Rond dc begroting voor Landbouw.
Bij de 100ste verjaardag
van dele verschijning van
0. L Vrouw te Lourdes.
Vlaamse Schouwburg
2
- 15 feb. 1958
(Vervolg van 1® bladzijde).
ren naar het buitenland om onze
binnenlandse voorraad te ontlas
ten gaat helemaal niet, weeral om
wille van die hoge prijs, vooral niet
als Nederland en vooral Denemar
ken boter uitvoert aan prijzen die
nauwelijks hoger liggen dan de
prijs van de ordinaire margarine
bij ons. Het baart dan ook geen
verwondering dat wij van jaar tot
jaar het verbruik van margarine
zien toenemen ten koste van de
boerenboter.
Hoge prijzen hebben ook als ge
volg een voortdurende dreiging
van de kant der regering, die als
hoogste economische wet aan
ziet het behoud van een be
paald indexcijfer. Uit ondervin
ding weten wij wat kabaal er ge
maakt wordt als de index van de
kleinhandelsprijzen een paar pun
ten omhoog gaat. En wee de boe
ren als dan één van hun produkten
in die stijging een rol heeft ge
speeld. Door dat gescharrel rond
die index is er bovendien zulke gif
tige stemming geschapen dat de
boeren, bij de minste stijging van
de prijs hunner produkten, de wind
op de kop krijgen, zogezegd om
de koopkracht van de werkman te
beveiligen. Dat de boer ook maar
een werkman is schijnt dan nie
mand te weten.
Een derde gevaar van hoge ver
koopprijzen komt er in de toekomst
nog bij als eens die West-Europese
markt werkelijkheid zal wor
den. Hoe zullen wij ons dan moe
ten redden als wij met een boter
prijs staan zoals wij nu hebben
Nu moeten wij elkaar goed begrij
pen wij beweren niet dat de boer
op die boter of melkprijs rijk zal
worden. Verre van daar Wij we
ten trouwens dat hij van die hoge
verbruiksprijzen nog niet zo heel
veel in zijn handen krijgt en dat
anderen er doorgaans goede za
ken op doen. Alleen willen wij er
hier op wijzen in welke gevaarlij
ke positie de boer komt te staan als
zijn broodwinning afhankelijk is
van hoge verbruikersprijzen, die
dan doorgaans niet eens in zijn
handen terecht komen.
Daarom hebben wij het nooit
goed gevonden de manier waarop
door officiële instanties steun wordt
verleend door een kunstmatig ver
hogen van de verkoopprijs. Niet zo
lang geleden hebben wij zo n
kunstmatige verhoging van de bo
terprijs gekregen en wat was daar
van het gevolg Is dat niet op ons
hoofd teruggevollen
Wij stellen ons voor dat, als de
regering nu toch steun wil verle
nen zij dat dan het best doet op
een wijze die ons zou toelaten onze
kostprijzen te verminderen Lagere
kosten zou ons dan toelaten een
behoorlijke verdienste te bekomen
zonder dat de verkoopprijzen om
hoog moeten worden gejaagd.
Daardoor zouden onze boeren veel
minder in de kijker lopen en zou
den ze ook veel minder verant
woordelijk worden gesteld voor
het dure leven, zonder dat ze in
feite hiervoor verantwoordelijk
zijn Bovendien zouden lagere kost
prijzen en de daarmee gepaard
gaande lagere verkoopprijzen ons
in een sterkere positie plaatsen in
verband met uitvoermogelijkhe-
den, die nu aan onze neus voorbij
gaan en dan zouden wij ook met
een geruster gemoed die komende
West Europese markt tegemoet
kunnen zien.
Wat wij hier schrijven over de
zuivelsector geldt in dezelfde mate
voor deze van de varkens. Wij we
ten wel dat de hoge verkoopprij-
Zie vervolg onderaan hierneven)
(Vervolg van le bladzijde).
Het Departement van Landbouw,
gezien de uiterst lage prijzen die
voor dit produkt gelden, en in de
mening, anderzijds, dat zich geen
enkele moeilijkheid van bevoorra
ding op dit ogenblik in de oliesla
gerijen voordoet, zou volledig ak
koord gaan om dit contingent te
verhogen. Een ander lid raadt de
beperking van de vlasinvoer aan
Suikerbieten.
Thans is een maximumprijs van
kracht. Een lid vraagt dat er even
eens een minimumprijs zou worden
vastgesteld daar wij anders, zegt
hij, binnen enkele tijd de prijzen
van de suikerbieten zullen zien da
len ingevolge de daling van de we-
reldprijs. Hij verzoekt de Minister
dienaangaande contact op te ne
men met zijn ambtgenoot van Eco
nomische Zaken.
