WEIDE BEMESTING. Haver voor Kiekens Volledige Samenstelling voor WEIDEN Margarine-fabricatie en afzet. Inschrijving voor Brokkalk, 1 maart 1958 (Vervolg van dukten de varkens te traag doet groeien. Met andere woorden men geeft toe dat, wil men zijn varkens op een korte tijd gemest krijgen, een goed varkensmeel onontbeerlijk is. Velen vinden dit goede var kensmeel echter een noodzake lijk kwaad omdat ze er van over tuigd zijn dat het voederen van varkensmeel heel wat duurder moet uitkomen dan bv. het voede ren van gerstemeel, roggemeel ot aardappelen. Sommigen blijven dan maar de voorkeur geven aan graanmeel met aardappelen. De dieren groeien dan wel wat tra ger, maar men leeft dan toch in de zalige overtuiging dat deze meto de toch veel profijtiger is. In die opvatting nu schuilt juist de fout En dat die fout telkens weer wordt gemaakt dient gewe ten aan het feit dat practisch nie mand, die hoeveprodukten voe dert, er toe komt een ernstige kost prijsberekening te maken. Moest men dat wel doen dan zouden de ogen heel wat vlugger opengaan. Laten wij een ogenblik buiten be schouwing wat de boer met zijn ei gen produkten moet aanvangen als hij ze niet aan zijn zwijnen ver voedert en bekijken wij even de opvatting als zou het gebruik van varkensmeien duurder uitvallen dan het gebruik van gerstemeel, roggemeel, aardappelen, enz. Wij herinneren ons nog een ver gadering van het Varkenssyndi kaat van Oost-Vlaanderen een goed jaar geleden te Gent, waar men het over deze opvatting had en waar men als besluit van een proef, die men had uitgevoerd juist tot de tegenovergestelde vast stelling kwam. Men heeft daar met klem er op gewezen dat dieren, die uitsluitend met graanmeel en aardappelen worden gevoederd veel te traag groeien en daardoor veel te duur uitvallen. Deze bewe ring werd daar met i iet tegen te spreken cijfers bevestigd. Welis waar is het graanmeel per kg niet zo duur als varkensmeel. Maar de dieren eten er heel wat meer van op om hetzelfde gewicht te beha len. Juist daardoor worden ze duurder. Regelmatig zetten wij onze le den aan alles aan te tekenen wat ze aan hun varkens uitgeven, op dat ze nadien zouden kunnen uit rekenen wat de voorde igste voe- dermetode is. Wij stellen hen daar voor in het bezit van speciale for muiieren. Talrijke van deze formu lieren zijn reeds in ons bezit en daaruit blijkt dat, aan de huidige prijzen van de varkensmeien een kg varkensvlees kan bijgekweekt aan een prijs van 5 tot 17 fr. Nu is het opvallend dat, hoe meer graan meel en aardappelen er werden bijgevoederd, de kostprijs per kg groei daardoor hoger is komen te liggen. De laagste kostprijs treffen wij juist aan bij deze kwekers, die uit sluitend varkensmeel hebben ge bruikt, of die, ten einde op een doelmatige wijze hun eigen gra nen te vervoederen, gebruik heb ben gemaakt van speciaal daartoe bereide melen, zoals bv. varkens meel 4 en 5, die door hun bijzonder hoge voedende waarde het ge bruik van graanmeel op een voor delige wijze toelaten. De hoedanigheid van de voeders. Als wij daarjuist aantonen dat de goedkoper graanmelen toch le bladzijde), duurder uitvallen dan de goede varkensmeien omwille van hun la gere groeikracht, dan kunnen wij hetzelfde zeggen van een goed koop varkensmeel tegenover een dat duurder is, maar dat juist daar door alle stoffen zodanig bevat dat ze een volledig voedsel uitma ken voor de dieren. Niet wat een bepaald voeder per 100 kg kost is van belang, al schijnen sommige boeren juist dat alleen in aanmer king te nemen. Voor ons is alleen dat van belang hoeveel kost 1 kg bijgewonnen vlees De rest is bij zaak. Als ik met varkensmeel van 420 frank per 100 kg een kostprijs per kg groei verkrijg van 18 fr., dan valt dit voeder merkelijk duurder uit dan een ander dat 470 fr. kost per 100 kg, maar dat door zijn ho ger voedende waarde slechts 16 fr. per kg vlees heeft gekost. In dit verband willen wij even de uitspraak aanhalen uit het Ne derlands tijdschrift De Bedrijfs pluimveehouder Deze uitspraak, bedoeld voor de hennen, is even zeer geldig voor de zwijnen Denk er om dat goedkoop meestal duurkoop betekent en dat voedermengsels, die voor een zeer voordelige prijs worden aan geboden, nog daarom heus niet in de praktijk voordelig behoeven te zijn. Want het gaat bij het voeder op de eerste plaats om de voe dingswaarde, en wanneer deze can de lage kant is en daardoor het voeder goedkoop, dan bete kent dit dat de dieren meer van dit goedkoper voeder zullen moe ten verwerken, willen ze dezelfde hoeveelheid voedende bestandde len binnen krijgen als bij hoog waardige voedermengsels het ge val is. Daarom zal dan ook in de meeste gevallen dergelijk goedkoop voed sel op de duur lang niet zo goed koop blijken te zijn als men aan vankelijk gedacht heeft. Hier komt dan nog bij, dat men steeds de kans loopt dat de dieren, ondanks het feit dat ze veel van dit goed kope voedsel tot zich nemen uit eindelijk toch niet de hoeveelheid voedende stoffen naar binnen krij gen, welke hen in staat stelt om een zo hoog mogelijke produktie te krijgen. Men zal het daarom, ten