoren. De boteruitvoer over het eerste halfjaar 1958 bereikte 20.400 ton, hetzij 20 °l0 meer dan de hoeveel heid uitgevoerd gedurende dezelf de periode van 1956. GROOT-BRITTANNIË De Engelse kaasfabrikanten onderzoeken de mogelijkheden geboden door de Amerikaanse markt. De Engelse kaasfabrikanten zou den hun produkten willen afzetten op de markt van de Verenigde- Staten. De Milk Marketing Board heeft inderdaad de hoop uitge drukt dat de markt der Verenigde- Staten ruimer zou worden open gezet voor de speciale kaassoorten van Groot-Brittannië. Met dit doel vroeg voormeld organisme dat de Verenigde-Staten hun tolrechten op deze kaassoorten zouden ver minderen. De Engelse kaasfcbri- kanten zouden een invoerrecht wensen dat niet hoger is dan 15 ad valorem met een minimum van 6,3 cent het kg. De Board verklaart dat de an dere speciale Europese kaassoor ten een goed onthaal ontvangen in de Verenigde Staten en dat de Britten ook toegang zouden willen bekomen tot de Amerikaanse markt, onder meer voor volgende kaassoorten Cheshire, Dubbel Gloucested, Wensleydale, Leices- ter en Blue Stilton. FRANKRIJK. Invoer van aardappelen. Ingevolge het dekreet nr. 58.49 van 23 januari 1958 verschenen in het Journal Officiel van 27 januari 1958, wordt de heffing van tolrech ten bij de invoer in Frankrijk van aardappelen-andere dan plant aardappelen- en met uitzondering van vroege aardappelen- voorlo- piq qeschorst. CANADA. De uitvoer van tarwe. De uitvoer van tarwe door Ca nada tijdens het eerste trimester van de jongste oogst wordt ge raamd op 2.068.000 ton, wat een daling betekent van 30 °/0 tegen over dezelfde periode van het jaar tevoren. VERBOND DER van Oost-Vlaanderen Achterstraat. 32. St. Amandsberg OP VRIJDAG 28 FEBRUARI 1958. 75.000 fr. prijzen. 30.000 fr. voor de loten der vaderstieren. 30.000 fr. voor de prijzen der verschillende kategoriën. 15.000 fr. voor tussenkomst in ver voer voor tentoonstellers die op meer dan 15 km van Oudenaarde wonen. Inschrijvingen vóór 11 februari 1958 op het adres Achterstraat, 32, St. Amandsberg. Kwekers, liefhebbers, kopers en verkopers allen op 28 februari naar Oudenaarde. Vergaderingen der Gewestelijke V eekweeksyndicaten DAGORDE Voordracht door de Dr Butaye, rijksveeteeltconsulent. Tombola. te Aalst, Stadhuis, zondag 9 fe bruari 1958 te 14 uur. te Geraardsbergen, Ons Huis maandag 10 februari 1958 te 10 u. te Oudenaarde, Katolieke Kring» donderdag 13 februari te 9,30 uur. te Deinze, Café Driekoningen (bij Statie) zondag 16 februari te 14 uur. te St Niklaas, Gildenhuis, don derdag 20 februari, te 10 uur. te Evergem, Bibliotheekzaal, Sta tiestraat, op zondag 23 februari 1958, te 14 uur. te Wetteren, Volksmacht, don derdag 27 februari 1958 te 10 uur. te Zottegem, Katolieke Kring, zondag 9 maart 1958 te 14 uur.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1958 | | pagina 3