Bestrijding v. d. bruceiose.
Een lid der commissie vraagt
welke de toestand is van de vee
stapel wat betreft deze ziekte en
wat er deze laatste 5 jaren gedaan
werd om ze te bestrijden. De Minis
ter antwoordt dat het Koninklijk Be
sluit van 3 augustus 1951 de ver
plichting oplegde de haarden van
bruceiose aan te geven.
Aan de eigenaar van besmette
dieren worden de voornaamste
voor hem hygiënische maatrege
len aangeduid. Verder levert de
staat kosteloos de entstof af tegen
de bruceiose voor de inspuiting der
jonge vaarzen die zich in de ziek
tehaard bevinden.
Evolutie van de bruceiose
tijdens de vijf laatste jaren.
1952
2 63
38.086
83.030
1953
4 182
63 600
108.655
1954
3.873
63 378
125.1:80
1955
3.647
60.523
113.740
1956
3.218
55.425
74.629
Een ander commissielid vestigde
de aandacht van de Minister op
de talrijke gevallen van herbesmet
ting in de van bruceiose gezuiver
de stallen, zodat het noodzakelijk
blijkt de landbouwers in dit ver
band gerust te stellen.
De Minister geeft hem volgend
antwoord
Herbesmetting van stallen.
a) Stallen waar besmettelijk verwer
pen bestond en verdwenen is (hetzij
spontaan, hetzij door inentingen).
In dese stallen blijven dikwijls die
ren over die dragers zijn der ziek
tekiemen, die zelf geen verschijn
selen van besmettelijk verwerpen
meer vertonen maar nochtans bac
teriën kunnen afscheiden. Deze
kunnen dan terug het jonge vee
dat niet werd ingeent, ofwel pas
binnen gebrachte gezonde dieren
aantasten
b) Gezonde stallen na uitroeiing van
alle besmette dieren. Op dat ogen
blik zijn de op hoeve overblijven
de dieren bacteriologisch onaan-
zen in deze sectoren niet aan de
boeren te wijten zijn. Wij hoeven
hier maar alleen te zien welke
marges er voor de tussenperso
nen voorzien worden om dat te
begrijpen. Maar niettegenstaande
dat blijft het een feit die ho^e ver-
kooppriizen, zelfs ais de boer er
niet voor verantwoordelijk is, ko
men toch, met al hun nadelige ge
volgen, op zijn hoofd terecht.
getast geen enkel is drager van
bacteriën. In dit geval kan heraan
tasting, indien zij zich voordoet,
slechts van buiten komen (aankoop
van een besmet dier of besmetting
door nabuurschap). Onvermijdelijk
gebeurt dit af en toe, maar tot he
den gaat het hier om vrij zeldza
me gevallen, die 2 niet over
schrijden. Het is aan te raden in
ziektevrije stallen de jonge veesta
pel in te enten met B.19, en dit tus
sen de 6e en de 8"® maand.
Toelagen.
Als een van de middelen om on
ze landbouw op de gemeenschap
pelijke markt af te stemmen, is een
commissielid voorstander van het
verlenen van toelagen aan de land
bouwers die bereid zijn de nodige
inspanning te doen om de uitrus
ting van hun landbouwbedrijven
te verbeteren: De oplossing welke
thans aan dit vraagstuk gegeven
wordt schenkt geen voldoening
wegens de versnippering van de
ze subsidies. Zij zijn te weinig be
langrijk om een doeltreffende prik
kel te vormen.
Het commissielid vraagt aan de
Minister de tot nog toe terzake ge
volgde politiek te herzien.
De Minister betoogt dat de ver
snippering der subsidies het aan de
technische diensten mogelijk maakt
controle uit te oefenen, doch er
kent dat het vraagstuk zou kun
nen herzien worden, vooral in de
tuinbouwsector.
Een commissielid betreurt dat de
kredieten betreffende de subsidies
voor het dienstjaar 1958, in verge
lijking met de begroting voor het
dienstjaar 1957, slechts met 18 mil
joen werden verhoogd, terwij de
kredieten van algemeen bestuur
met 30 miljoen vermeerderd wer
den.
Hij drukt er zijn spijt over uit dat
de Minister bij amendement 1 1/2
miljoen cfgenomen heeft van het
krediet bestemd voor de subsidie
ring van de werken tot ruiming
van waterlopen, zulks om het kre
diet te verhogen dat ingeschreven
is tot verbetering van de rundvee
en paardenrassen. Hij vraagt zich
af of men werkelijk dat anderhalf
miljoen niet elders had kunnen
vinden.