einde tot een zo voordelige mogelijke uitbating te komen, zeker niet in het goedkope voeder moeten zoe ken, maar integendeel van de stel regel uit dienen te gaan de dieren het beste te geven wat er te krij gen is. In het licht van wat voorafgaat doet het dan ook zo potsierlijk aan sommige kwekers steeds te zien zoeken naar het goedkoopste wat er te krijgen is. Denken die nu wer kelijk daar voordeel bij te doen Zoek maar eens het goedkoopste kostuum uit een winkel en vertel ons dan eens hoe ge er mee uitge speeld zijt Besparing op de kostprijs, dient dus gezocht in de richting van het voeder dat de goedkoopste prijs per kg groei geeft. De prijs van het voeder per 100 kg is daarbij van ondergeschikt belang. (Vervolg van le bladzijde). De invloed van de boterprijs op het margarineverbruik. De cijfers nopens het boter- en margarineverbruik in 1956 wijzen op een grote elasticiteit van de vraag naar boter. Dit wordt o a. aangetoond in Zweden en Finland, waar het boterverbruik opvallend daalde als gevolg van de hoge bo- terprijzen. Verder blijkt dat het margarineverbruik een sterkere invloed ondergaat van de evolutie van de boterprijs dan van de mar- garineprijs zelf. In de meeste landen wordt het aanbod van boter beïnvloed door meerdere overheidsmaatregelen, zoals prijzencontrole, aanleggen van voorraden, toezicht op de in voer en subsidiëring van de uit voer. Het resultaat van dergelijke maatregelen kwam duidelijk tot uiting in Scandinavië waar de bo terprijzen in 1956 op een redelijk peil werden gehouden, wat deel uitmaakte van de anti inflatiepoli- tiek. Het gevolg hiervan was da lang van het boterverbruik, stij ging van het margarineverbruik, grotere hoeveelheden boter be schikbaar voor de uitvoer en zulks aan prijzen die merkelijk lager wa ren dan deze op de binnenlandse markt. Het grootste deel van deze boter vond afzet op de Engelse markt, waar zij door verhoogde mededin ging met de boter uit andere lan den de boterprijzen deed dalen. Deze lagere boterprijzen deden hei Britse boterverbruik stijgen tot het hoogste peil sedert 1950, hoe wel dit nog heel wat onder het vóóroorlogs gemiddelde ligt. Het margarineverbruik liep hierbij te rug met 0,200 kg per hoofd van de bevolking. Deze tendens bleef voortduren tijdens het eerste kwar taal van 1957. Ook in Denemarken had inge volge de prijzenevolutie geduren de het vorig jaar een merkbare toeneming plaats van het boter verbruik. In tegenstelling tot de toestand in de meeste andere lan den, bleef het margarineverbruik in dit land beneden het vóóroor logs peil, terwijl het boterverbruik daarentegen groter was. In West Duitsland steeg de koop kracht der bevolking in voldoende mate tijdens de laatste jaren om een vrij stabiele boterkonsumptie tegen stijgende prijzen te verzeke ren, terwijl insgelijks het margari verbruik toenam. Dit laatste is in dit land thans per hoofd ruim twee maal zo hoog als vóór de oorlog. De konkurrentie boter margarine. Wat de prijzen aan verbruiker voor boter en margarine betreft, is een vergelijking moeilijk doordat van beide produkten verschillende kwaliteiten in de handel zijn. Des ondanks valt het op dat de marga rineprijzen minder schcmmelen dan de boterprijzen, wat voor een deel z'n oorzaak vindt inde mogelijkheid voor de margarinefabricage ver schillende basisstoffen door ande re te vervangen, naar gelang de beschikbaarheden en de prijzen dezer grondstoffen Bovendien bestaat er in de on derscheidene landen tussen de margarineprijzen een kleiner ver schil dan tussen de boterprijzen, welke dikwerf door regeringsmaat regelen worden beïnvloed. Een uit zondering vormt Canada waar op de verkoop van margarine een ht f- fing wordt gelegd van 10 p.h. Vergeleken met de handel in eetbare oliën en vetten is de inter nationele handel in margarine maar gering. De Britse invoer be kleedt de eerste plaats in de inter nationale margarine handel. Om de eerlijke mededinging tus sen boter en margarine te verzeke ren zou naar onze mening de ver pakking der margarine de voor de vervaardiging ervan aangewende grondstoffen moeten vermelden. Ook in de publiciteit zou de sa menstelling der bij de fabricage gebruiktg grondstoffen in beknop te vorm dienen aangegeven en zouden alle vermeldingen streng dienen verboden die verwarring bij de verbruikers kunnen brengen tussen natuurboter en margarine en hunne respectievelijke hoeda nigheden. Het gebeurt meer dat kieken kwekers haver vragen en dat hen de gewone voederhaver wordt geleverd. Dit geeft niet altijd vol- doei ing en daarom hebben we in magazijn, speciaal geklipte en geborstelde haver ter be schikking. Kortelings te lossen op Statie Haaltert, bij Wed D'Haeseleer, Vondelen, 6, Denderhoutem. Verlangt U veel en voedzaam gras de ganse zomer 1 Gebruikt dan zonder aarzelen onze inhoudende 7 Stikstof 9 Fosfoorzuur 10 Potas We geven alle waarborgen voor inhoud. De samenstelling zal niet hard worden. Mag gestrooid worden einde februari begin maart naar gelang de weersgesteltenis DE KOORNBLOEM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1958 | | pagina 2