Vervolgens vraagt een lid om
welke redenen het Departement de
voorkeur geeft oan ingegraven si
lo s tegenover torensilo's voor het
toekennen van toelagen.
Het lijkt hem dat dit laatste silo
type om verschillende redenen de
voorkeur verdient. Hij vraagt of de
Minister dergelijke installaties niet
zou kunnen subsidiëren. De Minis
ter antwoordt hierop dat de toela
ge voor graanvoedersilo's wordt
verleend aan de cylindrische silo's
van meer dan 2,25 meter doorme
ter en 2 meter hoogte (in sommige
gevallen 1,50 meter). Deze silo's
moeten voorzien zijn van een vast
of beweegbaar opzetstuk. De toren
silo's worden beschouwd als cylin
drische silo's voorzien van een vast
opzetstuk en kunnen gesubsidieerd
worden tot een maximumhoogte
van 2 meter. De metalen torensiio's
kunnen niet gesubsidieerd worden
De oppervlakte van de meeste
Belgische landbouwbedrijven is
kleiner dan 10 ha. Het aantal in
ons land bestaande torensilo's is
gering, terwijl de ingegraven silo's
zeer talrijk zijn.
Ingezonden door een lezer van "De
Koornbloem
In ons land vierde Beauraing op
29 november 11. de 25"- verjaardag
van de eerste verschijning van het
Gouden Onbevlekt Hart van Ma
ria
Banneux huldigde insgelijks de
Maagd der Armen op de 25"® ver
jaardag van de 1® verschijning.
Nu kwam Lourdes aan de beurt
op II februari 1.1. met de honderd
ste verjaardag van de 1"® verschij
ning van O.L. Vrouw aan Berna-
dette.
Is de eeuw van Maria nu daar
zoals soms wordt beweerd Tot
onze grote vreugde is gans de
christenheid op dit hemels gebeu
ren van dit genadeoord ge icht.
De lezers van De Koornbloem
zien O L. Vrouw ook geren en zul
len Haar wel dezer dagen speci
aal vereren.
Dat Vlaandeien van Maria houdt
spreekt uit torens, nissen en grot
ten, uit bloemen en bomen, uit
boeken en doeken. Een hart zon
der een smeulend Mariavuurtje is
er niet denkbaar. Bij de minste
aanwakkering wordt het een gloed.
Het weze zo Liefde is vinding
rijk maar in edelmoedigheid
laat Maria zich niet overtreffen.
Ik was zo vrij volgend gedichtje
in te zenden
O Maria uitverkoren,
vrij van zondensmet geboren
om te worden van G Us Zoon.
Moeder-Maagd zo énig schoon
Honderd jaren ziin verdwenen
sinds G aan Bernadette verschenen,
hemels-plechtig hebt gezeid
dat Ge d' onbevlekte zijt.
Hierom juicht de he'e aarde
om dit wonder van genade
dat in Massabeille begon
Lourdes-heil en levensbron
Bron voor zieken en misdeelden
bron van vrede voor verdeelden,
hoop, vertrouwen, moed in 't leed
al wat besGij. Moeder weet.
Leer de zwakke met betrouwen
in Uw m Ide goedheid schouwen,
kalme rust bij U hervindt
Moeder van het dolend kind.
Doe de satanshoogmoed nukken
voor Uw diepe ootmoed bukken,
voor Uw liefde wijkt de haat
die in deemoed overslaat.
Mocht Ge stralend jubileren
Gans de aarde tot U keren,
zodat eindlijk triomfeer
door U Moeder God de Heer
vwomm^smtsmmBeamm mat
KONINKLIJKE
BRUSSEL.
Van het vrolijke stuk van Mar
cel Franck, «Isabella en de Peli
kaan waarvan de première don
derdag in de K.V.S. plaats had,
gaan thans voorstellingen op de
gewone speeldagen. Hetbrengtons
in kennis met een jonge grootva
der die heel wat zorgen heeft om
dat zijn dochter hem steeds maar
nieuwe kleinkinderen schenkt. De
regie is van Jo Dua. De vertolkers
Roger Coorens, Yvonne Lex, Mag-
da Kleine, Nand Buyl, Greta Lens,
Jan Gorissen en Lia Lee.
DE KOORNBLOEM
]aar
aantal
aantal
aantal
haarden
dieren
inentingen